zontwikkelingen "oud"
links
PV-systeem
basics
grafieken
graphs
huurwoningen
nieuws
index
 

SOLARENERGYERGY

Nieuws P.V. pagina 150

meest recente bericht boven

Specials:
Problemen met maatschappelijke positie Hanwha Q-Cells:
financieel gelieerd zusterbedrijf in Koreaanse holding produceert cluster munitie

Bijna record jaar 2018 op komst - zonnestroom opbrengst
Verbreding SDE"+" vanaf 2020 - Kamerbrief
Fasering SDE 2018 ronde II - meer details, historie toegekende budgetten, kengetallen
Het regent records bij aanvragen (PV) onder SDE 2018 najaars-ronde
Update projecten spreadsheet Polder PV - record capaciteit (326 MWp) toegevoegd
CertiQ oktober 2018 - nieuw record toegevoegde capaciteit in 1 maand: 120,5 MWp
Sonnenertrag weer on-line !
In oktober bij Polder PV eerste maal structureel netto (zonne)stroom over

1 november - 11 december 2018

<151 150-141 140-131 130-121 120-111 110-101
100-91
90-81 80-71 70-61 60-51 50-41>>> highlights




3 december 2018. Akelig Sinterklaas cadeautje voor de zonnestroom sector - 1 van de grootste zonnecel producenten blijkt onderdeel van Koreaans conglomeraat wat ook clustermunitie produceert. Divers links onderaan later toegevoegd.

We zijn wel wat gewend in het extreem dynamische wereldje van de zonnestroom business. Hoge golven (extreme capaciteitsgroei cijfers, lokaal, en mondiaal), worden afgewisseld door diepe dalen (technische problemen in de beginjaren, reeksen van faillissementen, verstrekkende internationale handelsconflicten). Tot nog toe heeft de mondiale PV sector alles overleefd, en blijft de groei er stevig in zitten. Dat is echter geen garantie dat alles (nu) goed zal blijven gaan. En dat is dit weekend ook weer gebleken. Een van de grootste zonnecel fabrikanten ter wereld, Hanwha Q CELLS Co. Ltd. (hierna verkort tot "Hanwha Q-Cells" of "Q-Cells"), is onderdeel van een omvangrijk Koreaans industrie conglomeraat, Hanwha, wat een Fortune Global 500 status heeft (site, status positie 244 in 2018), een geschatte omvang van "sales" eind dit jaar van ruim 61 miljard dollar, en eind 2017 al 325 dochter bedrijven had, overal ter wereld. Een conglomeraat, waarvan het onderdeel Hanwha Corp militaire apparatuur, munitie, en ... clusterbommen blijkt te maken. Aldus een schokkend artikel van het Nederlandse onderzoeks-initiatief Follow the Money (FtM), in samenwerking met RTV Noord, van 29 november jl.

An inconvenient truth
FtM ontdekte dat, als gevolg van het volledig van de beurs halen van (het restant, 6%, van de verhandelde) aandelen van het bedrijf (notering NASDAQ:HQCL), de nieuwe eigenaar van Q-Cells, Hanwha Chemical, 100% eigenaar van het zonnecellen bedrijf zal gaan worden. Hanwha Chemical is onderdeel van het conglomeraat waartoe ook Hanwha Corp behoort, wat ook clusterbommen produceert. FtM stelt dat er ook allerlei aandelen pakketten over en weer tussen de onderlinge dochter bedrijven zijn van de holding. 36,5% van de aandelen van zonnepanelen dochter Hanwha Chemical zou in handen zijn van ... Hanwha Corp. Daarmee is een gigantisch ethisch probleem ontstaan: wil een afnemer van hoog-kwalitatieve zonnepanelen wel geassocieerd worden met een PV module producent die directe financiële relaties heeft met een producent van een van de ergste militaire "uitvindingen", die grootschalig burgerslachtoffers maakt (ook nog onder dezelfde holding acterend)? En waar voor 120 landen het anticlustermunitie verdrag hebben ondertekend, waar onder Nederland. Waardoor "gebruik, productie, transport en opslag van clusterbommen wordt verboden".

Hanwha Q-Cells heeft nota bene een Social Engagement programma, waarbij diverse commitments worden getoond (zonne-energie voor Ethiopië, Solar Taxi), trainingsprogramma's worden verzorgd, en in de kernregio van het ontstaan van Q-Cells, Sachsen Anhalt in Oost Duitsland, o.a. 20 scholen zijn voorzien van zonnepanelen en lespakketten, geco-financierd door Hanwha Q-Cells, de deelstaat regering, het Duitse ministerie voor Landbouw en Milieu, en de Europese Unie (website).

FtM besluit hun onrustbarende analyse met de mededeling "Hanwha Q.Cells wilde niet op dit verhaal reageren".

Overname Q-Cells
Dat het van oorsprong zeer vooruitstrevende Duitse Q-Cells na haar faillissement van 3 april 2012 was opgekocht door een andere dochter van de holding, Hanwha SolarOne (HSO) was reeds bekend. Dat nieuw gevormde onderdeel onder het Hanwha conglomeraat ontstond toen Hanwha Chemical Corporation in 2011 de Chinese cel- en module producent Solarfun had opgekocht, waarna de naam werd gewijzigd in HSO (persbericht 21 dec. 2010). Via een Duitse dochter werd medio 2012 het door een record verlies van 846 miljoen Euro in 2011, en op 3 april 2012 uit eigen beweging gefailleerde Duitse Q-Cells opgekocht voor 40 miljoen dollar (persbericht 30 aug. 2012). Met die overname, en de productie capaciteiten van Q-Cells (waar onder een 800 MWp cellen fabriek in Maleisië, en de faciliteiten in Duitsland), wist de Hanwha groep in 1 keer te groeien naar een omvang van de derde grootste zonnecellen fabrikant ter wereld. Destijds nog met een gecombineerde jaarlijkse productie capaciteit van 2,3 GW. Een nieuwe naam werd gecreëerd voor de nieuwe entiteit: Hanwha Q CELLS Co., Ltd.

Al die jaren, zowel onder direct Duits beheer, als onder het nieuwe bestuur van Hanwha, werd - en wordt - Q-cells nog steeds als een van de kwalitiatief beste zonnecel- en module producenten ter wereld gezien. Die met talloze innovaties op cel- en module niveau de business op het vlak van kristallijne cel technologie mede naar een hoger plan heeft getild. En met hun fundamentele research talloze records heeft gevestigd in de loop van de tijd (zie foto rechts, genomen tijdens Intersolar 2011 in München). In hun enorme, ruim 190 duizend vierkante meter grote nieuwste productie faciliteit in Jincheon (Seoul, Zuid-Korea) wordt vandaag de dag een duizelingwekkende hoeveelheid van 2,2 miljoen (!) hoog-kwalitatieve zonnecellen per dag geproduceerd, via extreem ver geautomatiseerde, en zwaar gemonitorde productie processen (bedrijfsvideo). Alle producten zijn VDE gecertificeerd. Een van de nieuwste productlijnen, de zogenaamde "half-cell" modules, die een hoge efficiëntie hebben, wordt al regelmatig globaal ingezet, zowel op rooftops, als in grote grondgebonden systemen.

Hanwha Q-Cells was in 2017 de globaal vierde grootste kristallijne zonnepanelen fabrikant volgens IHS Markit (zie publicatie in PV Magazine, 20 juli 2018). Met een productie van 4,2 GWp op een beschikbare capaciteit van 5,8 GWp (bezettingsgraad maximaal zo'n 72%). De verwachting voor eind 2018 is een mogelijke productie capaciteit van 8,4 GWp (stijging 45%), waarmee het bedrijf haar hoge (4e) positie zou kunnen behouden (jaar productie cijfers zijn uiteraard nog niet bekend).

Hanwha Q-Cells in Nederland - enkele cijfers van Polder PV
N.a.v. de navraag van FtM bij diverse instanties die zonnepanelen van Hanwha Q-Cells op hun dak blijken te hebben, of die in transacties met de firma betrokken zijn, is Polder PV in zijn projecten sheet gedoken om te kijken hoe wijd verbreid de hardware in maatschappelijk bezien "wezenlijke" (grotere) projecten zijn ingezet. FtM gaf van een paar projecten aanwezigheid van Q-Cells modules aan, maar heeft geen overzicht van veel grote projecten in ons land. Uiteraard worden deze modules ook aangeboden op de residentiële markt, maar omdat ze in het top segment zitten, zullen ze daar waarschijnlijk niet op zeer grote schaal zijn / worden ingezet. Verkoop cijfers zijn niet bekend.

Van een groot deel van de projecten is ook nooit bekend gemaakt wat voor module type er is ingezet. Van mijn huidige lijst (ver over de 7.300 gerealiseerde single-site PV projecten) heb ik grofweg van ruim 2.800 projecten kunnen traceren wat het ingezette merk PV modules is (gezamenlijke capaciteit van zo'n 785 MWp). Daarvan zijn inmiddels (bijgesteld: 15 dec. 2018) 73 projecten geïdentificeerd die Hanwha Q-Cells modules hebben, met een gezamenlijke capaciteit van ruim 117 MWp, en ruim 345 duizend modules (voor een iets ouder cijfer, zie ook tweet PPV). Dat is een aandeel van 2,6% op het totaal aan projecten waarvan module merk kon worden geïdentificeerd in mijn lijst, en het is zelfs al 15% van de totale daarmee gemoeide capaciteit. Een substantieel deel van het volume wordt ingenomen door 3 grote grondgebonden zonneparken in Nederland, die 77% van de capaciteit aan "geïdentificeerd volume met Hanwha Q-Cells modules" bevatten.

Er zijn in Nederland enkele andere kleinere grondgebonden parken met Hanwha Q-Cells modules gerealiseerd, evenals de nodige grotere rooftop projecten. Er zijn meerdere projecten met crowdfunding van burgers bij, inclusief die van bekende, actieve platforms. En ik heb al minimaal 15 "lokale" projecten met een postcoderoos constructie (waarin regionaal betrokken burgers hebben geparticipeerd) in de lijst staan, ook met zonnepanelen van deze Koreaanse fabrikant. Zie ook vervolg tweet van Polder PV. Een van de weinige gerealiseerde drijvende zonneparken in Nederland bevat ook Q-Cells panelen.

Uiteraard is dit alles slechts het topje van de ijsberg, omdat ik van het grootste deel van de in mijn lijst staande projecten nog niet weet welke module fabrikanten zonnepanelen hebben geleverd. Dus het totale "markt" aandeel op het gebied van grotere projecten kan best nog wat groter of kleiner zijn. Maar het beeld is beslist duidelijk: Hanwha Q-Cells zonnepanelen zijn regelmatig, en soms op grote schaal, in (grotere) PV projecten toegepast in ons land. Wat gezien hun kwaliteit en "technische reputatie" beslist niet vreemd is. Er wordt af en toe expliciet verwezen naar de "Tier1" referentie van het bekende Bloomberg, als over de keuze voor Q-Cells panelen een uitspraak wordt gedaan. Dat maakt dergelijke module series "bankable", en is toegang tot externe financiering via banken veel makkelijker dan zonder zo'n "stempel".

Het grootste zonnestroom project in mijn eigen gemeente Leiden, wat bepaald niet rijkelijk gezegend is met dergelijke installaties (we lopen hopeloos achter), blijkt ook zonnepanelen van de Koreaanse fabrikant te hebben. En ik ken nog minstens 1 ander groot project met die modules, van dezelfde opdrachtgever binnen de gemeentegrenzen, wat er niet ver vandaan ligt ...

RTV Noord noemt honderd basisscholen in de drie noordelijke provincies, die de Koreaanse zonnepanelen zouden hebben gekregen. Het betreft een project van Onderwijsbureau Meppel, en de bekende twitteraar Hofstra is via zijn "Zonnescholen" initiatief onafhankelijk adviseur in dat project. Royal Haskoning DHV is betrokken bij het technische advies. Tenten Solar uit Lichtenvoorde is de uitvoerder. 97 scholen zouden reeds van 8.000 zonnepanelen zijn voorzien, volgens de website. Hofstra zegt te zijn geschrokken van de bevindingen van FtM en RTV Noord, en gaat kijken of andere panelen ingezet kunnen gaan worden. Hetgeen niet eenvoudig zal zijn, gezien de vele eisen die aan de modules worden gesteld.

Ook een bekend collectief als Wocozon blijkt Hanwha Q-Cells als partner te hebben. Wocozon verzorgt de komende jaren duizenden huurwoningen van zonnepanelen voor diverse huurcoöperaties (momentane status ruim 21.000 panelen aangebracht; aandeel Q-Cells daarin is niet bekend).


^^^
Polder PV tweet na een eerste inventarisatie van zijn projecten sheet op aanwezigheid
van (geïdentificeerde) PV projecten in Nederland, met zonnepanelen van het
Koreaanse bedrijf Hanwha Q-Cells, in reactie op het nieuws van FtM (3 dec. 2018).

In mijn lijst met >1.600 bedrijven die zonnepanelen en -systemen afzetten in ons land, kom ik 9 partijen tegen die modules van Hanwha Q-Cells op de Nederlandse markt leveren of die ze in het verleden hebben verkocht. Waaronder een van de grotere groothandels, het met meerdere EUPD Research "Top PV wholesaler" prijzen overladen, in Heteren (Gld) gevestigde ESTG.

Indirect betrokken financiële instellingen
In ieder geval is n.a.v. vragen van FtM aan de duurzame bank Triodos daar al aangekondigd dat de positie van Hanwha Q-Cells nader onderzocht zal gaan worden, en dat het, gezien de bevindingen van FtM, mogelijk is dat ze zowel bij bestaande als bij nieuwe leningnemers, geen zonnepanelen van de Koreaanse module fabrikant in de te financieren projecten meer zullen accepteren. Triodos is trouwens niet de enige partij die al dan niet "gewild" of "geïnformeerd" betrokken is geweest bij de financiering van projecten waarbij panelen van de Koreaanse fabrikant zijn ingezet. In mijn projecten sheet kom ik ook bij enkele door hen ge(co-)financierde PV projecten een zeer kritisch investerings- en monitorings-beleid hebbende ASN bank tegen, diverse andere investerende nationale en buitenlandse banken, maar ook andersoortige Nederlandse financiële instellingen die (extra) borgstellingen en/of leningen hebben verzorgd. Daarbij zowel gemeentelijke fondsen, als provinciale subsidie beheerders en verstrekkers.

Overigens wordt in het Energeia artikel door Nienke Homan (gedeputeerde namens provincie Groningen) ontkend dat de 3 noordelijke provincies (de verkoop van) Q-Cells modules zouden "aanmoedigen" middels inkoop acties via het regionale energie loket, zoals gesteld door FtM (De Q-Cells panelen zouden als "standaard" worden aangeboden, die de meeste mensen zouden kiezen i.p.v. de ook aangeboden "premium" modules). De provincie subsidieert het energieloket weliswaar, maar houdt zich verder niet bezig met het specifieke aanbod wat daardoor wordt opgesteld. Homan stelt wel dat het nieuws onrustbarend genoeg is om daar kritisch naar te gaan kijken.

Eerste "slachtoffer"
Ondertussen is het eerste "slachtoffer" al gevallen. Het vooral van (zeer) grote Nederlandse rooftop projecten bekende Belgische, in Lille hoofdkantoor hebbende IZEN, wat in september 2016 de EPC-afdeling van de ook al succesvolle Nederlandse PV rooftop project bouwer SolarAccess heeft overgenomen (locatie Wijchen (Gld), verder gaand als IZEN Nederland, statutair bij KvK bekend als IZEN Renewable Energy B.V.), heeft inmiddels in een kort bericht n.a.v. de bevindingen van FtM laten weten dat ze de samenwerking met Q-Cells onmiddelijk heeft stopgezet:

"Deze feiten staan lijnrecht tegenover de waarden van IZEN en daarom is er onmiddellijk beslist de samenwerking met Q CELLS te beëindigen. Klanten krijgen een alternatief pakket aangeboden met zonnepanelen uit de TIER 1 lijst van Bloomberg en lopende garanties blijven behouden".

Polder PV is erg benieuwd hoe Hanwha uiteindelijk op deze commotie zal gaan reageren (na een eerste weigering om op het FtM artikel in te gaan, zie boven). Ze zullen toch "iets" moeten doen, want dit is zeer gevoelige materie, zeker ook in Nederland, wat al enige tijd "boomt" met solar. Een flinke deuk in de afzet in Europa lijkt me niet iets wat de leiding van deze beroemde zonnecellen fabrikant over zich heen zal laten willen komen. We wachten een constructieve reactie van het bedrijf af.

Ook verwacht Polder PV dat hier wellicht wel weer kamervragen over kunnen komen. Dat kan er vast nog wel bij, deze laatste maand van het Nederlandse solar record jaar 2018 ...

Tot slot - naar aanleiding van nagekomen verklaring Hanwha (reacties 5, hier onder) (6 dec. 2018)
Vanwege de reactie van Hanwha, die via een Nederlandse groothandel werd verstuurd naar relaties (zie in sectie reacties hier onder, nr. 5), duikt hier een ethisch dilemma op voor iedereen die met producten van de Zuid Koreaanse zonnecel / zonnepaneel productie onderneming Hanwha Q-Cells krijgt te maken. Een ieder zal bij zichzelf een goed geïnformeerde afweging moeten maken wat hij/zij op basis van die feiten zal doen. De samenleving is zo complex geworden, dat dergelijke ethische dilemma's steeds vaker opduiken. Dat de zonnestroom sector met zo'n dilemma wordt geconfronteerd was onontkoombaar, en is een zoveelste signaal, dat de sector volwassen en "normaal" is geworden. En is haar verantwoordelijkheid uiteraard ook, om op een professionele wijze met een dergelijk dilemma om te gaan. Zwijgen zal niet helpen, en het probleem alleen maar verergeren. Veroordeel s.v.p. niemand als deze een andere keuze maakt dan u in dit specifieke geval zou maken. U zult in uw moderne huishouden meer dan genoeg spullen tegenkomen waar de nodige "vlekjes" aan kleven als u of een onderzoeks-collectief als Follow the Money dieper gaat graven naar de herkomst en de productie wijze ervan. Al betreft het in dit specifieke geval uiteraard een extreem gevoelig onderwerp genaamd cluster munitie, in combinatie met productie van zonnepanelen onder dezelfde holding structuur. Daar blind voor zijn, en de op tafel liggende feiten wegwuiven is niemand mee gediend. Daarom ook dit citaat wat ik in een ouder artikel in The Guardian heb gevonden en recent in een tweet heb gebruikt:

"It should not be surprising to discover that the richer a country becomes, the less its people care about their impacts on the living planet"

Ik wens u veel wijsheid toe bij uw eigen overwegingen in deze gevoelige materie.


Bronnen:

Rauw op je dak: zonnepanelen van een clusterbommenfabrikant (bericht van Follow the Money, auteur Ties Joosten, 29 november 2018)

Beste Ties (bericht op mailchi.mp server van Ties Joosten, die de aanleiding tot het schrijven van bovengenoemd artikel weergeeft - een tip van een medewerker van Technische Unie. Ook hier in de onterechte claim dat financiële instellingen in Nederland, mede ondertekenaar van het anti cluster munictie verdrag, niet in "Hanwha" zouden mogen investeren. De daarmee gewekte suggestie dat er dus ook niet in dochter onderneming Hanwha Q-Cells geïnvesteerd zou mogen worden, of dat er geen leningen aan dat specifieke bedrijf zouden mogen worden verstrekt is niet waar. Zie verderop, onder bespreking van e-mail van een groothandel die linkt naar "een verklaring van Hanwha", onder reacties punt 5)

Tweet Ties Joosten (29 november 2018, auteur van het primaire hier besproken artikel), in reactie op een opmerking van een van niets wetende eigenaar van Hanwha Q-Cells zonnepanelen, die vraagt of hij zijn PV modules nu van het dak moet halen. Joosten: "Nee ik heb bewust geen beschuldigende vinger willen wijzen naar mensen die nu Hanwha zonnepanelen hebben. Niet iedereen is onderzoeksjournalist ;) Wel hoop ik dat bij toekomstige aankoopbeslissingen hier rekening mee gehouden wordt."

Provincie en gemeenten promoten zonnepanelen van clusterbommenfabrikant (RTV Noord, 29 november 2018)

Provincie Groningen: strengere subsidievoorwaarden voor zonnepanelen (RTV Noord, 29 november 2018, te scherp gestelde claim "Deze panelen blijken gefabriceerd te worden door een Zuid-Koreaans bedrijf, dat onder meer oorlogswapens maakt". Het zijn twee aparte bedrijven onder dezelfde, enorme holding, Hanwha groep. Gedeputeerde Homan van prov. Groningen wil "strengere subsidievoorwaarden stellen aan bedrijven die met zonnepanelen werken.")

Zuid-Koreaanse leverancier van zonnepanelen in opspraak wegens clusterbommen (Energeia, 29 november 2018, pay-wall)

'‘Zonnepanelen van een wapenfabrikant hoef ik niet op m’n dak’ (Persbureau Drenthe, 29 november 2018. Een van 330 Drentse klanten die contract heeft ondertekend voor een zonnepanelen inkoop actie van SLIM Wonen, wil van genoemde panelen af)

Statenleden geschokt over zonnepanelen van wapenfabrikant (RTV Drenthe, 29 november 2018. Eerste reacties van statenleden van de Provincie Drenthe, en video met "getroffen" burger die contract heeft getekend bij SLIM Wonen [PV installatie met Q-Cells modules], woordvoerder scholen stichting Primenius, die al Hanwha Q-Cells panelen blijkt te hebben liggen, en korte reactie gedeputeerde Tjisse Stelpstra van Prov. Drenthe)

Ook zonnepanelen van Koreaans clusterbommenconcern in Zaanstad – UPDATE (De Orkaan.nl, 29 november 2018. In reactie claimt vertegenwoordiger van Zaanzon, wat ook lid is van branche organisatie Holland Solar, wat Hanwha Q-Cells als merk officieel voert, dat er een verklaring van Hanwha op hun website zou zijn geplaatst. Ik heb een dergelijke verklaring op 5 december 2018 nog niet op die site kunnen vinden. Zie echter ook uitgebreide reactie onder nieuw bericht, onder "reacties" hier onderaan)

Provincies promoten zonnepanelen van bommenmaker (Binnenlands Bestuur, 29 nov. 2018). Zelfs dit orgaan begaat de vergissing dat de "niet-cluster munitie producerende" onderneming Hanwha Q-Cells (zonnecellen / panelen) hetzelfde zou zijn als de overkoepelende holding Hanwha, en dat het "dus" vanwege wetgeving door AFM verboden zou zijn om te mogen investeren in dat (dochter)bedrijf. Dat mag alleen niet in het bedrijf wat direct daarbij betrokken is (in dit geval Hanwha Corp), en er mogen geen leningen of andersoortige vormen van financiering worden verstrekt aan de moederholding. Zie reactie van Polder PV aldaar.

Solease verbreekt banden met Q.Cells (ongedateerd bericht op website van groot zonnepanelen verhurend bedrijf in Nederland, Solease, tussen berichten van medio oktober en begin december 2018 in geplaatst. Solease blijkt "uitvoerig onderzoek gedaan te hebben naar het bedrijf Hanwha Q.Cells", en is geschrokken van de bevindingen van FtM. Slot alinea in het bericht: "We stappen zo snel mogelijk over op zonnepanelen van een andere producent. We zijn volop in overleg met onze leveranciers en installatiepartners voor het uitfaseren van de Q.Cells zonnepanelen. De bestaande voorraad wordt opgemaakt, we bestellen geen nieuwe panelen meer. Ons streven is om vanaf 1 januari 2019 geen Q.Cells meer te installeren. En dat is ons eerste goede voornemen voor een betere wereld!"

Leverancier zonnecellen gemeente maakt ook verboden clusterbommen (RTV Arnhem, 8 december 2018. De claim "In 2013 is het in Nederland verboden voor financiële instellingen om te investeren in bedrijven die betrokken zijn bij de productie van clustermunitie", is incorrect. Zie bespreking van de e-mail van de groothandel die de link naar het (nog steeds niet als "officieel" van Hanwha afkomstig bevestigde) heeft verstuurd naar relaties, onder reacties, punt 5. Ook al wordt in dit artikel en in het oorspronkelijke artikel van FtM geclaimd dat de raadszaal van het gemeentehuis van Arnhem Hanwha Q-Cells panelen zou bevatten, heb ik tot nog toe nog nergens een expliciet statement van een installateur of anderszins kunnen vinden m.b.t. het toegepaste merk panelen aldaar).

Ook vergelijkbare berichten op websites van de Volkskrant (29 nov. 2018), Dagblad van het Noorden (29 nov. 2018), Persbureau Drenthe (29 nov. 2018) en Oogtv.nl (29 nov. 2018).


Website Hanwha Groep (tot en met 9 december op geen enkele website van deze groep, noch op websites van Q-Cells, een "verklaring" te vinden zoals onder punt 6 reacties verderop)

10 jaar verdrag tegen clustermunitie, minder geld naar clusterbommenmakers (PAX nieuwsbericht, 3 november 2018)

Worldwide Investment in Cluster Munitions (2018) (PAX link met download pdf nieuwe rapport Cluster Munitie, 3 november 2018. Hanwha wordt nog steeds genoemd als 1 van de 7 "overgebleven, red-flagged" producenten van cluster munitie, de naam komt 131 maal in het 174 pagina's tellende rapport voor, meestal in de context van opname in zogenaamde exclusion lists van banken en andere financiële instellingen. Abstract, zie o.a. pp. 22-23, waar PAX besluit met de formulering: "Hanwha has not refuted this information, has not responded to PAX’ requests for more information and has not stated publicly that it would stop producing cluster munitions".)

Firms Drop Support for Cluster Bombs, but ‘Global Problem Is Much Worse’ (The New York Times, 2 dec. 2018, n.a.v. uitbrengen van het nieuwe PAX rapport over de status van cluster munitie op deze planeet)


Oudere artikelen en backgrounds relevant voor deze materie

Worldwide investments in Cluster Munitions - a shared responsibility (November 2014 update van Cluster Munitie rapportage van PAX, Utrecht, NL, 213 pp.)

Financial firms invest $28 billion in cluster bomb makers: campaigners (Reuters, 16 juni 2016; Hanwha wordt hier genoemd, ontkend werd destijds dat er munitie gemaakt zou worden)

Hanwha Corp.: Production of Cluster Munitions by Hanwha Corp (ongedateerd, status overzicht van Hanwha Corp. in relatie tot clusterbom - fabricage en handel, met enkele links, op website "Facing Finance" van het gelijknamige organisatie met zetel in Berlijn, waarvan het doel is "Promoting a more responsible financial system")

Are They Really Tier 1 Solar Panels? Six Questions You Must Ask (Solarquotes® Blog, 23 juli 2014, over de "waarde" van het fenomeen "Tier1 panelen". Let ook op de reacties)

Keuringsdienst: De industrie achter clustermunitie (uitzending 24 maart 2018)

Investeringsverbod clustermunitie (website AFM, i.v.m. potentiële betrokkenheid van financiële ondernemingen)

Voorbeeld uitsluitingslijsten investeringen in bedrijven die cluster munitie of "controversiële wapens"produceren (pdf Stichting Pensioenfonds APF, tabellen 1 en 3, status juli 2017)


Eerdere waarschuwingen dat er "iets mis was" binnen de Hanwha holding

Tweet van "Sam Kim" (@samkimasia) dd. 6 okt. 2018

Tweet van "martin broek" dd. 29 mei 2018

Tweet van "echtduurzaam" dd. 1 mei 2018

Tweet van "Capt. Manish Yadav" (@MerelyMan) dd. 6 april 2018

Tweet van "Jane Fleming" (@fleming77) dd. 5 april 2018

...

en, klap op de vuurpijl

Tweet van (zonnestroom fanaat) "Finn Peacock" (@Solar_Quotes) dd. ... 18 augustus 2015

en

Tweet van "garam.maria.pj" (@GaramMaria) dd. ... 7 april 2013


Reacties (chronologisch, van boven naar onder)

(1) 4 dec. 2018. Het is akelig stil gebleven na de rapportage van FtM, RTV Noord, en het artikel van Polder PV. Echter, op 4 december vond ik dit berichtje op de website van GroenLeven, die regelmatig Hanwha Q-Cells modules gebruikt in hun grote portfolio aan projecten:

"Reactie GroenLeven op berichtgeving Hanwha Q CELLS
GroenLeven heeft kennisgenomen van de berichtgeving rondom Hanwha, waar zonnepanelenleverancier Q CELLS onderdeel van is. Wij zijn verrast en geschrokken door deze berichtgeving. Wij nemen dit zwaarwegend mee in onze interne besluitvorming omtrent toekomstige aanpassingen aan het raamcontract met Q CELLS".

(2) 5 dec. 2018. De Orkaan vermeldt in een vervolg bericht op 2 december, dat gemeente Zaanstad "niet [zal] samenwerken met bedrijven die zaken doen met ondernemingen die clusterbommen maken" bij nieuwe inkoopacties voor zonnepanelen. De lopende actie, met Eneregio, heeft 5 installatie bedrijven, waaronder Zaanzon, maar er worden bij deze actie geen Hanwha Q-Cells zonnepanelen aangeboden. Er zou een mededeling op de site van Zaanzon staan van Hanwha, die ik nog steeds niet kan vinden (5 dec. 2018), luidend

"In de verklaring stelt Hanwha dat de clusterbommen geproduceerd worden voor de Koreaanse overheid en niet voor de export bedoeld zijn. Omdat Zuid-Korea nog steeds op voet van oorlog met het noorden is, blijft de bewapening noodzakelijk. ZaanZon blijft het merk voeren".

Dat de clusterbommen "niet voor export bedoeld zouden zijn" wordt iig sterk ondermijnd door bevindingen gepubliceerd in het rapport "Banning Cluster Munitions" (pdf download van website the-monitor.org), pagina 219, voetnoot 284, "In March 2008, Hanwha apparently exported an unknown quantity of M261 Multi-Purpose Submunition (MPSM) rockets (each containing nine M73 submunitions) to Pakistan". Bovendien is Hanwha Corp herhaaldelijk op buitenlandse militaire beurzen als standhouder gesignaleerd. In de tekst van De Orkaan wordt trouwens onterecht gesuggereerd dat (cluster munitie producent) Hanwha Corp het "moederbedrijf" zou zijn van Hanwha Q-Cells. Dat klopt niet. Het is een onafhankelijke entiteit onder dezelfde holding, die, echter, zoals FtM claimt, nauwe financiële banden met, en een groot aandelen pakket van Hanwha Q-Cells in eigendom heeft.

In reacties onder dit laatste artikel een uitgebreider commentaar van Zaanzon.nl, waarin hun motivatie wordt verwoord om in de zomer van 2018 Q-Cells in hun assortiment op te nemen (met name kwaliteits-issues die daar speelden). In die reactie ook de mededeling dat Hanwha in 2017 de grootste mondiale producent was van EVA backfoil voor zonnepanelen, ongeveer 70% van de wereldmarkt produceerde, en dat dat product dus ook in talloze module lijnen van vele andere (top) merken zal voorkomen. N.a.v. de commotie stelt het bedrijf echter:

"Wij zijn het eens met de zienswijze van de Gemeente Zaanstad, dus ook Zaanzon gaat zich verdiepen in deze aangelegenheid. Q.Cell heeft vrijdagavond aangegeven dat zij binnenkort met nieuwsfeiten zullen komen. Totdat er duidelijk bestaat over de toekomstige verhouding tussen Hanwha en Q.Cell hebben wij besloten de Q.Cell zonnepanelen voorlopig uit onze webshop te halen."

De webshop van Zaanzon.nl bevat inderdaad geen Q-Cells modules meer, het nieuwsbericht over het partnerschap, "Q.CELL zonnepanelen: Zaanzon = Q.Partner van Q.CELL" van 6 november 2018 staat er echter nog wel (gespot: 5 dec. 2018)

(3) 5 dec. 2018. GroenLinks in Borger-Odoorn (Drenthe) blijkt inmiddels vragen te hebben gesteld aan het College van B&W, en stelt "Wat GroenLinks betreft komen er geen zonnepanelen van het merk Q-Cells op de gemeentelijke gebouwen binnen Borger-Odoorn. En evenmin op bijvoorbeeld scholen en huizen. De producent van deze zonnepanelen, het Zuid-Koreaanse Hanwha, produceert namelijk tevens clustermunitie". GL vraagt het College dat "(grootschalige) promotie van zonnepanelen van dit merk, bijvoorbeeld ook via de actie Slim wonen met energie, in ieder geval in afwachting van de resultaten van eventueel nader onderzoek met onmiddellijke ingang gestopt wordt". Verwacht wordt dat het College de vragen op de vergadering van 13 december mondeling zal (kunnen) beantwoorden.

(4) 5 dec. 2018. RTV Drenthe citeert Gedeputeerde Cees Bijl van Prov. Staten Drenthe n.a.v. aanbod van Hanwha Q-Cells in de lopende inkoop actie "Slim Wonen" (ruim 700 opdrachten tot zover tot plaatsing PV installaties met de Koreaanse modules, in provincies Groningen en Drenthe), in Drenthe actie "Zongemak" geheten: "De inkoop is volgens de regels gegaan. Wij zien daarom geen reden om inbreuk te maken op de lopende situatie". Na consultatie met Slim Wonen zou, bij een vervolg van de inkoopactie(s) "een extra alternatief voor de zonnepanelen worden aangeboden". Zie verder artikel RTV D.

(5) 6 dec. 2018. Polder PV kreeg een e-mail van een Nederlandse PV groothandel doorgestuurd met daarin een link naar een Nederlandstalig(e) (vertaling van een) [verondersteld? zie punt 6!] "statement van Hanwha" (ongedateerd, zonder adres of ondertekening, wel met het bekende "Hanwha logo"). Getiteld "Hanwha Corporation's activiteiten en bedrijfsdivisies toegelicht". Dit naar aanleiding van de bevindingen rond de status van de zonnecel producent Hanwha Q-Cells, zoals geschetst in bovenstaand artikel van 3 december, met latere toevoegingen.

Het statement (of: "de verklaring") gaat ten eerste in op de veiligheids-situatie in Zuid Korea, gezien de gespannen situatie met de noorder buren. Waarbij wordt geclaimd dat de regering "betrouwbare bedrijven" verzocht zou hebben bij het "ontwikkelen van zelfvoorzienende nationale defensiemogelijkheden met systemen die specifiek zijn voor de omstandigheden op het Koreaanse schiereiland". Waarop Hanwha is ingegaan. In de 2e paragraaf wordt expliciet erkend dat dochter onderneming Hanwha Defense Systems clustermunitie "heeft geproduceerd met als ENIGE DOEL om de nationale defensie van Zuid-Korea te beschermen". Export wordt echter zowel in het verleden als in de toekomst ("zullen NOOIT") expliciet ontkend. Zie over dit gevoelige extra punt het export statement betreffende Pakistan, gesignaleerd in het "Banning Cluster Munitions" document hier boven genoemd (reactie 2). Er wordt ook nog ingegaan op het stopzetten van de productie van "oude soorten clustermunitie", maar continuering van productie van clustermunitie die voorzien is van "veiligheidsactiveringsapparatuur die niet zal resulteren in een faalpercentage van meer dan één procent". Hanwha Corporation zou een "zelfvernietiging ontsteker" hebben ontwikkeld om "minder dan 1% blindgangers te bereiken en mogelijk onschuldige burgerslachtoffers te voorkomen". In ieder geval blijkt hier klip en klaar uit dat er nog steeds clustermunitie, van een "minder erge" (??) soort ontwikkeld is, en wordt geproduceerd. Waar de clusterbommen belanden die wel expliciet zijn bedoeld om slachtoffers te maken vermeldt het verhaal niet.

De derde paragraaf gaat in op "verbeterde relaties" tussen Noord- en Zuid-Korea, en zal bij eventuele wijzigingen in het (defensie) beleid bij laatstgenoemde, Hanwha "volledig meewerken" aan nieuwe mandaten of beleidswijzigingen op defensie gebied. De vierde paragraaf gaat in op de structuur van de Hanwha holding. Daarin wordt het aandeel van de clustermunitie producerende defensiesectoren gekleineerd met de passage "omvat slechts een zeer klein deel van de omzet van het bedrijf". Opvallend is het statement "De meerderheid [van de diverse Hanwha divisies / bedrijven] heeft echter geen directe relatie met de defensie industrie". Dit lijkt een ontkenning van het bericht van Follow the Money, dat (clustermunitie producerend) Hanwha Corp 36,5% van de aandelen van (zonnepanelen producerend) Hanwha Q-Cells zou hebben. Of het verbloemt met het woord "meerderheid" dat die relatie wel degelijk aanwezig is? Dan volgt een opsomming van diverse bedrijfstakken, waaronder Hanwha Chemical (eigenaar van Hanwha Q-Cells). Waarvan letterlijk wordt geclaimd "wereldleider in de productie van ethyleenvinylacetaat (EVA)". Waarna Hanwha Advance Materials wordt genoemd met "70% van 's wereld glasvezelmat en lichtgewicht versterkte thermoplasten" als productie volume in die sector. Die 70% (van HAM) lijkt hier onterecht te zijn toegepast op het aandeel in de mondiale EVA productie van Hanwha Chemicals, in een statement van Q-Cells module leverende Nedeerlandse partij Zaanzon (zie verder hierboven onder reacties (2), 5 dec. 2018). In het grammatisch niet kloppende, "los hangende" slotzinnetje achter de opsomming wordt dan ook nog geclaimd "van deze bedrijven wordt onafhankelijk beheerd". Waarmee kennelijk de suggestie wordt gewekt dat de bedrijfsonderdelen van Hanwha "onafhankelijk van elkaar opereren" ?? Wederom: indien op die manier bedoeld, dit in tegenspraak met de bevindingen van Follow the Money, die allerlei financiële relaties (aandelen in elkaar) claimt tussen de dochter bedrijven / clusters. Een van de twee partijen heeft het dan kennelijk niet correct weergegeven. De vraag is: welke van de 2? En: hoe zitten die relaties precies in elkaar ? Dit document geeft daar beslist geen helder "antwoord" op. De vragen blijven dus open staan.

De vijfde (slot) paragraaf gaat in op de reeds door Polder PV geschetste technologische voorsprong (en groene / duurzame ambities) van Q-Cells, wordt een nieuwe productie faciliteit voor zonnepanelen in de USA aangekondigd (2019), wordt er verwezen naar de inspanningen op het gebied van research en duurzaamheid, en gewezen op het sponsorschap van het Global Green Growth Initiative (GGGI).

Al met al een uitgebreide "reactie" van Hanwha, maar met een overeind blijvende conclusie: Een of meerdere dochter ondernemingen van de Hanwha groep produceren daadwerkelijk (tot op de dag van vandaag) cluster munitie. Daarvan wordt geclaimd dat dat nodig zou zijn voor "defensie" doeleinden, terwijl het kristalhelder een extreem aggressief "offensief" wapen is, wat ondanks technologische verbeteringen beslist burger slachtoffers zal blijven maken. Dat zonnecellen- en panelen producerend Hanwha Q-Cells onderdeel is van dezelfde holding. En dat de "relatie" met het clustermunitie producerende bedrijfsonderdeel vooralsnog niet helder(der) is geworden. Het "ethische probleem" van deze pijnlijke relatie blijft dus overeind, en kan niet worden weg gewuifd.

-------

Tot slot nog de mail van de groothandel zelf, die in de mail een link verstrekte naar het hierboven besproken document. Daar wordt nogal kleinerend over "reactie op de geruchtenstroom" gesproken bij verwijzing naar de verklaring (citaat groothandel) van Hanwha. De feiten die FtM / RTV Noord boven tafel hebben gehaald zijn beslist te pijnlijk om af te doen als "geruchtenstroom". Het bedrijf verwijst ook naar de - Engelstalige - documentatie van de Autoriteit Financiële Markten over de richtlijnen, die uitsluitend voor financiële instellingen zijn bedoeld (voor Nederlandse versie, zie deze link en klik rechtsboven op het Nederlandse vlaggetje). Vreemd is, dat de groothandel claimt dat "volgens de berichten Hanwha Q CELLS wapens en munitie zou produceren". Dat is helemaal niet uitgesproken in het artikel van FtM, die zo goed als mogelijk de complexe opbouw van de holding heeft laten zien, en een duidelijke scheiding tussen de clustermunitie producerende tak (Hanwha Corp) en het zonnecellen / modules producerende onderdeel (Hanwha Q CELLS Co. Ltd.) heeft aangegeven.

Ook de suggestie dat vanwege de wet en via de AFM financiële instellingen geen zaken zouden mogen doen met de zonnepanelen tak van de Hanwha holding lijkt een verkeerde interpretatie van het belangrijkste artikel, dat van FtM (wat nergens met naam genoemd wordt). In de FAQ sectie van AFM staat dat er wel door financiële ondernemingen belegd mag worden in dochter ondernemingen van moedermaatschappijen waarvan (andere) onderdelen in de cluster munitie productie of handel zitten. Die "schone" dochter maatschappijen vallen buiten het wettelijke verbod. Maar het laat financiéle ondernemingen vrij om de "schone" dochters (in dit geval Q-Cells) en/of het moederbedrijf zelf, wel op een uitsluitingslijst te zetten, als ze dat om wat voor reden dan ook zouden willen. Expliciet verboden zijn echter investeringen cq. beleggingen in en leningen aan de "bij de clustermunitie betrokken moedermaatschappij", in dit geval de overkoepelende Hanwha holding.

Curieus is ook in de e-mail van de groothandel de verwijzing dat Hanwha Chemicals, wat Q-Cells destijds heeft ingelijfd, "onder andere machines [maakt] waarmee zonnepanelen gefabriceerd worden. Deze leverden ze aan het toenmalige Q CELLS, maar ook aan andere fabrikanten van zonnepanelen". Onduidelijk is wat de groothandel met deze claim bedoelt te zeggen. Die "andere" fabrikanten hebben niet het in deze casus specifieke "probleem" van het hebben van nauwe (financiële) banden met een producent van cluster munitie (binnen dezelfde holding structuur). En dat is nou net het probleem waar het bij Q-Cells om gaat. Als er andere zonnecel- en/of module fabrikanten zouden zijn die daadwerkelijk hardware van Hanwha Chemicals zouden hebben afgenomen, waarom worden die dan niet benoemd? En om wat voor volumes is het dan gegaan? Hier lijkt in ieder geval iets anders gesuggereerd te worden dan de levering van EVA folie voor zonnepanelen van andere fabrikanten ?

De stellingname over cluster munitie, die hier nogal de waarheid verbloemend "de genoemde producten" worden genoemd (de kennelijk "gevoelig" bevonden combinatie cluster munitie wordt niet in de mond genomen, alleen "munitie" wordt genoemd) zouden volgens de mail van de groothandel "enkel als doel [hebben] hun burgers te beschermen en mogen en zullen nooit worden geëxporteerd". Dat is een nogal pijnlijke misser, aangezien het om grootschalig burger slachtoffers makende clusterbommen gaat, hoe je het ook wend of keert. Bovendien, het is hierboven twee maal gememoreerd, is er reeds in het verleden wel degelijk export naar Pakistan geconstateerd. Iets wat ook door Hanwha kennelijk wordt ontkend.

De groothandel besluit met de - nergens weersproken - kwaliteits aspecten van Q-Cells, het nakomen van garantieverplichtingen door grote concerns, en "daardoor" keuze van het bedrijf voor producten van Europese, Japanse en Zuid Koreaanse origine. Het bedrijf blijft achter haar keuze staan om Q-Cells te selecteren en producten van hen in te kopen, en ziet geen reden om te twijfelen aan hun bedrijfsvoering. Ergo: eventueel bestaande leverings-contracten worden kennelijk aangehouden.

(Polder PV beschikt over het statement van Hanwha, zoals gelinkt door genoemde groothandel)

(6) 6 dec. 2018. Er wordt gesuggereerd dat de in de hierboven besproken e-mail gelinkte "verklaring" van Hanwha een fake zou kunnen betreffen, het gaat om een link naar het mailchimp portal. Als dat waar zou zijn, zou het verstrekkende (juridische) gevolgen kunnen hebben voor betrokken partij(en), waar ik vooralsnog niet van uitga. Ook omdat het om een nogal forse, gedetailleerde "verklaring" gaat omtrent de positie van de holding en haar bedrijfs-onderdelen. Bovendien, de besproken groothandel plaatste zelf genoemde link naar de "verklaring" van Hanwha (die, dat is wel vreemd, nog steeds nergens op "een" Hanwha of Q-Cells site is te vinden), en claimde dat die van Hanwha zelf afkomstig was. Genoemde groothandel blijft producten afnemen van Hanwha Q-Cells, dus dat zou nogal bizar zijn. We wachten af wat er van deze laatste bewering waar zal blijken te zijn, of dat het een hersenspinsel betrof.

(7) 7 dec. 2018. Het bedrijf Zonnepanelen-voordelig.nl uit Enschede, wat zelf Hanwha Q-Cells zonnepanelen verkoopt, plaatste op haar Facebook pagina een licht aangepaste eigen versie van de hierboven behandelde (zogenaamde ?) "verklaring van Hanwha" die op een mailchimp server is geplaatst, en waarvan de echtheid door sommigen wordt betwijfeld. Het bericht sluit onder verwijzing naar de (Duitse) kwalitetis-aspecten ook genoemd in voornoemde "verklaring" met de stellingname "Geen reden om geen vertrouwen te hebben in Hanwha Q CELLS".

(8) 10 dec. 2018. De onder punt (2) gemelde firma Zaanzon stopt n.a.v. de berichtgeving met de verkoop van Hanwha Q-Cells modules, zo meldt wederom website DeOrkaan.nl op 10 december 2018. Ook al zijn de panelen nog zichtbaar in de webshop, ze zullen er automatisch uit verdwijnen. In de plaats ervan worden dan modules van AUO BenQ aangeboden. BenQ is gevestigd op Taiwan, en - ook weer - onderdeel van een conglomeraat wat diverse product categorieën produceert, grotendeels consumer electronics en diverse zakelijke markt segmenten met elektronica (website). Opvallend is dat in dat bericht Engelstalige citaten zijn opgenomen die aan de basis van het hierboven becommentarieerde Nederlandse document lijken te staan (waarvan de echtheid door sommigen wordt betwijfeld). En wordt wederom geclaimd dat clusterbommen niet ge-exporteerd zouden worden uit Zuid Korea (wat wel degelijk in het verleden lijkt te zijn geschied).

De Orkaan heeft zelfs naar eigen zeggen, en volgens een reactie op mijn vraag, en herbevestigd, een reactie gekregen van Hanwha, gezien de zin "Hanwha zelf meldt De Orkaan dat ze slechts aandeelhouder van Hanwha Chemical zijn, het moederbedrijf van Hanwha Q.Cells. Elk onderdeel van de Hanwha Group heeft een onafhankelijk management aldus Yongsuk Kim van Hanwha." De reactie zou volgens De Orkaan naar "meerdere media" zijn verstuurd. Dit lijkt impliciet toch een bevestiging van de claim van FtM te zijn, onafhankelijk management of niet (onderlinge financiële relaties tussen de moederholding, dochter firma's, en tussen dochters onderling). De Engelstalige citaten gebezigd door de Orkaan, en kennelijk verkregen van Hanwha (dot com) zelf, zijn vooralsnog nergens op het internet te vinden. En ook op de diverse Hanwha en Q-Cells sites heb ik nog steeds géén "verklaring" omtrent de positie van Hanwha Q-Cells binnen de holding, noch uitlatingen omtrent de productie van cluster munitie kunnen vinden.

(9) 12 dec. 2018. Bekend leverancier van zonnepanelen te Elst (Gld), Atama Solar Energy, lid van Holland Solar, en die kennelijk een eerste batch van 108 (van gepland 700) Hanwha Q-Cells zonnepanelen op de raadszaal van het gemeentehuis van Arnhem heeft geplaatst in de zomer van 2018, "is naar eigen zeggen overdonderd door het nieuws en heeft de relatie met het Zuid Koreaanse bedrijf per direct beëindigd", aldus De Gelderlander. Na IZEN, Groenleven, Solease, en Zaanzon, inmiddels dus de vijfde PV leverancier cq. grote installerende partij die afscheid heeft genomen van de Koreaanse module fabrikant, en/of die contracten met het bedrijf aan het overwegen is. Naast minimaal 1 groothandel en een PV leverancier die doorgaan met de levering van de hoge kwaliteit hebbende modules van Q-Cells in de Nederlandse markt (en wellicht, daarbuiten).

Een vergelijkbaar artikel in De Stentor, ook van 12 dec. 2018, rept van de door Zaanzon waarschijnlijk al vermelde "persverklaring", wat, ik blijf het herhalen, nog steeds nergens op een website van Hanwha of Q-Cells is te vinden. En zelfs ook niet door de gremia die genoemde verklaring kennelijk in handen hebben gekregen, is gepubliceerd noch in detail besproken. Zoals ze normaliter met honderden afgegeven persverklaringen per jaar wél doen. De Stentor claimt op basis van die kennelijk door Hanwha (holding of dochter bedrijf ?) afgegeven verklaring: "In een persverklaring laat het Zuid-Koreaanse bedrijf weten dat Hanwha Q Cells geen contacten heeft met het bedrijf Hanwha Defense Systems". Wederom is dit in scherp contrast met de gepubliceerde bevindingen van Follow the Money, en blijft hierbij de vraag open staan: een van die partijen vertelt kennelijk (nog steeds) niet de "waarheid" in deze kwestie.

(10) 4-5 dec. 2018. Pas later ontdekt op het breed opgezette forum op Gathering of Tweakers, kort draadje gestart op 4 dec. 2018, over de cluster munitie materie in samenhang met de positie van Hanwha Q-Cells. Met verwijzing naar andere spullen in menig huis die van Aziatische bedrijven conglomeraten afkomstig zijn die ook vaak in allerlei "defensie apparatuur" of vergelijkbare bedenkelijk zaken blijken te zitten. De grote, onbeantwoorde vraag daar luidt: "Clusterbommen veroordelen OK, maar ... waar leg je de grens?"

Status update: Tm. 15 december 2018 (dik twee weken na de berichtgeving door FtM en RTV Noord), nog steeds in het geheel niets van een pers-communique op enige Hanwha of Q-Cells website gevonden over de beschuldigingen die zijn geuit. Kennelijk heeft het bedrijf via een "informele mailing" aan een onbekend aantal (alleen Nederlandse ???) bedrijven / PV groothandels gepoogd het opflakkerende vuurtje te sussen zonder dat het internet op tilt zou slaan. Daar zijn ze tot nog toe dan goed in geslaagd. De geclaimde ontvangen Engelstalige "verklaring" van Hanwha (waar uit geciteerd is door De Orkaan, Gelderlander, De Stentor) heb ik tot nog toe ook nog nergens op enige website gepubliceerd gezien, wat nogal curieus is gezien de nogal gevoelige materie. Mogelijk zat er een forse disclaimer bij dat bericht van vergelijkbare aard als op de internationale website van Hanwha, waarbij "vermenigvuldiging" van wat voor aard dan ook van documentatie van Hanwha niet mogelijk is zonder voorafgaande - schriftelijke - toestemming van de holding. Hoe de door Polder PV besproken "Nederlandstalige verklaring" door die mazen is geslipt - en op een mailchimp server is beland - is nog steeds niet bekend. Al met al een hoogst vreemde wijze van communiceren is hier gebezigd, in de hele affaire, en door meerdere partijen.

(11) 30 dec. 2018. "Ommen weigert zonnepanelen van munitiefabrikant". Op gemeentelijk gebouw DOEK in Ommen (Ov.) zullen "geen zonnepanelen worden gelegd van de omstreden leverancier", aldus wethouder Bongers. Een klaarstaande motie van D'66 daar over hoefde derhalve ook niet te worden ingediend. De Stentor, 23 dec. 2018; zie ook De Ommenaar (22 dec. 2018).

(12) 31 mrt. 2019. Ondanks de tijdelijke "commotie" rond de status van Hanwha Q-Cells in dit dossier, lijkt er in de zonnestroom branche weinig impact te zijn geweest van de bevindingen van FtM. Solar Magazine, het vakblad wat normaliter bovenop alle "scoops" zit, heeft er al die tijd geen letter aan besteed, ook niet in het papieren magazine. De modules van Q-Cells worden nog steeds massaal ge- en verkocht, ook in de projectenmarkt. En de onderneming stond met een stand op de grote zonnestroom beurs georganiseerd door Solar Solutions op 19-21 maart 2019 (foto hier onder). Ze waren daarvoor zelfs een van de 5 grootste, "Gold Sponsors".


^^^
Stand Hanwha Q-Cells op Solar Solutions beurs maart 2019 (Vijfhuizen)

Erratum

Status Hotze Hofstra (niet leverancier, maar adviseur) in Zonnescholen project gecorrigeerd (5 dec. 2018).



1 december 2018. Bijna record jaar 2018 op komst - zonnestroom opbrengst 1e 11 maanden zeer hoog. Zoals bij het vorige maand overzicht van de zonnestroom producties in oktober en, vooral, de eerste 10 maanden, is met de toevoeging van november de trend verder versterkt. Afgelopen maand was bij Polder PV de op een na beste wat zonnestroom productie betreft in een lange reeks november maanden sedert 2001. Deze bovenop de al opvallende reeks van de eerste 10 maanden gestapeld, maakt dat 2018 het op een na beste jaar "ooit" gaat worden in de lange historische reeks. 2003 blijft ongeslagen, maar dat was dan ook een "nog meer uitzonderlijk" jaar dan 2018 ("2003 Record zonnig, warm en droog", volgens KNMI).

Tot en met september 2001 hadden we nog maar 4 panelen in het systeem, vandaar de lage curves in die beginperiode. Oktober 2010 was het systeem grotendeels van het net gekoppeld vanwege een omvangrijke dakrenovatie.

Het kern-systeem van 10 panelen (1,02 kWp) produceerde in november 2018 alweer opvallend fors bovengemiddeld t.o.v. het langjarige gemiddelde voor die maand: 33,1 kWh t.o.v. 26,7 kWh, bijna 24% meer! Het was echter desondanks niet de aller beste november maand bij Polder PV. Die eer komt nog steeds toe aan november van 2011, toen ruim 35,9 kWh door dit deelsysteem werd gehaald. Dat was dan ook volgens het KNMI toen "de droogste november in ruim honderd jaar", met de "derde plaats in de rij van zonnigste novembermaanden sinds tenminste 1908".

In ieder geval eindigde november 2018, volgens het KNMI in De Bilt "in de top tien van zonnigste novembermaanden in De Bilt sinds 1901", met landelijk 100 versus gemiddeld 63 zonuren (59% verschil t.o.v. de officiële referentie periode, 1981-2010). Er waren redelijk grote verschillen, tussen zeer zonnig Maastricht (115 zonuren) en een ditmaal somberder kust gebied (80 zonuren bij Wijk aan Zee, normaliter is de kust het zonrijkste deel van Nederland). Daarbij moet er gehamerd blijven worden op het feit, dat het ene het andere "zonuur" niet is (er is geen 100 procent correlatie tussen "zonuur" en "fysieke instraling"). Met gemiddeld 6,8 graden Celsius in heel NL, is november 2018 de achtste maand op rij die warmer is dan normaal, volgens de weer analysten van het KNMI.

Boonstra's landelijke (KNMI) data overzicht

Anton Boonstra postte als gebruikelijk twee fraaie kaartjes met de verdeling van de fysieke instraling in het horizontale vlak in Nederland, voor alleen november 2018, en voor de periode jan.-nov. 2018, zoals ge-extraheerd uit de KNMI database met dagelijkse waarden. De instraling was gemiddeld 29 kWh/m² in november, met uitschieters naar 26,7 kWh/m² (Noord-Oost Nederland, ondanks laagste waarde toch 25% meer dan in nov. 2017, het grootste positieve verschil bij de regio's), resp. een hoge 33,1 kWh/m² in zuidelijk Limburg (24% boven instraling in nov. 2017). Onze contreien (noordelijk Zuid-Holland) hadden met 28,2 kWh/m² bijna 12% meer instraling in afgelopen november, dan in dezelfde maand een jaar eerder. Voor daadwerkelijke instraling in het vlak van de meestal hellend opgestelde zonnepanelen moet er omgerekend worden. Siderea.nl heeft daar een model voor gemaakt (voorbeeld referentie nieuwe instralings-kaart: de Bilt, vrije horizon en 5 graden horizon obstructie).

Wat de zonnestroom opbrengsten betreft van de door Boonstra bijgehouden Tweakers database (grafiek met gemiddelde data van 815 residentiële PV installaties bevattend), lagen de "gemiddelde prestaties" in november als volgt: (a) gemiddeld 31,0 kWh/kWp voor heel Nederland. (b) gemiddeld minste opbrengst in Noord-Oost Nederland, 28,3 kWh/kWp (bijna 9% slechter dan nationale gemiddelde). (c) gemiddeld hoogste opbrengst in zuidelijk Limburg, 40,3 kWh/kWp (maar liefst dertig procent beter dan nationale gemiddelde). (d) mijn eigen regio noordelijk Zuid-Holland haalde 30,0 kWh/kWp (ruim 3% minder dan nationale gemiddelde). Zoals al uit het KNMI bericht was af te leiden: ook een opvallend lage gemiddelde productie in de normaliter instralings-rijke provincie Noord-Holland in november (29,7, kWh/kWp; 4,2% onder nationaal gemiddeld).

Voor de periode jan. tm. nov. 2018 volgens de tweede grafiek van Boonstra, was de cumulatieve instraling in het horizontale vlak in de eerste 11 maanden 1.149 kWh/m² gemiddeld in heel Nederland. Wederom scoorde Boonstra's thuisbasis, Noord-Oost Nederland hier het slechtst, met 1.114 kWh/m². Ruim 3% onder het landelijke gemiddelde. Maar desondanks nog steeds bijna 11% beter dan in dezelfde periode in 2017. De best performer was ditmaal weer Limburg, met 1.169 kWh/m² ruim 1,7% beter dan landelijk gemiddeld, en daarmee nog steeds de gemiddeld zonrijkere kustregio achter zich latend. Daar was de gemiddelde instraling in de eerste 11 maanden 10,7% hoger dan in dezelfde (ook al zonnige) periode in 2017. Opvallend waren de hoeveelheden instraling in wat normaliter als de "minst lichtrijke" regio van Nederland worden gezien. De Veluwe en oost Nederland (Gelderland / Overijssel / Drenthe) ontvingen bijna 14,5 tot 15,3% meer zonlicht (horizontale vlak) in die eerste 11 maanden, dan in voorgaand jaar.

Onze eigen regio, noordelijk Zuid-Holland, normaliter zonrijk, had een beperktere meer-opbrengst aan horizontale instraling: Met 1.157 kWh/m² (0,7% boven landelijk gemiddeld), ontvingen we "slechts" 7,5% meer zonlicht, dan in dezelfde 11 maanden in het voorgaande kalenderjaar.



In deze grafiek zijn alleen de productie resultaten van Polder PV's kern-systeem in de laatste vier jaar getoond, en het langjarige maandgemiddelde (zwarte curve). Waarbij 2018 door haar zeer grillige productie verloop opvalt: pieken in februari, mei, vooral, juli (echter net geen record), in oktober, en in iets minder extreme mate in november. En dalen in maart-april, in mindere mate juni (gemiddeld niveau), en augustus. November was alweer behoorlijk bovengemiddeld, ook al wordt er die maand in absolute zin natuurlijk veel minder geproduceerd dan in de meeste andere maanden, exclusief december en januari. Het kernsysteem produceerde bovengemiddeld, afgerond, 33 kWh. Zoals reeds gezegd, 24% meer dan langjarig gemiddeld (afgerond 27 kWh). In vier jaar tijd kunnen de verschillen in de producties per maand flink oplopen. Geen jaar is hetzelfde, en pieken en dalen zullen blijven terugkomen. Maar in ons geval zal de gemiddelde curve slechts marginaal wijzigen. Omdat het de data van inmiddels al bijna 18 jaar bevat. In maanden met sowieso weinig instraling zijn de verschillen minder opvallend dan in instraling-rijkere maanden. In november is het verschil tussen het hier getoonde "slechtste" jaar (2015, 24 kWh) en "het beste" jaar (in deze 4-jarige reeks, 2018, 33 kWh), 9 kWh, 33% t.o.v. het langjarige gemiddelde.

Productie deelsystemen

In november werden door onze deel installaties de volgende hoeveelheden zonnestroom geproduceerd (kWh). Tussen haakjes de specifieke opbrengst, terug gerekend naar kWh/kWp ("genormeerde opbrengst"). Achteraan het verschil met de voorafgaande maand oktober, in procent. Omdat we alweer met korte dagen hebben te maken, en de gemiddelde zonnestand ook zeer ongunstig is geworden t.o.v. de vaste hellingshoek (bij ons 30 graden), zijn we, ondanks de "relatief zonnige" november maand, weer duidelijk in de lagere productie periode beland. Zie daarvoor ook de bekende seizoens-grafiek. November neemt bij onze installatie gemiddeld ongeveer 2,9% van de totale jaarproductie voor haar rekening. Dat is al minder dan de helft van de 6,3% van oktober. Vandaar dat het niet vreemd is dat de maandproducties meer dan gehalveerd zijn t.o.v. de voorgaande, zeer zonnige, oktober maand:

  • 4x 93 Wp iets W. van Z. 12,715 kWh (34,2 kWh/kWp) -52% t.o.v. oktober
  • 6x 108 Wp iets W. van Z. (2 voorste, 4 achterste rij) 20,377 kWh (31,4 kWh/kWp) -54%
  • 2x 108 Wp pal Z. 7,695 kWh (35,6 kWh/kWp) -51%
  • 2x "50" Wp" (geflasht: 98,3 Wp) Kyocera iets W. van Z. 3,756 kWh (38,2 kWh/kWp) -51%
  • alle 14 zonnepanelen totaal (1,34 kWp) 44,543 kWh (33,2 kWh/kWp) -53%
De gemiddelde opbrengst in onze regio was volgens Boonstra's grafiek (zie boven) slechts 30 kWh/kWp in november. Al onze deel installaties hadden een behoorlijk hogere opbrengst dan dat regionale gemiddelde. En dat voor een grotendeels 18 jaar oude PV installatie met inefficiënte micro-inverters. De in april 2010 laatst bijgeplaatste Kyocera panelen (2 kleine 50 Wp modules in serie geschakeld op 1 OK4E-100 micro inverter), blijven het, ook alweer na 8 en een half jaar dagelijks noeste arbeid, spectaculair goed doen, met een specifieke productie die 27% hoger uitkomt boven Boonstra's berekende gemiddelde voor onze regio.

Cumulatieve productie eerste 11 maanden 2018

Tezamen met de tot en met september al bovenmatige zonnestroom productie t.o.v. het langjarige gemiddelde (voorgaand maand rapport), leidt de bovengemiddelde stroom opbrengst in oktober (rapportage), plus die van november, er toe dat de cumulatieve productie van januari tm. november ver boven het langjarige gemiddelde is uitgekomen voor die periode. Dat was voor 2002 tm. 2018 voor deze meetperiode 912 kWh (oranje kolom achteraan, en groene streepjeslijn). 2018 zat er met 948 kWh ruim 3,9% boven (in de periode jan.-aug. was dat nog 2,4%). En heeft daarmee haar tweede plek in de pikorde verder uitgebouwd, na (op alle fronten) record houder 2003 (1.054 kWh, bijna 16% boven langjarige gemiddelde !), en inmiddels behoorlijk ver vóór 2009 (932 kWh). De lage opbrengst voor 2010 is het gevolg van het feit dat sep-okt het hele PV systeem grotendeels was afgeschakeld vanwege een forse dak renovatie. En kan dus niet als "representatief" voor de overige jaren worden gezien. Dat jaar wordt dan ook niet meegenomen in het bepalen van de langjarige gemiddeldes waar binnen 1 van de maanden september of oktober vallen.

NB: Volgens Copernicus Instituut / Univ. Utrecht zou er de laatste jaren gerekend "moeten" worden met een gemiddelde specifieke jaar opbrengst van 875 kWh/kWp. We hebben nog 1 (winterse) maand te gaan, en we zitten daar, met 948/1,02 = 929 kWh/kWp, alweer 6,2% boven, met een oude installatie. Voor het langjarige gemiddelde is het, met 894 kWh/kWp, nog steeds 2,2% meer.

Vergelijken we de productie in de eerste elf maanden dit jaar met die van de door Boonstra bijgehouden grote Tweakers database, komen we op de volgende cijfers.

(a) gemiddeld bijna 977 kWh/kWp voor heel Nederland (NB: na 11 maanden dus al bijna 12% boven het door mij altijd al te conservatief bevonden "nieuwe kengetal" voor het hele jaar, van Univ. Utrecht, hierboven genoemd). (b) gemiddeld minste opbrengst in Noord-Oost Nederland, 940 kWh/kWp (3,7% slechter dan nationale gemiddelde). (c) gemiddeld hoogste opbrengst in Limburg (!), 1.016 kWh/kWp (4,0 procent beter dan het gemiddelde in heel Nederland). (d) mijn eigen regio noordelijk Zuid-Holland haalde 975 kWh/kWp (ietsje onder het nationale gemiddelde).

Tot slot, (e). Onze installatie heeft een duidelijk lagere opbrengst in de eerste 11 maanden dan gemiddeld in onze regio (929 i.p.v. 975 kWh/kWp, ruim 5% minder). Dat heeft ongetwijfeld te maken met de forse hittestress die onze micro-inverters ondervinden in de vele zonnige maanden dit jaar, lange DC bekabeling, en natuurlijk de hoge leeftijd van onze installatie. We zien dat ook terug in een vergelijking met de net ingevoerde data naar het gelukkig herstarte Sonnenertrag portal, waarbij als referenties ook de gemiddelde waarden voor Zuid Holland, en die voor heel Nederland (momenteel 539 installaties in het SE portal) zijn weergegeven:

^^^
Oranje is de specifieke kalenderjaar opbrengst (2018 tm. nov.) van het 1,02 kWp basis systeem van Polder PV (flachlander in Sonnenertrag overzicht), in kWh/kWp, steenrood de gemiddelde populatie van Zuid-Holland in Sonnenertrag, en blauw ditto voor heel Nederland. Laatstgenoemde waarden liggen in 2018 nog veel hoger dan de toch al hoge genormeerde data voor Polder PV. Maar die deelpopulaties zijn gemiddeld véél jonger dan het 18 jaar oude systeem van Polder PV, en bevatten daardoor ook omvormers die véél efficiënter zijn dan de oude micro-inverter hardware bij Polder PV. Die vooral in de voor de jaarproducties belangrijke zomerperiode aan flinke hittestress lijdt (en derhalve nooit een optimale output zal kunnen genereren). Overigens is het ook zo, dat van lang niet alle systemen in de SE database al data bekend dan wel ingevoerd zijn, voor 2018. Dus mogelijk trekt het verschilbeeld met de wel actuele / bijgewerkte curve voor Polder PV op termijn nog wel wat bij voor 2018. De laatste jaren lag de prestatie van onze installatie slechts marginaal onder die van de provincie en van de populatie in het hele land. Eerdere jaren in de SE database zijn "slecht representatief" omdat er toen slechts data van maar een paar installaties waren. Slechte performers zullen in die jaren een forse negatieve impact op de groeps-totalen hebben gehad. De dip in de curve van Polder PV in 2010 is het gevolg van de lange periode in sep.-okt, toen het complete PV systeem bij ons was afgeschakeld vanwege een dak renovatie. De piek in 2003 is volstrekt realistisch: het was een extreem zonnig jaar.

Ondanks alles, en het "appels en peren" gehalte van een dergelijke vergelijking, tussen een zeer oude installatie, en gemiddeld veel jongere referentie populaties (met in ieder geval véél efficiëntere, moderne omvormers, met zeer weinig systeem-verliezen), blijft onze oude installatie prima presteren.

De verwachting is, dat december niet wezenlijk verschil in bovenstaande trend zal gaan maken. De gemiddelde productie in die maand ligt op slechts 1,7% van de totale jaar productie. Sterke afwijkingen daarin, zullen slechts een zeer beperkt effect op het jaartotaal hebben. Zelfs al werd december 2009 door het KNMI als "zonnig" gekwalificeerd, het is vrij onwaarschijnlijk dat een extreem sombere december 2018 roet in het eten zal gaan gooien. Ergo: hoogstwaarschijnlijk zal 2018 voor Polder PV de boeken ingaan als 2e beste jaar, na record jaar 2003, en vermoedelijk nog op ruime afstand van nummer 3, 2009, sinds het kernsysteem in oktober 2000 "on-line" is gegaan.

Nagekomen (2 dec. 2018)

Nagekomen grafiek van Boonstra: de instraling (dus niet het aantal zonuren) die door KNMI is gerapporteerd voor station Voorschoten (ZH) is in de eerste 11 maanden, ondanks bovenstaande, iets hoger dan de instraling in record jaar 2003 te Valkenburg (ook ZH, beide locaties dicht bij Polder PV liggend). Deze 2 locaties liggen enkele kilometers van elkaar verwijderd. Voorschoten ligt in ieder geval een stuk meer landinwaarts dan Valkenburg. Het kan beslist zo zijn dat de lokale instralings-condities tussen 2 naburige stations verschillen. Bovendien is er nogal wat veranderd in "het landschap" rond Polder PV, in de 15 jaar tijd tussen de 2 meetreeksen van de verschillende meetstations. KNMI waarschuwt in een achtergrond artikel op hun website expliciet om voorzichtig te zijn bij het gebruik van "inhomogene tijdreeksen". Met als argument dat er diverse typen veranderingen kunnen optreden binnen die "reeksen":

  • veranderingen in het meetinstrument;
  • verplaatsingen van het instrument naar een andere locatie;
  • veranderingen in de omgeving van het station, bijvoorbeeld de groei van bomen en de uitbreiding van omringende steden.

 

Opmerkelijke prestaties "elders"

  • Zonnepark Vierverlaten aan de westrand van Groningen, waar enorm veel vrijwilligerswerk in is gestoken, heeft volgens Boonstra in november 71,1 MWh geproduceerd (33,9 kWh/kWp), en in januari tm. november 2.254 MWh (1.074 kWh/kWp). In beide gevallen dus ruim boven het regionale gemiddelde, wat niet vreemd is voor een "goed ge-engineered" zonnepark.
  • Nog veel extremer is de productie op het zonnige wadden-eiland Ameland geweest, bij het zonnepark op vliegveld Ballum. 6.752 MWh werd er in de eerste 11 maanden geproduceerd, een ronduit spectaculaire specifieke opbrengst van 1.128 kWh/kWp, met nog 1 maand te gaan. Dat is al bijna 21% (!) boven de m.i. altijd al véél te conservatief gestelde 5,6 GWh/jaar die ontwikkelaar / bouwer Eneco voor dat zonnepark had gesuggereerd.
  • Patrick Simons postte op Twitter zijn resultaten over de jaren 2012-2018. Met zijn 5 kWp installatie produceerde hij in de eerste 11 maanden van 2018 (5.221 kWh, dus al 1.044 kWh/kWp), al bijna 16% meer dan de gemiddelde (volledige) kalenderjaar producties in de jaren 2013-2018.
  • HJ Smit deed dit ook, met zijn PV systeem van 1,53 kWp haalde hij al een productie van 1.640 kWh in de eerste 11 maanden van 2018 (1.072 kWh/kWp), die al bijna 3 en een half procent hoger lag t.o.v. het al hoge kalenderjaar gemiddelde over 2015-2017.

Heeft u ook interessante productie info van uw project? Stuur ze naar info at polderpv.nl, en ik zet ze hier boven er bij.


Bronnen:

Maandelijkse meetdata zonnestroom systeem Polder PV (sedert maart 2000)

KNMI instralinggegevens van november 2018, en van jan.-nov. 2018, vergeleken met 2017 (grafieken Anton Boonstra)

Zonnestroom opbrengsten van het #Tweakers team op #PVOutput, 815 PV installaties (grafieken Anton Boonstra)

Maandopbrengsten per postcodegebied (maandelijkse overzichten van specifieke opbrengsten, samengesteld door Anton Boonstra op Tweakers forum)

Jaarproductie zonnestroom in Nederland. 2018 overtreft recordjaar 2003 !!! (opvallend bericht van dé zonne instraling en zonnestroom opbrengst berekening site van Nederland, Siderea.nl, die tegelijkertijd ook claimt: "In grote delen van Nederland is er nu reeds sprake van nieuwe productierecords op jaarbasis. De oude records dateren uit 2003. Alleen langs de westelijke kuststrook worden (nog) geen records gebroken". Hierbij verwijzing naar de productie verwachtingen tm. nov. 2018. Zoals inmiddels bekend, bevindt het systeem van Polder PV zich in "die kuststrook", dus geen record verwachting voor ons, zoals ik reeds heb beschreven in het artikel hierboven. PPV gunt echter beslist "records" voor PV eigenaren elders in Nederland ...)

November 2018. Zeer droog, zeer zonnig en normale temperatuur (maandoverzicht KNMI)

Zeer zonnige en droge herfst (nieuwsbericht KNMI, 30 nov. 2018)



27 november 2018: Verbreding SDE"+" vanaf 2020 - Kamerbrief. In het aanhangsel van de eerste resultaten voor SDE"+" 2018 reeds aangekondigd, volgde op het nog net vóór het weekend gepubliceerde nieuwsbericht over de verbreding van de SDE"+" regeling op maandag een kamerbrief van Wiebes van Min. EZK. Hierin wordt, voorlopig nog in typische wollige, "algemene" termen, over een fenomeen gesproken waarover ongetwijfeld weer kilometers (elektronisch) papier, en vele uren Tweede Kamer talk en buiten-parlementair gediscussieer zal gaan volgen. Ik stip een paar punten aan uit die 5 pagina's lange "ambtelijke" brief aan. Die ook als typisch, klassiek salami-tactiek opzetje gezien kan worden om het volk alvast te masseren om de grote jongens verder stevig in het zadel te krijgen.

(1) Nieuw toverwoord: CO2 reductie. De SDE "+" zal straks niet meer alleen subsidie voor duurzame energie opwekking omvatten, maar, onder de vreselijk fantasieloze afkorting, "SDE++", voor alle mogelijke "middelen" die helpen te voorkomen dat het broeikasgas CO2 (en, wellicht andere broeikasgassen met vergelijkbaar of ergere impact, zoals methaan?) de lucht in gaat, en/of het wegvangen, of mogelijk zelfs uit de lucht halen ervan. Dat is natuurlijk een duidelijke vingerwijzing naar o.a. grootschalige opslag van CO2 (emissie) in ondergrondse cavernes, CCS, wat zelfs expliciet eenmaal in de brief wordt genoemd. Al staat daar dan wel weer de ambtelijke bezwerende formule "maximeren of begrenzen van de inzet" bij. U kunt er vergif op innemen, dat die optie, die uitsluitend in het belang is van de grote fossiele energie centrales, beslist opgenomen zal worden als "te subsidiëren" onder het nieuwe regime, "Stimuleringsregeling Duurzame Energietransitie", zoals het nu al genoemd wordt. In dezelfde zin met begrenzing wordt echter ook opgenomen als budget controle optie, om de te subsidiëren hoeveelheid productie van duurzame energie in te gaan perken (om financiële ruimte te geven aan de CO2 verminderende alternatieven). Een zeer duidelijke aanwijzing, dat de lucratieve potten met 6 miljard Euro per halfjaar ronde beslist niet meer te vergeven zullen zijn voor (uitsluitend) duurzame energie productie. Tenzij de toch al gigantische budgetten daarvoor nog eens verder worden opgehoogd. En dat ook bijvoorbeeld de enorm populaire optie zonnestroom in de laatste SDE"+" rondes beslist niet meer de riante financiële middelen zal kunnen gaan claimen zoals dat in de afgelopen drie jaar is geschied.

(2) Competitie. Net als in de bestaande SDE"+", die trouwens voor het voldoen aan de kabinetsdoelstellingen duurzame energie voor 2020 en 2023 in 2019 ongemoeid gelaten zal worden, moeten alle opties, duurzame energie opwek, CO2 afvang, en wat dies meer zei, per 2020 in onderlinge competitie met elkaar. Dat betekent op voorhand dat er minder geld over zal blijven voor energie opwekking van duurzame opties. Zonnestroom incluis. Dit gaat sowieso ook een onwaarschijnlijke kermis aan van te voren vast te stellen basisbedragen, basisenergieprijzen, en correctiebedragen opleveren voor alle te accepteren opties. Die de totale chaos aan tariefcomponenten nog verder zal gaan vergroten. Om u een idee te geven wat dat nu al voor complete puinhoop aan correctiebedragen oplevert (nota bene: per jaar van te voren af te schatten, en na een jaar ook nog eens achteraf bij te stellen !), gelieve de laatst verschenen PBL publicatie "voorlopige correctie bedragen" voor het jaar 2019 te raadplegen. Gaat u eerst even zitten, het documentje is slechts 46 pagina's lang, en staat stijf van de cijfers. Die een business-case kunnen maken en breken. De in de Staatscourant gepubliceerde overzichten met correctie bedragen: van hetzelfde laken een pak, het zijn elk jaar weer erger wordende, gigantische cijfer overzichten (voorlopige bedragen over 2018: pdf van 18 pagina's, waarvan 16 een grote, compacte cijferbrij ...). Waar ook nog wel eens het een en ander mee mis blijkt te gaan, gezien de rectificatie (!) voor de definitieve bedragen voor het jaar 2017, een dag na de eerder verschenen waslijst (Staatscourant 18162-n1 van 28 maart 2018). Met alle administratieve gevolgen voor de RVO ambtenarij van dien...

Dit gaat straks dus nóg veel erger worden. Niet alleen, omdat voor alle oudere SDE jaargangen aparte correctiebedragen gelden (en deze voor de meeste opties 15 jaar lang van een jaarlijkse update voorzien moeten worden). Maar ook omdat er een totaal onvergelijkbaar spectrum aan "nieuwe CO2 voorkomende" opties bij gaan komen, met allemaal zeer ingewikkelde (pogingen tot) vaststelling van de bijbehorende basisbedragen, basis energieprijzen, en correctie factoren. U kunt er vergif op innemen, dat hier heel wat ambtelijke tijd in gaat zitten, én extra kosten voor adviesbureaus, en controle instanties, om te "borgen" dat er niet talloze gruwelijke fouten met aannames en vaststellingen in de cijferbrij gaan voorkomen. Er wordt in de kamerbrief al over uitvoerbaarheid gesproken, maar dan in een andere context. Over deze, door EZK al vele jaren lang over zichzelf afgeroepen waanzinnige - en toenemende - complexiteit, wordt met geen woord gerept.

Of alle opties straks wel "eerlijk" met elkaar vergeleken kúnnen worden, of dat er allerlei politiek dan wel ambtelijk gekleurde argumentaties in die vergelijking zullen gaan sluipen, die de "eerlijkheid" op losse schroeven zullen zetten, mag u proberen zelf een oordeel over te gaan vellen.

(3) Chaos. Omdat MinEZK zelf al inziet, dat niet alles in een nieuw keurslijf zal zijn te passen, wordt al niet uitgesloten dat, wat er ook wordt opgetuigd, dit niet voor alle mogelijke opties zal kunnen gelden, om diverse redenen. Dus wordt er weer verwezen naar de mogelijkheid gebruik te (gaan) maken van "andere instrumenten". Zoals belasting aftrek via de EIA, een verbreding van de zogenaamde ISDE regeling (waarbij met name warmtepompen zeer populair blijken te zijn, zelfs al nemen ze een groot deel van de tijd fossiel gedomineerde stroommix van het net af), etc. Het lijkt bijna ondoenlijk om te voorkomen dat sluwe ondernemers zullen gaan "free-riden" met het spectrum aan subsidie opties dat rond 2020 zal zijn opgetuigd. En controle op misbruik lijkt ook een nogal ondoenlijke taak, als men dat in Den Haag al zou willen. Want het kabinet heeft zichzelf absurd ambitieuze "klimaat ambities" opgelegd. Dan zal er beslist wel een oogje worden dichtgeknepen voor partijen die "ruim afromen" uit de vele regelingen. Het volk betaalt toch wel, dat heeft geen enkel inzicht in, of controle over, het subsidie pakhuis wat tegen die tijd in en door Den Haag is opgetuigd - in het belang van het bedrijfsleven.

(4) SDE heffing. En daar komen we meteen op een ander "nogal gevoelig puntje". Onlosmakelijk met verdere verruiming van de SDE"+" richting "SDE++" is, en zal zijn, verruiming van de financiële basis. Wiebes dreigt al expliciet met het wijzigen van de daartoe ge-eigende "Wet ODE", die trouwens niet eens onder zijn ministerie valt (pakkie an van Min. Fin.). Het zal onherroepelijk gaan betekenen dat er meer betaald zal moeten gaan worden aan de nu al flink over de tong gaande (want per 1-1-2019 heftig stijgende) SDE heffing per kWh stroom, m³ gas, en, impliciet, per GJ stadsver(w)arming. De beruchte "50/50" verdeling tussen huishoudens en bedrijfsleven, waar nog enkele recent afgestemde moties over gingen (openbreken, en meer lasten voor het bedrijfsleven, werd expliciet gevraagd door GroenLinks en SP, zie voorbeelden van der Lee resp. Beckerman), is onderwerp van discussie. VVD minister Wiebes houdt niet van het "belasten" van het bedrijfsleven, en laat de vraag open staan. Hij stelt zelfs dat een eventueel gewilde parlementair besluit om toch te effectueren dat huishoudens minder, en het bedrijfsleven meer zullen moeten gaan betalen aan de totale SDE (++) kosten, "in eerste instantie niet direct meegenomen zal worden in de aanpassing van de Wet ODE". Over eventuele aanpassing daarvan zal hij de Tweede Kamer "nader informeren". Hij schuift deze voor liberale kringen "hete aardappel" dus verder voor zich uit ...

(5) Vermeende "doelmatigheid". Een forse gifangel onder het hoofdje "doelmatigheid en schaarste van te verstrekken subsidiemiddelen". Wiebes dreigt met de bewoordingen dat onder "SDE++" alleen nog "technieken in aanmerking komen met aanzienlijke schaal". Vanwege de jarenlang uit te keren exploitatie subsidies, die "gepaard gaan met relatief langjarige en daarmee hoge uitvoeringslasten", is het "onwenselijk kleine installaties te meten". Dan volgt een ambtelijke zin waarbij het lijkt alsof het bij MinEZK ook nog niet duidelijk is hóe kleinschaligheid dan wel zal moeten worden geweerd uit de SDE regeling en haar opvolgers, en dat nog uitgezocht moet gaan worden hoe ze dat voor elkaar moeten krijgen. Al langer is bekend, dat bijvoorbeeld voor de zeer populaire optie zonnestroom, de "ondercap" van 15 kWp per installatie verhoogd zou gaan worden, waar ik al wat woorden over vuil heb gemaakt (inperking werkdruk bij het al overbelaste RVO, zie paragraaf "Bizar - een curieuze aangekondigde aanpassing van de SDE "+" regeling" en vervolg in dit artikel). Als dit structureel gaat worden, en Min. EZK wellicht nog drastischer in gaat grijpen om een eventuele stortvloed aan beschikkingen voor "kleinere" PV projecten te weren binnen het nieuwe kader per 2020, kunt u er wederom vergif op gaan innemen, dat dit dramatisch slecht nieuws is voor de honderden energie coöperaties in ons land. Die juist dat soort "kleinere grote" PV projecten willen uitvoeren, en ook daadwerkelijk zowel financieel, als qua inzet van menskracht aan kunnen.

Dat zou dus de zoveelste frustratie kunnen gaan opleveren bij de zeer actieve "beweging van onderop" in ons land. Voor een inventarisatie van de harde groei in dat zeer belangrijke maatschappelijke segment, zie de door Schwencke et al. recent opgeleverde Lokale Energie Monitor 2018.

En wie weet, gezien het dominant blauwe VVD gesternte in de Residentie. We zullen het "k-woord" even aanstippen. Dat heeft "een aanzienlijke schaal". En het heeft een "relatief bescheiden CO2 uitstoot over de hele keten bezien". Niet gek staan te kijken dat via dat achterdeurtje er voor de zoveelste maal een poging gewaagd zal gaan worden om wat miljardjes aan subsidiecenten richting de "eeuwige belofte" kernenergie te gaan sluizen. Het zal niet de eerste keer zijn, en niet de laatste keer, om de nuke-lobbies te paaien. En als het ze gaat lukken: alle stroomverbruikers gaan daar dan aan meebetalen. Of ze het willen of niet.

(6) Vastrechten - pain in the ass numero xx. Tot slot nog een "fraaie". In de paragraaf niet in aanmerking komende technieken wordt gerept over "niet-marktrijpe" technieken en oplossingen "die weliswaar essentieel zijn voor de uitrol van technieken, maar die zich minder goed lenen voor subsidiëring via de SDE+, zoals bijvoorbeeld de aanleg van hoofdinfrastructuur". Weliswaar wordt gesteld dat deze niet via de verbrede SDE+ (in casu: "SDE++") gefinancierd zullen gaan worden, maar, "te financieren via de tarieven die de netbeheerder in rekening brengt". Als daarmee wordt gesuggeerd, dat iedereen daar aan meebetaalt (dus óók aan de aanleg van peperdure warmtenet infra, ook al heb je al jaren een eigen warmtepomp, of nog steeds een CV ketel), en er aan de tarieven structuur weinig verandert, betekent dat onherroepelijk (!!), gezien het feit dat huishoudens achter een kleinverbruik aansluiting sedert 2009 uitsluitend nog vastrechten aan hun netbeheerders betalen (en geen variabele, kWh of m³ gerelateerde component meer), dat voor alle huishoudens, de dan te socialiseren vastrecht load ("de niet te vermijden vaste kosten, ongeacht gedrag achter de aansluiting") nóg erger zal gaan worden. En dat daarmee al dan niet bewust levende, zeer weinig energie verbruikende huishoudens, inclusief de sociaal zwakken met nihil financiële "ruimte", via het netbeheerders-gedeelte op de nota, ook ondanks hun maatschappelijk vooruitstrevende, en nastrevenswaardige goede gedrag, keihard afgestraft zullen gaan worden door nog hogere vastrechten dan ze al betalen. Voor iets waar ze geen enkele invloed op, noch deel aan hebben. Ik ben erg benieuwd hoe Wiebes, dan wel de minister van Financiële Zaken, die "fijne boodschap" zullen gaan verwoorden aan het duurzame gepeupel.

Kamerbrief over verbreding van de SDE+ (Min. EZK, 26 november 2018)


19 november 2018: Fasering SDE 2018 ronde II - meer details, historie toegekende budgetten, kengetallen. In dit artikel, volgend op het eerste over de impact van zonnestroom project aanvragen binnen de tweede (najaars-) SDE 2018 ronde meer details over de fasering in en andere kenmerken van die regeling.

Ik heb daartoe de belangrijkste parameters weer in een grafiek bij elkaar gezet voor u.

Voor een vergelijking van deze grafiek met versies over voorgaande SDE subsidie regelingen, zie de links naar exemplaren voor SDE 2018 voorjaars-ronde, SDE 2017 najaars-ronde, SDE 2017 voorjaars-ronde, SDE 2016 najaars-ronde, en SDE 2016 voorjaars-ronde. De "evolutie" beelden van die verschillende regelingen kunnen sterk van elkaar verschillen. Zeker het huidige exemplaar, aangezien er nu weer fors over het budget heen is ingetekend. In de voorjaars-regeling voor SDE 2018 is er juist veel mínder aangevraagd dan het budget plafond, en werd ook nog eens een extra verlies geleden door grote hoeveelheden foute aanvragen en/of voortijdige terug-trekkingen ervan (analyse dd. 24 augustus 2018).

Voor alle parameters geldt nu de schaal op de linker Y-as. De voorheen gehanteerde parameter maximaal subsidiabele energie productie (blauwe curve, GWh equivalent alle opties), is in het huidige exemplaar vervangen door de maximale GWh equivalente productie per jaar. Zoals berekend uit de door RVO inmiddels ook in PJ (petajoules) opgegeven energie equivalenten (1 PJ is ongeveer een volume van 277,7 GWh energie equivalenten). Het totaal over de complete verwachte subsidie periode (aangegeven in voorgaande regelingen, afhankelijk van modaliteit 12 of 15 jaar) is niet meer weergegeven door RVO of Min. EZK. Ook heb ik twee curves toegevoegd, omdat data daarvoor wel beschikbaar zijn gekomen in de documentatie van RVO. U vindt in de grafiek verder achtereenvolgens het aantal aangevraagde projecten "totaal" (bruinrode curve), het totaal aan aangevraagde capaciteit voor alle projecten (groene curve, in MW), ditto, voor uitsluitend zonnestroom (gele curve, in MWp, tevens tussenstanden in cijfers aangegeven). Tot slot ook nog het voor alle modaliteiten aangevraagde totale budget (in miljoenen Euro's / MEUR, magenta curve), en alleen voor zonnestroom (donker-oranje curve, ook in MEUR).

De SDE 2018 najaars-ronde startte officieel op 2 oktober. De 3 fases van die regeling eindigden in de namiddag van, achtereenvolgens 15 en 29 oktober, resp. 8 november (om 17h00). Er is voor PV een onderscheid gemaakt tussen installaties vanaf 15 kWp tot 1 MWp, en voor installaties vanaf 1 MWp. Voor elektra hadden de fases maximale basisbedragen aan het eind van 9 (fase 1), resp. 10,6 cent/kWh (fases 2 en 3) voor de kleine categorie. En 9 resp. 9,9 cent/kWh (idem) voor de grote projecten vanaf 1 MWp per stuk. Tussentijds kon achter de komma door project ontwikkelaars ingezet worden om een hogere kans binnen een fase te maken. In deze regeling is ook voor het eerst het zwaar door branche organisatie Holland Solar bestreden besluit opgenomen, om onderscheid te maken tussen de business-cases bij netlevering resp. bij eigen-verbruikte zonnestroom, resulterend in zowel verschillende basis energieprijzen, als (voorlopige) correctiebedragen. Voor de details, zie de brochure SDE 2018 II bij RVO.

Grafiek inhoudelijk
We zien wat aantal projecten betreft zoals gebruikelijk nog een relatief bescheiden impact in fase 1. De in die fase ingediende 147 wind projecten, de 159 PV installatie verzoeken, 40 projecten met warmte / krachtkoppeling, en 2 projecten voor zowel thermische zonne-energie als voor geothermie, claimden in die fase gezamenlijk wel al een bedrag van 3,0 miljard Euro (51% van beschikbaar budget van 6 miljard Euro).

In de tweede fase is qua aantallen nieuwe aanvragen en de bijbehorende capaciteit de grote "klapper" gemaakt, die vrijwel geheel op het conto van zonnestroom project aanvragen geschreven dient te worden (bruinrode curve). De tweede fase eindigde, cumulatief met fase 1, op een niveau van 5.103 aangevraagde projecten, waarvan zonnestroom, zoals te doen gebruikelijk, het overgrote merendeel claimde (4.860, al 95% van het geaccumuleerde totaal uit de 1e 2 fases). De capaciteits-curve (groen) stijgt veel minder hard in deze fase, omdat, t.o.v. biomassa, windenergie, en geothermie projecten, de gemiddelde installatie grootte bij PV véél kleiner is. De groei in de tweede fase wordt uiteraard wel gedomineerd door die vele PV aanvragen, de curves voor capaciteit voor alle projecten (groen) en die voor alleen PV (geel) lopen ongeveer parallel op. Genoemde capaciteits-vraag nam in de 2e fase toe met een factor 136, van 24 naar maar liefst 3.257 MWp, bij modaliteit PV. In totaal steeg de gevraagde capaciteit voor alle modaliteiten van 1.215 naar 4.555 MW. Er werden in de tweede fase ook een aardig aantal thermische zonne-energie projecten toegevoegd (33 stuks), die desondanks, net als in alle voorgaande SDE regelingen, ondergesneeuwd blijven in het geweld van hun veel populairdere elektrische zonne-zusters.

Ook in de derde fase groeide het aantal ingediende projecten nog steeds door, ook al was het budget plafond toen al lang ver overschreden (magenta cirkel), zonder dat de aanvragers daar weet van hadden. Wederom viel die vrijwel "zinloze" groei aan extra aanvragen bijna uitsluitend toe aan zonnestroom, maar het tempo was veel minder hoog in deze "eindfase". De 776 nieuwe PV projecten gingen vergezeld van een resterend aantal van slechts 28 andere project aanvragen, waarmee het totaal aan geaccumuleerde subsidie verzoeken, eind fase 3, op 5.907 projecten kwam. Waarvan de geaccumuleerde 5.636 PV projecten 95% van het totale aantal voor hun rekening nemen. En bij de capaciteit (3.708 MWp PV, waarvan nieuw 451 MWp in fase 3, t.o.v. 5.098 MW totaal aangevraagde volume alle modaliteiten) 73%.

Toegekende budgetten per SDE ronde (totaal, en voor voor PV)
Voor een overzicht van de tot nog toe daadwerkelijk toegekende (beschikte) budgetten per SDE regeling, het aandeel van het deel toegekend aan alleen zonnestroom projecten, en de voorlopige situatie bij de aanvragen voor SDE 2018 II, zie onderstaande grafiek.

Grafiek met daadwerkelijk toegekende (maximale) budgetten per SDE subsidie regeling (blauwe kolommen), idem voor uitsluitend zonnestroom (PV) projecten (bijbehorende gele kolommen, beiden rechter Y-as, in miljoen Euro). Ten derde het aandeel van de toekenningen voor PV (groene datapunten en stippellijn, linker Y-as, in procent), op het totale bedrag voor alle opties beschikt per regeling. Het laatste kolommen paar geeft de voorlopige situatie bij de aanvragen voor SDE 2018 II weer (niet gevulde kolommen, met gestippelde randen).

Voor die laatste SDE ronde is het beschikbare budget (6 miljard Euro) als vanouds ver overvraagd, met maximaal 7,7 miljoen Euro (blauwe horizontale streepjeslijn, bijna 29% boven de maximaal beschikbare som gelds, MEUR 6.000). Het aangevraagde volume voor PV in die laatste regeling, ruim 4,1 miljard Euro, heeft een record hoog aandeel van 69% van het totale aangevraagde bedrag. 12 procentpunten hoger dan in de najaars-ronde van SDE 2018 daadwerkelijk werd toegekend. Uiteraard moeten we nog zien wat er van dat hoge aandeel van 69% (aangevraagd) voor zonnestroom over zal blijven, omdat er nog veel van de aanvragen de eindstreep vanwege de hoge budget overschrijding sowieso niet zullen halen. En er daarnaast ook nog de nodige project volumes om technische redenen zullen gaan afvallen. Hetzij voortijdig ingetrokken door de aanvrager, hetzij afgewezen door RVO op basis van het niet voldoen aan de voorwaarden van de regeling. Bij de voorjaars-ronde van SDE 2018, die, i.t.t. SDE 2018 II, fors werd "onderbeschikt", werd er ook nog eens een totaal aan 636 aangevraagde PV projecten afgevoerd, en bleven er 3.774 exemplaren over met een beschikking (zie analyse).

Het totaal aan oorspronkelijk toegekende bedragen van SDE 2008 tm. SDE 2018-I is voor alle regelingen al opgelopen tot zo'n 43,5 miljard Euro. Daarvan was ruim 10 miljard Euro geoormerkt voor PV beschikkingen, een fors relatief volume van maar liefst ruim 23% (accumulatie tm. SDE 2017 II nog 20%, totaal subsidie bedrag max. 8 miljard Euro) van het totaal aan toekenningen. Met name SDE 2014 en de SDE regelingen SDE 2017 I tm. SDE 2018 I hebben een belangrijk aandeel op dat totaal. Wat, gezien de enorme claim op het budget voor zonnestroom, flink verder versterkt gaat worden door een te verwachten hoge toekenning voor SDE 2018 II (nog niet bekend).

Als we kijken naar het nu laatst bekende overzicht van RVO (voor aantallen en capaciteiten, status 8 juni 2018), en we alle overgebleven maximale subsidies voor PV projecten optellen, komen we inmiddels nog maar op een hoeveelheid van 7,4 miljard Euro (SDE 2008 - SDE 2017 II, was 0,2 md meer in april 2018 update) + 2,0 md (SDE 2018 I) = 9,4 miljard Euro (maximaal uit te keren, in werkelijkheid wordt dat sowieso minder). Er is daarmee, rekenend met de oorpronkelijke cijfers, bij PV al tm. SDE 2017 II (status 8 juni 2018) een verlies opgetreden van 596 miljoen Euro aan oorspronkelijk toegekend budget. Dat is al 7,4% van het oorspronkelijke volume van 8 miljard Euro. Voor een "verlies" berekening bij SDE 2018 I zijn nog geen recentere data dan de oorspronkelijk beschikte volumes voorhanden bij RVO.

Modaliteiten - enkele kengetallen SDE 2018 II
De verdeling van de aangevraagde budgetten over de drie grote energie modaliteiten was in de najaars-ronde van SDE 2018 als volgt. 5.798x "hernieuwbare elektriciteit" (totale budget claim MEUR 6.196, ruim 4,5 GW capaciteit), 104x "hernieuwbare warmte én WKK" (totale budget claim MEUR 1.297, 515 MWth capaciteit), resp. 5x "hernieuwbaar gas" (totale budget claim MEUR 231, 50 MW capaciteit). Daarbij valt ook op, dat er soms forse verschillen optreden tussen die drie modaliteiten als je de beschikbare cijfers voor de aanvragen gaat terug rekenen:

SDE 2018 II aanvragen
Gemiddelde project omvang (MW)
Gem. budget claim per MW (MEUR)
Gem. max. haalbare subsidie (€/kWh)
"hernieuwbare elektriciteit" (incl. PV)
0,78
1,37
0,063
alleen zonnestroom (PV)
0,66
1,12
0,078
"hernieuwbare warmte én WKK"
4,95
2,52
>0,037 *
"hernieuwbaar gas"
10,00
4,62
0,046
Totaal 3 modaliteiten
0,86
1,52
gemiddeld: 0,049

Tabel kengetallen
De gemiddelde project omvang in de eerste kolom loopt zeer fors uiteen, van grofweg 780 kW bij elektra (sterk "drukkend effect" van de enorme aantallen PV aanvragen op het totaal), bijna 5 MW bij warmte / WKK, en zelfs 10 MW bij gas (totaal gemiddelde 860 kW, sterk beïnvloed door de dominante hoeveelheid aanvragen voor PV). Dat is een factor 13 verschil tussen het gemiddelde bij de "elektra" en "gas" installaties (NB: in de voorgaande regeling was die factor nog hoger, 18). De budget claim per aangevraagde megawatt capaciteit (2e kolom) loopt van ongeveer 1,4 miljoen Euro bij elektra, via MEUR 2,5 bij warmte / WKK tot zelfs MEUR 4,6 bij gas (totaal gemiddelde MEUR 1,5/MW, factor elektra : gas plm. 1 : 3,4). Alleen bij de maximaal haalbare subsidie per kWh, op basis van de toekenbare (berekende) hoeveelheid GWh (equivalent) productie over de looptijd en het maximaal te alloceren budget daarvoor (3e kolom), is er een relatief klein verschil tussen de drie genoemde opties: 6,3 cent/kWh bij elektra, 3,7 cent/kWh bij warmte / WKK*, resp. 4,6 cent/kWh bij gas. Het gemiddelde van alle installaties zou op een maximale subsidie van zo'n 4,9 ct/kWh(eq.) komen.

* Helaas is het afgeleide cijfer voor warmte / WKK onbetrouwbaar. Ik heb moeten rekenen met gemiddeld 12 jaar subsidie voor alle categorieën, maar ketels die op houtpellets worden gestookt met een vermogen vanaf 5 MWth worden maar 8 jaar gesubsidieerd binnen SDE 2018 II. Het aandeel daarvan aangevraagd binnen de overkoepelende categorie is echter niet bekend. Het totale beschikte volume in Euro's delen door "teveel" jaren (gemiddelde hele populatie) geeft een te laag bedrag voor het totaal. Het zal dus in werkelijkheid hoger liggen dan genoemde 3,7 ct/kWh. Hoeveel hoger, is sterk afhankelijk van het aandeel van dergelijke enorme "industriële pelletketel" projecten op het totaal binnen de biomassa categorie.

Kijken we alleen naar zonnestroom, zien we een relatief kleine gemiddelde project omvang. De aard van het beestje, ook al is de schaalvergroting in deze sector ook al een paar jaar zeer duidelijk geworden. Met gemiddeld 0,66 MW bij de aanvragen zit ze duidelijk onder de gemiddeldes van de drie grote modaliteiten (elektra, warmte & WKK, en gas). De verder gaande kostenreductie bij PV wordt ook duidelijk uit de budget claim per MWp. Die is in de najaarsronde dit jaar gedaald naar MEUR 1,12/MWp. Waarbij aangetekend moet worden dat ik afgelopen jaar al veel projecten opgeleverd heb gezien, zowel grondgebonden, als rooftop projecten, die onder de 1 Euro per Wp zijn gedoken qua investerings-kosten. In de najaars-ronde van SDE 2017 was deze gemiddelde ratio nog MEUR 1,23/MWp. Bij de gemiddelde (maximaal) gevraagde subsidie per kWh van hetzelfde laken een pak: momenteel 7,8 ct/kWh. In de SDE 2017 II regeling was het nog ruim 8,6 ct/kWh, een aanmerkelijke afname van de "subsidie-druk" per opgewekte kWh, in 1 jaar tijd.

In de najaarsronde van SDE 2017 was voor elektra een hoger gemiddeld subsidie bedrag voor (alle) elektra modaliteiten te zien: 6,6 ct/kWh. Dit, ondanks een hoger aandeel van de goedkopere windenergie t.o.v. dat voor zon onder die regeling (zon 40%, wind 29% van budgetclaim, verhouding wind : zon 73%, t.o.v. zon 54%, wind 26% onder SDE 2018 II, verhouding wind : zon 48%). Een verdere indicatie dat de kosten per kWh continu gedrukt blijven worden.

Zie verder ook deel I met meer details over de aanvragen binnen de SDE 2018 II subsidie ronde.


23 november 2018. Nagekomen - SDE verbreed, met irritante naam

Op 23 november, vlak voor het weekeinde, verscheen een bericht op de website van Min. EZK getiteld Verbreding SDE+, als toetje op de eerste contouren van de aanvragen bij de najaarsregeling voor SDE 2018 (artikel hier boven en de voorloper daarvan). Hierin wordt aangekondigd dat niet in 2019, maar in 2020 de grondslag voor de SDE "verbreed" gaat worden, zoals al enkele malen eerder aangegeven door Polder PV. Dan gaat "opwekking van duurzame energie" dus concurrentie krijgen met "andersoortige technieken" die CO2 uitstoot reduceren, dan wel die mogelijk zelfs CO2 "uit de lucht" zouden kunnen halen. Voorwaarde daarbij is, dat "de technieken marktrijp zijn en grootschalig ingezet kunnen worden. Om concurrentie op CO2-reductie te stimuleren, komen technieken die kosteneffectief CO2 reduceren als eerste in aanmerking voor een subsidie". Marktpartijen kunnen t.z.t. inspreken om de voorwaarden voor participatie van dergelijke technologieën te stellen, subsidie bedragen te adviseren, en wat dies meer zei. Ik heb al gegrapt dat een kerncentrale in Den Haag en afvang van CO2 bij de steenkolencentrales dan waarschijnlijk "subsidiabel" zouden kunnen gaan worden, en heb daarnaast ook m'n eigen plagerige, originele "te subsidiëren ideetje" geventileerd.

Uiteraard moet al dat nieuwe spul ook weer betaald gaan worden. Wiebes dreigde dan ook al met het tegelijkertijd "aanpassen" van de "Wet Opslag Duurzame Energie", waar alles uit gefinancierd moet worden. Daarbij stelt hij wel meteen "Bij het aanpassen van de ODE wordt gekeken naar de lastenverdeling tussen huishoudens en bedrijven. Dit omdat er begrijpelijke zorgen zijn over de betaalbaarheid voor huishoudens en de concurrentiepositie van bedrijven." U mag bij u zelf te rade gaan welk maatschappelijk segment onder het al lang durende neoliberale, VVD geleide bewind in de Residentie de meeste "aandacht" zal gaan krijgen. Overigens zijn de SDE heffingen voor 2019 (nog onder de klassieke "SDE+" regeling) inmiddels ook al door de Tweede Kamer afgetikt. Ze moeten nog door de Eerste Kamer (zie dossier daar), maar mijn inschatting is dat dat een hamerstuk gaat worden. U gaat vet meer betalen voor die specifieke heffingen op aardgas en elektriciteit, zie tweet voor de procentuele verhogingen, en memorie van toelichting wetsvoorstel met tabel (pdf; ik ga later nog grafieken bijwerken, als de Eerste Kamer haar fiat gaat geven).

Tot slot: de ambtenaren van Min. EZK hebben wat naamgeving op dit gebied echt geen enkele fantasie. Ze gaan de opvolger regeling van de ook al volstrekt fantasie loze "SDE +" (waar ik altijd bewust aanhalings-tekens omheen zet) "Stimuleringsregeling Duurzame Energietransitie" noemen. Afgekort, u voelt hem wellicht al aankomen, de "SDE++" ... Polder PV kon het niet laten om dat meteen met een limerick in te kleden. Alhier ...

Voor bespreking van de later verstuurde kamerbrief, zie bericht van 27 november 2018.

Verbreding SDE+ (nieuwsbericht Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, 23 nov. 2018)


16 november 2018: Kamerbrief najaars-ronde SDE 2018 - trendbreuk gebroken: budget EUR 6 md met 29% overvraagd; 3,7 GWp PV projecten aangevraagd. Gistermiddag, rond "officiële sluitingstijd" van de kantoren in Nederland (17h), werd uit naam van Minister Wiebes van Min. EZK een kamerbrief verstuurd met de stand van zaken m.b.t. de aanvragen die zijn gedaan voor de najaars-ronde van de SDE subsidieregeling 2018 ("2018 II"). In tegenstelling tot de unieke, heftige "onderuitputting" bij de aanvragen in de voorjaars-ronde (2018 I), is er nu "als vanouds" weer veel meer gevraagd dan het budget toelaat (bijna 29%). Er is daarbij voor een voorheen ongekend volume van 3,7 GWp aan PV aanvragen gedaan. Daarmee heeft PV de aller-grootste greep in de kas gedaan, met MEUR 4.145 zelfs 54% van de totale gevraagde som geld. Wederom een record, en ruim twee maal zo veel dan bij windenergie. Uiteraard gaat daar sowieso nog het nodige van afvallen, maar de toon is wederom gezet: solar is en blijft extreem aantrekkelijk voor, en populair bij investeerders onder de zoveelste SDE regeling.

Details
In de kamerbrief van Wiebes van Min. EZK vinden we de eerste details over de aanvragen die zijn gedaan in de drie fases voor de SDE 2018 voorjaars-regeling. Er werd in totaal voor 7.724 miljoen Euro en een grote hoeveelheid van 5.907 project plannen gevraagd. Met een totale - doch onderling, gezien de sterk uiteenlopende capaciteits-factoren moeilijk met elkaar vergelijkbare - capaciteit van 5.098 megawatt. En een totale, maximaal haalbare claim van 35,1 petajoule (PJ) aan energie uit alle geclaimde hernieuwbare bronnen. Genoemd geclaimd bedrag is 28,7% meer dan de beschikbare 6 miljard Euro, maar geen record. Voor de najaars-ronde van SDE 2017 werd zelfs voor ruim 9,9 miljard Euro aangevraagd voor alle projecten, bij een gelijk budget plafond van 6 miljard Euro. Voor PV werd destijds bijna 4 miljard Euro aan subsidie aangevraagd.

De bij de "onderuitputting" van SDE 2018 I al door Wiebes aangekondigde, waarschijnlijk komende extra vraag naar windenergie subsidies is ook gematerialiseerd. En ook in de huidige kamerbrief weer gememoreerd. Er werd voor 153 wind projecten een substantiële 2.028 miljoen Euro aangevraagd (in de eerste fase al 147 projecten, 67% van de in die fase aangevraagde ruim 3 miljard Euro, in fases 2 en 3 slechts 6 zeer kleine aanvragen). Ervaringen uit het verleden leren ons, dat erg weinig van die projecten afgewezen worden (of uiteindelijk om wat voor reden dan ook zullen stranden). Dus die maken grofweg al een derde deel van het maximaal toe te wijzen budget van 6 miljard Euro voor de hele ronde uit, als die trend wordt gecontinueerd. Windenergie op land kan nog goedkoper dan zonnestroom worden geproduceerd, en die projecten zitten dus vrijwel allemaal in de - zo blijkt uit de documentatie - eerste fase. Zonnestroom claimde in die cruciale eerste fase een marginaal deel van 23 miljoen Euro (159 relatief kleine projecten, met totaal slechts 24 MWp, en gemiddelde project omvang van 151 kWp). Een zeer belangrijk en tale-telling verschil met windenergie ! In de tweede fase kwam er in een keer maar liefst bijna 3,9 miljard Euro extra budget claim bij, grotendeels (93%!) afkomstig van 4.701 zonnestroom project aanvragen (3.233 MWp, project gemiddelde capaciteit 688 kWp). Wat de totale financiële claim voor de eerste 2 fases al op ruim 6,9 miljard Euro bracht, 15% boven het (totaal) budget. Daarvan moet dus al het nodige gaan afvallen, om niet boven het budget plafond te komen. Fase 3 aanvragen (met o.a. nog eens 776 PV projecten, 451 MWp, en een claim van nog eens 512 miljoen Euro), lijken geen schijn van kans te gaan maken onder deze condities.

Aanvragen voor PV onder alle SDE regelingen - het regent nieuwe records
Wat in ieder geval bij de voorjaars-ronde mogelijk niet voorzien was door Wiebes, maar zeker door hem als prettig lijkt te worden ervaren (in begeleidend nieuwsbericht van Min. EZK: "de techniek wordt steeds goedkoper, waardoor er steeds minder subsidie nodig is. De SDE+ versnelt die ontwikkeling"), is de stortvloed van in totaal maar liefst 5.636 aanvragen voor zonnestroom projecten. Afgezien van de "unieke" oude SDE 2010 regeling, toen er meer dan 52.000 aanvragen voor bijna allemaal zéér kleine (grotendeels residentiële) systeempjes werd gedaan, is dit een nieuw record. In ieder geval onder het sedert 2011 geldende "SDE+" regime. Want het vorig record was voor de najaars-ronde van SDE 2017 (5.456 aanvragen). Waar we een jaar later dus met de nieuwste najaars-ronde onder SDE 2018 met 3,3% overheen gaan. Als we deze nieuwe aantallen aanvragen optellen bij de cumulatie voor alle SDE regelingen tot nog toe (98.425 tm. SDE 2018 I), komen we inmiddels op het door mij destijds al voorspelde totaal volume van meer dan 100.000 aanvragen die ooit voor zonnestroom onder SDE zijn gedaan bij RVO en haar rechts-voorgangers. Min of meer "exact" (SDE 2010 niet precies bekend): 104.061 verzoeken tot financiële ondersteuning (zie eerste grafiek).

Ook de aangevraagde capaciteit was voor zonnestroom nog nooit zo hoog. 3.708 MWp werd ingevuld op de grote verzameling verzoeken om geld, wat maar liefst 15% meer is dan de 3.221 MWp aangevraagd onder SDE 2017 II.

Direct met de hoge capaciteits-aanvraag hangt samen een record volume aan maximaal beschikbare, te subsidiëren energie productie. Voor zonnestroom was dat onder deze laatste regeling 12,7 petajoule per jaar, wat voor de klassieke subsidie periode van 15 jaar neerkomt op een maximaal te subsidiëren extra zonnestroom productie van maar liefst 52.917 GWh (bijna 53 TWh). Wederom: een record (onder SDE 2017 II was het minder dan 46 TWh over 15 jaar).

Uiteraard moeten we, als gevolg van bovenstaande, bij de nieuwe aanvragen voor SDE 2018 II ook vaststellen, dat er een record is gevestigd bij de gemiddelde aangevraagde project grootte. Die lag destijds in de beginjaren (SDE 2008-2010) op slechts een paar kWp per stuk (residentieel). Tijdens SDE 2017 II was het al 590 kWp. De gemiddelde bevraagde PV project omvang ligt binnen SDE 2018 II zelfs al op een spectaculaire 658 kWp (zie tweede grafiek). Dat zijn 2.350 moderne zonnepanelen van 280 Wp per stuk voor elk object. Ongetwijfeld zullen daar weer de nodige grote grondgebonden zonneparken tussen zitten, waarvan er een paar honderd in de projectenlijst "pending" staan bij ondergetekende. De door Polder PV reeds meermalen gesignaleerde extreme schaalvergroting van zonnestroom in Nederland (zie grafieken m.b.t. portfolio realisaties projecten geïnventariseerd door Polder PV) "ten voeten uit"...

Zonnestroom projecten claimden in de huidige regeling ook het hoogste deel-budget à 4.145 miljoen Euro (54% van totaal), alweer een record tot nog toe bij de aanvragen: 4,5% hoger dan onder SDE 2017 II.

Aantallen aanvragen per SDE resp. SDE "+" ronde (blauwe kolommen, rechter Y-as), en voortschrijdende cumulatie (donker-rode curve, linker Y-as). In de eerste drie SDE rondes werden met name zeer veel residentiële e.a. kleine projecten aangevraagd, oplopend tot een record volume van ruim 52.000 stuks onder SDE 2010 (waarvan weer record hoeveelheden werden afgewezen wegens budget uitputting). Na de grondige wijzigingen onder het nieuwe SDE "+" regime begon SDE 2011 al op een veel lager niveau, met 872 aanvragen. Waarvan de nodige al fors groter waren dan 100 kWp, de voormalige "bovencap" in SDE 2010. De aantallen bleven echter "matig", tot de zeer succesvolle - en bij de aanvragen lange looptijd hebbende - SDE 2014 ronde (3.715 aanvragen). Onder SDE 2015 had PV geen schijn van kans (terugval naar 506 aanvragen), daarna trokken de hoeveelheden echter weer fors aan. Naar een tussentijds record onder het nieuwe SDE "+" regime, 5.456 stuks onder de najaars-ronde van SDE 2017. Een terugval naar 4.369 project aanvragen onder SDE 2018 I (in totaal structureel minder subsidie aangevraagd dan beschikbaar was gesteld). En weer een record volume van 5.636 aanvragen onder de laatst bekende regeling, SDE 2018 II. In totaal zijn er tm. die laatste regeling al meer dan 104 duizend aanvragen bij RVO en haar rechts-voorgangers gearriveerd sedert SDE 2008.

Uiteraard gaat er, net als voor alle voorganger regelingen, nog heel veel van genoemde aanvragen afvallen, en zullen er veel minder beschikkingen overblijven. Echter, gezien de hoge volumes in deze laatste regeling, is de goede hoop, dat er beslist weer een zeer substantieel deel van daadwerkelijk toegekend zal gaan worden. Hoeveel, dat moeten we nog een tijdje afwachten. Wiebes hoopt dat binnen de wettelijke termijn van 13 weken uitsluitsel geboden zal kunnen gaan worden over de toekenningen. Dat zou dan ongeveer medio februari of wat later 2019 - uiterlijk - bekend moeten gaan worden (anders volgt mogelijk verlenging van die periode). Daarnaast is het zo dat, als er al beschikkingen worden afgegeven, er in de loop van de tijd daar weer een (substantieel) deel alsnog niet van zal worden ingevuld, om diverse redenen. Voor de stand van zaken van die - helaas soms dramatische - uitval op peildatum 8 juni 2018, zie de tabel in mijn artikel van 12 juli 2018. Er is nog steeds geen latere update voorhanden bij RVO.

Andere modaliteiten - budget claims en aantallen
Van de totale claim zijn, t.o.v. zonnestroom en windenergie verder heel wat kleinere bedragen afkomstig van nog eens 5 specifiek genoemde andere categorieën: "biomassa warmte en WKK" (54 projecten, MEUR 829, 11% van totaal budget claim), geothermie (4 projecten, MEUR 442 [ver over de 100 miljoen Euro per project!], 6% van budget claim), biomassa gas (5 projecten, MEUR 230, 3% van budget claim), thermische zonne-energie (maar liefst 46 projecten, MEUR 27, 0,4% van budget claim), en waterkracht (9 projecten, MEUR 22, 0,3% van budget claim). Voor een overzicht van de totale claim op (mogelijke) energie productie equivalenten (in PJ), zie het in de kamerbrief opgenomen overzicht, hier onder.


^^^
Aandelen van aangevraagde (maximale) hoeveelheden energie equivalenten en aantal aanvragen van de 7 opgevoerde
modaliteiten onder SDE 2018 II (figuur in Kamerbrief van 15 november 2018). Zonnestroom springt er wederom ver boven uit.

Systeemgemiddelde capaciteit bij de aanvragen voor zonnestroom projecten
Voor genoemde 5.636 PV projecten werd 3.708 MWp aan capaciteit aangevraagd (73% van het totaal aan aangevraagde capaciteit, 5.098 MW). Dit komt neer op een gemiddelde aangevraagde systeem capaciteit van 658 kWp. Dat ligt beduidend hoger dan de gemiddelde systeemgrootte van de aanvragen voor PV projecten in de twee SDE 2017 en SDE 2018 voorjaars-rondes, 590 tot 588 kWp, zo'n 12% (grafiek hier onder). Er is in de aanvraag historie één bizarre anomalie geweest, in de eindspurt voor SDE 2011, toen er zelfs voor 872 aanvragen een bizarre claim lag van bijna 32 TWh (!) gemaximeerde productie over 15 jaar (status RVO 9 januari 2012). Wat terug gerekend met de toen nog geldende 1.000 kWh/kWp.jaar maximaal te subsidiëren productie, resulteerde in 2.445 kWp gemiddeld (!) per aanvraag. Maar dat bleek al snel een illusie, bij de definitieve oorspronkelijk beschikte volumes, kwam het gemiddelde nog maar uit op 74 kWp gemiddeld per beschikking (50,5 MWp / 678 projecten beschikt). En was verder terug gevallen naar nog maar 47 kWp per project bij de overgebleven beschikkingen (tevens: definitieve realisaties) op peildatum 8 juni 2018 (tabel in artikel). Vergelijkbare wijzigingen bij de gemiddelde systeem groottes zien we bij andere SDE regelingen, naar gelang er beschikte project volumes uitvallen in de loop van de tijd. En het zal ongetwijfeld ook weer gaan gebeuren bij de uiteindelijke beschikkingen voor de najaars-ronde van SDE 2018.

Grafiek met de uit de ruwe RVO data berekende gemiddelde systeemgrootte van de "definitieve eindstanden" van de aangevraagde PV projecten per SDE ronde. Vóór de stippellijn "SDE", erna "SDE+", waarbij de bovencap van 100 kWp uit de subsidie voorwaarden is gehaald. In de eindfase trad bij de eerste SDE"+" ronde, SDE 2011 daarmee meteen een gigantische anomalie op, want uit de opgaves van RVO resulteerde meteen een absurd hoog systeem gemiddelde van maar liefst 2.445 kWp per project (kolom ver "door het plafond" van de hier getoonde Y-schaal). Bij de beschikkingen voor die regeling werd dat al rap dramatisch omlaag bijgesteld. In de eerste RVO publicatie was dat al terug gevallen naar nog maar 47 kWp gemiddeld per project, bijna 2x zo hoog dan het gemiddelde onder SDE 2010.

Vanaf SDE 2012 nam de gemiddelde systeemgrootte t.o.v. de door residentiële project aanvragen gedomineerde SDE 2008-2010 rondes flink toe, van 192 (SDE 2012) naar 363 kWp onder de meest succesvolle SDE "+" regeling tot nog toe, SDE 2014. Helaas was de info voorziening voor de SDE 2015 - 2016 II bij RVO dermatige karig wat de aanvragen betreft, dat er geen systeemgemiddelde capaciteiten uit afgeleid konden worden uit de beschikbare data. Dat lukte echter weer wel vanaf SDE 2017 I. Voor beide rondes in 2017 lag bij de aanvragen de gemiddelde systeem capaciteit iets boven de 590 kWp. In de voorjaars-ronde voor SDE 2018 lag deze marginaal lager, op 588 kWp. In de laatst bekende ronde, SDE 2018 II, is het gemiddelde echter weer fors toegenomen tot 658 kWp/project. Dat dit gemiddelde zo hoog is komen te liggen is het gevolg van een combinatie van (a) enorme schaalvergroting over de gehele linie bij het "SDE gebeuren", (b) veel zeer grote rooftop project aanvragen, en (c) de aanwezigheid van steeds meer - en steeds grotere - zonnepark project aanvragen bij de latere SDE "+" regelingen. Die vele duizenden tot soms ver over de honderdduizend PV modules per stuk "claimen". Of zelfs meer.

Budgetclaim per aanvraag fors wisselend
De budget claim terug gerekend per aanvraag loopt zeer sterk uiteen. Dit heeft natuurlijk alles te maken met de omvang van de gevraagde capaciteit cq. de gevraagde (verwachte) maximale productie per aanvraag, en per techniek. Voor thermische zonne-energie is slechts voor 0,6 miljoen Euro gemiddeld per aanvraag gedaan, voor haar "grote zus PV" gemiddeld ruim 0,7 miljoen Euro/aanvraag. Dat loopt op van 2,4 (waterkracht), 13,3 (windenergie) en 15,4 (biomassa warmte / WKK) naar gemiddeld 46 miljoen Euro per project voor biomassa gas. Absolute kampioen is en blijft geothermie, met een (maximale) budget claim van gemiddeld maar liefst 108 miljoen Euro voor elk van de 4 ingediende aanvragen. Dat ligt ongeveer op hetzelfde niveau als in de voorjaars-ronde van SDE 2018.

SDE 2019
Wiebes stelt dat "verdere analyses van de najaarsronde betrokken zullen worden bij de vormgeving van de voorjaars-ronde onder de nieuwe regeling", SDE 2019 I. Over de contouren daarvan zal Wiebes eind dit jaar wederom een brief sturen naar de Tweede Kamer. Hier in zal ongetwijfeld ook het een en ander over de reeds aangekondigde "verbreding van de grondslag van de SDE+" worden gezegd. Die, zo is de grote vrees, ten koste zal gaan van het geld wat er "over" mag blijven voor daadwerkelijk uit te voeren duurzame energie productie projecten ...

Zie verder ook deel II met meer details over de aanvragen binnen de SDE 2018 II subsidie ronde.

Meer duurzame energie in najaarsronde SDE+ (15 november 2018, nieuwsbericht Min. EZK)

Kamerbrief over Verloop openstelling najaarsronde SDE+ 2018 (15 november 2018, kamerbrief, 5 pagina's)

Stand van zaken SDE aanvragen (RVO tabel SDE 2018 II)

Solar Magazine over aanvragen SDE 2018 II (15 november 2018)


 
^
TOP

12 november 2018: CertiQ september & oktober rapportages 3. Aanmaak, import en export van groencertificaten, warmte dossier. Dit artikel beschrijft de evolutie van de uitgifte en import / export van garanties van oorsprong (GvO's) voor duurzame elektriciteit en warmte, volgens de CertiQ rapportages over de maanden september en oktober 2018. Het was de afgelopen periode te druk voor snelle publicatie, vandaar deze "dubbele" beschouwing over die maanden. Voor de aparte analyses van de evolutie van gecertificeerde zonnestroom capaciteit, en productie, zie deel 1 voor september resp. oktober. En de nieuwe eindejaars-prognoses gebaseerd op de in die rapportages verschenen cijfers (sep. resp. okt. 2018). De unieke dynamische grafiek die de variërende contributie van GvO's voor elektra per land, voor import Nederland in toont, is weer bijgewerkt, met de 2 voornoemde nog "missende" maandrapport cijfers toegevoegd.

Import / export GvO's

Hier onder vindt u, voor beide maandrapportages, de import- en export staatjes voor GvO's van CertiQ, met de door mij berekende aandelen per optie (percentages in geel, bovenaan), en per land (idem in blauw/rood, rechts), t.o.v. de totalen aan geïmporteerde resp. ge-exporteerde GvO's.

Er is in september en oktober 2018 weer fors meer volume aan GvO's Nederland in ge-importeerd dan in augustus. Toen werd nog maar voor ruim 2.000 GWh aan groene papierwaren ingevoerd ter vergroening van grotendeels in Nederland geproduceerde en geconsumeerde grijze stroom. September zat daar met 3.023 GWh 51% boven. Oktober, met 3.907 GWh, liet zelfs een aanzienlijke >95% meer import zien. Ter vergelijking: in september 2017 was het volume vergelijkbaar als in augustus 2018 (2.000 GWh), dus dit jaar alweer de helft hoger. In oktober 2017 lag het niveau op 2.786 GWh, dit jaar ligt het niveau 40% hoger in die maand. Het beeld, zoals geschetst in een voorgaande update blijft overeind: er zijn kennelijk (fors) meer certificaten nodig uit het buitenland, dan een jaar geleden.


^^^
Tabellen zoals verschenen op 2 oktober 2018 (september rapportage), resp. 1 november 2018 (oktober rapport), op de CertiQ website. Percentages berekend door Polder PV.

De landen die als grootste GvO exporteur naar Nederland kunnen worden bestempeld wijzigden in het verleden vaak met de maand. In september was het inmiddels "the usual suspect", Italië (43% van totaal aan import GvO's voor Nederland), wat eerder dit jaar al 6 maanden achter elkaar de grootste contribuant bleek te zijn. Met als "uitzondering" Zweden in augustus. Een "nog oudere bekende", Noorwegen, deed het ditmaal weer goed, met 32,1%, en Spanje leverde nog eens 10,6%. Deze eerste drie landen namen in september maar liefst 86% van het totaal van de import van NL voor hun rekening.

In oktober kwam ditmaal relatieve nieuwkomer Spanje op de eerste plaats (bijna 35%), gevolgd door Italië (bijna 25%). Op forse afstand gevolgd door Zweden (bijna 8%). Ditmaal was het aandeel van deze eerste drie wat bescheidener op het totaal, bijna 68%.

In beide maanden werden GvO's geïmporteerd voor 4 getoonde energie modaliteiten, behalve geothermie. In beide maanden lagen certificaten afkomstig van windturbines wederom ver aan kop, 59-60%. In september was Italië grootste contribuant van windcertificaten (65%), in oktober Spanje (35%). 11-12 landen leverden, in sterk wisselende omvang, windcertificaten aan NL in die maanden. Waterkracht (hydropower) volgde wind met slechts 34 resp. ruim 30%. Met in september Noorwegen als verreweg de grootste contribuant (91% van totaal aan NL in geïmporteerde hydropower GvO's). In oktober was het Spanje (46%). 5 (sept.), resp. zelfs 8 (okt.) andere landen droegen redelijke (Frankrijk en Noorwegen in oktober), tot zeer kleine hoeveelheden bij aan het totaal volume waterkracht GvO's.

Opvallend is dat in beide maanden zonnestroom weer het op 2 na hoogste aandeel op het totaal had, 6,2 (sep.) tot zelfs 6,9% (okt.). Italië bleef hofleverancier (73% resp. 97%). Tsjechië deed met name in september een aardige duit in het "zonnezakje" (ruim een kwart van totaal aan zonnestroom GvO's voor NL).

Biomassa eindigde derhalve op de laatste plaats bij de aandelen, in beide maandrapportages. Slechts 0,8% in september, en 3,2% in oktober. Met name het aandeel van Italië in oktober was opvallend: ruim 81% van totaal in die maand. 3-4 landen droegen - meestal geringe - hoeveelheden biomassa certificaten bij t.o.v. de totale hoeveelheden GvO's "verscheept" naar NL.

In september droegen 13 landen bij aan de GvO import, Nederland in. In oktober waren het er zelfs 15. Duitsland, groene stroom kampioen van Europa, en lang bijna afwezig op het gebied van de verstrekking van GvO's aan de westerburen (toelichting in een vorige update), blijft op relatief bescheiden niveau "present", met 1,1 (sep.) tot 0,3% (okt.) van totale import GvO's voor ons land.

Het totaal volume van Nederland in geïmporteerde zon-GvO's, in september nog 187,3 GWh, was in oktober alweer 269,8 GWh. Dat zou, bij 2.910 kWh/HH.jr (plm. gemiddeld 243 kWh/HH.mnd), theoretisch bezien, in oktober ongeveer het stroomverbruik van bijna ruim 1,11 miljoen normaliter 100% "grijze stroommix" afnemende huishoudens kunnen hebben "vergroend". Dit volume komt nog eens bovenop de door de Martien Visser van Hanzehogeschool voor de energieopwek.nl en Energieakkoord websites berekende, plm. 0,9 PJ (equivalent aan ongeveer 0,25 TWh volgens het net verschenen maandrapport van EnTranCe, p. 13), wat in Nederland met eigen PV installaties zou zijn opgewekt in die maand. Totaal "eigen opwek" + "zonnestroom GvO import" in oktober: zo'n 520 GWh (sep. ongeveer 531 GWh), wat puur theoretisch bezien het stroomverbruik van ongeveer 2,1 miljoen huishoudens heeft kunnen vergroenen in die maand. Ook al trokken al die huishoudens de hele maand lang grijze stroommix uit hun vele stopcontacten.


Totale import GvO's

Absoluut bezien is de import van GvO's t.o.v. de voorgaande maand in september met 50% toegenomen naar 3 TWh, en in oktober nog eens 30% hoger dan in september (3,9 TWh). Maar dat is nog steeds fors minder dan de 6 TWh import in januari dit jaar.

In historisch perspectief bezien waren de - soms fors fluctuerende - totale import volumes aan GvO's per maand als volgt (jan. 2016 - oktober 2018):

Import per maand (TWh)
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
2016
5,0*
1,2*
2,6*
3,2*
2,9*
3,3
5,3
0,6
1,6
4,2
1,4
5,4
2017
4,2
4,3
4,4
2,7
2,2
1,9
2,8
<1,8
2,0
2,8
2,3
7,1
2018
6,0
3,3
4,1
2,3
2,2
2,5
3,7
2,0
3,0
3,9
   

* Tot en met mei 2016 waren hierin ook nog in NL aangemaakte certificaten die eerder Nederland uit ge-exporteerd werden en later weer werden ge-importeerd bij inbegrepen. Die zijn er vanaf juni 2016 uit gehaald door CertiQ, dus vanaf die datum alleen nog maar echt uit het buitenland afkomstige GvO's (certificaten gebaseerd op aldaar geproduceerde duurzame elektriciteit).

De 7,1 TWh aan import van groene papierwaren in "record maand" december 2017 is het equivalent van bijna 6% (!) van de fysieke jaarlijkse stroom consumptie in ons land (laatst bekend, voorlopig cijfer: 119,9 TWh in 2017). Om een andere vergelijking te gebruiken: die 7,1 TWh aan groene papier import was het equivalent aan een factor 1,8 maal de normale totale jaarproductie van kernsplijter Borssele. Ook al is het in de eerste tien maanden van 2018 fors lager (gemiddeld 3,3 TWh/mnd; in 2017 was het gemiddelde over het hele kalenderjaar, incl. record maand december, 3,2 TWh/mnd), de volumes blijven hoog. Dit heeft ongetwijfeld te maken met het rap "vergroenen" van bestaande (fysiek grijze) stroom contracten. Niet alleen bij burgers (die ontwikkeling is al jaren gaande). Maar vooral, bij het bedrijfsleven. En daar gaat het niet om maar een paar duizend kWh per jaar, maar al gauw om tienduizenden tot vele malen meer kilowatturen. Dan gaat het hard bij de "druk" op de beschikbare GvO's. En dus "moet" er massaal extra "groen" worden geïmporteerd. Want die tover je niet zomaar ineens uit je goochelhoed, zelfs al zijn de volumes "echt groen geproduceerde stroom van Hollandse bodem" aan het toenemen ...

In bovenstaande 2 taartdiagrammen de exemplaren voor september (links), resp. oktober 2018 (rechts). Met daarin de aandelen van de landen die GvO's "verscheepten" naar Nederland in de laatste 12 maanden inclusief genoemde maand. Italië, wat al langer de eerste plaats ten koste van Noorwegen heeft ingenomen, heeft weer stapsgewijs extra terrein veroverd sedert de status in augustus (26,1%). Het land zat eind september op 27,1%, en eind oktober alweer op 27,8% van het totaal (NB: dat was nog 16,9% in december 2017). Het aandeel record van mei dit jaar (26,3%), is daarmee ruimschoots verbroken.

Het aandeel van Noorwegen, in de juli 2017 rapportage voor het eerst niet meer het hoogste aandeel, is in september gestegen naar 16,6%, maar weer wat gedaald in oktober (15,7%).

Spanje heeft sedert haar late start, via 1,1% (januari 2016), een sterke evolutie doorgemaakt, en heeft haar nieuwe plek op de derde plaats verstevigd, met een nieuw historisch record aandeel van 14,5%.

Denemarken verloor verder terrein t.o.v. juli (12,5%), en kwam in oktober nog maar op 11,0%, al dicht in de buurt van het laagste niveau sedert juni 2016 (9,6%). Zweden ging aanvankelijk van 7,5% (januari 2016) naar 10,4% in oktober 2017, haalde Frankrijk in januari 2018 in (12,0%), maar zakte daarna gemiddeld genomen weer in, in oktober tot 9,1%. In juni 2016 was het aandeel nog 15,8%, die tijden lijken echter voorbij.

De andere landen zitten onder de 5% aandeel op het totaal. Frankrijk, wat in juni 2016 nog een aandeel had van 17,0%, is zeer ver terug gevallen naar 3,5% in september, en maar licht opgeveerd in oktober (3,8%). Daarmee kwam het onder Finland, wat ook verder inzakte tot nog maar 4,2%. België zakte ook weer iets naar 3,8% in sep.-okt. 2018 (een terugval van de 5,2% in november 2017). IJsland bleef stabiel op 3,1% (record tot nog toe jan. 2017, 4,2%). Estland bereikte een nieuw "record" aandeel van 1,7% in oktober. Europees groene stroom productie kampioen Duitsland bleef stabiel op 1,3%. Tsjechië en Ierland bereikten in september resp. oktober een nieuw hoogste niveau van 1,2% resp. 0,8%. Slovenië en Oostenrijk stabiliseerden op hun - lage - niveaus van juli-augustus. Kroatië bereikte weer net aan 0,1% in oktober.


Verschuiving GvO import naar land van herkomst

Het continue verschuiven in de verdeling van de GvO's over de landen had Polder PV in de januari bijdrage van 2017 voor het eerst grafisch al verder uitgediept. Zie aldaar voor de (statische) grafieken en toelichting. Sinds de februari rapportage van 2017 is Polder PV nog een stapje verder gegaan, door de resultaten in de loop van de tijd in de vorm van een dynamische grafiek te presenteren in alle opvolgende updates.

Polder PV heeft van de afgelopen 29 maandelijkse rapportages, waarbij Nederland als "zelf-importerend land" uit de basis cijfers is gegooid door CertiQ (sedert het juni 2016 rapport), een animatie gemaakt. Tsjechië, nieuw ingetreden bij CertiQ, is voor het eerst in de update van juli 2017 toegevoegd. Het filmpje is als een oneindige "loop" getoond, met een pauze aan het eind van de reeks. De rangschikking is met België telkens bovenaan beginnend (blauw), en kloksgewijs de landen volgorde alfabetisch afwerkend, via Italië onderaan (donkergrijs), uiteindelijk eindigend met Zweden (geel):



Voor een uitgebreide toelichting op de jaarcijfers van CertiQ, import, export, en "consumptie" van groene stroom certificaten in eigen land ("afboekingen"), zie de details in een vorige bespreking. Goed is in de animatie te zien dat Noorwegen haar langjarige leiders-positie in juli 2017 kwijt raakte aan Italië, en dat het aandeel van laatstgenoemde gemiddeld genomen verder is toegenomen. Dat Zweden haar aanvankelijk prominente plaats zag afzwakken in de loop van de tijd, en af en toe weer opflakkert of inzakt. Verder is goed de aanvankelijke groei, en later weer terugval van Denemarken en de opvallende groei van Spanje te zien als belangrijke nieuwe contribuanten aan de GvO import, Nederland in. Frankrijk, lang een significante GvO leverancier, fluctueerde fors qua absoluut aandeel en is de laatste maanden zeer ver terug gevallen.

In de afgelopen 12 maanden inclusief oktober 2018 werd volgens CertiQ voor een volume van maar liefst 42.272 GWh aan GvO's Nederland in geïmporteerd. Net als in het voorgaande maandrapport september (41.151 GWh) een toename t.o.v. de voorgaande maande, van 2,7%. Daarmee hebben we nu alweer een reeks van 6 maanden op rij dat de import is toegenomen. Over de afgelopen 22 maanden heb ik de wijzigingen in die import van een aaneengesloten periode van een jaar op een rijtje gezet (omvang import Garanties van Oorsprong, afgerond in TWh). Per maand is de verandering t.o.v. de voorgaande maand weergegeven, in procent. Tot en met oktober 2018 is er een behoorlijke hoeveelheid meer in die 12 maanden geïmporteerd, dan in de 12 maanden tm. oktober 2017: 42,3 t.o.v. 35,8 TWh, een stijging van maar liefst 18%. In 2018 is de omvang in 7 van de 10 nu bekende maanden, dat 12-maandelijkse import volume groter geweest dan in dezelfde referentie maand in 2017.

Import 12 mnd. (TWh)
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
2017
35,6
38,8
40,6
40,3
39,6
38,2
35,6
36,8
37,2
35,8
36,7
38,2
Wijziging
-2,2%
+9,0%
+4,6%
-0,7%
-1,7%
-3,5%
-6,8%
+3,4%
+1,1%
-3,8%
+2,5%
+4,1%
                         
2018
40,1
39,1
38,9
38,4
38,4
39,0
39,9
40,1
41,2
42,3
   
Wijziging
+5,0%
-2,5%
-0,5%
-1,3%
+0,05%
+1,6%
+2,3%
+0,5%
+2,7%
+2,7%
   

Fysieke productie

In de periode van 12 maanden tm. september 2018 werd er, met nog voorlopige cijfers voorhanden, slechts voor bijna 16,0 TWh fysiek aan eigen opwek (op eigen bodem, inclusief de Noordzee) van stroom uit hernieuwbare bronnen gerealiseerd. Een equivalent van slechts 39% van het volume aan import GvO's tm. september (41,2 TWh) werd in eigen land opgewekt. Zelfs al moet er nog het nodige volume aan fysieke opwek bijgeschreven worden in toekomstige updates, en stijgt de eigen opwek traag verder: het gat tussen eigen groene productie, en de import van GvO's voor het vergroenen van onze voornamelijk gas/steenkolen gevoedde stroommix, blijft onverminderd groot.

Export

De "detail" plaatjes voor de export van GvO's in september (bovenste) resp. oktober 2018 (onderste). Veel simpeler dan dat voor de import.

Na augustus, met relatief weinig export van GvO's Nederland uit (232 GWh), stegen de niveaus in september en oktober aanzienlijk, van 312 GWh (ruim 34% meer dan in augustus) tot zelfs 436 GWh (zelfs 40% meer dan in september). Ter vergelijking: in maart lag het volume op een nog veel lager niveau, 67 GWh. Voor de progressie in de loop van de tijd, zie de tabel hier onder.

Net als in augustus, mocht Noorwegen het overgrote deel van de groene papierwaren ontvangen van Nederland in de daar op volgende 2 maanden, 190 GWh (sep., bijna 61% van totale export), resp. 290 GWh (okt., 68% van totaal). Duitsland (23% resp. 28%), en België (16% resp. 4%) kregen de rest van de door Nederlandse leveranciers verhandelde export certificaten.

De verdeling over "soorten" GvO's was duidelijk verschillend. In september waren de windcertificaten in het buitenland gewild (71%), met biomassa slechts 28%. In oktober was de laatste categorie het populairst (52%), wind "deed" toen ruim 43%.

Zonnestroom certificaten hadden een gering aandeel in de export in september (2,4 GWh / 0,8%), maar in de zeer zonnige maand oktober werd weer, nadat in juli een eerdere record hoeveelheid van 20,1 GWh is vastgesteld, een nieuwe maximale hoeveelheid zonnestroom certificaten ge-exporteerd uit Nederland. Goed voor vergroening van 21,4 GWh stroom consumptie in het buitenland (aandeel 5% op totale export volume). Het onder stroomtekorten zuchtende België (grootste deel brakke nuke infra wegens diverse problemen in november off-line) mocht naast toegenomen fysieke stroom importen uit o.a. Nederland (tweet Martien Visser Hanzehogeschool), voor die extra fossiele import ook de nodige kostbare groene zonnestroom certificaten er bij kopen om nog een beetje schaamgroen over te kunnen komen in deze precaire periode (ruim driekwart van totale export PV certificaten, de rest ging naar Noorwegen).

Hydropower certificaten, in de export van juli nog een rol van betekenis hebbend, ontbraken in de maanden augustus tot en met oktober.

Onderaan in de tabellen / figuren het taartdiagram voor de laatste 12 maanden, waarbij het aandeel van Noorwegen weer wat is afgenomen. Het nam in de reeks vanaf november 2016 toe van 48% naar ruim 81% in december 2017. Daarna zakte het weer in, via 79% (januari) naar nog maar 65,5% in oktober (66,6% in september). Het aandeel van België daalde van 54% (oktober 2016) naar ruim 11% in december 2017. Daarna steeg het weer tot ruim 15% in het april rapport, en schommelde op en neer om in oktober te eindigen op 14,7% van totaal. Duitsland klom de afgelopen 12 maanden snel omhoog naar 19,7% van het totaal in oktober. De andere landen die ooit "iets" aan certificaten ontvingen van Nederland, hebben nog maar marginale tot nihil aandelen in dit 12-maandelijkse overzicht.

De ratio export / import van GvO's is in september en oktober 2018 (10,3 resp. 11,0%) iets lager dan het tot nog toe gevestigde record van 11,5% in augustus. Hoe deze - soms sterk wisselende - verhoudingen in 2018 en in het afgelopen jaar zijn geweest, toon ik in de volgende tabel (percentages berekend met aangegeven waarden, hoeveelheden weergegeven in Terawattuur; 1 TWh = 1.000 GWh). De import cijfers zijn uiteraard identiek aan die in de eerste tabel in dit artikel.

   
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Export per mnd. (TWh)
2017
0,27
0,19
0,004
0,08
0,11
0,12
0,11
0,28
0,24
0,19
0,29
0,68
Import per mnd (TWh)
 
4,21
4,31
4,36
2,73
2,16
1,90
2,81
1,75
2,00
2,79
2,29
7,06
Exp / Imp verhouding
 
6,4%
4,4%
0,1%
2,9%
5,1%
6,3%
3,9%
16,0%
12,0%
6,8%
12,7%
9,6%
                           
Export per mnd. (TWh)
2018
0,21
0,28
0,07
0,25
0,23
0,26
0,29
0,23
0,31
0,43
   
Import per mnd (TWh)
 
5,97
3,30
4,13
2,27
2,18
2,48
3,67
2,00
3,02
3,91
   
Exp / Imp verhouding
 
3,5%
8,5%
1,7%
11,0%
10,6%
10,5%
7,9%
11,5%
10,3%
11,0%
   

Over de laatste 12 maanden gemeten is het geaccumuleerde export volume tm. september resp. oktober 2018 3.285 GWh resp. 3.518 GWh geweest. Wat nog steeds een zeer bescheiden deel is t.o.v. de totale import van GvO's in dezelfde periode (41.151 GWh resp. 42.272 GWh; tweede tabel in dit artikel): 8,0%, resp. 8,3%. Dat was in augustus 8,0%, juli 8,2%, juni 7,9%, mei 7,6%, april 7,3%, maart 6,8%, februari 6,6%, januari 6,2%, december 2017 6,7%, november 4,8%, oktober 5,4%, september 5,2%, augustus 4,8%, juli 4,3%, juni 4,1%, mei 4,0%, april 3,7%, en in januari 2017 was het 4,2%. Dus zelfs al is die ratio gemiddeld genomen beslist wel, met kleine stapjes, verder gestegen: Nederland blijft, uniek in Europa, nog steeds massaal netto importeur van "papieren groenheid" op het gebied van (verduurzaming van) grotendeels fossiel opgewekte elektriciteit.


Warmte incl. thermische zonne-energie

In de separaat verschenen "warmte equivalent" maandrapporten van september en oktober blijken de aantallen projecten biomassa verwerkende installaties met 4 (sep.) resp. nog eens 7 (okt.), dus in totaal 11 exemplaren te zijn toegenomen, tot 299 stuks, eind oktober. Netto bezien gingen de wijzigingen in september en oktober bij biomassa gepaard met een totale capaciteit uitbreiding van 27,6 MWth t.o.v. eind augustus. Wat betekent, dat, gemiddeld (netto) genomen, er installaties zijn opgeleverd met een capaciteit van 2,5 MWth. Wederom kleine projecten, dus.

Geothermie kreeg in oktober een installatie er bij. Thermische zonne-energie voegde een installatie toe in september, en zelfs 3 in oktober. En kwam uit op hetzelfde aantal als bij geothermie: 18 projecten. Capaciteits-toevoegingen t.o.v. eind augustus waren 35 MWth voor het ene toegevoegde geothermie project, en maar liefst 16,4 MWth voor de 4 thermische ZE projecten. Die dus gemiddeld zo'n 4,1 MWth qua omvang moeten zijn geweest. In de grafiek van CertiQ, hier onder getoond, lijkt de grootste capaciteits-toevoeging in september te zijn opgetreden.


^^^
Grafiek voor de evolutie van (uitsluitend) gecertificeerde thermische zonne-energie projecten, getoond in de separaat van elektra
gepubliceerde warmte rapportage van oktober van © CertiQ. Bij een gestaag groeiend aantal projecten in de laatste maanden is een
opvallende toename van de geaccumuleerde thermische capaciteit te zien: die steeg van zo'n 5 MWth. in 1 keer door naar het 4-voudige volume.

Met alle (netto) toegevoegde projecten die warmte produceren uit hernieuwbare bronnen, komt bij de geaccumuleerde opgestelde thermische capaciteiten eind oktober 2018 de verdeling uit op 87,9% voor biomassa (2.424 MWth), 12,1% voor geothermie (335 MWth), en, ondanks de merkbare groei, nog een zeer klein aandeel voor thermische zonne-energie projecten (18 stuks, 20,4 MWth, 0,7% van totale gecertificeerde warmte capaciteit). NB: dit betreft uiteraard alleen de gecertificeerde (grotere) installaties. Er staat in Nederland natuurlijk veel meer zonnecollector capaciteit: zie de eind 2017 bijgewerkte statistiek van het CBS voor de kleine installaties tot 6 m², en de totale impact op de energie productie, in vergelijking met de evolutie bij PV (zonnestroom).

Voor korte bespreking van het grootste thermische zonne-energie project in Nederland, zie stukje in analyse van juni 2018. Er komen nog enkele andere grote projecten aan, diverse daarvan in de agrarische sector.

Productie "warmte uit HE bronnen"
De tot en met geregistreerde hoeveelheid (gecertificeerde) duurzame warmte, waarvoor ook door CertiQ "warmte GvO's" worden verstrekt, kwam over de laatste 12 maanden tm. aug./sep. 2018 (grafiek in oktober rapport) op een warmte equivalent van 4.348 GWh (th.). Weer 1,0% meer dan de 4.305 GWh in de september rapportage. Wat weer 2,8% meer was dan de 4.186 GWh in het augustus rapport. Er zit dus beslist progressie in genoemde hoeveelheden. En, gezien dit nog "relatief jonge" dossier, kan er nog een hoop daadwerkelijk geproduceerde energie bij gaan komen, omdat de rapportage verplichtingen vooral op het gebied van warmte complex zijn, en veel tijd kosten. Onder de door CertiQ getoonde progressie grafiek in het maand rapport staat dan ook een expliciete disclaimer, "De grafiek ... laat gedurende het lopende kalenderjaar ... altijd slechts het totaal van productiecijfers zien dat door CertiQ is ontvangen en vastgesteld". Genoemde hoeveelheid duurzaam geproduceerde warmte in de oktober rapportage (ruim 4,3 TWh th.), is in ieder geval energetisch bezien het equivalent van al bijna 27% van de 16,0 TWh (el.) die in de laatste 12 maanden tot en met oktober 2018 bij elektriciteit "duurzaam" werd geregistreerd volgens het al vele jaren lang lopende vergelijkbare dossier bij CertiQ.

(Voorgaande) analyses van maand rapportages CertiQ, door Polder PV:

2018:
Oktober 3 & September 3 (huidige artikel, focus op import/export GvO's, warmte)
Oktober 2 (bijstelling PV capaciteit prognose voor eind 2018)
Oktober 1 (focus op evolutie zonnestroom, nieuw registratie record van 120,5 MWp in 1 maand tijd)
September 2 (bijstelling PV capaciteit prognose voor eind 2018)
September 1 (focus op evolutie zonnestroom)
Augustus 3 (bijstelling PV capaciteit prognose voor eind 2018)
Augustus 2 (import/export GvO's, warmte)
Augustus 1 (focus op evolutie zonnestroom)
Juli 3 (bijstelling PV capaciteit prognose voor eind 2018)
Juli 2 (import/export GvO's, warmte)
Juli 1 (focus op evolutie zonnestroom, 1,1 GWp gecertificeerde PV capaciteit gepasseerd)
Juni 3 (eerste prognose PV capaciteit eind 2018)
Juni 2 (import/export GvO's, warmte)
Juni 1 (focus op evolutie zonnestroom, historisch record: gecertificeerde capaciteit zonnestroom passeert 1 GWp)
Mei 2 (import/export GvO's, warmte)
Mei 1 (focus op evolutie zonnestroom)
April 2 (import/export GvO's, warmte)
April 1 ((focus op evolutie zonnestroom, wederom nieuw registratie record van bijna 80 MWp in 1 maand tijd)
Maart 2 (import/export GvO's, warmte)
Maart 1 (focus op evolutie zonnestroom, registratie record van bijna 71 MWp)
Januari & Februari 2 (import/export GvO's, warmte)
Februari 1 (focus op evolutie zonnestroom, nieuw registratie record bijna 57 MWp)
Januari 1 (focus op evolutie zonnestroom)

2017:
Jaaroverzicht 2017 DEF. (volledige revisie; vervangt hier onder gelinkte oude, eerste versie)
Jaaroverzicht 2017 (eerste, voorlopige jaar rapport - intro resp. grafische uitwerking)
December 2 (import/export GvO's, warmte)
December 1 (focus op evolutie zonnestroom)
November 2 (import/export GvO's, warmte)
November 1 (focus op evolutie zonnestroom, bijna 650 MWp geaccumuleerde gecertificeerde PV capaciteit in databank)
Oktober 2 (import/export GvO's, warmte)
Oktober 1 (focus op evolutie zonnestroom)
September 3 (... majeure neerwaartse correctie van cijfers zonnestroom in eerste rapport vanwege fouten netbeheerder en onoplettendheid CertiQ !)
September 2 (import/export GvO's, warmte)
September 1 (focus op evolutie zonnestroom, spectaculaire, voorheen ongekende record toevoeging gecertificeerde PV capaciteit ... zie verder deel 3 !)
Augustus 2 (import/export GvO's, warmte)
Augustus 1 (focus op evolutie zonnestroom, wederom nieuw maandelijks productie record / GvO evolutie zonnestroom)
Juli 2 (import/export GvO's, warmte)
Juli 1 (focus op evolutie zonnestroom, nieuw maand record aantal netto toegevoegde PV installaties)
Juni 2 (import/export GvO's, warmte)
Juni 1 (focus op evolutie zonnestroom, nieuw maand productie record / GvO's zonnestroom)
Mei 2 ( import/export GvO's, warmte)
Mei 1 (focus op evolutie zonnestroom; doorbreking 500 MWp accumulatie, nieuw maand productie record)
April 2 (import/export GvO's, warmte / thermische zonne-energie)
April 1 (focus op evolutie zonnestroom; maandrecord uitgegeven aantal GvO's zonnestroom)
Maart 2 (import/export GvO's en warmte)
Maart 1 (focus op evolutie zonnestroom)
Februari 2 (import/export GvO's en warmte; primeur - dynamische weergave import GvO's)
Februari 1 (focus op evolutie zonnestroom)
Januari 2 (import/export GvO's en warmte)
Januari 1 (focus op evolutie zonnestroom; record toename capaciteit/mnd)

2016-2015: zie links onderaan november rapportage 2017; zie verder voor oudere artikelen overzichten via index (vrijwel altijd aan begin van de maand bespreking nieuwe CertiQ maandrapport)

Statistische overzichten CertiQ (extern)

Zie ook:

Meer zon, minder wind in oktober (extern, website Energieakkoord SER, bericht van 2 nov. 2018)


7 november 2018: Update projecten spreadsheet Polder PV: +740 nieuwe installaties, en record capaciteit (326 MWp) nieuwe zonnestroom genererende, grote projecten.

Polder PV heeft een nieuwe status update gepubliceerd van zijn >= 15 kWp PV projecten lijst van zonnestroom genererende installaties in Nederland, gedateerd 16 oktober 2018. Een nieuw record volume van 326 MWp aan nieuwe projecten is toegevoegd. De lange lijst bevat nu 7.190 grotere PV systemen, met een geaccumuleerde capaciteit van 1.177 MWp. Veel unieke details worden bediscussieerd, en veel grafieken getoond op een aparte projecten update web-pagina. Bijgewerkte specials laten de sterke schaalvergroting van de capaciteiten per jaar zien, geven details van de snel groeiende categorie grondgebonden zonneparken, en geven een identificatie van het grootste deel van de inventaris, met betrekking tot het type bedrijf of de organisatie op wier daken de PV generator is aangebracht.

Polder PV has published a new update of his >=15 kWp PV project list of solar installations in Netherlands, dated October 16, 2018. A new record volume of 326 MWp of new projects has been added. The long list now adds up to 7 190 larger PV installations, with an accumulated capacity of 1 177 MWp. Many unique details are discussed, and a lot of graphs presented in a separate project update web-page. Special graphs deal with the strong upscaling of capacities per year, segmentation of the growing population of ground-mounted solar parcs, and identification of the largest part of the inventory with respect to type of company or organisation on which premises the PV generator has been mounted.

Begin maart dit jaar verscheen de voorlaatste update van mijn snel uitdijende PV projecten sheet. Het heeft even geduurd voordat ik daar een vervolg aan kon geven. Het is extreem druk geweest dit - voor zonnestroom zonder meer record - jaar. Inmiddels heb ik weer een volledige analyse afgerond. En publiceer ik, tezamen met deze introductie, vandaag het laatste, wederom fors bijgewerkte overzicht van die enorme lijst, met peildatum 16 oktober 2018. De spreadsheet is weer hard gegroeid, met name wat nieuwe PV capaciteit betreft, wat, in navolging van het exemplaar gepubliceerd eerder dit jaar, een nieuw "bijschrijf record" laat zien. Sedert februari dit jaar heeft de webmaster van Polder PV weer 740 nieuwe (feitelijk, met paar twijfelgevallen) netgekoppelde projecten ingevoerd. Die bij elkaar een record extra capaciteit van 326 MWp toevoegen. Dat is 28% meer dan het voorgaande record (255 MWp in de feb. 2018 update). Het is een zoveelste duidelijk signaal, dat de schaalvergroting in de zonnestroom projecten markt in ons land al lang haar beslag heeft gekregen. In totaal stond er op de peildatum een capaciteit van 1.177 MWp aan grote(re) single-site PV projecten in het Polder PV overzicht, 7.190 afzonderlijke installaties omvattend. Dit nog exclusief de "multi-sites". Sedert 16 oktober zijn daar trouwens alweer de nodige nieuwe projecten bij gekomen, inclusief enkele zonneparken. Die worden in de volgende update in de nieuwe resultaten verwerkt.

De toevoegingen betreffen allemaal projecten, per stuk minimaal 15 kWp qua omvang. Waarbij de nadruk ligt op de grote installaties, waarvan velen een capaciteit hebben van vele tientallen tot enkele honderden kWp. En er inmiddels zowel de nodige rooftop projecten van enkele MWp-en, én diverse grote zonneparken zijn opgeleverd, die per stuk zelfs soms veel meer dan 10 MWp hebben toegevoegd aan het rap aanzwellende vermogen wat er het huidige (en ook vorig jaar nog) is bijgekomen. Het allergrootste deel van de nieuwe project toevoegingen en wijzigingen (80% van de capaciteit van de op datum herleidbare nieuwe entries) betreft nieuwe installaties voor 2018, 16% komt van toevoegingen aan 2017, 1,5% van late toevoegingen aan 2016. De rest (ruim 2%) betreft in eerdere jaren opgeleverde projecten ("late ontdekkingen") of nog niet op jaar van installatie te traceren capaciteit. Ruim 70% van de nieuw ingevoerde dan wel de qua omvang gewijzigde installaties heeft SDE subsidie (NB: dat is 96% van nieuw bijgeschreven / gewijzigde capaciteit). Grofweg een kwart daarvan betrof projecten met SDE 2014 beschikking (zowel aantallen als capaciteit). In de vorige update was het nog ongeveer de helft van het totaal aan nieuwe ingevoerde / gewijzigde SDE beschikte projecten, wat een SDE 2014 beschikking had. Wat aangeeft, dat de input vanuit die tot nog toe qua implementatie succesvolste SDE regeling, nu snel "opdroogt".

In een uitgebreide, separaat op de website gepubliceerde analyse, doe ik de details van het onderzoek van de spreadsheets voor u uit de doeken. Hierbij zijn ook de in de vorige update nieuw gepresenteerde grafieken die de enorme schaalvergroting van de projecten in de spreadsheets laten zien ververst (1 hier onder getoond). Evenals een nieuwe poging om segmentatie van de projecten per bedrijfs-type te visualiseren, voor een substantieel deel van de bekende projecten. Ook zijn 2 nieuwe versies van de grafieken over de ontwikkeling van grondgebonden zonneparken toegevoegd. Tevens wordt een update van de stand van zaken in mijn postcoderoos project overzicht getoond. Wat nog steeds een weliswaar groeiende, maar op het totaal bezien relatief lage impact makende hoeveelheid capaciteit laat zien.

Nieuwe versie van een van de in de februari 2018 update gepresenteerde nieuwe grafieken om de schaalvergroting in de realisaties van
grote PV projecten te illustreren. Voor uitleg bij deze grafiek, zie het onderdeel "schaalvergroting gevisualiseerd" van paragraaf 3;
"Inventarisatie PV projecten lijst Polder PV", in de detail analyse.

Hier onder enkele data highlights uit dat gedetailleerde overzicht. Alle data betreffen minimum afschattingen. In werkelijkheid is er al meer gerealiseerd. Er wordt immers beslist niet over alle opgeleverde projecten in de publieke ruimte gepubliceerd (of de informatie is moeilijk vindbaar).

Steeds vaker worden spectaculaire projecten opgeleverd in Nederland. Dit is momenteel het grootste dunnelaag project van Nederland, Groene Hoek bij Hoofddorp (Haarlemmermeer, NH, fase I). Met meer dan 125 duizend CdTe First Solar dunnelaag modules, en SMA omvormer stations (1 in beeld), en definitief opgeleverd in het eerste kwartaal van 2018. Polder PV fietste naar de officiële opening (persmomentje). Toen ook bekend werd gemaakt, dat het park door de in Utrecht zetelende ontwikkelaar SolarEnergyWorks was doorverkocht aan het Duitse investerings-huis Blue Elephant Energy. Toen werd ook gemeld dat het project, vanwege een tweede SDE subsidie beschikking, minstens 2 maal zo groot zal gaan worden. Fase I is opgenomen in de project categorie >= 15-30 MWp, in Polder PV's overzicht. Gefotografeerd door de webmaster van Polder PV, terug fietsend naar huis, na een onderhoudsdag in het aan de Polderbaan van Schiphol grenzende Bulderbos van Milieudefensie, juli 2018.

Enkele kerncijfers van de huidige PV projecten lijst van Polder PV (status 16 oktober 2018*):

Totaal op 16 oktober 2018 7.190 "single-site" PV projecten >=15 kWp per stuk opgenomen in overzicht Polder PV.

Dit totaal omvat 1.177 MWp aan opgestelde capaciteit. Van 71 MWp is netkoppeling nog niet definitief bekend ("pending").

Genoemde grote hoeveelheid projecten telt inmiddels bijna 4,7 miljoen zonnepanelen (alle typen, van zeer laag vermogen hebbend amorf-Si tot high-performance "klassiek" kristallijn).

In het overzicht zijn de "niet media-genieke" kleinere projecten tot en met 50 kWp flink ondervertegenwoordigd. In werkelijkheid zullen er véél meer van dergelijke projecten zijn gerealiseerd, maar wordt er niets (meer) over gepubliceerd.

Tellen we bij de single-sites ook nog de multi-site projecten en een categorie "onbekend", komen we in totaal voor de projecten-markt op een volume van 7.552 stuks met een totaal geaccumuleerde capaciteit van minimaal 1.286 MWp.
Inclusief multi-sites en een kleine categorie "onbekend", is het minimum totaal aan reeds gerealiseerde, SDE beschikte projecten in de projecten lijst inmiddels gegroeid naar 3.297 exemplaren met een gezamenlijke capaciteit van 985 MWp.

Tot nog toe zijn 1.664 projecten met (grotere) SDE 2014 beschikkingen geïdentificeerd (single-site, multi-site en "onbekend"), met in totaal 538 MWp aan capaciteit daadwerkelijk opgeleverd.

Dit betekent dat SDE 2014 tm. 16 oktober 2018 reeds voor minimaal 61% van de oorspronkelijk beschikte capaciteit (883 MWp) is gerealiseerd (zie ook eerder verschenen gedetailleerdere analyse op basis van oudere RVO update van juni 2018, voor de beschikte volumes was het toen nog 59%)

Voor de SDE regelingen zijn twee grafieken met uitsplitsingen per jaar-ronde gemaakt.

Updates zijn gepubliceerd van grafieken die de impact van de forse schaalvergroting op de PV-projectenmarkt illustreren aan de hand van de vermogens van de grootste 10 projecten (allemaal grondgebonden), en van de grootste 10 rooftop projecten.

Voor kalenderjaren 2015 en 2016 zijn inmiddels binnen uitsluitend de single-site projecten markt volumes gevonden van 137 MWp resp. 253 MWp (marktgroei in die jaren, in de projecten sheet van Polder PV)

Dit betekent dat t.o.v. de laatste afschattingen van de jaarlijkse marktgroei van PV door het CBS (2015 518 MWp, 2016 609 MWp), bovengenoemde volumes van alleen de single-site projecten voor die jaren, bekend bij Polder PV, aandelen zouden hebben gehad van 26%, resp. 42% op het totaal.

Het voorlopig gevonden volume is voor 2017 inmiddels al 278 MWp, met naar verwachting waarschijnlijk nog veel, momenteel nog niet bekend volume toe te voegen.

In de projecten lijst update van 16 oktober 2018 zijn inmiddels maar liefst 2.257 single-site installaties per stuk 100 kWp of groter opgenomen (vorige update: 1.797 projecten).

Het gezamenlijke vermogen van deze groep grote >=100 kWp installaties was al 970 MWp (status feb. 2018: 656 MWp).

Van deze installaties zijn reeds met zekerheid aan het net gekoppeld 118 stuks, elk met een omvang van 1 MWp of groter*.

Die 118 "grootste single-site installaties" hebben al een gezamenlijke capaciteit van 385 MWp (status feb. 2018: 221 MWp). Dat is 33% van de totale capaciteit bij de single-site projecten in de Polder PV spreadsheet.

Het grootste Nederlandse netgekoppelde PV project is in de 16 oktober 2018 update nog net aan Sunport Delfzijl, 30,8 MWp, ruim 116.000 panelen. Wat medio december 2016 is opgeleverd.**

De grootste nieuw toegevoegde installatie in 2018 is, tm. peildatum 16 oktober 2018, fase I van het dunnelaag zonnepark Groene Hoek oostelijk van Hoofddorp (Haarlemmermeer, NH), 15 MWp. Het werd uitgevoerd door ontwikkelaar SolarEnergyWorks (Utrecht), die het project heeft doorverkocht aan het Duitse investerings-fonds Blue Elephant Energy uit Hamburg.

Het systeem-gemiddelde vermogen van alle genoemde 7.190 single-site projecten is flink verder gestegen, van 132 kWp naar 164 kWp per installatie.

Verwacht wordt, dat in werkelijkheid de reeds gerealiseerde PV project volumes in Nederland zelfs nog behoorlijk groter zullen zijn (nog veel bronnen niet nageplozen, data achterstanden bij met name kleinere projecten, "gaten" in publieke informatie).

Het aantal op 16 okt. 2018 bekende, netgekoppelde grond-gebonden installaties >=50 kWp ("zonneparken sensu stricto") is opgelopen tot 102 stuks, met een gezamenlijke capaciteit van 309 MWp. In de feb. 2018 update waren dat nog 64 exemplaren met een gezamenlijke capaciteit van 167 MWp. Er is een duidelijke, sterke toename, van de opgeleverde capaciteiten van dergelijke grondgebonden, ook wel "vrije-veld" installaties (ook grafisch geïllustreerd).

In de detail analyse wordt uitgebreid ingegaan op diverse ratings, met de positie van de 12 provincies op het gebied van de grote(re) single-site PV projecten. De rating volgorde kan zeer verschillend zijn, afhankelijk van de gekozen parameter.

In absolute zin blijft Noord-Brabant, met 166 MWp (vorige update: 128 MWp), de provincie met de hoogste opgestelde "single-site project-capaciteit", met grote afstand tot de numero 2 (Noord-Holland, 135 MWp).

Bij het aantal grote(re) PV projecten per inwoner, is Flevoland met stip kampioen (108 projecten/100.000 inwoners).

Bij de gemiddelde capaciteit van grote(re) single-site PV projecten per inwoner tekent zich een duidelijke kopgroep af van 3 provincies: Flevoland, Groningen, resp. Friesland (208, 206, resp. 185 Wp/inwoner).

Kijken we naar opgesteld vermogen per oppervlakte eenheid per provincie, is inmiddels, na nogal wat positie wijzigingen in het verleden, Groningen kampioen met 405 Wp/hectare aan grotere single-site projecten.

In diverse provinciale ratings is Provincie Groningen sowieso gestegen of heeft ze haar positie op het gebied van capaciteits-parameters versterkt. Dit is wederom te wijten aan oplevering van diverse zonneparken. Vergelijkbare, doch minder sterke effecten zien we bij provincies Drenthe en Friesland.
Wederom is een segmentatie naar netbeheerder gemaakt. Enexis en Liander hebben de meeste projecten en capaciteit bij de grotere PV projecten, en lijken elkaar enigszins in evenwicht te houden. Stedin volgt op afstand op de 3e positie.
Een nieuwe statistische piketpaal is gezet: de agrarische sector is wat PV capaciteit betreft niet meer de grootste in ons land. De eerste positie is in de oktober 2018 update overgenomen door de sector "energievoorziening", waar onder grote zonneparken vallen. Deze heeft inmiddels 308 MWp in de projecten sheet van Polder PV, 28% meer volume dan de 241 MWp tot nog toe geteld in de agrarische sector (rooftop).
In het overzicht van Polder PV is reeds een volume van 985 MWp aan SDE beschikte single-site projecten te vinden. Met "multi-sites" en een kleine categorie "onbekend" meegerekend, staat er al zo'n 1.025 MWp aan projecten met SDE beschikking in de projecten lijst.
Binnen de SDE 2014 regeling is, wat opgeleverde capaciteit betreft in de spreadsheet van Polder PV, reeds 538 MWp gerealiseerd. Dat is 61% t.o.v. van oorspronkelijk beschikt volume (883 MWp), en 84% t.o.v. het in juni 2018 door RVO gepubliceerde overgebleven beschikte volume (excl. uitval), 642,5 MWp.
Er zijn naar beste weten van Polder PV al minimaal 161 relatief kleine postcoderoos projecten, een gezamenlijk volume van "slechts" 15 MWp hebbend, opgeleverd. Dat is qua geïmplementeerde capaciteit wel bijna een verdubbeling t.o.v. de vorige update. Het grootste project heeft nu een omvang van bijna 1 MWp (BuurtZon project Arnhem). Bovendien staat er een zeer groot volume van minimaal 305 stuks met een minimaal geplande capaciteit van zo'n 38 MWp klaar in de map "pending".

Het aantal plannen voor grote(re) PV projecten blijft sowieso onverminderd (en extreem) hoog. Er staat 6,9 GWp aan in pers / nieuwsberichten "benoemde" projecten klaar in een separate spreadsheet "pending" bij Polder PV. Daarvan lijkt minimaal een volume van 3,2 GWp aan specifiek benoemde lokaties meer of minder "serieus" en in meer of minder gevorderd plan- of bouw stadium te zijn. Deels vanwege de aanwezigheid van SDE beschikkingen, deels vanwege "zonder meer haalbare rooftop" potentie.

Onderdeel van die enorme portfolio "pending" is een verzameling van al 179 grondgebonden PV projecten met reeds verzilverde SDE beschikkingen, met een gezamenlijke capaciteit van 1,5 GWp. NB: dit is nog exclusief het tijdens publicatie van deze analyse nog niet bekende, te verwachten volume wat uit SDE 2018 ronde II ("najaars-ronde") moet gaan komen.

Er is dus een blijvende, zeer hoge potentie, om de Nederlandse zonnestroom markt zeer hard verder te laten groeien. Ook / mede op het gebied van de grote projecten markt.

* In deze update van 16 oktober 2018 zijn geen recentere projecten opgenomen, of projecten waarvan na die update datum duidelijk is geworden, dat ze reeds zijn opgeleverd. Er zitten maar liefst 5 (!) grote grondgebonden zonneparken bij, waar onder Scaldia in Vlissingen-Oost (zie tweede voetnoot hier onder). En 2 grote rooftops, waarvan 1 van 1,1 MWp, een eerste fase van een groot project op een winkelcentrum in noord Nederland, wat eerder dit jaar reeds blijkt te zijn opgeleverd. Vrijwel dagelijks worden nieuwe opgeleverde projecten gemeld, of oudere, voorheen nog niet bekende installaties, getraceerd. En opgenomen in de grote projecten sheet.

** Sunport is inmiddels "verdrongen" door een nog groter project van dezelfde initiatiefnemer (Hans Hoven), Scaldia, op de grens van Vlissingen en Borsele, in het industriegebied oostelijk van Vlissingen in Zeeland (54,5 MWp, zie details op nieuwe project pagina van bouwer ib vogt). Dit project werd 1 november 2018 officieel geopend, en zal in een volgende update van de Polder PV spreadsheet in de cijfers worden opgenomen.

Voor uitgebreide toelichting op deze grafische abstract van mijn bijgewerkte single-site PV-projecten overzicht, diverse andere tale-telling grafieken, en een diepgaande bespreking van diverse zaken rond deze materie, zie de gedetailleerde analyse.

Herhaalde oproep. Mede gezien de omvangrijke markgroei potentie, en problemen met het snel helder krijgen van opgeleverde volumes aan PV projecten: levert u s.v.p. informatie aan Polder PV over de door u reeds opgeleverde >=15 kWp PV projecten in Nederland. Waarvoor dank!

Oproep bijdrage project lijsten

Mocht u Polder PV willen helpen om de grote projecten sheet >= 15 kWp verder te vervolmaken, stuurt u dan s.v.p. een e-mail om uw eventuele contributie kenbaar te maken. Wat niet reeds publiek is gemaakt, zal beslist niet door mij aan derden worden doorgegeven of met naam en toenaam worden geopenbaard. Eventueel verstrekte project gegevens blijven geheim, tenzij expliciet anders aangegeven. Polder PV is bereid om een Non-Disclosure Agreement te ondertekenen, mocht dat gewenst zijn. Met grote dank voor uw hulp.

Verder s.v.p. lezen op de uitgebreide pagina met detail gegevens over Polder PV's zonnestroom projecten data voor Nederland. Met nog veel meer grafieken (provincie niveau, netbeheer verdeling, solarparken, schaalvergroting effecten, etc.):

PV projecten >= 15 kWp

Stand van zaken grote PV projecten overzicht van Polder PV dd. 16 oktober 2018

 


 
^
TOP

2 november 2018: CertiQ oktober rapportage 2. Nieuwe prognose eindejaars-volume 2018. Op basis van de eerste pogingen van Polder PV om het mogelijk geaccumuleerde gecertificeerde PV volume bij CertiQ voor eind 2018 af te schatten, en de net bekend geworden - record - cijfers voor oktober, doe ik in dit artikel een nieuwe poging tot een betere voorspelling. Voor de eerste 4 exemplaren zie artikelen van 6 juli, 23 augustus, 7 september, en 3 oktober jl.

Net als bij de eerste pogingen n.a.v. de juni, juli, augustus, en september rapportages, heb ik op basis van de nieuwe toevoeging voor oktober zowel een rechtlijnige (zwart), als een (best-fit 6e graads) polynoom (rood) trendlijn uitgezet. Eerstgenoemde, die door de begin- en eind-waarden van de snelle groei periode is getrokken (juni 2015 resp. oktober 2018), geeft een "logische minimum waarde" van, eind 2018, grofweg zo'n 1.430 MWp. Minimum, omdat er een enorme groei versnelling in die periode heeft plaatsgevonden, zoals weergegeven door de gele kolommen (= data uit maandrapportages CertiQ). Een "logischer" curve is de best-fit 6e graads polynoom (berekend door Excel), die bij gecontinueerde (doch niet "zekere") trend, uit zou komen op een "maximale" waarde van zo'n 1.535 MWp, eind 2018. Beide volumes zijn wederom hoger dan geprognosticeerd op basis van de eerder verschenen cijfers voor augustus.

Om aan de voorzichtige kant te blijven, nemen we het midden tussen deze twee uitersten als voorlopige nieuwe extrapolatie voor het te behalen geaccumuleerde volume aan gecertificeerde capaciteit bij CertiQ. Polder PV verwacht nu dus (minimaal) grofweg zo'n 1.480 MWp capaciteit in de boeken bij de TenneT dochter, eind dit jaar. Als ook de - nog zeer onzekere - prognose voor het totale volume van de Nederlandse markt er naast wordt gelegd (voorlopig minimaal 1,5 GWp jaargroei, en eind 2018 mogelijk zo'n 4,4 GWp accumulatie, op basis van extrapolaties vanuit cijfers QIII Alliander), zou dat kunnen betekenen dat het aandeel van CertiQ (bijna gehele volume: SDE gesubsidieerd) op het totaal van die accumulatie mogelijk al tegen de 34% zou kunnen gaan worden, eind dit jaar (zeg maar ruim een derde van totale volume). Of dat ook uit gaat komen, zullen we t.z.t. wel zien, als alle cijfers min of meer als "definitief" kunnen worden beschouwd. Er kan beslist nog het een en ander aan die uitgangs-data gaan veranderen. Zie dit s.v.p. dan ook als een "denkrichting", en niet als een betrouwbaar eind resultaat.

CertiQ jaargroei in 2018 mogelijk al richting de helft van nationale volume ?
Uitgaande van de bijgestelde eindejaars-capaciteit voor 2017 in het revisie rapport van CertiQ, 729 MWp, zou een - minimaal - EOY volume van 1.480 MWp eind 2018 kunnen leiden tot een jaargroei van - minimaal - 751 MWp in 2018. Maar aangezien oude maandrapport cijfers door CertiQ in het verleden altijd later opwaarts zijn bijgesteld, zal het zeer waarschijnlijk worden, dat het gecertificeerde eindejaars-volume zal verdubbelen t.o.v. dat van eind 2017. En zal de jaargroei bij CertiQ, nog slechts 303 MWp in 2017, mogelijk zelfs al zo'n 2 en een half maal zo groot gaan worden in 2018. Dit gaat onherroepelijk betekenen, dat het aandeel van het nieuwe gecertificeerde volume bij CertiQ al rap richting de helft zal kunnen gaan van de totale jaargroei van alle zonnestroom capaciteit in Nederland. Hoe dat uiteindelijk zal gaan uitpakken, zal sterk afhangen van de later bij te stellen, nog lang niet bekende "definitieve cijfers".

In onderstaande tabel de verschillen tussen de EOY 2018 prognoses zoals gedaan op basis van de maandrapportages van juni tot en met oktober 2018.

trendlijn extrapolaties CertiQ PV volume EOY 2018 (MWp)
Juni
2018
Juli
2018
Augustus 2018
September 2018
Oktober 2018
 
Verschil juni - juli (MWp)
Verschil juli - aug. (MWp)
Verschil aug. - sep. (MWp)
Verschil sep. - okt.
(MWp)
 
Verschil juni - okt. (MWp)
Verschil juni - okt. (%)
rechtlijnig
1.180
1.225
1.280
1.325
1.430
 
45
55
45
105
 
250
+21,2%
polynoom
1.425
1.470
1.490
1.505
1.535
 
45
20
15
30
 
110
+7,7%
gemiddelde
1.303
1.348
1.385
1.415
1.480
 
45
37
30
65
 
177
+13,6%

Aan de resultaten in bovenstaande tabel is te zien dat er alweer een opwaartse bijstelling van 21,2% voor de rechtlijnige extrapolatie, 7,7% voor de verwachting op basis van een polynoom trendlijn, en 13,6% voor het gemiddelde van die twee trends is geweest, tussen de voorspellingen gedaan op basis van de cijfers in de juni resp. oktober rapportages.

In een volgende update zal ik uiteraard weer een nieuwe, bijgestelde prognose gaan doen. Deze zal "steeds beter" worden, omdat een steeds langere data reeks aan de basis zal staan van de berekende trendlijnen, en het niet in de lijn der verwachtingen ligt dat er op korte termijn serieuze trendbreuken in de historische evolutie zullen ontstaan. Bovendien hebben we inmiddels natuurlijk nog maar 2 maand rapportages te gaan, dit jaar. Én de wetenschap, dat CertiQ later, reeds gepubliceerde jaarcijfers altijd heeft aangepast. En wel: in opwaartse richting. Zie daarvoor ook de paragraaf "Eerdere prognose PPV voor jaargroei 2018 wellicht nog 'te conservatief' ?" in de eerste publicatie van Polder PV n.a.v. het recent verschenen augustus rapport.

CertiQ rapportage bespreking oktober 2018 - 1: zonnestroom
Prognoses evolutie CertiQ capaciteit 2018 - 2: juni, juli, augustus, september, oktober (huidige artikel)
CertiQ rapportage bespreking oktober 2018 - 3: garanties van oorsprong

Brondata: CertiQ, uitwerking: Polder PV



2 november 2018: CertiQ maand rapport oktober 2018 - nieuw & spectaculair record toegevoegde capaciteit in 1 maand: 120,5 MWp. De laatste maand rapportages voor oktober 2018 zijn gisteren al gepubliceerd door TenneT dochter CertiQ. Wederom is een historisch record gevestigd. Bij een netto toevoeging van 241 nieuwe PV projecten, werd een spectaculair volume van maar liefst 120,5 MWp nieuwe gecertificeerde zonnestroom capaciteit toegevoegd binnen 1 maand tijd. Daarmee werd begin november al een geaccumuleerde, gecertificeerde capaciteit bereikt van 1.370 MWp. In dit artikel de grafische en numerieke weergave van deze opvallend hoge progressie, als vanouds elke maand voor u samengesteld door Polder PV.

In het op 1 november dit jaar over de maand oktober gepubliceerde maandrapport van TenneT dochter CertiQ worden de volgende data gepresenteerd in historische context.

Wat de maandelijkse toevoegingen (of: tijdelijke afnames) van aantallen installaties betreft in bovenstaande grafiek, rode curve, met als referentie de rechter Y-as, zijn er in oktober "netto" 241 nieuwe PV projecten bij gekomen (september rapport 189, in oktober dus weer een forse 28% meer). Dat ligt nog steeds ver onder het opvallende maand record van (netto) 445 nieuwe PV projecten in juli 2017, maar wat voortschrijdend gemiddelde per kalenderjaar betreft zit er beslist al langer weer een stijgende lijn in, in 2018. In 2016 was dat bij de (deels verouderde) maand rapportages nog gemiddeld 105 nieuwe projecten per maand, in 2017 158, en het gemiddelde in de eerste 10 maanden van 2018 ligt inmiddels op 203 stuks per maand. Overigens worden zowel de aantallen als de capaciteiten later in jaarlijkse revisies bijgewerkt. Voor de kort geleden verschenen update voor 2017 lag deze op gemiddeld 143 nieuwe installaties per maand (1.717 nieuwe installaties in 2017). 9,5% lager dan uit de oorspronkelijke maand rapportages afgeleid kon worden.

De accumulatie is te zien aan de gele curve in bovenstaande grafiek (referentie: linker Y-as) die, na het "plateau" in 2013-2015, de laatste 3 jaar weer opvallend is gaan stijgen. De curve geeft eind oktober 2018 een accumulatie van 16.459 gecertificeerde PV projecten in de database van CertiQ (gemarkeerd data punt rechts bovenaan). De 15.000 stuks werd, zoals al in een vorige analyse voorspeld, in april dit jaar overschreden.

Zie ook de volgende grafiek voor de trends per jaar bij de aantallen installaties / projecten, op basis van de maand rapportages. NB, voor alle CertiQ data geldt: Netto effect = aantal bijschrijvingen minus het aantal uit de CertiQ databank verwijderde PV-projecten per maand.

Grafiek met de variatie in de (netto) groei van de aantallen installaties per maand (rapport) bij CertiQ. De fluctuaties kunnen fors zijn. Het gemiddelde installatie niveau is sedert 2011 behoorlijk terug gevallen, werd in de grafiek door de her-registratie operatie in 2013-2015 flink vertroebeld, maar trekt zeker het laatste jaar weer aan. De eerste tien maanden van 2018 laten weer een behoorlijke maandelijkse groei van de aantallen nieuwe registraties zien. In oktober kwamen er netto weer 241 projecten bij. Wat het gemiddelde tot en met die maand voor 2018 op 203 projecten per maand brengt. Op basis van de maand rapportages waren dat voor de afgeronde kalenderjaren 2016 en 2017 105 resp. 158 stuks per maand (bijpassende gekleurde horizontale stippellijnen).

Dat er weer "aardige" groei volumes van de aantallen bij CertiQ geregistreerde projecten zijn te zien is voor een aanzienlijk deel te wijten aan de lopende realisaties van omvangrijke volumes onder de diverse SDE "+" regelingen beschikte PV projecten (voor overzicht beschikkingen en "officiële" realisaties, zie meest recente analyse van RVO cijfers van 8 juni jl.). De grootste groei zit hem echter niet in het "aantal" installaties, maar met name in de opgestelde productie capaciteit, wat daarmee wordt ingebracht. Dat stijgt ronduit spectaculair, zoals we hier onder weer zullen zien. Dat heeft alles te maken met het feit dat het om (gemiddeld en absoluut) véél grotere PV projecten gaat dan wat enkele jaren geleden "gebruikelijk" was voor Nederland. Hier bovenop zijn de nu daadwerkelijk fysiek gebouwde grondgebonden zonneparken gekomen. Die stuk voor stuk bij CertiQ worden aangemeld - en die met hun enorme capaciteit volumes in de databank worden opgenomen.


Voetnoot bij grafiek: de cijfers voor sep. 2017 zijn na vragen van Polder PV door CertiQ aangepast. Voor de reden, zie analyse herziening september 2017 rapportage !

In vergelijking met de groei van de aantallen nieuw geregistreerde gecertificeerde PV projecten (vorige grafiek), gaat het bij de netto toegevoegde capaciteit al een tijdje echt om substantieel grotere volumes dan wat we in eerdere jaren hebben gezien. Het verloop van de kolommen in 2018 is sterk verschillend van de situatie bij de "aantallen" projecten! Voor 2018 (paarse kolommen) heb ik voor het vierde jaar op rij alweer een nieuw capaciteits-bouw record voorspeld voor de totale Nederlandse markt. O.a. tijdens de informele winter-sessie van SolarPlaza, en recent nog in artikelen in Energeia, bij SolarPlaza / The Solar Future, en, tot slot, n.a.v. de halfjaar cijfers voor 2017 bij de grootste netbeheerder, Alliander (analyse met prognose). Het was derhalve niet vreemd dat ook in de sub"markt" van het CertiQ dossier, het ene na het andere record of hoge volume werd gepubliceerd door CertiQ. Met april tot nog toe record houder, met netto 79,6 MWp toegevoegd.

Weer een record
Dat oude, "respectabele" record kan, zoals u ziet, inmiddels linea recta naar de prullenbak. Als de CertiQ staf haar werk correct heeft gedaan, en het volume voor oktober 2018 blijkt geen elementaire ingave fouten van 1 (of meer) netbeheerder(s) te bevatten (zoals helaas, eenmalig, geschiedde in september 2017), heeft afgelopen maand de uitkomst voor april verpulverd. Er werd maar liefst netto 120,5 MWp toegevoegd in oktober! Dik 51% meer volume dan in april. Het is goed om te beseffen, dat deze enorme hoeveelheid, toegevoegd in een maand tijd, het equivalent is van het sedert 1990 geaccumuleerde totale vermogen aan PV in heel Nederland, ongeveer medio 2010 (zie grafiek CBS data). Dit kan alleen maar veroorzaakt zijn door de toevoeging van diverse grote zonneparken in combinatie met meerdere grote rooftop projecten in de database van CertiQ. Polder PV heeft in zijn projectensheet voor de afgelopen 2 maanden zo'n 130 MWp aan zeer grote projecten (per stuk groter dan 1 MWp) bijgeschreven als opgeleverd. Het is bovendien bekend dat er nogal wat administratieve vertragingen bij ingave procedures kunnen optreden. Het is dus goed mogelijk dat een substantieel deel van genoemd volume van 130 MWp (pas) in oktober bij CertiQ kan zijn bijgeschreven. En mogelijk zelfs nog volume van nog eerder aan het net gekoppelde grote projecten, vroeger dit jaar. Zeker weten doen we dat niet, CertiQ verstrekt immers geen info over individuele projecten.

In de eerste 10 maanden van 2018 is nu door CertiQ in de maand rapportages maar liefst 698,1 MWp netto nieuwe gecertificeerde PV capaciteit gerapporteerd. Dat was in 2017, in dezelfde periode, nog slechts 218,9 MWp, dus dat is dit jaar al een factor 3,2 maal zo hoog, met nog 2 maand rapportages te gaan! Genoemd volume voor de eerste 10 maanden in 2018 is zelfs al een factor 4,5 hoger dan de 156,6 MWp in die periode in het jaar 2016. De groei in het opgeleverde project vermogen gaat onvervaard door, dat mag duidelijk zijn. Eerder al werden de spectaculaire groei cijfers in het eerste halve jaar voor de jaren 2010-2017 in de rapportage voor juni 2018 door mij grafisch weergegeven. Deze gaven al zeer duidelijk weer, dat 2018 een ongekend record jaar zou gaan worden met betrekking tot de projecten markt. In de tweede jaarhelft lijkt die groei nóg groter te gaan worden.

Eerdere prognose PPV voor jaargroei 2018 wellicht nog "te conservatief" ?
Als we de maand rapportages voor het volledige kalenderjaar 2017 bij elkaar optellen, komen we uit op een toegevoegd jaar volume van 273,4 MWp. Echter, uit de recent gepubliceerde gecorrigeerde volumes in het gereviseerde jaar rapport van CertiQ (EOY 2017: 729,1 MWp), is, gecombineerd met het bijgestelde EOY volume voor 2016 in een voorgaand revisie rapport (426,0 MWp), een nieuwe jaargroei van alweer 303,1 MWp vast te stellen. Dat ligt dus bijna 11% boven het volume opgeteld vanuit de maand rapportages. We moeten er dus van uitgaan, dat een dergelijke - forse - opwaartse bijstelling ook voor 2018 en later zal gaan gelden. Ergo: de volumes in de maand rapporten zijn absolute minima, die later nog stevig omhoog zullen worden bijgesteld. Het is belangrijk om te beseffen dat hedendaagse prognoses op basis van dit soort voortschrijdende rapportages dus altijd minimum inschattingen zijn !

De nog te verwachten opwaartse bijstelling, tezamen met bovengenoemd spectaculair volume van al bijna 0,7 GWp aan (vrijwel uitsluitend) gerealiseerde nieuwe SDE "+" PV projecten, gedocumenteerd door CertiQ, met nog 2 maanden te gaan dit jaar, én der ver voortgeschreden bouw van diverse (grote) zonneparken, sterkt mij in mijn overtuiging, dat voor de totale Nederlandse markt anderhalf GWp groei in 2018 beslist géén spectaculaire of "overspannen" prognose is. En wellicht zelfs nog iets aan de conservatieve kant zou kunnen zijn.

Gemiddelde groei per maand naar hoog niveau
Het maandelijkse gemiddelde van januari - oktober 2018, 69,8 MWp/mnd (paarse stippellijn in de hierboven weergegeven grafiek), alweer fors verder gestegen t.o.v. het gemiddelde tm. september (64,2 MWp/mnd), komt hiermee ver (206%) uit boven het maandelijkse gemiddelde voor 2017, (bijna 22,8 MWp/mnd, groene stippellijn). Het gemiddelde over 2016 (rose stippellijn) lag nog veel lager, rond de 16 MWp/mnd, zo'n 30% minder dan in 2017. De reden dat de volumes tot en met oktober 2018 weer zo hoog liggen, kan haast niet anders liggen aan het feit dat er, naast de "reguliere", nu al regelmatig gerapporteerde grote SDE rooftop projecten, waarschijnlijk al diverse zeer grote, grondgebonden installaties doorgedrongen moeten zijn tot de CertiQ databank.

Gemiddelde capaciteit PV projecten oktober 2018
Als we uitgaan van "relatief weinig uitstroom" uit de CertiQ bestanden, en de maandelijkse netto toevoeging van 241 nieuwe installaties, met genoemde 120,5 MWp netto nieuwe capaciteit combineren, zou hier uit resulteren dat een "netto nieuw toegevoegd project" in de oktober 2018 update een gemiddeld systeem vermogen zou hebben van zo'n 500 kWp per stuk. Ook dat is alweer een nieuw record in de afgelopen drie jaar. Aangezien het hier om een gemiddelde gaat, zitten er natuurlijk ook (veel) grotere projecten bij, zoals de ook in oktober waarschijnlijk bijgeschreven, meerdere zonneparken op de grond, en waarschijnlijk ook de nodige grote rooftop projecten. Die per stuk al enkele megawattpieken groot kunnen zijn tegenwoordig.

Voor het overige blijven er stapsgewijs grote grondgebonden zonneparken opgeleverd worden, er staat een enorme capaciteit klaar, deels al met SDE beschikking, in mijn pending lijst. Zie ook mijn recente analyse van alle "veldopstelling" projecten bekend binnen de SDE regelingen. Naast de paar grote grondgebonden installaties verschijnen ook regelmatig kleinere veld projectjes, die, wat hun opgestelde capaciteit betreft, nauwelijks opvallen tussen de talloze rooftop systemen. Al dit soort grotere PV projecten stuwen de maandgemiddeldes inmiddels flink omhoog. Als ze tenminste als "administratief opgeleverd" in de betreffende maand worden opgenomen in het CertiQ register. Daar kan beslist een vertraging van een maand, of wellicht zelfs langer in zitten. Dit is voor het publiek echter "onzichtbare materie". We kennen immers in het geheel geen verplichte publieke registratie zoals in Duitsland, waar zelfs de inbedrijfstellings-datum openbaar wordt gemeld (die is immers doorslaggevend voor het betreffende feed-in tarief wat die installaties gaan krijgen) ...



Na het bereiken van de halve GWp aan gecertificeerde zonnestroom capaciteit in het rapport van mei 2017 ging de groei verder, en na de heftige "correctie" t.a.v. het september rapport, op een behoorlijk consistent, gemiddeld hoog niveau in de laatste maand rapportages. In het juni rapport werd eindelijk de eerste "Gieg" in de CertiQ annalen bereikt voor zonnestroom capaciteit. De eerste negen maanden van 2018 gaven bovenop die recente trend weer een zeer flinke - record - "boost" te zien. En oktober deed er nog eens een flinke schep bovenop, met een record nieuw volume toegevoegd aan de al grote hoeveelheid megawatten die eerder werd ingeschreven. De Y-as van deze grafiek werd gaandeweg diverse malen aangepast.

De enorme versnelling in het CertiQ dossier, sedert de nazomer van 2015 (juni: 129,5 MWp), is kristalhelder in deze al jaren door Polder PV geactualiseerde grafiek. De gecertificeerde PV capaciteit, bij CertiQ in januari nog slechts de zevende "100 MWp piketpaal" gepasseerd, ging met de aanzienlijke toevoeging in oktober dit jaar al naar ruim 1.370 MWp. Een factor 62 maal het volume eind 2009 (22 MWp). En al 10,6 maal het volume in juni 2015 (129,5 MWp), vlak voordat de hoge groei bij CertiQ manifest werd. De tussenpozen tussen het bereiken van een nieuwe "100 MWp" grens bij de geaccumuleerde gecertificeerde PV capaciteiten zijn de afgelopen drie jaar in ieder geval steeds korter geworden. Ik heb, vanwege de forse groei, deze in de grafiek sedert het rapport van augustus vervangen door "piketpalen" voor het bereiken van, telkens, 200 MWp aan volume groei. Evident is, dat de afstanden tussen de vertikale blauwe stippellijnen bij het bereiken van een nieuwe hoeveelheid van 200 MWp (ook) steeds korter zijn geworden.

En er zal nog heel veel op bovenstaande gaan volgen, gezien de grote hoeveelheid SDE beschikkingen die er op het vlak van zonnestroom al eerder zijn afgegeven door RVO. Verhevigd door de enorme toevoeging van de eerste SDE 2017 ronde (4.386 beschikte projecten met een nieuwe record omvang van 2.354 MWp, analyse Polder PV hier). De in mei dit jaar gepubliceerde extra hoeveelheid van de najaars-ronde in dat jaar (nog eens 3.945 toegekende projecten, totaal volume 1.911 MWp). En de inmiddels bekende resultaten voor de eerste ronde voor SDE 2018 (beschikt 3.774 projecten, met 1.710 MWp, zie hier). We mogen hopen dat de "tweede GWp" bij CertiQ binnen veel kortere tijd gehaald zal gaan worden dan de eerste.

De rode lijn in de grafiek is de "best match" bepaald via Excel, met een 5e graads polynoom trendlijn.



Systeemgemiddelde capaciteit
Met de aanhoudend forse groei van de accumulatie van (gecertificeerde) zonnestroom capaciteit, blijft ook de gemiddelde projectgrootte nog steeds sterk groeien in de cijfers van CertiQ. Zoals weergegeven in bovenstaande grafiek, met een "best fit" 4e graads polynoom als trendlijn (rood). Het systeemgemiddelde nam afgelopen maanden verder sterk toe, van 46,6 kWp (eind december 2017) naar 83,2 kWp gemiddeld voor alle eind oktober 2018 bij CertiQ bekende (grotendeels SDE-gesubsidieerde) projecten. Dit is een factor 14,3 maal het gemiddelde begin 2010. En is al een factor 5,5 maal zo hoog dan de minimum omvang waarvoor een SDE "+" project sedert SDE 2011 (volgens wettelijk voorschrift) wordt geaccepteerd door RVO (15 kWp, blauwe stippellijn). Een minimum wat mogelijk binnenkort "opgetrokken" gaat worden voor nieuwe aanvragen onder SDE 2019 (zie bespreking kamerbrief Min. Eric Wiebes, onder SDE 2018 II geldt nog de bestaande ondergrens van 15 kWp).

De gemiddelde systeemgrootte van de netto toevoegingen in de oktober rapportage lag, zoals gebruikelijk, op een nog véél hoger niveau, 500 kWp. Dit hoge niveau wordt structureler, omdat er steeds meer zeer grote (druppelsgewijs ook grondgebonden) projecten worden opgeleverd. Het gemiddelde van de - spectaculaire - toevoegingen in de eerste 10 maandrapporten van 2018 lag ook op een hoog niveau van 349 kWp.

Dat het in de grafiek getoonde gemiddelde voor alle geaccumuleerde projecten bij elkaar een stuk lager ligt dan bij de maandelijkse toevoegingen, komt door het blijvend "drukkende effect" van de duizenden kleine residentiële PV installaties uit de eerste 3 SDE regelingen (vaak met een omvang van maar een paar kWp per stuk). De verwachting is, dat dit effect op het totale systeemgemiddelde nog lang zal aanhouden gezien hun volume. Pas als er continu véél, en ook zeer grote fysiek opgeleverde nieuwe SDE projecten gaan cq. blijven instromen bij CertiQ, zal dat effect (deels) worden opgeheven. Daarbij s.v.p. niet vergeten dat de duizenden kleine residentiële installaties ook voor 15 jaar een SDE (2008-2010) beschikking hebben (zie grafiek met de actuele aantallen per grootte categorie). Dus het gros daarvan zal beslist nog tot en met 2023 in dienst zijn, en geregistreerd blijven bij CertiQ. Zonder registratie immers géén (voorschot-betalingen voor) SDE subsidie meer.


Gecertificeerde productie seizoens-gerelateerd

De accumulatie van de (gecertificeerde) PV capaciteit (magenta curve) is terug te vinden op de linker Y-as. Let op dat de GvO productie (blauwe curve, rechter Y-as, in GWh uitgegeven GvO's per maand) een maand achter loopt bij die voor de toegevoegde capaciteiten.

Het voorgaande record volume van 165,2 GWh in juli blijft met het nu besproken oktober rapport, wat de - voorlopig bepaalde - productie van september 2018 weergeeft, uiteraard ongebroken. Voor september is tot nog toe een substantieel lager niveau aan Garanties van Oorsprong door CertiQ aangemaakt voor zonnestroom, slechts voor 104,2 GWh, wat ook in een vorige bespreking werd voorspeld. Met dien verstande, dat er beslist nog GvO's uitgegeven zullen worden voor de productie in die maanden, komt het beeld van de productie van Polder PV's installatie voor dit jaar beslist overeen met de "kadans" afgebeeld rechtsboven in deze grafiek. In volgorde van energieproductie van hoog naar laag, voor de laatst bekende zes maanden: juli > mei > juni > augustus > september > oktober.

Dit alles, nadat in dec. '17 / jan. '18 het laatste "winterse dieptepunt" werd bereikt met maar 13,8 GWh/maand. In deze maanden wordt normaliter al minder zonnestroom geproduceerd dan in de voorgaande zomerse maanden (zie begin 2018 ververste procentuele overzicht van het kern-systeem bij Polder PV). De cijfers liggen voor die wintermaanden echter wel alweer een stuk hoger dan het laagste niveau's in de winters van 2015/2016 en 2016/2017 (januari 2016 4,5 GWh; december 2016 10,4 GWh). Deze "winterdips", steeds hoger wordend qua output, zijn in de grafiek met blauwe pijltjes weergegeven.

De steeds hogere niveaus van de aangegeven "winter-dips" zijn het resultaat van de zeer forse tussentijdse groei van de gecertificeerde PV capaciteit, en de gemeten meer-productie van die nieuwe installaties bovenop de output van de al bestaande projecten. Te verwachten valt dat, door de reeds door CertiQ gepubliceerde, als nog komende forse capaciteits-toevoegingen in 2018, die "winter dip" in de komende koude periode (winter 2018-2019) alweer flink hoger zal komen te liggen. Daarbij dient wel rekening gehouden te worden met het feit, dat zeker de recenter gepubliceerde volumes achteraf altijd nog - meestal relatief bescheiden - aangepast kunnen gaan worden. De vorm van de curve kan dan ook nog enigszins gaan wijzigen (in ieder geval: een gladder verloop krijgen). Idealiter, zou die curve ongeveer de vorm moeten krijgen van de prachtige grafiek die Martien Visser van En-Tran-Ce maakte voor de berekende nationale zonnestroom productie (in GWh per dag), op basis van de databank, die ook gebruikt wordt voor de inmiddels aardig bekende energieopwek.nl website. De site waarop in mei tot en met juli het ene na het ander dagelijkse - berekende - momentane output, en dag productie record werd vermeld. Waarover Polder PV regelmatig heeft getwitterd. Zie ook de bijgewerkte grafiek tm 17 augustus, van de hand van Martien Visser.

De komende maand rapportages zullen, tot het voorjaar van 2019, geen nieuwe record volumes aan uitgegeven zonnestroom GvO's meer tonen, omdat we, mede gezien de relatief lage scores voor augustus tot en met oktober, alweer lang over de hoogste productie per maand heen zijn dit jaar. En de tussentijdse (veronderstelde) capaciteit bijbouw, met de daarmee gepaard gaande extra berekende zonnestroom opbrengsten, die terugval niet genoeg kan "opvangen". Juli 2018 was wat maand productie betreft absolute record houder bij veel recent opgeleverde PV installaties. Pas volgend jaar, met een flinke extra hoeveelheid tussentijds gebouwde capaciteit, kunnen we in 1 van de maanden mei tm. juli, waarschijnlijk weer de nodige nieuwe record volumes gaan verwachten bij zowel duizenden nieuwe particulieren, bedrijfs-installaties, en, uiteraard, bij CertiQ.

De nieuwe record - gecertificeerde - zonnestroom productie van 165,2 GWh in juli 2018, is het equivalent van het gemiddelde maandelijkse stroom-verbruik van ruim 693.150 gemiddelde Nederlandse huishoudens. Dat was 2.860 kWh/HH.jr anno 2017 volgens gegeven van het CBS, en is nog exclusief het op landelijk totaal bezien nog relatief lage eigen verbruik van zonnestroom.

Uiteraard is het gecertificeerde volume tot nog toe slechts een onderdeel van de totale, onbekende Nederlandse zonnestroom productie. Die inmiddels mogelijk 3 tot maximaal het 4-voudige van de productie bekend bij CertiQ zou kunnen omvatten, dus - voor juli 2018 - het equivalent van het (elektra) verbruik van zo'n 2,0 tot 2,7 miljoen Nederlandse huishoudens. Echter, de capaciteit toename van de CertiQ bijschrijvingen groeit al lang, en snel, zoals we dit maandrapport voor de zoveelste maal hebben kunnen vaststellen. Het is te voorzien dat een steeds groter aandeel van de totale fysieke zonnestroom productie in ons land afkomstig zal zijn van die rap groeiende, bij CertiQ bekend wordende populatie van - soms zéér grote - SDE gesubsidieerde PV projecten. Ik kom hier nog op terug (zie het volgende artikel).


Gecertificeerde PV capaciteit en gecertificeerde zonnestroom productie per jaar volgens (gereviseerde) jaar overzichten CertiQ

In een vorig maand overzicht heb ik ook de eerste resultaten voor het hele kalenderjaar 2017 weergegeven, n.a.v. het eerste verschenen jaar rapport van CertiQ. Die data zijn inmiddels fors bijgesteld in de revisie die CertiQ recent heeft gepubliceerd. Zie uitgebreide analyse van de wijzigingen en de stand van zaken, van de hand van Polder PV.


Landelijke zonnestroom en andere duurzame productie - berekend

Voor het destijds - mogelijk conservatief berekende (!) - nationale zonnestroom dagproductie record op de Energieopwek.nl site van 1 juni 2017 verwijs ik naar de korte bijdrage in de bespreking van een vorig maandrapport. Voor overige "oude records" in dat portal, zie de analyse van de september 2017 rapportage. De hoogst behaalde, berekende "momentane" (piek) vermogens bij zonnestroom, die zeer kort zullen zijn aangehouden waren per maand, de afgelopen jaren, als volgt (tabel). In mei - juli 2018 volgde het ene record snel op het andere in dat portal. Sommige data kunnen in recentere versies zijn en/of worden aangepast op basis van nieuwe inzichten en berekenings-methodieken.

Het portal is na de zomer van 2018 behoorlijk sterk gewijzigd en uitgebreid (SER bericht: "Hiermee hebben we een compleet beeld van de opwekking van duurzame energie in Nederland"). Martien Visser van Hanzehogeschool meldde op Twitter dat de nieuwe opzet 28 augustus live is gegaan. Het portal bevat de producties van inmiddels, naast de oude bekende drie opties wind (nu gesplitst in on- en off-shore), zon, en biogas, nu alle (berekende) energie modaliteiten die officieel een bijdrage aan de "duurzame" opwek geven (inclusief hoogst twijfelachtige steenkolencentrales met biomassa bijstook, en afval centrales die forse hoeveelheden buitenlands afval mee stoken). Jammer genoeg is ook, indien de berekende output boven de 1 gigawatt uitkomt, deze weergegeven in gigawatten, tot 2 cijfers achter de komma. Daarmee gaat helaas wat detail verloren in de output waarden. Ónder de 1 GW output wordt wel in megawatten weergegeven, dus in meer winterse maanden, met sowieso minder hoge producties, is wat meer detail beschikbaar in de aangegeven waardes.

Check van de laatst bekende historische waardes heb ik gedaan op 4 september 2018, voor alleen 2018 op 1 november 2018. De historische reeks is nu langer beschikbaar voor PV output (vanaf eind januari 2016), en er zijn kennelijk capaciteit aanpassingen gedaan in het brondata bestand. Want er doken soms nieuwe record output dagen op per maand voor zonnestroom. Het tot nog toe door Energieopwek.nl geregistreerde, berekende momentane output record midden op de dag was voorheen gevallen op 2 juli 2018: 2.394 megawatt, zie de Tweet van Polder PV, en de oude tabel bijgewerkt tot en met de CertiQ update van juli 2018. Dit is in de nieuwe opzet, en met een kennelijke tussentijdse aanpassing van de aan de berekeningen ten grondslag liggende (vermeend) opgestelde capaciteit, grover weergegeven als 2,65 Gigawatt, wat trouwens nu ook voor de 1e juli 2018 als maximum wordt weergegeven.

Let op, dat n.a.v. hernieuwde inzichten in de ontwikkeling van de capaciteit over recente jaren, de maandelijkse output data alsnog met terugwerkende kracht aangepast kunnen worden !

Max. output zonnestroom (GW nieuw)
Jan.
Feb.
Mrt.
Apr.
Mei
Jun.
Jul.
Aug.
Sep.
Okt.
Nov.
Dec.
2016
0,262 *
(31e)
1,05**
(29e)
0,957
(17e)
1,20
(21e)
1,29
(5e)
1,32
(6e)
1,33
(19e, 20e)
1,33
(17e)
1,18
(7e)
1,04
(5e)
0,760
(29e)
0,711
(5e)
2017
0,922
(22e)
0,938
(14e)
1,44
(27e)
1,66
(30e)
1,78
(26e, 27e)
1,82
(1e)
1,75
(9e)
1,67
(14e)
1,46
(3e, 23e)
1,19
(15e)
0,918
(6e)
0,654
(17e)
2018
0,897
(21e)
1,55
(25e)
1,93
(20e)
2,18
(19e, 21e)
2,44
(6e, 7e)
2,63
(30e)
2,65 ***
(1e, 2e)
2,55
(6e)
2,24
(2e)
1,93
(5e)
0,81 †
(1e)
 

* Eerst bekende meting 30 jan. 2016, hoogste waarde op 31 jan. 2016.

** Een eerdere "onmogelijk hoge" waarde van 1,81 GW gegeven voor 29 feb. 2016 (gesignaleerd in bespreking vorige maandrapportage van CertiQ) is zo te zien later gecorrigeerd.

*** Voorlopig hoogste resultaat op 2 juli 2018 in de orginele, fijnere output cijfers weergevende opzet Energieopwek.nl site: 2.394 MW. In de nieuwe opzet, die de maximale output in Gigawatten weergeeft (boven 1 GW output), is voor zowel de 1e als de 2e juli 2018 een momentaan, kort durende vermogen output van 2,65 GW weergegeven door het - fors aangepaste - portal.

In november is, vóór publicatie van dit artikel (2 nov. 2018), op de 1e het "hoogste niveau" te zien (0,81 GW), maar dat zal later zer waarschijnlijk nog wel gepasseerd kunnen worden, tijdens zonnige dagen, later in deze maand.

Voor inhoudelijk commentaar op de nieuwe cijfers van het Energieopwek.nl portal, zie de rapportage over augustus 2018. Het record voor september 2018 viel al op de 2e (2,24 GW), maar zelfs op vier dagen daarna werd de 2 GW output midden op de dag nog - krap - gehaald: op 13, 18, 26, en zelfs op 27 september nog. Voor oktober is de zonnige 5e de hoogste waarde behaald, 1,93 GW (62% hoger dan de hoogst berekende waarde voor oktober 2017, 1,19 GW op de 15e).

Per jaar zijn naast de hoogst gevonden waarden (rood) ook de laagste output maxima weergegeven in blauw. Uiteraard altijd in de wintermaanden december of januari te vinden. Voor 2016, met slechts de laatste 2 dagen in januari gemeten, lag het "maximum" op 262 MW (31e). In 2017 werd het "minimale maximum" op 17 december gevestigd (654 MW). Tot nog toe is 1 november de dag met dat "record" in 2018, met alweer 813 MW maximale output op de teller. Dit zal beslist nog "onderboden" kunnen gaan worden, later in november, of in december 2018, bij zeer somber weer.

In de nieuwe opzet van het energieopwek.nl portal zijn ook "profielen" met de dag maxima te zien per maand, en per jaar.

Voor een uitgebreider intermezzo "stroom productie records" van het energieopwek.nl portal, zie de bespreking bij januari 2018. Het vorige record voor het totaal aan berekende output voor windstroom, zonnestroom, en elektra opwek uit biogas was gevestigd op 2 mei dit jaar. Door een combinatie van met name harde wind en stralend zonnig weer, werd voor die dag kort (berekend) een gezamenlijke output van 5,79 GW (oude portal: 5.522 megawatt) genoteerd door Energieopwek.nl (Tweet Polder PV). Maar dat is nota bene op de langste dag van 2018, 21 juni, alweer verbroken. Wederom door een combi van stralend weer met veel wind, werd toen een momentane output gehaald van maar liefst 6,14 GW (nieuwe portal; in het oude was het nog 5.990 MW) door deze drie modaliteiten. Alleen 1 juli kwam daar nog enigszins - onder vergelijkbare omstandigheden - in de buurt, met max. 6,01 GW in het nieuwe portal. In september was de 21e nog een "aardige" kandidaat, met een gecombineerde 5,75 GW output na 3 uur 's middags.

In de nieuwe opzet van het portal, kunnen bovenop de reeds genoemde energie opwek opties nog eens momentaan berekende vermogens van 7 andere modaliteiten gestapeld worden, alsmede een "restpost" met kleine opties (waar ook thermische zonne-energie onder valt). Zo was voor 26 september, met alle opties aangevinkt, de maximale output van alle "duurzame" energie opties 7,36 gigawatt, waarbij midden op de dag zonnestroom ongeveer 28% van de output verzorgde. Maar dat kan natuurlijk per dagdeel fors variëren, zeker met de variabele input bronnen wind- en zonnestroom. In deze komende koudere periode beginnen warmtepompen ook een behoorlijk variabele input in te brengen (tussen 527 en 69 MW op die 26e september). Vanaf 1 oktober lijken inmiddels ook houtkachels (kunstmatig) te zijn "ingeprogrammeerd", met op 2 oktober bijvoorbeeld een geprognosticeerde energie output tussen de 850 en 333 MW op dezelfde dag. Op 30 september waren die nog helemaal niet te zien, wat weer aangeeft dat het in het portal om rekenkundige aannames gaat. En niet om de (in dit geval niet fysiek te bemeten) werkelijkheid.


Energie producties - alleen actueel voorhanden, of per maand in nieuwsbericht SER

Op het nieuwe portal is helaas uitsluitend voor de actueel geldende dag de dagelijkse energie productie weergegeven, o.a. in de vorm van een "teller" die vanaf het begin van die dag de energie productie weergeeft in MWh "equivalenten". Voor eerdere dagen is deze optie niet meer te raadplegen, wat dus een verslechtering van de data verstrekking betekent. Vandaar dat er ook geen staatjes met de minimale en maximale energie producties (in inwoner equivalent energie verbruik) per maand meer gegeven kunnen worden. Voor een laatste staatje, dat van juli 2018, zie het desbetreffende artikel op Polder PV.

We moeten voor een indruk van de verdeling tegenwoordig kennelijk in het maandbericht van de SER kijken, al was dat voor oktober nog niet beschikbaar voordat dit artikel on-line ging. Voor commentaar op de data voor augustus, zie het bericht aldaar. Wel verscheen op de nieuwe website Klimaatakkoord.nl op 2 oktober een bericht met leuke cijfers. Op 3 oktober verscheen ook eindelijk weer een volledig overzicht van de energie cijfers voor Nederland van de hand van En-Tran-Ce (ook: link onderaan). Met de mededeling, dat er in september 1,2 PJ aan zonnestroom zou zijn opgewekt (0,34 TWh), wat 80% hoger zou zijn dan in dezelfde maand in het voorgaande jaar. De opgestelde capaciteit voor begin september zou 3.550 MWp zijn geweest (er wordt nog steeds gerekend met een gemiddelde toevoeging van 100 MWp per maand in 2018, dit kan mogelijk worden aangepast op basis van nieuwe inzichten).

De berekeningen van het Groningse onderzoeks-instituut En-Tran-Ce zijn gebaseerd op o.a. aannames over de opgestelde capaciteit in ons land, zeker wat het opgestelde PV vermogen betreft. Bij windstroom en biogas zijn de cijfers makkelijker en zeer actueel te verkrijgen, het gaat daarbij om relatief geringe aantallen. Zonnestroom capaciteit is een compleet ander verhaal: er zijn enkele honderdduizenden installaties. Zie ook eerdere analyse, de daar op volgende op basis van nieuwe Klimaatmonitor data voor het jaar 2016, de meest recente, volledig herziene markt segmentatie van de hand van het CBS), en, tot slot, mijn nieuwste afschatting van het aantal PV projecten achter kleinverbruik aansluitingen, op basis van recent verschenen cijfers voor Enexis. De groei blijft ook op dat vlak fenomenaal. Het is jarenlang nauwelijks mogelijk geweest om daar een accuraat beeld van te krijgen, gezien de brakke cijfers over zonnestroom.

Voor record cijfers rond de (berekende) zonnestroom productie deze zomer, zie de vorige analyse voor september dit jaar. Voor de zeer uitgebreide maand rapportages van En-Tran-Ce, zie de website. Het laatste maandrapport daar is van september 2018.

Data: CertiQ maandrapportages (maandelijkse analyse updates door Polder PV), Energieopwek.nl (landelijk berekend voor Energieakkoord), en "Renewable Energy in The Netherlands" maand rapportages (En-Tran-Ce / Energy Transition Centre, Groningen); diverse Twitter berichten van Martien Visser (Hanzehogeschool)



1 november 2018. Derde goede nieuws - Sonnenertrag weer on-line ! Eerder al kreeg ik een hoopgevend bericht doorgespeeld, dat de initiatiefnemers van Europa's grootste on-line portal voor de verzameling en presentatie van zonnestroom productie data, Sonnenertrag.eu (NL equivalent: Zonnestroomopbrengst.eu), bezig waren om hun onder de aangescherpte Europese privacy wetgeving in juni dit jaar gestrande portal weer op de rails te krijgen.

Op 1 augustus werd door Jürgen Haar (Elektron nick op het beroemde forum voor alles rond fotovoltaïsche opwekking van elektriciteit), een Duitstalige blog op het enorme Photovoltaikforum.com portal gezet, "Neustart Sonnenertrag", waarin al kond werd gedaan van die plannen tot herstart, ditmaal onder de paraplu van de verantwoordelijke organisatie, Photovoltaikforum GmbH gevestigd te Kirchdorf (BRD), de nieuwe eigenaar. Er waren wel nogal wat voetangels op te ruimen, maar inmiddels lijkt alles weer in kannen en kruiken, en is het portal weer actief! Sterker nog, alle data lijken nog te zijn behouden, inclusief de reeks handmatig ingevoerde maand waarden van Polder PV. Die aldaar onder de nick flachlander schuil gaat.

Om weer data te kunnen invoeren dient wel een zogenaamde Datenschutzrichtlinie (met 59 artikelen ...) te worden gelezen (* kuch *) en geaccepteerd.

Polder PV heeft direct zijn eigen missende maandwaarden (vanaf maart 2018, daarna ging niet meer vanwege het van het net halen van het portal in de zomer dit jaar) ingevoerd, en als vanouds werd door het portal automatisch een van de volgende grafieken gegenereerd, voor flachlander.

Jürgen Haar en alle andere medewerkers die Sonnenertrag groot hebben gemaakt (met name Lothar Beer en Peter Wager, zie eerste kennismaking met de Nederlandse versie, in 2008), en die er zoveel energie in hebben gestoken om het portal (weer) on-line te krijgen - en te houden: herzlichen Dank, von der erste Sonnenertrag dateien kontribuant aus die Niederlande, Polder PV!

En nu maar hopen dat Sonnenertrag nog een lang leven is gegund, zonder "verdere toestanden uit Brussel" ...

https://www.sonnenertrag.eu (grootste onafhankelijke, niet aan specifieke hardware gebonden Europese zonnestroom productie data portal. Productie gegevens van, anno begin november 2018, 13.076 PV installaties / 365 MWp, verspreid over 36 landen, met zwaartepunt Duitsland, 4.135 installaties, en Nederland, op 2e plaats met 533 PV projecten)

http://www.zonnestroomopbrengst.eu (Nederlandstalige versie)



1 november 2018. Alweer een byzonder "voorval" bij Polder PV: oktober eerste maal structureel netto (zonne)stroom over. Oktober was, afgezien van de zeer zonnige najaars-periode, nog in een ander opzicht opvallend te noemen, bij Polder PV. Wat deels met de grote hoeveelheid zonlicht voor die maand te maken had. Deels met het feit dat ik al geruime tijd een extra (niet bemeten) "terras zonnepaneel" inzet als ik thuis ben, wat voor extra zonneprik invoeding zorgt. En voor een laatste deel met het feit dat we ruim een week afwezig waren (wandel/fietsweek in Bayern, zie o.a. deze Tweet). Vanwege die week afwezigheid, wanneer we sowieso een marginaal verbruik hebben (enige stroom consumptie bronnen toen, vanwege beperkte periode, mechanische ventilatie op basis-stand, en zeer energiezuinige koelkast ditmaal - met moestuin diepvries producten on board - aan gelaten), was de stroomconsumptie in oktober laag. De PV installatie draaide uiteraard gewoon full-speed door, en er werd dus regelmatig zonnestroom overschot door onze netmeter "naar buiten" gestuurd bij zonnig weer. Wat hoogstwaarschijnlijk direct weer door de buren - via hun netmeters - werd opgesoupeerd ("groen" stroom contract of niet).

Het resultaat na het verwerken van de door mij al sedert 1996 (!) bijgehouden einde-maand meterstanden is als volgt. Nota bene, meterstanden door mij afgelezen ook voor centrale voorzieningen, derhalve elke keer eind van de maand de standen van: 1x enkeltarief elektra (eigen meter), 1x sluwemeter dag/nacht tarief 4 standen (afname / invoeding), 1x check status eigen (kook)gasmeter [uiteraard, bij dicht gedraaide hoofdkraan, stabiel, al maanden geen afname meer vanwege overstap op elektrisch koken], gasmeter centrale keuken, warmtemeters (x2), watermeters (x2), en verbruikt aantal "emmers" regenwater voor toiletspoeling, en stroom consumptie computer voor de eigen huishouding ... Voor elektra, in grafiek:

De klassieke stroom verbruik en productie evolutie per maand bij Polder PV (maandbalans op basis van einde-maand cijfers van de enkel tarief Ferraris meter). Helemaal rechts de nieuwste toevoeging, het resultaat voor oktober 2018. Wat blijkt? We hadden die maand, voor het eerst "structureel" in onze geschiedenis sedert 1996, in die herfstmaand, netto stroom óver. En wel, 14 kilowattuur. Slechts 2 kWh minder overschot dan in de voorgaande maand (waarin 20% meer zonnestroom werd opgewekt dan in oktober, vorige artikel). Wat natuurlijk deels had te maken met onze week lange afwezigheid. Slechts 1 maal eerder hadden we in oktober een heel klein beetje stroom "over", in 2011, toen we de eerste week van die maand ook elders vertoefden. Maar in oktober 2011 was dat slechts een zeer gering overschot van 2 kilowatuur. Het uit 2 personen bestaande huishouden van Polder PV, had in oktober 2018, waarbij de rest van de maand wederom volcontinu aan zonnestroom statistieken en de website is gewerkt, 7 maal zoveel netto stroom over. En "schonk" dat (volautomatisch) aan de buitenwereld.

Nota bene: we verbruiken per dag gemiddeld genomen maximaal zo'n 3 kWh, meestal veel minder (ondanks overstap op elektrisch koken). We hebben een relatief zeer bescheiden PV installatie aan ons net hangen, van 1,34 kWp. "Moderne" residentiële installaties hebben al gauw 12 flinke knapen à 280 Wp, dus zo'n 3,4 kWp op het dak. Daar zal het, bij relatief lage consumptie en hoge productie in oktober, onder vergelijkbare condities, al snel tot een "negatieve stroombalans" kunnen komen onder dergelijke condities.

Bron:
Maandelijkse meterstanden aflezingen Polder PV (sedert 1996)



1 november 2018. Op naar een byzonder productief 2018 - zonnestroom opbrengst 1e 10 maanden naar 2e plaats. Gezien de vele juich berichten over mooie oktober dagen, de eerder al in het geheugen gegrifte, prachtige (en koude) februari maand, en, vooral, de lange reeks zonnige dagen in de hete zomer, zat het er in dat de cumulatieve productie "interessante" zaken zou gaan tonen, als we de balans rond de maandwisseling weer zouden gaan opmaken. En dat is natuurlijk ook uitgekomen, zoals we kilometers van tevoren aan konden zien komen. 2018 is nu al bij Polder PV, mét zijn 18 jaar oude deelsysteem van 10 zonnepanelen (eind oktober 2001 volledig draaiend), met de opbrengsten in de eerste 10 maanden, het op een na beste jaar wat de zonnestroom productie betreft. Een mooi bericht om de hon-derd-en-vijf-tig-ste zonnestroom nieuwspagina op Polder PV mee te beginnen ...

Tm. sep. 2001 hadden we nog maar 4 panelen in het systeem, vandaar de lage curves in die beginperiode. Oktober 2010 was het systeem grotendeels van het net gekoppeld vanwege een omvangrijke dakrenovatie.

Het kern-systeem van 10 panelen (1,02 kWp) produceerde in oktober 2018 weer opvallend fors bovengemiddeld t.o.v. het langjarige gemiddelde voor die maand: 70,8 kWh t.o.v. 59,1 kWh*, bijna 20% meer! Het was echter desondanks niet de beste oktober maand bij Polder PV. Die eer komt nog steeds toe aan oktober van, het wordt eentonig, het extreem zonnige jaar 2003 (73,2 kWh in oktober, bijna 24% bovengemiddeld).

In ieder geval eindigde oktober 2018, volgens het KNMI "in de top 3 zonnigste oktobermaanden", met landelijk 175 versus gemiddeld 113 zonuren (55% verschil t.o.v. de officiële referentie periode (1981-2010) ! En in centraal station De Bilt werd de 3e plaats van de top drie voor oktober behaald, alleen 2006 resp. 2001 moest okt. 2018 voor laten gaan sedert de eerste metingen daar in 1901 ... Uiteraard zijn er altijd lokale verschillen, en is daarbij het ene het andere "zonuur" niet (er is geen 100 procent correlatie tussen "zonuur" en "fysieke instraling"). Ook qua temperatuur was het in De Bilt bal: oktober 2018 evenaarde sedert 1901 de topjaren 1921 en 1969 wat het aantal warme dagen betreft (max. temperatuur 20 graad C of hoger).

* 59,1 kWh als de niet volledig bemeten maand oktober 2010 niet wordt meegerekend; gemiddelde is verder inclusief 2018 tm. okt. In de gemiddelde productie berekening van okt. 2010 zit een onbekende onzekerheid door combinatie van afwezigheid van de webmaster tijdens de maandwisseling (geen doorlopende monitoring aanwezig), en opbouw van steigers met schaduwen werpende doeken rond het dak vanwege dakrenovatie in de herfst van dat jaar.

Boonstra's landelijke (KNMI) data
Anton Boonstra postte als gebruikelijk twee fraaie kaartjes met de verdeling van de fysieke instraling in het horizontale vlak in Nederland, voor alleen oktober 2018, en voor de periode jan.-okt. 2018, zoals ge-extraheerd uit de KNMI database met dagelijkse waarden. De instraling was gemiddeld 66,5 kWh/m² in oktober, met uitschieters naar 62,7 kWh/m² (Noord-Oost Nederland, ondanks laagste waarde toch 37% meer dan in okt. 2017, het grootste positieve verschil bij de regio's), resp. 70 kWh/m² in Zuidwestelijk Nederland (36% boven instraling in okt. 2017). Onze contreien (noordelijk Zuid-Holland) hadden bijna 31% meer instraling in afgelopen oktober, dan in dezelfde maand een jaar eerder. Voor daadwerkelijke instraling in het vlak van de meestal hellend opgestelde zonnepanelen moet er omgerekend worden. Siderea.nl heeft daar een model voor gemaakt (voorbeeld referentie nieuwe instralings-kaart: de Bilt, vrije horizon en 5 graden horizon obstructie).

Wat de zonnestroom opbrengsten betreft van de door Boonstra bijgehouden Tweakers database (810 residentiële PV installaties bevattend), lagen de "gemiddelde prestaties" in oktober als volgt: (a) gemiddeld 68,1 kWh/kWp voor heel Nederland. (b) gemiddeld minste opbrengst in Noord-Oost Nederland, 63,9 kWh/kWp (ruim 6% slechter dan nationale gemiddelde). (c) gemiddeld hoogste opbrengst in Zuid-West Nederland, 71,3 kWh/kWp (dik 4 en een half procent beter dan nationale gemiddelde). (d) mijn eigen regio noordelijk Zuid-Holland haalde 66,9 kWh/kWp (bijna 2% minder dan nationale gemiddelde).

Voor de periode jan. tm. okt. 2018 volgens de tweede grafiek van Boonstra, was de cumulatieve instraling in het horizontale vlak in de eerste 10 maanden 1.120 kWh/m² gemiddeld in heel Nederland. Wederom scoorde Boonstra's thuisbasis, Noord-Oost Nederland hier het slechtst, met 1.087 kWh/m² bijna 3% onder het landelijke gemiddelde. Maar desondanks nog steeds bijna 11% beter dan dezelfde periode in 2017. De best performer was ditmaal weer Limburg, met 1.136 kWh/m² bijna anderhalf procent beter dan landelijk gemiddeld, en daarmee nog steeds de gemiddeld zonrijkere kustregio achter zich latend. Daar was de gemiddelde instraling in de eerste 10 maanden 10,4% hoger dan in dezelfde periode in 2017. Opvallend waren de hoeveelheden instraling in wat normaliter als de "minst lichtrijke" regio van Nederland worden gezien. De Veluwe en oost Nederland (Gelderland / Overijssel / Drenthe) ontvingen 14 en een half tot ruim 15% meer zonlicht (horizontale vlak) in die eerste 10 maanden, dan in voorgaand jaar.

Onze eigen regio, noordelijk Zuid-Holland, normaliter zonrijk, had een beperktere meer-opbrengst aan horizontale instraling: Met 1.129 kWh/m² (minder dan 1% boven landelijk gemiddeld), ontvingen we "slechts" 7,4% meer zonlicht, dan in dezelfde 10 maanden in 2017.


In deze grafiek zijn alleen de laatste vier jaar getoond, en het langjarige maandgemiddelde (zwarte curve), waarbij 2018 door haar zeer grillige productie verloop opvalt: pieken in februari, mei, vooral, juli (echter net geen record), en in oktober. En dalen in maart-april, in mindere mate juni (gemiddeld niveau), en augustus. Oktober deed de curve weer flink opveren, en werd een bovengemiddelde opbrengst van, afgerond, 71 kWh door het kernsysteem van 10 panelen geproduceerd. Zoals reeds gezegd, bijna 20% meer dan langjarig gemiddeld (afgerond 59 kWh). In vier jaar tijd kunnen de verschillen in de producties per maand flink oplopen. Geen jaar is hetzelfde, en pieken en dalen zullen blijven terugkomen. Maar in ons geval zal de gemiddelde curve slechts marginaal wijzigen. Omdat het de data van inmiddels al bijna 18 jaar bevat. In oktober is het verschil tussen het hier getoonde "slechtste" jaar (2017, 48 kWh) en "het beste" jaar (in deze 4-jarige reeks, 2018, 71 kWh), 23 kWh, 39% t.o.v. het langjarige gemiddelde.

Productie deelsystemen

In oktober werden door onze deel installaties de volgende hoeveelheden zonnestroom geproduceerd (kWh). Tussen haakjes de specifieke opbrengst, terug gerekend naar kWh/kWp ("genormeerde opbrengst"). Achteraan het verschil met de voorafgaande maand september, in procent. Omdat we alweer met fors kortere dagen hebben te maken, en de gemiddelde zonnestand ook ongunstiger wordt t.o.v. de vaste hellingshoek (bij ons 30 graden), gaan we, ondanks de zeer zonnige oktober maand, weer de lagere productie periode in. Zie daarvoor ook de bekende seizoens-grafiek. Oktober neemt bij onze installatie gemiddeld ongeveer 6,3% van de totale jaarproductie voor haar rekening. Dat is al fors minder dan de 9,4% van september.

  • 4x 93 Wp iets W. van Z. 26,618 kWh (71,6 kWh/kWp) -19,5% t.o.v. september
  • 6x 108 Wp iets W. van Z. (2 voorste, 4 achterste rij) 44,188 kWh (68,2 kWh/kWp) -20,5%
  • 2x 108 Wp pal Z. 15,642 kWh (72,4 kWh/kWp) -18,6%
  • 2x "50" Wp" (geflasht: 98,3 Wp) Kyocera iets W. van Z. 7,616 kWh (77,5 kWh/kWp) -18,3%
  • alle 14 zonnepanelen totaal (1,34 kWp) 94,064 kWh (70,4 kWh/kWp) -19,7%
De gemiddelde opbrengst in onze regio was volgens Boonstra's grafiek (zie boven) slechts 66,9 kWh/kWp in oktober. Al onze deel installaties hadden een hogere opbrengst dan dat regionale gemiddelde. En dat voor een 18 jaar oude PV installatie met inefficiënte micro-inverters ...

Cumulatieve productie eerste 10 maanden 2018

Tezamen met de tot en met september al bovenmatige zonnestroom productie t.o.v. het langjarige gemiddelde (vorige maand rapport), leidt de bovengemiddelde stroom opbrengst in oktober er toe dat de cumulatieve productie van januari tm. oktober inmiddels ver boven het langjarige gemiddelde is uitgekomen voor die periode. Dat was voor 2002 tm. 2018 voor deze meetperiode 885 kWh (oranje kolom achteraan, en groene streepjeslijn). 2018 zat er met 915 kWh 3,4% boven (in de periode jan.-aug. was dat nog 2,4%). En heeft daarmee een respectabele tweede plek in de pikorde bereikt, na (op alle fronten) record houder 2003 (1.025 kWh, bijna 16% boven langjarige gemiddelde !), en ditmaal (i.t.t. de situatie in sep. 2018), nog vóór 2009 (910 kWh).

NB: Volgens Copernicus Instituut / Univ. Utrecht zou er de laatste jaren gerekend "moeten" worden met een gemiddelde specifieke jaar opbrengst van 875 kWh/kWp. We hebben nog twee maanden te gaan, en we zitten daar alweer 1,1% boven (met een antieke installatie).

Vergelijken we de productie in de eerste tien maanden dit jaar met die van de door Boonstra bijgehouden grote Tweakers database, komen we op de volgende cijfers.

(a) gemiddeld bijna 946 kWh/kWp voor heel Nederland (NB: na 10 maanden dus al 8,1% boven het door mij altijd al te conservatief bevonden "nieuwe kengetal" van Univ. Utrecht, hierboven genoemd). (b) gemiddeld minste opbrengst in Noord-Oost Nederland, 912 kWh/kWp (3,6% slechter dan nationale gemiddelde). (c) gemiddeld hoogste opbrengst in Limburg (!), 976 kWh/kWp (3,2 procent beter dan nationale gemiddelde). (d) mijn eigen regio noordelijk Zuid-Holland haalde 945 kWh/kWp (ietsje onder het nationale gemiddelde).

Het al zeer oude Polder PV systeem deed het, met 915 kWh/kWp in die lange periode, t.o.v. het regionale gemiddelde ruim 3% minder goed. Wat grotendeels zal liggen aan onder-prestatie in de lange, zeer hete zomer periode. Dan hebben met name onze micro-inverters het "zwaar", en zal veel niet door hen omgezette (DC) zonnestroom middels hitte dissiperen in huis. Verder is het als vanouds ook zo, dat onze "best presterende" OK4 / zonnepaneel combinatie (2 in serie geschakelde Kyocera "50 Wp" panelen, geflashte STC waarde totaal 98,3 Wp) ver bóven genoemd gemiddelde in onze contreien scoorde (982 kWh/kWp, 3,8% boven regionale gemiddelde).

(nagekomen)
Ik heb ook nog even naar onze oudste set van vier panelen (geïnstalleerd maart 2000, totaal slechts 372 Wp) gekeken: het voortschrijdende gemiddelde van de cumulatieve specifieke opbrengsten van de laatste 12 maanden is voor deze eerste deel installatie 905 kWh/kWp, bezien over de eerste tien maanden van 2018. Dat ligt een opvallende 3,4% boven de "verondersteld gemiddelde specifieke opbrengst" van zonnepanelen in Nederland (genoemde 875 kWh/kWp per kalenderjaar). Zelfs voor nieuwe installaties (met veel hogere efficiëntie).

Conclusie: Ondanks de hoge leeftijd van onze PV installatie, en gezien met name de totaal verouderde, en inefficiënte micro inverters in het systeem, blijft het prima presteren.


Bronnen:

Maandelijkse meetdata zonnestroom systeem Polder PV (sedert maart 2000)

KNMI instralinggegevens van oktober 2018, en van jan.-okt. 2018, vergeleken met 2017 (grafieken Anton Boonstra)

Zonnestroom opbrengsten van het #Tweakers team op #PVOutput, 810 PV installaties (grafieken Anton Boonstra)

Maandopbrengsten per postcodegebied (maandelijkse overzichten van specifieke opbrengsten, samengesteld door Anton Boonstra op Tweakers forum)

Nagekomen:

Voor het intensief gemonitorde portfolio van zonnestroom project ontwikkelaar Rooftop Energy werd een record instraling in oktober 2018 gemeten vanaf het jaar 2013, en sloeg de totale jaarlijkse instraling tot en met die maand ook de nodige records. Zoals vermeld in een bericht op hun website, van 20 november 2018

 
 
 
© 2018 Peter J. Segaar/Polder PV, Leiden (NL)
^
TOP