net metering Dutch style
links
PV-systeem
basics
grafieken
graphs
huurwoningen
nieuws
index
 

SOLARENERGYERGY

Links "het nieuwe salderen" - deel 2

Voor alle andere zonnestroom gerelateerde links, zie de betreffende pagina

(daar o.a. ook onder hoofdje Financiële aspecten zonnestroom)

Meest recente berichten bovenaan de link lijst (veelal met commentaar door Polder PV)

Voor deel 1 van dit link dossier, tm. 2019, zie aparte pagina


Over "salderen nieuwe stijl" cq. "kropje sla model", "zelflevering", "coöperatief energie opwekken", "voor de meter", "achter de meter", "postcoderozen", etc. gonst het van de verhalen, suggesties, tegenwerpingen, argumenten (pro/con). Het houdt niet op, want mensen blijken "salderen" lekker te vinden. Of "de Staat" dan wel "de gevestigde energie orde" het pruimt dan wel warmhartig zal gaan toestaan is het laatste woord nog lang niet over gezegd. Als er al iets geschiedt, zal het zeker niet zonder slag of stoot gaan, en er zal beslist worden "gemaximeerd" op ambtelijke wijze. En op een warmbloedig onthaal bij alle partijen hoeft u sowieso niet te rekenen, zo is de inschatting van Polder PV.

Polder PV brengt u vanaf 2012 in deze sectie links naar bijdragen over dit hete thema. Op de huidige pagina de meest recente bijdragen, vanaf kalenderjaar 2020, toen zaken rond het beruchte wetsvoorstel concreter werden. Daar moet nog e.e.a. bij komen, want er is al veel over geschreven. Volledigheid wordt niet nagestreefd, want zoals al is gesignaleerd: er wordt heel veel over gepraat. Voor elk wat wils.

Zie trouwens m.b.t. het "concept salderen" eerst even de alweer een tijdje geleden gepubliceerde bijdrage van Vincent Bijlo s.v.p.

Voor bijdragen aan deze link(s) pagina mail naar PPV s.v.p. Met dank!

"De angst voor een derving van belasting-inkomsten is de reden dat de ambtenaren van Financiën altijd dwars gaan liggen voor alles wat naar saldering voor de meter riekt."

Jurgen Sweegers op Energieenwater.net bij bespreking van (o.a.) afgewezen motie van CDA lid Marieke van der Werf op de valreep van het zomer reces, 6 juli 2012...

"Wat blijft er van de trend over als de variabele energiebelasting wordt verlaagd?"

Sjak Lomme legt zoals wel vaker de vinger op een zwerende wond, waar het de risico's van "rekenen met xx jaar salderingswaarde voor opwek van zonnestroom" betreft als het over "terugverdientijden" zou moeten gaan. Maar zijn (vermeende) oplossingsrichtingen rieken zoals gebruikelijk wel heel erg naar foute fossiele belangen holen... Energeia column, 18 september 2012.

"De aanname is daarbij dat de salderingsmogelijkheid niet vervalt voor bestaande systemen gedurende de exploitatie. Er zijn geen signalen dat dit zou verdwijnen overigens."

Atrivé in hun management samenvatting "Zonnig Huren", waarbij grootschalig wordt ingezet op zonnepanelen plaatsing bij huurders - onder aanname dat de salderingsregeling langdurig tijdens een exploitatieperiode van 25 jaar blijft bestaan. Ik zou zo'n boude uitspraak niet voor mijn rekening willen nemen, gezien de grote volumes die er dezer jaren bijgebouwd gaan worden, allemaal salderend voor de hoogste energie belasting staffel(s) met daarbij ook nog twee BTW posten...

 

Uit den ouden doosch: MUST SEE voor Kropje Sla / Zelflevering fans: Video "Volkstuinbelasting" (2007!). Inspecteur Hanekroot van de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst Rayon Amersfoort jegens de heer Foppe, volkstuinier: "Wij willen graag even de boeken zien ... Geschatte jaaropbrengst 38.000 gulden", en "Die eerste 5 jaar schenk ik u". Met dank aan het Simplistisch Verbond:
https://www.youtube.com/watch?v=IJy69eEcmdI


Meest recente berichten (2024) bovenaan.

Spring direct naar laatste bericht van kalenderjaar 2023 2022 2021, 2020, voor oudere berichten zie de eerste link pagina in deze sectie


ACM onderzoek naar kosten van salderen (van zonnestroom). Dit op 12 maart 2024 gepubliceerde (eerste) nadere onderzoek komt beslist niet uit de lucht vallen. ACM (Autoriteit Consument & Markt) is al langer bezig met het politiek en publiek brandbare onderwerp "salderen van zonnestroom". Sterker nog, ze hebben eerder al een position paper gepubliceerd met de bevindingen naar aanleiding van hun eerste navorsingen van de problematiek. Dat position paper vindt u hier, en is al van 16 januari 2023. ACM vond dat zij zich, als marktwaakhond, uit moesten spreken over de houdbaarheid van het al sedert 2004 bestaande salderings-"systeem", en sprak zich daarbij uit voor het toen nog voorliggende wetsvoorstel afbouw salderen. Een van die eerste conclusies was niet mals, maar helder: "De salderingsregeling was een nuttig instrument om zonnepanelen voor kleingebruikers te stimuleren, maar de nadelen voor vraagbeheer en opslag wegen inmiddels zwaarder dan de voordelen voor zonnepaneeleigenaren". De tweede conclusie was ook al snel onderwerp van verhitte politieke (en publieke) debatten, naar aanleiding van toen al gesignaleerde meerkosten veroorzaakt door mensen met zonnepanelen: "De salderingsregeling is daarmee ook een herverdelingsvraagstuk".

WOO documenten 2023

Naar aanleiding van die positie bepaling is door een onbekende partij destijds kennelijk een WOO procedure gestart (Wet Open Overheid), om te achterhalen wat daarbij allemaal speelde achter de schermen. Die WOO uitvraag heeft ACM op 21 maart 2023 gehonoreerd, en ze hebben diverse documenten, zoals zeer interessante e-mail wisseling gepubliceerd, hoe die position paper tot stand was gekomen. Een van de meest pikante bijlagen in die WOO documentatie, bijlage 5, is een brief van de Consumentenbond aan ACM, vlak voordat laatstgenoemde tot publicatie van de position paper over zou gaan, waarin ACM beschuldigd wordt "zich nadrukkelijk te
scharen achter de lobby van de energiebedrijven". Consumentenbond waagt het zelfs te veronderstellen, of ACM zich wel over "een dergelijke gevoelige politieke kwestie zou moeten uitlaten", en, zelfs, "of dat wel bij haar bevoegdheden past". De Consumentenbond was het beslist niet inhoudeliijk eens met die toen eerst gepubliceerde bevindingen van ACM, en ze hadden "grote twijfels" over de claim dat "huishoudens zonder zonnepanelen door de salderingsregeling bij de huidige elektriciteitsprijzen enkele tientjes extra per maand extra zouden betalen voor de levering van elektriciteit". Consumentenbond matigt zich richting ACM aan, "beter in staat [te zijn] de stem van de consument te vertegenwoordigen in kwesties als deze". Ze stelde bovendien dat er vooraf overleg met haar had moeten gepleegd, voordat een dergelijk position paper zou worden gepubliceerd, en legde daarmee de volstrekt onafhankelijke positie van ACM op de complexe energiemarkt dus gewoon naast zich neer. Een werkelijk onthullend document over een mogelijke poging tot beleids-beïnvloeding door een lobby-vereniging, als je het mij vraagt.

Polder PV plaatste n.a.v. die brief, en de leugenachtige reactie van de Consumentenbond in een Energeia artikel ("mensen zonder panelen betalen kosten veroorzaakt door mensen met zonnepanelen is ongeloofwaardig"), een veelbekeken tweet op "X", op 13 februari jl, haalde enkele bevindingen aan van de WOO documentatie in een separaat draadje, en besloot met deze tweet.

U kunt via bovenstaande link zelf verder grasduinen in de documentatie vrijgegeven door ACM n.a.v. genoemd WOO verzoek.

Vervolg - nader onderzoek maart 2024

Uiteraard is de ongelofelijke reuring rond het afstemmen van het wetsvoorstel afbouw salderen, en vooral, de totale, door Polder PV al voorspelde chaos aan maatregelen bij energieleveranciers jegens klanten met zonnepanelen, ACM niet ontgaan. Maar ze blijft doen wat een onafhankelijke marktwaakhond hoort te doen. Onderzoek doen, complexe zaken duiden, en (trachten) dit voor het algemene publiek, die door de bank helemaal niets snapt van de energie / stroommarkt, enigszins begrijpelijk op papier te zetten. ACM heeft een nader, "verkennend" onderzoek gedaan naar de wijze waarop kosten zijn gaan toevallen bij de energieleveranciers. Er zijn de nodige gesprekken gevoerd met branche partijen, energieleveranciers, TenneT, Vereniging Eigen Huis (verklaard tegenstander van afbouw salderen), PBL, NVDE (branche-organisatie duurzame energie, vóór afbouw salderen), en zelfs de meteorologen van het KNMI (!). En komt bij deze eerste nadere verkenning al tot vernietigende conclusies. Samenvattend:

"De ACM schat op basis van de verzamelde informatie in dat de kosten voor een leverancier van een gemiddelde klant met zonnepanelen in 2023 op jaarbasis enkele honderden euro’s hoger waren dan van een vergelijkbare klant zonder zonnepanelen. De ACM benadrukt dat deze inschatting van enkele honderden euro’s een globale momentopname is. De meerkosten voor een energieleverancier worden beïnvloed door veel factoren, zoals de groothandelsprijzen en het aantal zonnepanelen per klant".

Het hier onder gelinkte document van ACM beantwoordt drie hoofdvragen, (1) maken energieleveranciers meer kosten bij klanten met zonnepanelen (> ja*), (2) wat zijn daarvan de oorzaken (> uitgebreide detail uitleg), en (3) wat is de globale omvang van die (meer)kosten (> zie hierboven, maar er zijn veel factoren die de hoogte van die kosten per geval beïnvloeden, dus moeilijk "generiek te maken").

* ACM haast zich wel hierbij te stellen: "De scope van deze studie is beperkt tot vaste en variabele contracten, omdat dat veruit de grootste klantgroep is, maar ook omdat de inkoop en tariefvorming bij dynamische contracten anders werken dan bij vaste en variabele contracten".

Enkele punten uit de nieuwe ACM publicatie

Een van de hoofdoorzaken, waaróm energieleveranciers daadwerkelijk kosten zijn gaan toerekenen aan klanten met zonnepanelen, heeft te maken met het feit dat er een nieuw allocatie systeem van daadwerkelijke stroomhoeveelheid verbruiken is opgetuigd, wat, mede door uitlezing van slimme meters, véél nauwkeuriger is dan het oorspronkelijke allocatie systeem. En dat daardoor heel erg zichtbaar is geworden, dat de profielen van klanten met en zonder zonnepanelen zéér sterk (zijn gaan) verschillen. Hierop heeft een toenemend aantal leveranciers geageerd, om meerkosten daadwerkelijk aan de veroorzakers toe te rekenen (klanten met PV), en niet aan alle klanten (inclusief de zonnepaneel-lozen). Dus niet "klantje pesten", zoals tegenwoordig wordt gefulmineerd, maar "meerkosten toerekenen naar de veroorzakers daarvan". Zie ook tweet Polder PV.

Een op sociale media hardnekkig rondwarend sprookje kan meteen ook op het haardvuur worden verbrand. Regelmatig wordt iets in de orde geventileerd van "energieleverancier maakt woekerwinsten met dure doorverkoop van [mijn] spotgoedkope zonnestroom aan niet zonnepaneel klanten". Dat is onzin. ACM legt dat gedecideerd uit in de in deze tweet van Polder PV opgenomen passage, die besluit met (vetdruk Polder PV): "Zelfs als de leverancier de opwekking van zonne-energie perfect zou kunnen voorspellen en volledig zou kunnen doorverkopen aan klanten zonder zonnepanelen, is er voor de leverancier geen sprake van winst. De leverancier had diezelfde elektriciteit immers goedkoper op de groothandelsmarkt kunnen inkopen."

Een belangrijk extra punt betreft het feit, dat situaties van zowel de klant met/zonder zonnepanelen, als de situatie van betreffende leverancier (bijvoorbeeld veel versus weinig klanten met zonnepanelen) allemaal factoren zijn, die de uiteindelijke effecten van de daadwerkelijke meerkosten veroorzaakt door de klanten met zonnepanelen mede bepalen. Er zijn dus geen generieke conclusies, of "meerkosten bij alle leveranciers in alle situaties" vast te stellen. Het is goed om dat te beseffen, makkelijke, eenzijdige conclusies zijn niet opportuun in dit complexe veld. In deze tweet van Polder PV laat hij zien wat de variabelen zijn, die ACM in haar publicatie heeft getoond. Die variabelen zijn getoond voor twee "segmenten", variabelen op klantniveau, respectievelijk "niet-klant specifieke factoren" die ook invloed hebben op de meerkosten.

Tot slot moet nog gesteld worden, dat ACM ook in haar nieuwe publicatie, uitgaat van veel te weinig huishoudens met zonnepanelen. Ze lijken voor het kalenderjaar 2023 namelijk de status medio dat jaar aangehouden te hebben. Zowel bij de aantallen huishoudens (tweet Polder PV), als het gepercipieerde vermogen "in 2023" (tweet Polder PV). Beide cijfers moeten nog zeer fors worden opgewaardeerd naar de nog lang niet heldere volumes aan het eind van dat jaar, om, als dat al mogelijk zou zijn, ook enigszins op "generieke basis" voor heel Nederland te meerkosten veroorzaakt door mensen met zonnepanelen te kunnen vaststellen. Alle gepresenteerde "kosten" cijfers zijn dus minima, als naar de nationale impact toegerekend zou gaan worden.

Ik nodig een ieder geïnteresseerde in deze complexe materie uit, met name de tegenstemmers in de Eerste Kamer (!!), om goed notie te nemen van deze zeer belangrijke publicatie, want ze belicht de werking van de stroommarkt op dit belangrijke thema. En ze weet direct al enkele hardnekkig rondzingende fabels te ontzenuwen.

Samenvatting ACM (12 maart 2024)

Publicatie ACM (pdf document, 12 maart 2024, 15 pagina's, met o.a. enkele grafieken met afname profielen bij klanten met en zonder zonnepanelen, zonnestroom productie per kwartier, sterk schommelende markt (lees: inkoop) prijzen, en ontwikkeling van de zogenaamde "onbalans prijzen". Uitgebreide uitleg van oorzaken en gevolgen van de "meerkosten veroorzaakt door zonnepaneel eigenaren").

Naar aanleiding van deze publicatie ook gepubliceerd op 12 maart 2024: "Conclusie eerste verkenning: energieleveranciers maken extra kosten voor klanten met zonnepanelen, ACM doet vervolgonderzoek". Dit naar aanleiding van de door ACM bijgehouden "Monitor Consumentenmarkt Energie", waaruit in de laatste versie al is gebleken, dat leveranciers in toenemende mate in hun tariefstellingen en policies, daadwerkelijk onderscheid zijn gaan maken tussen klanten mét, en klanten zónder zonnepanelen. Wat niet is verboden, dat onderscheid mogen ze maken, omdat het wezenlijk andere typen klanten betreft. Bij sommige leveranciers kunnen de meerkosten bij klanten met zonnepanelen tot enkele honderden Euro's oplopen t.o.v. klanten zonder PV-systeem, afhankelijk van de positie en de mogelijkheden van de betreffende leveranciers. "De extra kosten worden veroorzaakt door hogere inkoopkosten, hogere onbalanskosten en kosten die veroorzaakt worden door de salderingsregeling". Er speelt dus méér dan alleen maar de gevolgen van het voortbestaan van de, specifiek voor zonnepaneel-eigenaren, zeer lucratieve salderingsregeling.

Leveranciers blijken zeer verschillend om te gaan met toerekening van kosten (en/of onthouden van voordelen) bij klanten met zonnepanelen, ACM geeft het gehele spectrum van variatie op. Vanwege de grote variatie, is het lastig voor vaak van niets wetende klanten, om een goede keus te maken voor een leverancier dan wel contract, als ze zonnepanelen hebben. ACM pleit er al langer voor bij de overheid, om hier meer in te normeren, en vergelijkbaarheid van contracten ook op dit punt te verbeteren.

De markt autoriteit gaat sowieso verder vervolgonderzoek doen bij Budget Energie, Eneco, Engie en Vattenfall, die op verschillende wijzen kosten doorbereken bij klanten met zonnepanelen. "De ACM heeft deze 4 leveranciers niet geselecteerd omdat er een vermoeden is dat zij onredelijke tarieven in rekening brengen, maar omdat het 4 grote leveranciers zijn die allemaal op een andere manier onderscheid maken tussen klanten met en zonder zonnepanelen. De ACM verwacht de resultaten van dit vervolgonderzoek in de eerste helft van april bekend te maken".

Zie ook:

Reactie Energie-Nederland op rapport ACM terugleveringskosten zonnepanelen (12 maart 2024; reactie branche organisatie van energie leveranciers in Nederland

De verborgen kosten van zonnepanelen en salderen onder elkaar (15 maart 2024; opsomming verschillen (door-) rekening kosten aan PV eigenaren bij energieleveranciers.


Eneco gaat kosten herverdelen van teruggeleverde energie (website Eneco, 11 maart 2024). Het zat er natuurlijk aan te komen. Een van de grotere energieleveranciers in Nederland kan niet achterblijven, en gaat ook kosten toerekenen aan klanten met zonnepanelen, net zoals enkele kleinere leveranciers eerder al, elk op zijn/haar eigen wijze heeft gedaan, startend met Vandebron, en recent ook belangrijke speler Greenchoice.

Eneco [wil] niet langer kosten verbonden aan het "terug" leveren van energie "volledig verdelen over alle klanten, maar doorberekenen aan klanten met zonnepanelen", zo heet het in het persbericht. Eneco pakt het wel weer iets anders aan. Eerst volgt er een verhoging van het vastrecht levering voor PV installaties bezittende nieuwe klanten. Deze verhoging van het vastrecht wordt echter in de zomer vervangen door, wat Eneco noemt, "een tarief waarbij klanten per teruggeleverde kilowattuur (kWh) gaan betalen". Variant numero zoveel dus, onderdeel van de markt chaos die Polder PV al had voorspeld toen de inkt van het afstemmen van het wetsvoorstel afbouw salderen door de Eerste Kamer nog op het papier gezet moest worden ...

Tot de zomer van 2024 "geldt per 11 maart dat klanten met zonnepanelen die een nieuw stroomcontract afsluiten bij Eneco € 6,- meer vastrecht per maand gaan betalen. Daarnaast ontvangen zij voortaan een terugleververgoeding van 5 cent per kWh voor stroom die zij netto terugleveren". Vanaf de zomer gaat het "vervolg regime" gelden. Wederom, in de bewoordingen van Eneco, cursiveringen van Polder PV:

"Eneco wil de kosten van het terugleveren van energie op een overzichtelijke en eerlijke wijze doorberekenen aan de klant met een vast tarief per kWh teruggeleverde stroom voor het deel dat klanten salderen. Zo betaalt de klant alleen voor de daadwerkelijk teruggeleverde stroom. Voor de stroom die de klant meer teruglevert dat hij zelf verbruikt, blijft de klant een positieve terugleververgoeding ontvangen. Naar verwachting kan Eneco dit begin van de zomer gefaseerd invoeren voor alle klanten die een nieuw stroomcontract afsluiten en bestaande klanten met een variabel contract. Eneco is van plan de terugleverkosten door te berekenen zolang de salderingsregeling van kracht is. Ze besluiten hun motivatie met: "Ondanks de extra kosten ... blijft het nog steeds interessant om te investeren in zonnepanelen en bij te dragen aan de energietransitie", en, dat de omvang van de toegerekende kosten laag gehouden kan worden door zoveel mogelijk van de opgewekte zonnestroom direct in-house te verbruiken.

Op een aparte pagina verscheen een nadere toelichting. Vanaf 11 maart krijgen nieuwe contractanten met zonnepanelen een vastrecht levering van EUR 14,99 per maand. Voor klanten met een vast contract verandert er niets, tenzij het om nieuwe contracten vanaf 11 maart gaat. Voor klanten met een dynamisch stroom tarief verandert er niets, die worden per uur afgerekend op de actuele marktprijzen (die zijn dan hetzelfde voor de invoeding in dat uur, als de stroomafname in hetzelfde uur).

Wie volgt ?


Vraag naar zonnepanelen neemt toe na besluit over salderingsregeling (website Techniek Nederland, 5 maart 2024). De paniekvoetbal die uitbrak na een tijdelijke dip in de bestellingen voor residentiële PV systemen, vanwege de langdurig bljivende onduidelijkheid over het al dan niet afschaffen van de saldereringsregeling voor kleinverbruikers, kan alweer in de prullenbak. De vraag neemt weer flink toe, nu de Eerste Kamer het wetsvoorstel van Jetten (en zijn voorgangers) heeft getorpedeerd. En ondanks de toename aan in rekening gebrachte vastrechten bij energieleveranciers voor zonnepaneel bezitters (beschouwingen n.a.v. acties van Vandebron en Greenchoice), neemt de goesting voor de zeer goed betaalbare PV-systemen weer toe.

Een vergelijkbaar bericht verscheen ook op de NOS website, die ook nog wat installateurs had bevraagd naar hun ervaringen met de bestellingen. Het gaat weer de goede kant op, is het bericht, met, uiteraard ook daarbij niet vergeten, dat in het voorjaar sowieso altijd de vraag naar zonnepanelen toeneemt. Hoe dat verder verloopt blijft afwachten, maar zoals al voorspeld door Polder PV, neemt de verkoop weer toe, omdát de extreem lucratieve salderingsregeling ongeremd in stand blijft. Met, en dat moet er direct worden bij gezegd: alle problemen die met de enorme hoeveelheid residentiële solar gepaard gaan, zoals de asociale effecten van de niet aangetaste salderingsregeling, blijven bestaan. En worden met elke installatie die wordt verkocht alleen maar erger. Waar we beslist weer een en ander over zullen gaan horen, zeker in de Tweede Kamer. Wordt ongetwijfeld vervolgd.


Twitter draadje Henri Bontenbal (24 februari 2024). Over de noodzaak om de salderingsregeling te versoberen. In het draadje ook schriftelijke vragen van Bontenbal aan EZK minister Jetten (namens CDA) over de door meerdere leveranciers in rekening gebrachte cq. te brengen "terugleverkosten". Die schriftelijke vragen, van 20 februari 2024, vindt u uiteraard ook terug op de website van de Tweede Kamer, en wel hier


Greenchoice spoort consument aan overdag stroom te gebruiken. Groene stroom wordt overdag goedkoper dan 's nachts (website Greenchoice, 21 februari 2024). In de categorie maatregelen die leveranciers deels al namen omdat behandeling van het wetsvoorstel afbouw salderen maar niet opschoot (zie start bij Vandebron e.a. volgers), om door zonnepaneel eigenaren veroorzaakte kosten (profielkosten, onbalanskosten, en afwenteling verhoogde stroomtarieven op niet-PV bezitters), komt, zoals al verwacht kon worden, in een stroomversnelling, nu de (tegenstanders in de) Senaat door politieke spelletjes en maatschappelijke bijziendheid, het wetsvoorstel heeft verworpen. Greenchoice kondigt aan dat ze het volgende gaan doen:

  • Verlagen "normaal tarief", stroom doordeweeks wordt overdag goedkoper dan 's nachts.
  • Doel is een stimulans om zo veel mogelijk stroom overdag te (gaan) gebruiken door consumenten e.a. contractanten (bij voorkeur natuurlijk op hoogtepunt van zonnestroom opwek, midden op de dag), doel voor de lange termijn is het in gang zetten van een breed gedragen gedragsverandering m.b.t. verbruik van elektra.
  • Geen onderscheid van "type" klanten, zowel mensen mét als zónder zonnepanelen worden zo gestimuleerd verbruik "te verschuiven" naar midden op de dag (aldus de intentie).
  • Voor nieuwe contracten gaat deze maatregel per direct in, voor klanten met variabel contract vanaf 1 april 2024.
  • Netto terugleveraars, die na saldering op jaarbasis nog steeds zonnestroom opwek "over" hebben in de periode waarover de jaarnota wordt opgemaakt, gaan minder verdienen aan de "terugleververgoeding" voor die overschotten. Deze, zo u wilt, "vergoeding voor zonnestroom overschot na saldering", gaat terug naar 5 Eurocent/kWh. Ook deze wijziging gaat per direct in voor nieuwe contractanten, voor variabele contract houders per 1 april 2024. Greenchoice verdedigt dit principe met: "Hiermee sluit de terugleververgoeding beter aan op de daadwerkelijke marktwaarde."
  • Nieuw, of verhoogd, "vastrecht levering". Deze post is al eeuwenoud (bij alle leveranciers), en dient primair voor het recuperen van gemaakte administratiekosten. Nog niet duidelijk is of dat vastrecht hoger gaat worden*, óf dat er een extra vastrecht komt voor mensen met zonnepanelen. Greenchoice formuleert het aldus: "Greenchoice gaat voor huishoudens met zonnepanelen, via het vastrecht, een deel van de kosten die gepaard gaan met terugleveren ook daadwerkelijk bij hen in rekening brengen. Zo wordt toegewerkt naar een evenwichtigere verdeling van de kosten. Deze maatregel stelt Greenchoice in staat een scherper stroomtarief te kunnen bieden voor iedereen. Dit wordt gefaseerd ingevoerd, waarbij wordt gestart met nieuwe contracten".

Wat dat laatste betreft, ging RTLZ flink in de fout, want die suggeerden dat die "vastrecht verhoging" (danwel: expliciete toerekening richting PV-systeem bezitters) bedoeld zou zijn voor "de kosten voor de aansluiting en het onderhoud daarvan". Dat slaat nergens op, want dat zijn de door alle leveranciers doorberekende kosten van de netbeheerder, die al sinds jaar en dag als "captar" apart op de nota verschijnt. En die niets met de door leveranciers als Greenchoice doorberekende, bij hen in rekening gebrachte profiel- en onbalanskosten voor grote hoeveelheden zonnestroom opwek door hun klanten, heeft te maken. Ik corrigeerde RTLZ in een reactie op Twitter.

Ongetwijfeld zullen andere leveranciers gaan volgen met hun eigen wijze van "doorbelasten" van de extra kosten gemaakt vanwege de massale invoeding door particulieren op de laagspannings-netten ...

* Volgens het vaak goed ingelichte techneuten portal Gathering of Tweakers, zou het om een verhoging van de bestaande post "vastrecht levering" voor klanten met zonnepanelen gaan, van EUR 4,53/maand incl. 21% btw (derhalve: EUR 54,36 per jaar, verder kennelijk niét gestaffeld naar omvang van de PV generator). Dus niet om een "extra vastrecht". In de titeltekst van het stuk staat echter EUR 4,95/mnd, maar dat blijkt, volgens een gevraagde reactie van een bekend Greenchoice medewerker niet te kloppen (derhalve is het correcte bedrag: EUR 4,53/mnd incl. btw). Bij Greencoice zelf was dat bedrag nog niet op de site te vinden op 21 februari 2024. Het zal u niet verbazen, al bijna 400 reacties onder dat bericht op "GoT", lang niet allen goed onderbouwd, omdat begrip van de stroommarkt nu eenmaal niet dik gezaaid is in Nederland. Zelfs niet onder techneuten.

Zie ook:

Onze wijze van salderen onderwerp in uitzending Radar (standpunt Greenchoice, 11 maart 2024, n.a.v. uitzending van Radar op die dag)



Mogelijk rekenen energieleveranciers hogere kosten voor klanten met zonnepanelen dan nodig – marktwaakhond doet onderzoek (Business Insider, 16 februari 2024). Natuurlijk is het na het politiek gemotiveerde torpederen van het "billijke" wetsvoorstel afbouw salderen door de Senaat beslist niet gedaan met de berichtgeving over salderen. Polder PV voorspelt heel wat meer dan dit eerste bericht, waarbij ACM onderzoek aankondigt naar daadwerkelijk in rekening gebrachte "meer" kosten bij salderende PV huishoudens door leveranciers. Gaat ongetwijfeld worden vervolgd, want elke leverancier zal haar eigen keuzes maken met het doorrekenen van gemaakte kosten (met name profielkosten en onbalanskosten), en de wijze waarop dat bij hun klanten zal gaan worden verhaald. Want met het weigeren van het wetsvoorstel staan de leveranciers met lege handen, en zullen diegenen die nog niets hebben gedaan beslist ook in actie gaan komen om de gemaakte (meer)kosten te verhalen.


Wetsvoorstel afbouw salderen weg gestemd. Zoals al werd gevreesd, is in de Eerste Kamer er geen "wonder" geschied. Op 13 februari 2024 is om ongeveer kwart voor 2 's middags, het lang besproken en becommentarieerde voorstel "Wet afbouw salderen", afgestemd, door de fracties BBB, GroenLinks_PvdA, PvdD, SP, PVV, en Ja21. Er waren twee stemverklaringen, van Prins (CDA) en Crone (PvdA - GL), die verder niets nieuws brachten (Crone had het weer over een niet haalbare terugleververgoeding, zonder bewijzen daarvoor te leveren). Stemresultaat volgens de website van de Eerste Kamer:

Alleen de derde motie van PvdD senator Visseren-Hamakers haalde het, over een informatie campagne door de overheid. Motie Dessing (FVD) werd na de stemming ingetrokken, de overige drie moties van PvdD, en die van Schalk (SGP) haalden het niet en werden weg gestemd.

Van de tegenstemmers in de Senaat moge Armageddon (dus) uitbreken over de residentiële sector. Er is geen alternatief. Chaos zal uitbreken, alle leveranciers zullen proberen de bij hen in rekening gebrachte onbalans- en profielkosten bij hun klanten te gaan recupereren. Het zal vastrechten gaan "regenen" bij klanten met zonnepanelen. De residentiële sector zal desondanks verder gaan aantrekken, want er is geen enkel beletsel meer, zelfs met extra vastrechten, om ongelimiteerd te gaan salderen. Als de markt op een hoog niveau blijft, dreigen de zonnepaneel lozen nóg meer voor hun stroom te moeten gaan betalen.

Als we het genuanceerder brengen: gemiste kansen, en, nog erger: het kabinet staat nu met lege handen. Met dank aan de Eerste Kamer.

Stemming Afbouw salderingsregeling voor kleinverbruikers (website Eerste Kamer, met video)

Stemming moties Afbouw salderingsregeling voor kleinverbruikers (website Eerste Kamer, met video)


Markt reacties (13 februari 2024)

Salderen blijft mogelijk: gevolgen voor het net zijn groot (Holland Solar, "we kunnen de gevolgen van dit besluit voor het elektriciteitsnet niet negeren, die zijn groot")

NVDE: in stand houden van saldering is niet meer van deze tijd (NVDE)

Salderingsregeling zonnepanelen blijft: aanpak netcongestie urgenter dan ooit (Techniek Nederland, branche organisatie voor installerend Nederland)

Wetsvoorstel afbouw salderen is verworpen (Netbeheer Nederland; "teleurgesteld", resp. "gemiste kans")

Eerste Kamer stemt tegen afbouw salderingsregeling (Vereniging Eigen Huis, "Samen werken aan een nieuw plan", mosterd na de maaltijd, na 7 jaar buffelen aan een redelijk wetsvoorstel ... en ook de hypocriete frase: "om te komen tot een plan dat zonnepanelen voor iedereen mogelijk maakt en consumenten beschermt tegen de wildgroei aan heffingen en andere maatregelen van energieleveranciers"). VEH heeft júist, mede vanwege haar lobby om het Wetsvoorstel te torpederen, een situatie gecreeërd, dat ook andere leveranciers vastrechten e.d. (extra) in rekening gaan brengen, vanwege de kosten die de zonnepaneel bezitters op anderen afwentelen (al dan niet wetend van die effecten). M.a.w., VEH gaat nog een stap verder, en wil kennelijk voorkomen dat die leveranciers géén maatregelen nemen om de door PV eigenaren veroorzaakte kosten te gaan socialiseren. Erger kunnen we het niet maken bij deze pure lobby organisatie ...

Opsteker voor consumenten: salderingsregeling zonnepanelen blijft (Consumentenbond - vindt kennelijk dat huishoudens met zonnepanelen nog niet genoeg verdiend hebben ...)

Teleurstelling en opluchting over wegstemmen afbouw salderingsregeling (Energeia, pay-wall, met reactie van Wijnand van Hooff, Holland Solar: "elk nadeel heeft zijn voordeel. Er is in elk geval een besluit genomen en daardoor is er weer rust in de tent”. Ik vrees dat het met die "rust" nog wel eens vet kon gaan tegenvallen ...)

Eerste Kamer houdt subsidie voor zonnestroom voorlopig in stand (NOS, merkwaardig, bericht al geplaatst vóór de formele stemming, 12h34 ...)

Goed nieuws: salderingsregeling niet afgebouwd, zonnepanelen blijven aantrekkelijk (Bright.nl; i.t.t. de suggestie in de titel, waren zonnepanelen nog steeds extreem lucratief mét aanname van Wet afbouw salderen geweest ...)

Salderingsregeling zonnepanelen blijft voorlopig (RTL Nieuws)

Salderingsregeling blijft overeind, geen meerderheid voor afschaffing in Eerste Kamer (Volkskrant)

Salderingsregeling zonnepanelen blijft: Eerste Kamer gaat tegen afbouw stemmen (Business Insider)

Salderen blijft, maar wie zonnepanelen heeft, zal linksom of rechtsom, toch honderden euro's per jaar moeten gaan betalen (AD.nl, met, zo voorspelbaar, 155 "boze reacties" van verwende kindertjes die vermoedelijk weinig van de finesses begrijpen. Die "honderden Euro's/jr" slaat natuurlijk ook nergens op in de titel, da's alleen voor de "mega-invoeders" bij de kleinverbruikers, als tenminste álle leveranciers "teruglever vastrechten" o.i.d. gaan heffen, wat wel vrij waarschijnlijk is ...)

Nederlandse salderingsregeling zonnepanelen blijft voorlopig in stand (Tweakers.net, zie ook het op 7 februari 2024 verschenen stuk daar, "Vijf vragen over de salderingsregeling"; overigens is er in Duitsland nooit een "salderingsregeling" geweest, zoals daar wordt gesuggereerd. Er is een wettelijk vastgesteld Einspeise tarief onder de EEG wetgeving, wat afgebouwd wordt voor nieuwe installaties per kalenderjaar, maar wat wel 20 jaar geldt)

Salderen blijft mogelijk, experts gepikeerd (Installatie.nl)

Na 13 februari 2024

Blijft de salderingsregeling voor zonnepanelen bestaan? (website Rijksoverheid, 14 februari 2024; ook nog antwoorden op 2 "wellicht prangende vragen" bij verontruste consumenten: (1) "Wordt een slimme meter verplicht? Nee. Wel wordt het met de nieuwe Energiewet verplicht om een meter te hebben die afzonderlijk kan meten hoeveel elektriciteit huishoudens produceren en afnemen. Dat kan een slimme meter óf een digitale meter zijn. Een slimme meter kan op afstand worden uitgelezen en een digitale meter niet. Bij een slimme meter is het wel mogelijk om de communicatiefunctie uit te zetten"; (2) "Mogen leveranciers extra kosten doorrekenen aan klanten met zonnepanelen? Alleen als leveranciers daadwerkelijk hogere kosten maken bij klanten met zonnepanelen, mogen leveranciers die klanten vragen om extra te betalen. De energieleverancier moet de klant hierover minimaal 30 dagen van tevoren informeren. Als de klant het er niet mee eens is, is het mogelijk om over te stappen naar een andere energieleverancier".)

Dutch parliament rejects proposal to scrap net-metering scheme (PV-Magazine International, 14 februari 2024; voor "parliament" gelieve "senate" te lezen, in de broodtekst staat het correct. Aan Polder PV gevraagd commentaar op het torpederen van het wetsvoorstel is niet overgenomen, vermoedelijk "te ingewikkeld")

De gevolgen van het behoud van de salderingsregeling voor zonnepanelen (Solar Magazine, 14 februari 2024, grotendeels al bekend, ook, uit der aard, andere artikelen over het - getorpedeerde - wetsvoorstel)

Als u ook nog "een andere kant van het verhaal" wilt horen, draadje van Sieward Nijhuis op "X", 11 februari 2024. Zitten leuke punten in, maar er wordt ook over "framing" gesproken ("mensen zonder zonnepanelen betalen voor degenen met"). Die "frame" geldt uiteraard ook voor Nijhuis (betrokken bij diverse milieu initiatieven en netwerken), die in zijn draadje nogal "basht" jegens energieleveranciers, die gewoon met hogere kosten worden geconfronteerd als gevolg van (ongelimiteerd) salderen van - zeker in de zomer - regelmatig "waardeloze" zonnestroom. Die kosten worden doorberekend. Mensen zonder zonnepanelen betalen sowieso die extra kosten, terwijl ze er vaak niets aan kunnen doen.


Het Dilemma | Geen enkel argument om salderingsregeling zonnepanelen te handhaven? (Solar Magazine, 10 februari 2024). Interview met bekend voorstander van het afschaffen van de salderings-regeling, Marien Boonman (Stop Salderen), over het wetsvoorstel afbouw salderen wat 13 februari 2024 in de Eerste Kamer in stemming komt, en waarbij er een zeer serieuze dreiging is, dat het voorstel getorpedeerd zal gaan worden. "Het is wat mij betreft onverteerbaar dat politici blijkbaar niet de politieke ruggengraat hebben om dat te erkennen en de regeling af te schaffen", en, over "opslag" bij particuliere huishoudens: "ik zie het eerlijk gezegd niet gebeuren dat consumenten ineens véél flexibeler gaan worden".


Aanvullende informatie wetsvoorstel afbouw salderingsregeling voor kleinverbruikers (Website Min. EZK, 9 februari 2024, tevens verschenen op de website van de Eerste Kamer, alhier). In het debat in de Eerste Kamer, op 6 februari 2022, beloofde Jetten, bovenop de al enorme hoeveelheid verstrekte informatie over het wetsvoorstel afbouw salderen, nog enkele verduidelijkingen en extra informatie, voordat de Senaat op 13 februari gaat stemmen. Genoemde punten worden behandeld in deze "geloofsbrief" van Jetten, ruim 5 pagina's groot. De vragen worden "mede namens de minister van Financiën, en de staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst" beantwoord. Het gaat met name om vragen van Crone (PvdA - GroenLinks), Van Rooijen (50PLUS), Panman (BBB), en Schalk (SGP).

Onder paragraaf "evaluatiemomenten" wordt het wetsvoorstel, indien het wordt aangenomen, tussentijds ge-evalueerd in 2025 en in 2028 tegen het licht van de (politiek) gewenste "terugverdientijd van 7 tot maximaal 9 jaar". Gelet wordt op kostenontwikkelingen voor PV-systemen in zowel de koop- als huursector, de resultrende terugverdientijden, eventuele specifieke effecten op de huursector, en of bijvoorbeeld het volume aan direct zelf in huis verbruikte zonnestroom toe gaat nemen bij kleinverbruikers, als gevolg van tussentijdse stappen in de afbouw regeling. Het kabinet verwacht te zullen gaan bijsturen, als genoemde terugverdientijd niet meer valt te realiseren door gewijzigde markt omstandigheden, en als de uitrol van PV in de huursector zou gaan stagneren.

Bijsturing geschiedt door de in het wetsvoorstel vastgelegde "terugleververgoeding", die, excl. energiebelasting en btw, de eerste 2 jaar op 80% van de contractprijs tussen consument en de betreffende energieleverancier ("kale leverings-tarief") wordt gehouden. Daarna zal 2-jaarlijks worden vastgesteld of genoemde berekening nog de lading dekt, waarbij ACM moet onderzoeken hoe de prijsontwikkeling van elektra is geweest. Deze brengt advies uit. Zou Min. EZK overwegen om dat advies naast zich neer te leggen, wordt dit gemotiveerd, en binnen vier weken aan de Tweede Kamer overlegd ter consultatie. Ook de Eerste Kamer krijgt dat voorstel op voorhand, zodat "van gedachten kan worden gewisseld met de regering" over eventuele wijzigingen van het beleid.

Ook in de Wet belastingen op milieugrondslag komt het afbouwpad te staan in het gewijzigde voorstel. Evt. tussentijdse wijzigingen zullen worden meegenomen bij het jaarlijkse Belastingplan. Mocht een gevolg van aanpassing nieuwe budgettaire derving opleveren, zal daar uiteraard wel dekking voor gezocht moeten worden, want voor niets gaat de zon op.

"Terugverdientijd" & investeringskosten

Onder het hoofdje "terugverdientijd", een (typisch Hollandsch ?) woord waarvan Polder PV grappend stelde, dat dat maar eens in de ban gedaan moest worden, tijdens het debat in de Senaat, op 6 februari, stelt Jetten vertrouwen te hebben in de gremia Milieu Centraal, en Planbureau voor de Leefomgeving. De ook in de Klimaat- en Energieverkenning meegenomen prognoses van het PBL komen voor 2030 uit op een mogelijke stroomprijs van ongeveer 24 Eurocent incl. energiebelasting en btw, de kale stroomprijs is dan ongeveer 13 Eurocent/kWh. De minimum "terugleververgoeding" komt dan op 0,8x 0,13 = ongeveer 10 Eurocent per kWh, een zeer billijke vergoeding tegen die tijd (zeker vanwege doorgaande kosten reducties bij zonnepanelen). Jetten stelt dat bij een verwachte investering van € 3.210 voor een "gemiddelde PV-installatie" *, de terugverdientijd neer zou komen op slechts 6,2 jaar, nog korter dus, dan de lang rond"zingende" 7 jaar bij de eerdere wetsvoorstel besprekingen en analyses. Een alternatief scenario van branche organisatie Holland Solar is door TNO doorgerekend, en komt nog steeds op een zeer billijke, doch hogere, periode van 7,3 jaar, bij een terugleververgoeding van 7,5 Eurocent/kWh.

De investeringskosten voor (residentiële) PV-systemen zouden tussen 2023 en 2032 met zo'n 5,5% per jaar kunnen dalen, o.a. op basis van uitgangspunten van de "renewable tegenhanger" van het IEA, IRENA, en het IEA zelf (World Energy Outlook). Op basis van de huidige prijs van € 1,24/Wp (RVO kentallen) en een modern referentie systeem van 3,95 kWp wat zo'n 5.000 Euro zou kosten, kom je in 2023 dan uit op de hierboven al genoemde potentiële kostprijs van € 3.210. Voor heel veel mensen een prima haalbare investering, wat ze sowieso direct uit het spaargeld kunnen financieren.

De door Crone te berde gebrachte "vervangingskosten", o.a. voor een omvormer, wordt nader geduid. Deze moet over de hele operabele periode van het PV-systeem worden uitgesmeerd, nog afgezien van te verwachten verdere kosten daling, blijft de verwachte terugverdientijd van 7 jaar in stand volgens Jetten's kamerbrief.

Rentekosten bij mensen die bijvoorbeeld zouden lenen bij het Warmtefonds, betalen, afhankelijk van de voorwaarden, tussen de 0 en 4% rente over de lening, die echter ook weer over 25 jaar levensduur moet worden uitgesmeerd. Aangezien zelfs voor lenende huishoudens deze investering uiteindelijk geld zal opleveren, blijft ook deze vorm van "financiering met rente" nog steeds aantrekkelijk.

Wel was een van de zorgpunten tijdens het debat, vooral van de hand van Schalk (SGP), wat te doen aan de huishoudens met lage inkomens. Mits ze eigenaar van de woning zijn, kan lenen bij het Warmtefonds (ook voor bijvoorbeeld isolatie maatregelen), tegen gunstige voorwaarden, en wordt rekening gehouden met de financiële situatie. Ook pensioensgerechtigden kunnen daar lenen, er is geen leeftijdsgrens. Sinds 2022 zijn de totale kosten voor een PV-installatie te belenen, ruim 21 duizend huishoudens zouden sedert 2022 met zo'n lening zonnepanelen hebben geplaatst, dus dat lijkt een voorzichtig begin van een succes. Wat verder gepromoot zou kunnen worden.

Jetten merkt op, dat huishoudens zonder zonnepanelen indirect bijdragen aan de voordelen voor mensen met zonnepanelen, een eerdere berekening door het ACM zou, met de huidige stroomprijzen en het aantal huishoudens met zonnepanelen, nog steeds correct zijn. Hij zegt het er niet bij, maar dat is natuurlijk een onwenselijke situatie die niet verder bevorderd zou mogen worden, door "nee" te zeggen tegen het wetsvoorstel, en de gevolgen voor de "niet-bezitters" alleen nog maar nóg groter zullen gaan maken ...

Huurders

Een belangrijk pijnpunt blijft de huursector, en dat was tijdens het debat in de Eerste Kamer goed merkbaar. Jetten merkt hier het volgende over op.

Ten eerste, wat al meermalen is gepasseerd, i.i.g. in de Tweede Kamer, in de huursector is sprake van een zogenaamde "split incentive", waarbij de verhuurder de financiële investering voor zijn/haar rekening neemt, de huurder tot nog toe via de salderingsregeling vanaf dag 1 geld verdient op het elektra deel van de nota (zonder er zelf iets voor hoeven te doen), de verhuurder in maandelijkse termijnen voor de "dienst" betaalt (altijd minder dan de saldering voor de huurder oplevert), en de verhuurder over een lange termijn de investering kan afschrijven.

Jetten verwijst nogmaals naar de geactualiseerde rapportage van Fakton, waaruit blijkt dat zelfs bij de geplande afbouw van de salderingsregeling, de businesscase voor de corporaties "uit kan". Daar bovenop komt het voor de corporaties gunstige nieuws, dat de verhuurders sedert 1 januari 2024 geen btw over de in rekening gebrachte servicekosten voor de PV-installaties meer hoeven af te dragen aan de Belastingdienst, wat de balans tussen koop- en huur-sector verbetert. Jetten herhaalt, dat hij bereid is in gesprek te gaan met branche vertegenwoordiger Aedes, om de uitrol in de huursector te doen versnellen. Hij stelt daarbij nogmaals expliciet, dat voorwaardelijk voor eventuele verdere tegemoetkomingen, acceptatie van het Wetsvoorstel afbouw salderen zal zijn (door de Eerste Kamer).

Slimme en andere acceptabele meters

Jetten gaat ook in op het punt, met veel bombarie, en bij herhaling door Panman van de BBB, ingebracht, dat er een "geschikte meter" bij alle kleinverbruikers aanwezig moet zijn, om het wetsvoorstel doorgang te laten vinden. Alle huishoudens hebben al zo'n aanbod gehad, als ze nog een meter in huis zouden hebben die niet comptabel invoeding en netafname gescheiden (kunnen) meten. Ze kunnen daarbij kiezen uit drie opties, hetzij een slimme meter met alle functionaliteit, hetzij zo'n apparaat, wat "administratief wordt uit gezet" (kan geen maandelijkse meterstanden meer doorgeven, maar meet daadwerkelijk invoeding / afname op gescheiden telwerken), hetzij een "domme meter" zonder communicatie module met de netbeheerder, die comptabel beide richtingen kan (en zal) meten. Polder PV toonde op "X" het bij hem geïnstalleerde exemplaar, waarmee afbouw salderen ook gewoon gerealiseerd kan worden (handmatige, on-problematische doorgave van 2 telwerk standen, invoeding resp. afname, bij enkeltarief contract, bij verzoek energieleverancier, voor het opmaken van de jaar-afrekening).

Jetten stelt, dat aanname van het wetsvoorstel door de Eerste Kamer ook voorwaardelijk is, om bij huishoudens, die nog geen geschikte meter in huis hebben (hetzij "slim", hetzij "dom", met de noodzakelijke functionaliteit), dit alsnog te kunnen afdwingen, als de vervanging wederom aangeboden wordt door de desbetreffende netbeheerder. Mits duidelijkheid over deze handhaving (ergo: aanname wetsvoorstel) op tijd wordt gegeven, hebben netbeheerders reeds aangegeven álle "ongeschikte" meters uiterlijk eind 2026 uit de meterkasten verwijderd te kunnen hebben. Jetten verbindt hieraan de verplichting door netbeheerders om (opnieuw) een aanbod tot vervanging gedaan te hebben, zodra het Wetsvoorstel van kracht wordt. Als dat alsnog geschiedt (vermoeden Polder PV: zo spoedig mogelijk na aanvaarding wetsvoorstel), treedt een eventueel handhavende rol van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI, opvolger van Agentschap Telecom) automatisch in werking. Als een huishouden na zo'n herhaald aanbod van de netbeheerder alsnog gaat weigeren, kan RDI handhavend optreden, en "in het uiterste geval een last onder dwangsom opleggen".

Daarmee lijkt ook het punt "nog niet alle meters op orde vanaf 1 jan. 2025" definitief door het kabinet "getackled".

Tot slot: uiteraard, de financiële gevolgen ja/nee

Jetten besluit zijn "laatste" Kamerbrief over het wetsvoorstel met de financiële gevolgen van een "ja" dan wel "nee" tegen aanname van het wetsvoorstel. Vanwege de vertraagde behandeling van het in 2020 ingebrachte wetsvoorstel, is in de Voorjaarsnota van 2022 opnieuw (na een eerste in 2020), een raming gemaakt, wat de resulterende 2 jaar vertraging van de start van de afbouw de Staat zou gaan kosten. Hierbij is uitgegaan van de door het Planbureau van de Leefomgeving (PBL) berekende potentiële stroom productie bij kleinverbruikers, op basis van de Klimaat- en Energieverkenning, én van de op dat moment bekende tarieven van de (ook gesaldeerde) energiebelasting (en, naar ik mag aannemen, de destijds separaat geïnde SDE heffing, ODE). Daarbij is ook de veronderstelde hoeveelheid eigen verbruik berekend, alsmede de verdeling van het stroomverbruik over de belasting schijven (tm. 10.000 kWh/jr, etc.). Het Centraal Planbureau (CPB) heeft deze berekeningen gecertificeerd, volgens Jetten.

In de nieuwste berekeningen over de dervingen, wordt rekening gehouden met de (enorme) tussentijdse groei van implementatie van PV bij huishoudens. Wederom wordt daarbij rekening gehouden met de veel hogere zonnestroom productie dan de hoeveelheid waar op basis van de cijfers uit 2022 vanuit werd gegaan, alsmede de wederom bijgestelde energiebelasting tarieven.

De nieuwste berekeningen laten zien, dat in de periode 2025 tm. 2031 "eenmalig" een enorm bedrag van 2,8 miljard Euro aan derving voor de Staat optreedt, maar ook, vanaf 2031 een structurele derving van nog eens EUR 717 miljoen per jaar, met de huidige uitgangspunten. Deze bedragen bestaan uit niet door de Staat ontvangen (want: "weg gesaldeerde") energiebelasting (tm. 2022 tevens, gescheiden, SDE heffing / ODE, vanaf begin 2023 nihil "tarief"), en, uiteraard, de btw over zowel de belasting-, als de gesaldeerde stroomlevering. De budgettaire gevolgen in de periode 2025 - 2031, en (structureel) verder, zijn door EZK in de volgende tabel geplaatst:

Jetten waarschuwt de Eerste Kamer weer, dat voor zowél voor de derving over de periode 2025-2031 (2,8 md), áls over de structurele derving vanaf 2031 (MEUR 717/jr), dekking gezocht zal moeten worden in de huidige Staatshuishouding, waar al met man en macht wordt gezocht naar miljarden Euro's, om deze sluitend te krijgen. Jetten stelt ook fijntjes, dat de 717 miljoen Euro derving per jaar "geen einddatum kent", omdat er géén alternatief is, noch wordt geboden door zowel de Tweede, als de Eerste Kamer.

Het woord is aan de Senaat, stemming op dinsdag 13 februari 2024 (planning stemmingen vanaf 13h35). Moge een voorúit ziende blik, lange termijn gezondheid van de Staatshuishouding, oplossingsgericht denken voor de huidige problemen bij kosten en baten bij wel / niet zonnepanelen bezittende huishoudens, en, vooral, het verstand daarbij de leidraad zijn. Verlaat daarbij s.v.p. uw eigen gegraven loopgraven. Anders zal, bij een "neen", volgens Polder PV, totale chaos uitbreken in de consumenten markt. Daar is niemand van gediend, en niemand mee geholpen. Polder PV hat gesagt.


Eerste Kamer stemt pas volgende week over eind salderingsregeling zonnepanelen: GroenLinks-PvdA wil dat Jetten wet aanpast (Business Insider, 7 februari 2024). Nadat de kruitdampen rond de 6 uren durende (!) uitwisseling in de Senaat op 6 februari 2024 zijn opgetrokken, besteedde Business Insider enkele woorden aan het "ten berde gebrachte". Crone van PvdA / GroenLinks bljift twijfelen over een terugverdientijd van 7 jaar die volgens hem voor nieuwe investeerders niet "haalbaar" zou zijn. Maar kan dat niet met cijfers bewijzen, we leven immers in een continu evoluerende, soms zelfs spectaculair wijzigende internationale stroom markt. BBB vindt dat reeds zonnepanelen op hun dak hebbende kleine investeerders gevrijwaard moeten worden van "afstraffing" door afbouw van de saldering, terwijl vrijwel iedereen die recent zonnepanelen heeft gekocht die investering er alweer uit heeft gehaald, of binnenkort "binnen" heeft, door de hoge stroomprijzen. Efficiënties van de PV systemen zijn opzienbarend toegenomen, de prijzen zijn bizar laag, de stroomprijzen zijn nog steeds relatief hoog, een investerings-beslissing is voor veel mensen een inkoppertje. De huursector gaat met minimaal 100 miljoen Euro geholpen worden door Jetten, die zelfs als promesse heeft uitgesproken, dat er onderhandelingsruimte is met de huursector, die 300 miljoen Euro ondersteuning heeft gevraagd. De cadeautjes blijven maar over de tafel vliegen, maar sommige hard-liners in de Senaat vinden kennelijk dat het nu al 19 jaar durende salderings-feest nog niet afgelopen mag zijn ....

Het feit dat er na 1 januari 2025 nog steeds een microscopische populatie huishoudens zal zijn met een Ferrarismeter, meermalen te berde gebracht door Panman van BBB, is volgens Jetten geen beletsel om het wetsvoorstel aan te nemen, omdat Netbeheer Nederland in 2026 de klus als "geklaard" heeft bestempeld, en er juist in het wetsvoorstel afdwingmacht is opgenomen, om de resterende huishoudens alsnog te dwingen een meter te accepteren die zowel invoeding als afname comptabel kan meten, wat niet eens een "slimme meter" hoeft te zijn (maar waar Panman gezien zijn herhaalde vragen kennelijk niets van begrijpt). Jetten stelde tegenover de gepercipieerde "ongelijkheid" tussen partijen die wel / niet nog een Ferrarismeter hebben, dat er nú al stevige ongelijkheid bestaat tussen mensen mét, en mensen zónder zonnepanelen, en dat Panman daar kennelijk geen probleem mee lijkt te hebben. Panman moest kennelijk wel "publiekelijk scoren" met het nieuwe standpunt van de regering dat zonneparken alleen nog maar onder stricte voorwaarden gerealiseerd mochten worden, maar dat had alles natuurlijk nul komma niets met het te behandelen onderwerp, afbouw salderen te maken. Zo wordt zelfs in de "deftige Senaat", helaas, continu politiek voor de bühne gevoerd ...

Citaat van Rob Jetten in het debat:

"Ik heb het wetsvoorstel van mijn twee ambtsvoorgangers doorgezet, niet zozeer omdat dit een politiek speerpunt is of omdat ik of iemand anders daar een populariteitsprijs mee gaat winnen, maar wel omdat ik het een inhoudelijk, verstandig en verantwoord voorstel vind."

Zie ook draadjes op "X" onder het account van Polder PV, posts vanaf dit exemplaar, en na de pauze vanaf dit exemplaar, en die van zeer "vocaal", en hoge kennis van de materie hebbende Marien Boonman (Bond tegen Salderen), die beiden grote delen van het hele debat live hebben gevolgd (talloze posts die avond).

Het (nog ongecorrigeerde) verslag van 6 februari 2024 staat inmiddels op de website van de Eerste Kamer, met een live-feed van de hele (zware) zitting. Het tweede deel, met o.a. de repliek en dupliek van Rob Jetten, vindt u daar ook. Er zijn zes moties ingediend, waarbij een opvallend aantal van vier stuks van Visseren-Hamakers, van de Partij voor de Dieren (die eigenlijk gewoon vindt dat deze antieke regeling instand gehouden dient te worden, ondanks alle enorme problemen die daarmee gepaard zullen gaan). Die vindt u terug op de bronpagina van het dossier wetsvoorstel afbouw salderen.

Afbouw salderingsregeling kleinverbruikers: debat samengevat (Eerste Kamer, 6 februari 2024, samenvatting van het 6 uur durende debat met Minister Jetten van EZK)


Eerste Kamer wil saldering zonnestroom in stand houden (NOS, 5 februari 2024). Rampscenario volgens NOS, als stemming in Eerste Kamer, met een mogelijk "nee" (tegen wetsvoorstel afbouw salderen), door achtereenvolgens, BBB, Groen-Links / PvdA, PVV, SP en JA21, die de meerderheid zouden hebben, en die (volgens NOS) tegen (kunnen) gaan stemmen. Ik voorspel totale chaos als dat bewaarheid wordt, en een compleet gekkenhuis aan nieuwe residentiële solar in zeer korte tijd, waardoor de al bekende grote problemen met de socialisering van de (profiel en onbalans) kosten, en steeds vaker problemen met netspanning / frequentie op de laagspanningsnetten, in korte tijd veel groter gaan worden. 13 februari 2024 wordt er gestemd over de uitkomsten van dit debat, op 6 februari 6 uur lang !!!, in 2 tranches. Live feed beschikbaar alhier (met dank aan Emile Püttmann).


Laat de eigen zonnestroom niet verloren gaan (Netbeheer Nederland, 5 februari 2024). De branche organisatie van de netbeheerders doet aan de vooravond van "het debat" in de Eerste Kamer ook nog even haar eigen plasje. Achtergronden zijn duidelijk, de netten stromen op alle fronten vol, ook op de laagspanningsnetten. En de suggestie dat consumenten "hun eigen zonnestroom opwek niet verloren moeten laten gaan" klinkt natuurlijk leuk, maar na 1 wasmachine hebben de meeste huishoudens het op 1 dag van de week wel gehad, zeker als er geen andere grote stroomverbruikers aanwezig zijn, die een flink surplus kunnen doen verdampen. Laat onverlet, dat salderen haar beste tijd (al lang) heeft gehad, daar hebben ze beslist ook gelijk in.


Ruim 300.000 huishoudens met zonnepanelen niet op tijd klaar voor afbouw salderen door oude elektriciteitsmeter (2 februari 2024, video, BNN Vara / Kassa). Merkwaardige uitzending, waarbij "op het laatste moment", vlak voor de bespreking van reeds 7 jaar lang in de week liggend wetsvoorstel afbouw salderen, een "probleem" wordt gezien met - naar verluidt - zo'n 300 duizend huishoudens die nog een Ferrarismeter in hun meterkast zouden hebben hangen, die, puur theoretisch, door zouden salderen, als hun meter niet uiterlijk 31 december 2024 zou zijn verwisseld door hetzij een slimme meter (met of zonder administratieve blokkade voor het verzenden van maandelijkse gegevens), hetzij een "domme" meter met invoedings- en afname telwerken. Dit probleem is al heel erg lang bekend, Polder PV heeft daar regelmatig over gerapporteerd. Wat in de uitzending echter compleet wordt verzwegen, is het feit, dat in het wetsvoorstel impliciet zit ingebakken, dat door de Staat actief ingegrepen kan worden bij dergelijke huishoudens (via uitvoerend handhavend Agentschap Telecom), als ze nu nog een meter in de meterkast zouden hebben hangen waarmee (administratieve) afbouw van saldering onmogelijk zou zijn. Bovendien wordt hier compleet voorbijgegaan, aan het feit dat er al 7 miljoen huishoudens een slimme meter hebben, waar voornoemd aantal Ferrarismeters "in verzuipt" (4,3%), en dat medio 2023 reeds 2,5 miljoen huishoudens zonnepanelen zouden hebben, wat al tot grote problemen lijdt bij niet normaliter te socialiseren kosten voor de energieleveranciers (balans- en profiel kosten).

In de uitzending wordt een senator van de BBB geïnterviewd, Tekke Panman, die kennelijk kritische vragen aan Jetten gaat stellen, die in een eerder stadium al, in de Eerste Kamer, tot twee maal toe met een storm aan vragen is overdonderd, die allemaal door zijn ambtenaren zijn beantwoord. De geschetste problematiek is echter in geen geval aan de orde geweest in die eerdere lijsten van vragen, dus we zijn zeer benieuwd, wat het antwoord van Jetten op dit zoveelste "akkefietje rond het lang voorbereide wetsvoorstel afbouw salderen" zal gaan zijn, dinsdag 6 februari 2024. Sowieso is het uiterst merkwaardig dat een senator rond zo'n ingewikkeld dossier, zich en plein publiek op televisie laat zien, terwijl hij inhoudelijk, en bedachtzaam, ver van het publieke domein, met het dossier zelf bezig zou moeten zijn. Hopelijk zal Panman wél het wetsvoorstel aannemen, want dan kan Agentschap Telecom voortvarend in actie komen, om de laatste Ferrarismeters uit 's Neerlands meterkasten te krijgen, waardoor het gepercipieerde probleem vanzelf "void" wordt ... Bovendien zijn er, via een Algemene Maatregel van Bestuur beslist acties in te zetten, die een "ongelijkwaardige behandeling" van gelijkwaardige burgers vanaf 1 januari 2025 kunnen voorkomen, mocht dat niet op tijd lukken. Maar dat kan alleen als het vigerende wetsvoorstel wordt aangenomen. Als BBB "tegen" stemt, heeft ze totale chaos op haar geweten, wat haar nagedragen kan worden, tot in lengte van jaren.

Naar aanleiding van deze uitzending ontspon zich weer eens een levendige discussie op "X", over het te berde gebrachte. Zie dit Twitter draadje van Marien Boonman (van Bond tegen Salderen), en ditto n.a.v. de stellingname van Polder PV. Verantwoordelijke (demissionair) minister Jetten wijdde zelf ook een kort draadje aan de komende vergadering in de Eerste Kamer (met uiteraard weer tig reacties, velen daarvoor met valse of ronduit verkeerde argumentaties rond dit hete dossier).


Coalitie van brancheverenigingen roept op: Eerste kamer, bouw salderingsregeling af (31 januari 2024). De 8 (!) branche verenigingen, Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie, Holland Solar, Energie Samen, Energie-Nederland, Netbeheer Nederland, Flexible Alliance Network, Energy Storage NL en Techniek Nederland, die natuurlijk deels een dikke vinger in de pap hebben gehad bij de voorbereidingen voor het, uiteindelijk wat gewijzigde wetsvoorstel afbouw salderen, roepen gezamenlijk de Senaat in de Eerste Kamer op, om het (aangepaste) wetsvoorstel aan te nemen. "Alleen al het aandeel van de totale huishoudens in sociale huurwoningen is 34%. Dit zijn de groepen die de rekening betalen van een voordeel voor mensen die de investering wel kunnen doen. Dit vinden we onrechtvaardig", is een van de motivaties van de verzamelde branche organisaties. De overige argumenten kunt u in het persbericht nalezen.

Vereniging Eigen Huis gooit de kont tegen de krib, en lijkt te suggereren dat er "geen alternatieven" voor de riante salderingsregeling zouden zijn, en dat er geen "garanties" worden gegeven door de overheid. Wat mij betreft 7 jaar te laat, de markt is immers wezenlijk veranderd, de kosten voor niet PV systemen bezittende huishoudens worden veel te hoog, er móet iets substantieels gebeuren.

‘Schaf salderingsregeling niet af zonder goed alternatief’ (VEH, 30 januari 2024, met documenten)

Aankondiging plenaire vergadering wetsvoorstel afbouw salderen Eerste Kamer op 6 februari 2024 (kan nog worden gewijzigd)

Ook de moeite waard ter voorbereiding van dat wat komen gaat, uitleg van Marien Boonman, voorzitter van de Bond tegen Salderen (geen KvK registratie), in reactie op Vereniging Eigen Huis, die niet in lijkt te willen gaan op de fout lopende "socialisering" van de forse, voor leveranciers oplopende profiel- en balans-kosten van hun stroomportfolio, die op álle afnemers, ook diegenen zonder zonnepanelen, worden afgewenteld. Video bij NOP Radio 1, 30 januari 2024, op sociaal forum X.


Eindverslag Eerste Kamer. Op 12 december verschenen weer 2 korte stukken op de website van de Eerste Kamer, vrij kort na de "noodkreet" van Rob Jetten (zie vorige paragraaf / analyse). In het document "eindverslag" wordt gesteld, "Na kennisneming van de nadere memorie van antwoord acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid". In het 2e stuk, "korte aantekening vergadering commissie Economische Zaken en Klimaat (EZK) van 12 december 2023", stelt de commissie voor om het eindverslag uit te brengen, en stelt ze voor het wetsvoorstel plenair te behandelen na het kerstreces.

Voor de Eerste Kamer geldt voor het aankomende kerstreces als periode woensdag 20 december 2023 t/m maandag 15 januari 2024. Dat betekent das dus, op zijn vroegst, het al jaren liggende wetsvoorstel pas in de derde week van januari in het nieuwe jaar, of zelfs later, definitief behandeld zal gaan worden door de Senaat. Op de rol staat vooralsnog tm. 6 februari nog geen plenaire vergadering gepland mbt commissie EZK, al zou dat in theorie nog kunnen wijzigen ...


2024 ^^


"Nadere memorie van antwoord wetsvoorstel afbouw salderingsregeling" - In een brief gedateerd 4 december 2023, maant demissionair minister van EZK Rob Jetten, mede namens de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst (Marnix van Rij), de Senaat tot spoed met de definitieve behandeling van het wetsvoorstel afbouw salderen. In de 2 kantjes tellende brief komen de volgende kernpunten op tafel:

  • Derving energiebelasting (incl. niet meer als zodanig onderscheiden SDE / ODE heffing) en btw gaat flink uit de klauwen lopen. De meest recente afschatting is, dat de Staat vanwege saldering van zonnestroom tm. 2023 ruim 2,8 miljard Euro aan inkomsten mis zal lopen. Die misgelopen inkomsten moeten vervolgens weer "afgedekt" gaan worden via andere posten, in tijden dat er overal geld tekort lijkt te zijn.
  • Vanwege de enorme hoeveelheid residentiële systemen (totaal volume alle installaties, gedomineerd door kleinverbruik, 2,3 miljoen PV-projecten medio 2023), gaan er ook steeds meer (lokale) problemen op de laagspanningsnetten ontstaan. Waardoor ook andere belangrijk energietransitie onderdelen in hun specifieke uitroltempo belemmerd kunnen gaan worden. Zoals de aansluiting van nieuwe woningen (gedenk de problematiek in Almere), van warmtepompen, en van nieuwe PV-installaties.
  • De nieuwe problematiek van energieleveranciers die mensen met zonnepanelen stapsgewijs tariefmatig aan het benadelen zijn met "teruglever vastrechten" e.d., deels ten bate van mensen zonder zonnepanelen, resulteert in chaos op de residentiële stroom-markt. Jetten formuleert het aldus: "Ik betreur deze wildgroei aan noodgrepen en contractvoorwaarden, die als ondoorzichtig of zelfs oneerlijk kunnen worden ervaren". Jetten geeft daarmee dus ook impliciet toe, dat die chaos bij de energieleveranciers (zie ook deze paragraaf) is ontstaan, vanwege het ellenlange getreuzel bij het behandelen van het wetsvoorstel.
  • Jetten vervolgt aldus: "Ik geef er juist de voorkeur aan om een aanpassing van de regels in één keer goed te regelen met dit wetsvoorstel en zo duidelijkheid te geven aan consumenten, leveranciers en alle andere betrokken partijen. Zo zie ik onder meer bij de installatiebranche zorgen over afnemende opdrachten, die zij in belangrijke mate wijt aan onrust onder consumenten door onduidelijkheid rondom de salderingsregeling. Ook bij verschillende partijen in de energiesector, zoals NVDE, Energie Samen, Netbeheer Nederland en Energie-Nederland, constateer ik dat er behoefte is aan duidelijkheid over het wetsvoorstel".
  • De minister sluit met een niet mis te verstaan verzoek richting de Senaat af: "Ik kijk daarom uit naar een spoedige afronding van de behandeling van het wetsvoorstel om deze duidelijkheid te geven."

Nagekomen

Grappig, op mijn tweet over deze brief reageerde (voor het eerste in de historie ?) iemand van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, op 12 december 2023, met een drietal reacties (draadje), en een verwijzing naar de huidige status van het wetsvoorstel op de website van de Rijksoverheid (alhier). Polder PV verwees de twitteraar door naar deze al sedert 2012 (!) ververste "het nieuwe salderen links pagina", waarop regelmatig diep wordt ingegaan op deze zeer complexe materie...


Budget Energie is inmiddels ook om. Per 16 januari 2024 gaat er een gestaffelde post "terugleverkosten op basis van de saldeerbare teruglevering" ingevoerd worden. Mensen met weinig te salderen kWh betalen weinig tot niets, gezinnen met grote hoeveelheden te salderen kWh per jaar, betalen naar rato meer. Claim blijft: zonnestroom van eigen dak blijft economisch (desondanks) nog steeds zeer interessant. Zie web pagina op de website van Budget Energie (ook toegevoegd onderaan "teruglevervastrecht" artikel en duiding).


Samenom ook overstag met nieuw vastrecht voor zonnepanelen bezittende klanten (28 november 2023). Zie details onderaan de post over het "teruglevervastrecht" geïntroduceerd door Vandebron (paragraaf 15 augustus 2023).


Nader voorlopig verslag van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat. Pdf op website Eerste Kamer, 3 oktober 2023. Verslag met reacties van de politieke partijen in de Senaat op het eerder door Jetten gepubliceerde "Memorie van Antwoord" op een stortvloed aan vragen over de afbouw van de salderings-regeling. De stortvloed houdt hierbij aan, wederom worden er talloze lastige vragen op Jetten afgevuurd, kennelijk in de hoop op een wonder. Wat er natuurlijk niet gaat komen, simpele antwoorden zijn er immers niet, en de toekomst is en blijft, met alle forse veranderingen in de energiesector, ongewis. En is beslist niet met harde (dictatoriale) hand "vast te zetten", zoals diverse vragers lijken te suggereren. Inbreng is er van de BBB, Groen-Links / PvdA, CDA, D66, PvdD, en de OPNL-fractie. Het document bevat alweer 6 pagina's met een zoveelste spervuur van vragen. Ik haal er enkele uit, via de link hierboven kunt u de rest tot u nemen.

BBB wil onder anderen meer zekerheid over de beloofde "80% terugleververgoeding", wil dat Jetten onderzoekt of er opslag faciliteiten in de huursector ondersteund kunnen worden (bovenop de al toegezegde 100 miljoen Euro steun aan die sector). En suggereert om éérst het EU "Clean Energy Package" in de Nederlandse wetgeving op te nemen, alvorens het al tig jaar boven de markt zwevende wetsvoorstel afbouw salderen zou mogen worden aangenomen.

Groen-Links / PvdA vraagt naar allerlei ingewikkelde "micro" berekeningen, om inzichtelijk te maken "hoe de energiekosten per maand
voor huishoudens ten opzichte van nu zullen veranderen door de voorgenomen maatregelen". Ook suggereren zij, heel byzonder, om de gesuggereerde "subsidie" die van mensen zónder zonnepanelen richting degenen mét een PV-installatie zou gaan, "te verkleinen door de opwekkers van zonnestroom een lagere vaste belastingkorting op de jaarlijkse energierekening te geven". Dit zou administratief eenvoudig zijn, en zou volgens hen leiden tot een "generieke landelijke socialisering" van de kosten van de saldering, "in plaats van door afzonderlijke energiebedrijven, die elk verschillende terugleveringsbedragen en heffingen (Vandebron) mogen voeren, wat voor consumenten zeer onoverzichtelijk zou zijn". Ten eerste is maar helemaal de vraag of zo'n oplossing wel, zoals gesuggereerd, "eenvoudig" is, want de leveranciers zijn dan het haasje, en moeten dan een landelijke generieke regeling (jaarlijkse teruggave energiebelasting voor kleinverbruikers, die trouwens ooit was bedoeld ter compensatie van "hoge stroom én gas kosten") selectief richting (bekende / geregistreerde!) zonnepaneel eigenaren gaan toerekenen. Het is wachten op de zoveelste fouten bij een dergelijke omvangrijke operatie (nu al toe te passen voor ver over de 2 miljoen salderende huishoudens), en de ongetwijfeld daar op volgende reuring in de twee Kamers in Den Haag ... Bovendien is het maar de vraag of zo'n selectieve "belastingmaatregel" wel door het kritische oog van de Europese Commissie zou worden goedgekeurd ... Daar heb ik stevige twijfels over.

Wederom doet de Groen-Links / PvdA fractie een poging om het wetsvoorstel afbouw salderen pas in te laten gaan, als óók wetgeving voor het faciliteren van peer-to-peer levering is aangenomen. Ik schat die kans erg klein in, want dan kunnen andere fracties daar nog wel wat extra voorwaarden aan vast gaan knopen, en wordt deze Gordiaanse Knoop niet meer doorhakbaar voor zelfs het sluwste kabinet ...

De CDA fractie lijkt zich te verschuilen achter het argument, dat "niet alle kopers van zonnepanelen zich ervan bewust zouden zijn geweest dat de afbouw van de salderingsregeling al enige jaren is aangekondigd", en dat er dan kennelijk (?) geen afbouw mag starten van die extreem lucratieve regeling, die al sedert juli 2004 wettelijk van kracht is. Ik weet niet wat het CDA met dat standpunt wil, maar de meeste mensen kennen zelfs veel generieke wetgeving niet, noch de betekenis ervan. Dus dat lijkt me niet zo'n sterk punt om daarmee een al vele jaren lang rondzingend wetsvoorstel te proberen te torpederen.

Wel interessant is het aanhalen van het standpunt van de branche organisatie van energieleveranciers, Energie-Nederland, die van mening zou zijn dat regulering van de terugleververgoeding (die in het wetsvoorstel zit ingebakken) volgens Europees recht niet zou mogen, omdat er geen sprake zou zijn van een crisis (zoals met de extreem hoge prijzen in 2022, gevolgd door het door de EC toegestane "Energieplafond"). Het CDA vraagt Jetten om hier op te reflecteren, want als daar een probleem zou zitten, zouden sommige partijen een proefproces kunnen uitlokken, om (die onderdelen in) het wetsvoorstel voor een Europese rechter aan te vechten.

Het CDA vindt ook, dat de mogelijkheid om midden op de dag de (vaat)wasmachine aan te zetten en/of een eventuele (!) elektrische auto op te laden, om zoveel mogelijk van de momentane zonnestroom opwek direct te verbruiken "magertjes overkomt". En of Jetten wellicht ook "andere mogelijkheden voor burgers" zou hebben om de pijn van de afbouw van de economische waarde van salderen te verzachten ...

D'66 vreest, dat met de al in gang gezette pogingen van leveranciers om kosten op zonnepaneel eigenaren af te wentelen, zoals Vandebron met hun veel besproken "teruglevervastrecht", de in het wetsvoorstel opgenomen "redelijke terugleververgoeding" van 80% van de marktprijs voor de eerste jaren, onterecht wordt ondergraven. En dat van dat uitgangspunt niets meer terecht gaat komen, als salderende huishoudens alsnog via allerlei truken met extra kosten (zullen) worden geconfronteerd. Ze vragen aan Jetten hoe ACM de billijkheid van dergelijke fratsen gaat controleren, toetsen, en eventueel inperken. En of via een Algemene Maatregel van Bestuur hier wellicht paal en perk aan is te stellen.

PvdD wil een herstel van de salderingsregeling, als mocht blijken, dat kosten voor de aanschaf van een PV-systeem zouden toenemen, zoals niet uitgesloten door TNO in hun laatste rapportage. Ook suggereren zij, dat de regering particulieren niet / foutief zou hebben voorgelicht, en dat ze "niet de financiële opbrengst [zouden krijgen] die hen beloofd was toen zij zonnepanelen aanschaften". Ik ben me niet bewust dat "een" willekeurig kabinet in Nederland ooit zo'n onzalige "belofte" zou hebben gedaan. Ze vragen ook of er onderzocht is of de enorme hoeveelheid invoeding op het net als bedreiging is gezien voor de stabiliteit ervan, en of het afbouw voorstel van de salderingsregeling daar wellicht iets mee te maken zou hebben gehad.

Op de vraag of PV producenten bij tijdelijke overschrijding van de 253 volt, en dus onmogelijkheid van invoeding (want: omvormers schakelen dan volautomatisch af vanwege spanningsbeveiliging apparatuur), dan de elektra "of the grid" kunnen gebruiken, is een volmondig neen hier al opportuun. Tenzij het betreffende huishouden dan al een duur accu systeem in huis zou hebben, wat direct, bij overschrijding van de beruchte 253 volt, volautomatisch het PV-systeem van het net loskoppelt, en de productie veilig stelt in een accu systeem (totdat de accu vol is). Dit zal hoogstens in een paar gevallen mogelijk zijn, zoveel van dergelijke pioniers, met dure randapparatuur, zijn er niet. Dat gaat voor het overgrote merendeel van de zonnestroom leverende / invoedende huishoudens uiteraard niet op. Bij overschrijding van de netfrequentie schakelen hun installaties volautomatisch uit (en blijft hun huis installatie bovendien gevrijwaard van ongewenste, forse schade opleverende overspanning).

PvdD vraagt de regering "inzichtelijk te maken hoeveel CO2-reductie Nederland misloopt" vanwege de veronderstelling dat veel huishoudens die wel van plan waren zonnepanelen te kopen, en daar vervolgens van zouden afzien, als het wetsvoorstel afbouw salderen zou worden aangenomen. Ook vragen zij naar onderzoek hoe veel huishoudens die stap (geen koop van PV installatie meer) dan zouden zetten. PvdD vraagt bovendien of Jetten het eens is, "dat de afbouw van de salderingsregeling hierdoor klimaatonrechtvaardigheid in de hand werkt".

OPNL vraagt Jetten, tot slot, om te reflecteren op de berekening die MilieuCentraal maakte op basis van nogal gewaagde aannames van combinatie nieuw "teruglevervastrecht" Vandebron gedurende levensduur van een begin 2023 gekocht PV systeem, én afbouw salderen volgens wetsvoorstel. MilieuCentraal komt dan namelijk op een terugverdientijd van ruim 25 jaar, terwijl "beloofd" zou zijn, dat door het wetsvoorstel afbouw van salderen dat slechts (zo'n) 7 jaar zou blijven. Zie ook link onderaan bij Polder PV stuk over het initiatief van Vandebron om als eerste een teruglevervastrecht voor (alleen) zonnepaneel eigenaren in hun klanten dossier in het leven te roepen.

Zie bovenstaande link voor meer vragen. Jetten's ambtenaren krijgen het weer druk, de bedoeling is namelijk dat de vragen uiterlijk 27 oktober a.s. beantwoord zullen zijn ...

... hetgeen niet is gelukt. Volgens een nagekomen brief van Jetten, van 26 oktober 2023, is, ook door de benodigde interdepartementale afstemming, meer tijd nodig, en is het streven medio november antwoorden te gaan geven ... (inmiddels is het alweer begin december, nog geen witte rook gezien)


Wetsvoorstel afbouw salderen niet controversieel verklaard door Eerste Kamer. In een korte notitie, is op de website van de Eerste Kamer op 3 oktober 2023 verkondigd, dat, van 22 in behandeling zijnde wetsvoorstellen bij de Senaat, er slechts 1 controversieel is verklaard, de "Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur", die valt onder Ministerie LNV. Alle overige wetsvoorstellen, inclusief het al extreem lang "hangende" wetsvoorstel afbouw salderen (met name zonnestroom) bij kleinverbruikers (wet nummer 35594), zullen gewoon verder worden behandeld. Wordt vervolgd.


Vergadering Eerste Kamer verplaatst. Bedoelde vergadering over het wetsvoorstel afbouw salderen is verplaatst, van 12 naar 26 september 2023. Op voorstel van lid Crone (GroenLinks-PvdA). "De fractie OPNL heeft alvast kenbaar gemaakt voornemens te zijn inbreng te leveren." OPNL staat voor "Onafhankelijke Politiek Nederland", een partij die zegt te staan voor de "kracht van de regio", en pleit voor meer regionalisme in de politiek, "dichter bij de burgers".


"Antwoorden op Kamervragen over het feit dat verschillende energieleveranciers mensen met zonnepanelen nu extra laten betalen via allerlei omwegen". Kamerbrief van Rob Jetten van Min. EZK, 12 september 2023 (ook op Tweede Kamer site), met antwoorden op vragen van VVD kamerlid Silvio Erkens (23 augustus 2023), naar aanleiding van de commotie over met name het nieuwe "teruglever vastrecht" wat energieleverancier Vandebron als eerste "pionier" in het leven riep voor mensen met zonnepanelen. En enkele acties van andere energieleveranciers, die bijvoorbeeld geen vaste contracten meer zouden gaan aanbieden aan zonnestroom opwekkers (links onderaan dat artikel). Jetten maakt snel gebruik van alle commotie, om bij de Eerste Kamer aan te dringen tot haast met de behandeling van het (reeds extreem lang) uitgestelde en reeds aangepaste wetsvoorstel over de afbouw van het salderen van zonnestroom. Omdat het vigerende wetsvoorstel juist "een redelijke minimale terugleververgoeding garandeert, conform het aangenomen amendement Erkens".

In de Volkskrant van 6 september 2023 heeft Milieucentraal een casus voor een Vandebron klant doorgerekend, die een jaarverbruik van 3.255 kWh heeft, en die iets meer, 3.500 kWh, in dat jaar aan zonnestroom opwekt. Vanwege het nieuwe "teruglever vastrecht", zou genoemde klant, bij over langere tijd aangehouden vergelijkbare tariefstellingen inclusief een jaarlijks terugkerend teruglever vastrecht, te maken krijgen met een stijging van de terugverdientijd van het PV-systeem, van 7 naar 10 jaar. Wat ver buiten de rekenmodellen valt gehanteerd door de regering, de branche organisatie Holland Solar, en diverse adviesbureaus, wat als "acceptabel" wordt beschouwd voor huishoudens. Jetten suggereert dat dit een (forse) impact heeft op de business-case voor zo'n kleinverbruiker.

Jetten vindt het erg jammer dat sommige energieleveranciers kennelijk een voorschot nemen op het tijdelijk gevallen "zwarte gat" (nog steeds geen goed wettelijk kader), en die zelf allerlei fratsen gaan uithalen om iets te doen aan de huidige situatie. Zoals, de voor hen flink gestegen kosten (onbalans- en profielkosten voor verhandelde elektra), sterke groei kleinverbruiker segment met zonnepanelen, waardeloze, voor hoge prijzen te vergoeden stroom op de markt midden op de dag, etc. Hij dringt sowieso aan op meer transparantie bij de leveranciers, zodat huishoudens "een goede afweging [kunnen] maken over het al dan niet investeren in zonnepanelen en over bij welke leverancier een contract af te sluiten".

Jetten heeft contact opgenomen met marktwaakhond ACM, die stelt dat het niet impliciet verboden is om "extra kosten aan mensen met zonnepanelen toe te rekenen". Maar stelt daarbij ook, dat wel aangetoond moet worden dat deze op werkelijke kosten zijn gebaseerd voor de leveranciers, en er mogen ook beslist geen onredelijk hoge winsten worden gemaakt door de invoering van dergelijke (extra) kosten posten. ACM geeft aan dat elke leverancier ook verplicht een modelcontract dient aan te bieden, met variabele leverings-tarieven, waarvoor een extra kostenpost, zoals het "teruglever vastrecht" niet is toegestaan. Dit is dus meteen al een interessante "vluchtroute" voor mensen die, om wat voor reden dan ook, klant bij zo'n leverancier willen blijven. Sowieso moeten leveringsvoorwaarden aangepast zijn om überhaupt zo'n gloednieuwe prijscomponent te mogen toerekenen aan kleinverbruikers. Zijn klanten het niet eens met die nieuwe voorwaarden, die helder en begrijpelijk dienen te zijn, kunnen ze zonder probleem overstappen naar een andere leverancier waar dit niet speelt.

Vaste contracten hoeven niet wettelijk verplicht aangeboden te worden aan huishoudens, zonder of met zonnepanelen. Indien vanwege extra kostenposten een huishouden geen interesse meer heeft in het - aangepaste - contract, kan deze dat zonder problemen opzeggen, naar een andere contractvorm bij de huidige, of zelfs, zonder opzegboete, naar een andere leverancier overstappen. ACM zal hier haar waakhond functie verder (moeten) versterken, om de leveranciers in het gareel te (blijven) houden. In de nog te behandelen Energiewet zijn daarvoor diverse aanknopingspunten te vinden. Ook in het licht van de aangenomen motie van kamerleden Erkens en Bontenbal van 23 november 2022.

Jetten is vanwege bovenstaande van plan om "in de Energiewet te regelen dat energieleveranciers, naast het bestaande modelcontract met variabele tarieven, ook een modelcontract met vaste tarieven moeten aanbieden, ongeacht of de consument zonnepanelen heeft of niet". Vanwege alle huidige commotie, hecht hij er dan ook aan "dat het wetsvoorstel [afbouw salderen] daarom snel wordt behandeld, om te zorgen voor consistente regels voor alle leveranciers en afnemers".

De Eerste Kamer is aan zet.


Status wetsvoorstel afbouw salderen, volgens website Eerste Kamer:

"De inbreng voor het nader voorlopig verslag vindt plaats op 12 september 2023".

Voor geactualiseerd rapport gevolgen voor de huursector, van Fakton, zie hier.

Voor selectie uit 33 pagina's antwoorden op stortvloed aan vragen van de Senaat aan Jetten, zie hier.


Alles wat je moet weten over onze nieuwe vaste terugleveringskosten. Website energieleverancier Vandebron (15 augustus 2023). Als eerste leverancier van energie (in dit geval: stroom) besluit Vandebron de steeds onrechtvaardiger situatie aan te pakken, waarbij mensen met zonnepanelen veel profijt hebben van de salderings-regeling, maar burgers zonder zo'n installatie gedeeltelijk met de maatschappelijke kosten van deze regeling worden opgezadeld. Dit komt omdat energieleveranciers te maken krijgen met steeds hogere onbalanskosten en profielkosten, vanwege de risico's van lastig te voorspellen hoeveelheden zonnestroom opwek. Normaliter worden deze kosten verwerkt in de reguliere stroomtarieven, waardoor de kosten voor zonnepaneel-loze burgers toenemen (die nemen immers alleen maar stroom af), en deze vrijwel geen nadelig effect hebben op mensen met zonnepanelen, die hun variabele kosten nog steeds voor de volle 100 procent mogen salderen op jaarbasis. Er ontstaat dus een duidelijk toenemende scheefgroei tussen (individueel) profijt en maatschappelijke kosten. Vandebron vindt dit geen gewenste ontwikkeling, en wil daar dus iets aan doen.

Om te voorkomen dat er problemen komen met onbeheersbare toerekening in de vorm van variabele kosten, heeft Vandebron besloten om specifiek voor mensen met zonnepanelen (waarvan ze weten dat die salderen, en die op jaarbasis vaak "een overschot" hebben, wat ze "teruglevering" noemen) een nieuwe vastrecht post op de nota in het leven te roepen. Daarmee wordt een groot deel van de onrechtvaardigheid van de kosten toedeling gladgestreken, en gaan ook de klanten van Vandebron met zonnepanelen meebetalen aan de algehele kostendruk op de generieke stroomprijzen bij alle overige klanten bij deze vooruitstrevende leverancier. De bedenkers bij Vandbron zijn wel zo slim geweest om hiervoor een gestaffelde opzet in het leven te roepen, waarbij PV klanten (kleinverbruik) in de volgende categorieën worden onderverdeeld op basis van de huidige installatie, en eventuele al bekende jaarlijkse overschotten. Huishoudens met geringe overschotten, betalen geen of weinig extra vastrecht, degenen met grote installaties en forse jaarlijkse overschotten, moeten het meest aan deze nieuwe "sociale heffing" gaan betalen. Mocht later blijken dat het jaarlijkse overschot toch wezenlijk anders is / buiten de toegewezen klasse is gevallen, wordt op de jaarnota hiervoor gecorrigeerd. De zonnestroom vastrecht categorieën van Vandebron zijn als volgt.

Uit deze tabel blijkt duidelijk, dat zonnestroom producerende klanten, die op jaarbasis slechts weinig "overschot" hebben ingevoed op het net (enkele kWh, schaal "0") een "nul-tarief" krijgen voor de nieuwe stroomnota post "vaste terugleveringskosten" (linker kolom terug gerekend per dag, rechter kolom per maand). Schaal 3, de middelste klasse, met een niet in-house gebruikt, jaarlijks zonnestroom overschot, van 2.000 tot 3.000 kWh, gaat, inclusief 21% btw, 21 Euro per maand aan dit nieuwe vastrecht betalen. Zware gevallen, met een forse PV installatie op het dak, vallend onder schaal 6, met 5.000 kWh of meer aan jaarlijks overbljvende zonnestroom (die de facto op het net is ingevoed via de meter van de netbeheerder), betalen meer dan het dubbele, 46 Euro inclusief btw per maand. En op jaarbasis derhalve, een flinke post van EUR 552 incl. btw. Hierbij moet uiteraard wel vermeld worden, dat voor alle fysiek gemeten overschotten ("teruglevering op jaarbasis") door Vandebron wel een decente vergoeding per kWh wordt betaald, die echter van jaar tot jaar zal kunnen (gaan) verschillen, vanwege de blijvend volatiele omstandigheden op de stroommarkt.

Als Polder PV klant zou zijn van Vandebron, zou hij, met een zeer bescheiden netto jaarlijkse invoeding van - tot nog toe - maximaal 288 kWh in 2022, in bovenstaand voorbeeld in schaal 1 komen te vallen (5 - 1.000 kWh netto teruglevering op jaarbasis), waarvoor 4 Euro per maand, cq. 48 Euro/jaar incl. btw aan deze nieuwe vastrecht post betaald zou moeten worden. Vooralsnog is Vandebron de eerste energieleverancier waar deze - noodzakelijke - "sociale ingreep" is doorgevoerd. Wellicht volgen er binnenkort meer.

Meer informatie over de achtergronden, het hoe en waarom, en 2 voorlichtings-filmpjes, zie de bovenaan opgenomen link naar de vastrecht zonnestroom pagina van Vandebron. De ingangsdatum van dit nieuwe vastrecht tarief is afhankelijk van het vigerende contract van de PV-systeem exploiterende klanten van Vandebron. Voor nieuwe contracten is deze regeling vanaf 14 augustus 2023 van kracht.

Nagekomen (4 december 2023)

Nadere toelichting Vandebron van de wijze waarop ze hun klanten verrekenen, n.a.v. reacties op sociaal medium "X":

"Wij hebben een andere overeenkomst met onze producenten. Onze producenten hebben een dynamisch contract bij ons, dit houdt in dat ze altijd de actuele marktprijs ontvangen. Als de prijs negatief is wordt de teruglevering uitgezet of betaalt de eigenaar van het zonnepark de kosten voor de teruglevering. Omdat wij niet opdraaien voor de kosten die de zonnepanelen maken betalen onze producenten geen vaste terugleveringskosten. Als particulier is het ook mogelijk om een dynamisch contract bij ons af te sluiten. Als particulier met een dynamisch contract en zonnepanelen betaal je ook geen vaste terugleveringskosten."

---

Martien Visser, bekend van het Energieopwek.nl portal, deed op 15 augustus naar aanleiding van de berichtgeving even een "bierviltje" met de data van zijn eigen PV installatie op Twitter. En kwam met de nieuwe vastrechtpost van Vandebron, door sommigen ook wel "saldering boete" gedoopt, en alleen nog maar salderen van direct eigen verbruik (momentane zelf-consumptie opgewekte zonnestroom) op een financieel rendement van 4,7% (bestaande installatie). Als er dan ook nog 500 kWh zodanig "verschoven" kon worden naar direct eigen verbruik (grotendeels midden op de dag), zou het rendement op een zeer acceptabele 11,3% komen volgens zijn berekening. Dat is veel hoger dan de beruchte "7%" waar het in de Tweede Kamer stukken altijd over is gegaan. Uiteraard weer veel reacties op deze Tweet van de heer Visser, zie het draadje aldaar. Zie ook vervolg tweet van Visser op 18 augustus (kosten / baten voor niet zonnepanelen bezitters).

Zelfbenoemd marktleider / energie leverancier, Essent, wat Vandebron in november 2019 had overgenomen, stelde bij monde van haar Webcare service op "X" (Twitter) op 16 augustus 2023, dat nieuwe of bestaande klanten met zonnepanelen op dit moment geen 3-jarige stroom contracten meer kunnen krijgen, "omdat er teveel wordt teruggeleverd" ...

Zie ook onderstaande links voor de dynamische wereld van de "teruglever vergoedingen" in hectische tijden ...

Business Insider (23 augustus 2023)

MSN.com (31 augustus 2023)

RTL nieuws (5 september 2023, casus geen meerjarige contracten meer voor mensen met zonnepanelen bij Essent en Eneco)

MilieuCentraal (5 september 2023) komt bij een berekende combinatie afbouw salderen zoals in wetsvoorstel, met nieuwe teruglevervastrecht van Vandebron, bij dubbeling van die uitgangs-situaties, en de nodige - deels zeer onzekere - aannames, op een "terugverdientijd" van ruim 25 jaar uit voor mensen die begin 2023 een PV systeem zouden hebben gekocht, en die klant zouden blijven bij Vandebron. Waarbij er van wordt uitgegaan dat het nieuwe "teruglevervastrecht" gedurende de hele levensduur van de PV installatie intact zou blijven. Een nogal zware serie aannames, met als boodschap bij uitkomst zoals berekend: "De combinatie maakt zonnepanelen onaantrekkelijk en dat is niet wenselijk".

Fossielfrij.fr (6 september 2023, uit enquête van Freon energiebedrijf Soly, met 1.643 respondenten, zou blijken dat 85% een dergelijke maatregel "onterecht" vindt, idem, van plan is om in zo'n geval van energeleverancier te wisselen, maar ook, dat bijna 75% aangeeft "om hun energiegedrag aan te passen", als dergelijke maatregelen breder zouden worden doorgevoerd)

Andere leveranciers die extra ("vastrecht") kosten in rekening (zijn gaan) brengen:

Samenom. De bekende coöperatieve energieleverancier Samenom, 7 jaar lang "de groenste energieleverancier van Nederland", is inmiddels ook overstag. Op 28 november 2023 tweette Danny Oosterveer dat ook zij in het nieuwe jaar een nieuwe post "vaste terugleveringskosten" in rekening zullen gaan brengen bij (alleen) de klanten met zonnepanelen. Ze motiveren deze gang van zaken met: "Voor ons is dit een zeer moeilijke beslissing geweest, maar noodzakelijk om op een zo eerlijk mogelijke en verantwoorde wijze te kunnen blijven bouwen aan een toekomstbestendige energievoorziening". Het gaat hierbij wel om klanten die 1 MWh of meer per jaar invoeden (dus niet de netto teruglevering, maar de fysieke invoeding gemeten door de netmeter), voor klanten die mínder dan 1 MWh op jaarbasis invoeden, verandert er niets. Dat is dus een geruststelling voor veel huurders, die installaties van maximaal 4 zonnepanelen hebben. Als je uitgaat van 4x 350 Wp = 1,4 kWp, en een specifieke opbrengst van 900 kWh/kWp.jr, zouden die maximaal zo'n 1.260 kWh/jr produceren. Bij een verwacht direct eigenverbruik van de opgewekte stroom van zo'n 30% op jaarbasis, zou daarvan dan zo'n 70% ingevoed worden op het net, wat grofweg neerkomt op 882 kWh invoeding. Die klanten blijven dus onder de 1 MWh, en hoeven dat nieuwe vastrecht niet te betalen. Klanten die ongeveer op die grens van 1 MWh terechtkomen in de huidige situatie, doen er goed aan, om hun eigenverbruik te proberen iets op te krikken, zodat ze onder die vastrecht "limiet" terecht gaan komen.

Voor de 1e 1.000 kWh invoeding wordt een fors extra vastrecht van EUR 96,80 incl. btw in rekening gebracht (per jaar), door Samenom, voor iedere extra 500 kWh invoeding volgt een extra vastrecht van EUR 36,30/jaar. Interessant is, dat Samenom redeneert, dat omdat er zoveel zonnestroom wordt ingevoed in Nederland, óók klanten zonder zonnepanelen profiteren van de marktprijs drukkende effecten daarvan. Als gevolg hiervan, verhoogt Samenom dan ook de "klassieke" post vastrecht levering (die alle stroom afnemende klanten in Nederland sowieso altijd betalen, ongeacht keuze van leverancier), voor álle klanten. Per 1 januari 2024 wordt dat dan 23,2 Eurocent per dag per aansluiting, incl. btw, bijna 85 Euro op jaarbasis.

Greenchoice. De wijze van factureren bij salderende huishoudens met contract bij Greenchoice roept steeds meer verwarring op. Een lang draadje bij Gathering of Tweakers. 1 van de klagers heeft gelijk gekregen bij de Geschillen Commissie, en saldering is nu correct op de kilowatturen (afgenomen minus ingevoed) afgerekend. Talloze vragen blijven, het salderings-dossier is een moeras van tegengestelde meningen en (schijn-)oplossingen.

Budget Energie. Ook zij zijn per 16 januari 2024 "terugleverkosten op basis van de saldeerbare teruglevering" gaan heffen, bij bestaande en nieuwe klanten. Verdeeld over 8 staffels, van nihil (nauwelijks te salderen kWh) tot schaal 8, meer dan 10.000 kWh per jaar saldeerbaar, EUR 90/maand kosten extra incl. btw. Zie de betreffende webpagina op hun site.


Afbouw salderingsregeling voor kleinverbruikers (35.594); brief van de minister voor K&E over geactualiseerd onderzoek naar de businesscase van zonnepanelen in de huursector (EK, E). Website Eerste Kamer (12 juli 2023). Tijdens onze vakantie verscheen een kamerbrief van Jetten van MinEZK, en als bijlages een studie van Fakton, over de actualisatie van de (financiële) effecten van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers en corporaties in de huursector, als het vigerende wetsvoorstel door de Senaat zou worden aangenomen, en de gebruikelijke ambtelijke "beslisnota" over het vervolg proces. In onderstaande enkele punten uit de beslist niet eenvoudige correspondentie.

De opdracht was verstrekt door het ministerie van EZK, om een update te geven van de financiële gevolgen voor zowel huurders als huur corporaties, als de afbouw van de salderings-regeling zou worden gevolgd, in het aangepaste wetsvoorstel van Jetten. Het is een actualisatie van het aanvankelijk door belangenorganisatie Aedes aan Fakton in opdracht gegeven eerste onderzoek voor de huursector.

Uitgangspunt voor de studie van Fakton waren 4 vragen:

(1) Is er voor investeringen in zonnepanelen op huurwoningen voor sociale verhuurders gedurende de periode 2025-2031 sprake van een lager projectrendement dan 4%?
(2) Zo ja, welke aanvullende financiering is er nodig om gedurende de jaren van 2023 tot 2031 aan de rendementseis van 4% te voldoen?
(3) Bij welke besparingsverdeling tussen verhuurder en huurder wordt de rendementseis van 4% gehaald zonder dat hier extra financiering voor nodig is.
(4) Voer een gevoeligheidsanalyse uit, op basis van dezelfde variatie in parameters als eerder bij de TNO-analyse is gehanteerd

In het 35 pagina's tellende rapport van Fakton wordt uitgebreid ingegaan op (rekenmodellen voor de bepaling van) antwoorden op bovengenoemde vragen, geïllustreerd met de nodige grafieken en tabellen. In de uitgebreide bijlage wordt een nadere gevoeligheids-analyse van variabele inputs uitgewerkt.

De samenvatting van Jetten luidt als volgt:

"Een belangrijk verschil tussen de businesscase van zonnepanelen in de koop- en huursector is dat de verhuurder en huurder afspraken maken over de verdeling van de opbrengsten. Een deel van de opbrengsten vloeit terug naar de verhuurder middels een verhoging van de huur- of servicekosten terwijl de huurder door de zonnepanelen een lagere energierekening geniet.

Het onderzoek geeft inzicht in zowel de opbrengsten van zonnepanelen voor de verhuurder, middels projectrendement en netto contante waarde, als voor de huurder, middels de jaarlijks lagere energiekosten. Of er btw ten laste komt van de huurder of van de verhuurder zal van invloed zijn op de opbrengsten voor desbetreffende partij. Beide mogelijkheden zijn onderzocht. Daarnaast is op basis van gesprekken met Aedes, zowel voorafgaand aan het onderzoek als op basis van de eerste resultaten, tot slot een additioneel scenario toegevoegd met aangepaste aannames en een 60/40 verdeling van opbrengsten tussen verhuurder en huurder.

Het onderzoek geeft inzicht in de opbrengsten van investeringen in zonnepanelen in de huursector en de ruimte die er is om deze te verdelen tussen verhuurder en huurder."

Het gaat dus niet alleen om "harde, geactualiseerde cijfers" over de business-case voor alleen de corporaties, of alleen de huurders. Het opent de mogelijkheden voor belangen verenigingen van beide groepen, om onderling afspraken te kunnen maken over de verdeling van het profijt in het afbouwpad wat in het vigerende wetsvoorstel duidelijk is geworden. Met andere woorden, de financiële gevolgen zouden in een democratisch proces tussen die belangen organisaties moeten worden afgezekerd. Althans, dat is de theorie.

Vraag (1) kan met een volmondig "nee" worden beantwoord, er is ruim voldoende armslag om een rendement van meer dan 4% te bereiken voor de corporaties. Sterker nog, in het gehanteerde basis scenario, is een rendement van zelfs minimaal 9% haalbaar, bij investeringen gedaan tussen 2023 en 2034 (laatste afbouw stap salderingsregeling). Rendementen zouden aanvankelijk 10,2% zijn, zakken naar 9% in 2025, en vervolgens weer stijgen tot boven de 10% vanaf 2029. Dat is zeer ruim boven wat gezien wordt als een "gezond project rendement van 4%".

In het basis scenario wordt uitgegaan van besparings-voordelen van 80% / 20% voor verhuurder / huurder. Pas als er van een fifty-fifty verhouding uitgegaan zou worden, zou in investeringsjaar 2024 er een project rendement van 3,5% gehaald worden. Echter, daar is op simpele wijze een mouw aan te passen, door in dat jaar uit te gaan van een verdeling van 51% voor de verhuurder en 49% voor de huurder. Dat zou al voldoende zijn om boven een projectrendement van 4,0% uit te komen, volgens het Fakton rapport.

Een ander potentieel negatief scenario betreft een projectrendement wat daalt tot 4,4% wanneer een laag energietarief, geen
jaarlijkse reductie van investeringskosten én een incidentele piek in investeringskosten tegelijkertijd samenkomen. Over deze 3 marktfactoren heeft een verhuurder weliswaar geen controle, maar Fakton claimt, "dat het tegelijk plaatsvinden van deze omstandigheden onwaarschijnlijk lijkt".

Daar staan ook voordelen tegenover, aldus Fakton:

(1) Verhuurders kunnen het projectrendement op zonnepanelen flink doen toenemen, door schaalvergroting te kiezen, waardoor processen veel efficiënter kunnen verlopen, en kosten gereduceerd kunnen worden.

(2) Verhuurders kunnen afspraken maken met de huurders over een gunstiger besparingsverdeling om het projectrendement te verhogen indien deze onder 4% zakt.

(3) Verhuurders kunnen huurders actief informeren over het verbruikspatroon, wat invloed zou hebben op de opwek die de huurder inzet voor eigen verbruik. Dit door bijvoorbeeld huurders erop te wijzen elektrische apparaten als droogtrommels, wasmachines of vaatwassers juist overdag aan te zetten. Afstemmen van verbruik op de opwek heeft in toenemende mate invloed op het resultaat naarmate de salderingsregeling verder afbouwt.

Dit laatste is een argument wat regelmatig terugkomt in discussies over afbouw van salderen, maar het zal zeker voor huurders met een zeer bescheiden stroomprofiel, en afwezigheid van significante impact makende stroomverbruikers in het huishouden, áls die al midden op de dag aangezet kunnen gaan worden, vermoedelijk een beperkte rol (blijven) spelen. Voor huurders die nauwelijks hun stroomverbruik zullen kunnen "sturen", zal het afbouwpad beslist betekenen, dat de bestaande salderingsregeling, samen met de afbouw ervan, tot een flink lager totaal profijt zal gaan leiden. De vraag is dan, hoe zich het resterende profijt dan zal verhouden met de kosten die betaald moeten worden aan de corporaties. Er daarbij van uitgaande, dat er bij het toekennen van het resterende "profijt" door de corporaties beslist niet gesegregeerd zal (mogen) gaan worden in de mate waarin huishoudens in staat zullen blijken om hun consumptiepatroon te verschuiven binnen het etmaal.

Fakton geeft in hun studie ook een staatje met de investeringsjaren 2023, 2027, en 2031, waarbij, uitgaande van diverse uitgangspunten, verschillende verdelingen van de besparings-percentages afgesproken zouden kunnen worden tussen verhuurders en huurders-belangen verenigingen, om aan het project rendement van (minimaal) 4% te kunnen komen. Hierbij wordt ook nog het effect van de verplichte btw heffing over de servicekosten bepaald, die toegerekend moet worden aan de huurder. Ook hier kan weer met 2 scenario's worden gerekend, direct ten voordele van de corporatie, of voor de verhuurder. Dit soort wisselende besparings-percentages, en verrekenings-scenario's zijn echter zo ingewikkeld, dat het communiceren ervan richting huurder, een zeer forse inspanning zal eisen van de corporaties ("Waarom doen wij dit zo?"). En wellicht in het geheel niet "gesnopen", dan wel geaccepteerd zal worden door de huurders-belangenverenigingen.


Afbouw salderingsregeling voor kleinverbruikers (35.594); memorie van antwoord (EK, D). Website Eerste Kamer (23 juni 2023). Antwoord van Minister Jetten van het Ministerie voor Klimaat en Energie, op talloze vragen van de Senaat, n.a.v. behandeling van het wetsvoorstel afbouw salderen. De antwoorden zijn netjes opgesomd, en "zorgvuldig interdepartementaal afgestemd om u zo volledig mogelijk te kunnen informeren", aldus Jetten, die het pakket dan ook aan de Eerste Kamer aanbiedt namens de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst.

Enkele highlights uit de antwoorden (selectie):

Jetten zegt, in uitgebreid antwoord op vraag 17, "rekening te houden met de mogelijkheid dat er in uitzonderlijke gevallen sprake kan zijn van disproportioneel hoge marktprijzen die doorwerken in deze vergoeding [bedoeld wordt: "terugleververgoeding" voor overschot op jaarbasis]. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als er sprake is van tijdelijk zeer hoge leveringstarieven door acute prijsschokken zoals gezien tijdens 2022. De meerkosten die energieleveranciers hiervoor moeten dragen worden aan alle klanten, ook diegenen zonder zonnepanelen, doorberekend waardoor de lasten van een door deze prijsschokken ontstane te hoge minimumvergoeding in relatie tot de marktprijs van elektriciteit, leiden tot onevenredig hoge elektriciteitstarieven voor klanten zonder zonnepanelen. Deze bepaling wordt dus alleen gebruikt in uitzonderlijke gevallen, op het moment dat het nodig is om de klanten zonder zonnepanelen te beschermen tegen excessieve terugleververgoedingen, waarbij de hoogte van deze terugleververgoedingen ook niet (meer) in verhouding staat tot de marktwaarde van de teruggeleverde elektriciteit op het moment van teruglevering". En, wat later in de antwoorden, "Bij de vaststelling van de redelijke vergoeding wordt de Kamer zorgvuldig betrokken". Op pagina 17 wordt daar aan toegevoegd: "Op termijn is het wenselijk dat er meer concurrentie ontstaat en dat een kleinverbruiker zelf kan bepalen aan wie en tegen welke prijs diegene de zelf geproduceerde en ingevoede elektriciteit wil verkopen."

Jetten constateert dat "al bij een op de drie woningen van particuliere huiseigenaren zonnepanelen zijn geplaatst, terwijl dit in de huursector bij slechts een op de zes woningen het geval is". Hij stelt extra middelen te voorzien van € 100 miljoen om een bijdrage te kunnen leveren om het plaatsen van zonnepanelen op huurwoningen aantrekkelijker te kunnen maken indien de salderingsregeling wordt afgebouwd. Hij "hecht er belang aan om de uitrol van zonnepanelen op huurwoningen te blijven volgen en zal dus tijdens de evaluatiemomenten in 2025 en 2028 ook specifiek hierop inzoomen."

Over de globaal 30% momentaan stroomverbruik van zelf opgewekte zonnestroom bij salderende huishoudens, en de "prikkel" om dat percentage te verhogen, vanwege het afbouwpad van de salderings-regeling in het wetsvoorstel, stelt Jetten: "Tijdens de evaluatiemomenten in 2025 en 2028 zal er ook specifiek gekeken worden naar het effect van de afbouw op het aandeel eigen verbruik."

"Bij 20% eigen verbruik blijven de terugverdientijden onder de 8 jaar. Dit is nog steeds lager dan de 9 jaar, zoals door PwC genoemd als maximale terugverdientijd voor huishoudens om te willen investeren in zonnepanelen."

Verderop, op pagina 24: "TNO heeft berekend dat een verhoging van het eigen verbruik met 10% kan leiden tot ruim een halfjaar kortere terugverdientijd". Jetten serveert daarmee het voorstel af, om de afbouw van de salderingsregeling niet te laten starten, en blijft ferm in zijn respons op die suggestie: "Ten opzichte van het oorspronkelijke wetsvoorstel start de afbouw van de salderingsregeling twee jaar later, namelijk vanaf 2025. De terugverdientijden van zonnepanelen blijven ook bij deze voorgenomen afbouw van de salderingsregeling nog zeer interessant en worden voor investeringen tot en met 2030 niet hoger dan 7 jaar. Verder uitstel van de afbouw acht ik dan ook niet opportuun."

"Er is geen reden om aan te nemen dat de afbouw van de salderingsregeling een negatief effect zal hebben op de groei van zonnepaneleninstallaties op daken."

"Er zijn helaas geen data met betrekking tot de verdeling van zonnepanelen op daken over de inkomensgroepen."

"Het amendement van het lid Omtzigt regelt dat de redelijke vergoeding niet kan worden vastgesteld op een negatief bedrag."

"Saldering blijft plaatsvinden op basis van de jaar- of eindafrekening" (en beslist niet op basis van "een ander inzicht" van een willekeurig leverend e-bedrijf).

"Het Clean Energy Package is geïmplementeerd in het wetsvoorstel van de Energiewet, dat op 12 juni bij de Tweede Kamer is ingediend. Dit wetsvoorstel zal naar verwachting uiterlijk 1 januari 2025 in werking kunnen treden." Hiermee serveert Jetten voor op het feit, dat lokale energiecoöperaties e.d. effectief met andere marktpartijen kunnen en mogen onderhandelen over levering van stroom. En dat het wetsvoorstel afbouw salderen die door Europa afgedwongen mogelijkheid niet in de weg zal staan. En een "blokkade" van aanname van genoemd wetsvoorstel daarmee dus ook geen grond heeft. Ook zogenaamde "peer-to-peer" levering is punt van gesprek binnen de Europese Unie, dit zou moeten worden geregeld binnen het Europese Electricity Market Design-pakket.†

In antwoord op de vraag van GroenLinks en PvdA om het wetsvoorstel niet goed te keuren, met als motivatie of dat, "in deze tijden van klimaatcrisis en de voortdurende fiscale voordelen van fossiele energieproducenten rechtvaardig is en de betrokkenheid van burgers bij de klimaatpolitiek niet langdurig zal schaden?", antwoord Jetten gedecideerd: "Nergens in Europa is de elektriciteit die per persoon via de zon wordt opgewekt zo hoog als in Nederland. Dat is goed nieuws, want de opgewekte elektriciteit is schoon, dichtbij en duurzaam. Naast dit positieve resultaat, zorgt de salderingsregeling wel in toenemende mate voor een scheve verdeling tussen mensen zonder en met zonnepanelen." In de laatste Klimaat en Energie Verkenning, die al rekening houdt met de afbouw, blijft de aanschaf van PV systemen bij huishoudens in de prognoses groeien. Derhalve, besluit, Jetten, "Door de salderingsregeling geleidelijk af te bouwen kan met dezelfde financiële middelen meer klimaatwinst worden geboekt."

Het pakket telt maar liefst 33 pagina's, dus maak hier even een avondje voor vrij ...

† In dit licht werd een interessante website gelinkt op Twitter / "X" door contribuant Speksteenkach, de Vlaamse website Energyswap, die het mogelijk maakt om energie (stroom) "uit te wisselen met een willekeurige andere partij" in hetzij het Vlaamse, hetzij het Brusselse Gewest. Kennelijk met de bedoeling om hogere tarieven voor verkopers, en lagere tarieven voor kopers te faciliteren. Dit lijkt in Nederland slechts nog een droom, bij de Vlamingen lijkt dit al te kunnen. Voorwaarde is echter wel dat er een "Meetregime 3 geactiveerd moet zijn" op een slimme meter, wat inhoudt dat er per kwartier uitgelezen wordt - waar ook direct mee "gehandeld" zou kunnen worden. Het moet ook (wettelijk) mogelijk zijn, dat er elektra gekocht kan worden van meerdere verkopers. Ook dit lijkt allemaal nog wensdromerij in Nederland. Bovendien vallen, met de meter voorwaarde hierboven genoemd, hiermee automatisch alle huishoudens buiten de boot die niet over zo'n slimme meter beschikken...


Behoud saldering en zet in op dynamische energie-tarieven. ESB.nu (11 mei 2023). Opmerkelijk pleidooi voor "behoud van salderen", van hoogleraar Reyer Gerlagh van Tilburg University. Maar wel onder expliciete voorwaarden van het loslaten van "vaste" energiecontracten, stimuleren van dynamische energiecontracten, het verder openbreken van de leveranciersmarkt, en, heel belangrijk, het loslaten van een "vaste" energiebelasting in de elektra prijs. Er zijn ook reacties op deze voorstellen, gelinkt onderaan het artikel. En Marien Boonman, bekend en onderbouwd tegenstander van continuering van de salderingsregeling, besteedde op Twitter de nodige tweets in reactie op de voorstellen van Gerlagh >> Twitter draadje.


Wetsvoorstel afbouw salderingsregeling in Eerste Kamer

22 maart 2023 ff. Na het aannemen van de Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (en daarmee gepaard gaande Wet belastingen op milieugrondslag) op 7 februari jl., door de Tweede Kamer (links onder vorige paragraaf), is de Senaat aan zet.

Een eerste document, samengesteld op 21 maart 2022, verscheen een dag later op de website van de Eerste Kamer. Het bevat een "voorlopig verslag" van de vaste commissie voor EZK.

Voorlopig verslag van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (pdf, kamerstuk 35 594 B; 7 pagina's).

In de eerste reacties van de leden van de Senaat komt een stortvloed aan vragen naar boven, van de fracties van, achtereenvolgens, het CDA, GroenLinks / PvdA, D66, fractie Nanninga, PVV, en de ChristenUnie. Vragen, die uiteraard, ondanks pogingen daartoe door de ambtenaren van Min EZK Rob Jetten, beslist niet allemaal (tot in detail) beantwoord kunnen gaan worden, gezien de talloze onzekerheden in de huidige, en al helemaal in de "toekomstige" elektriciteitsmarkt. En de onvoorspelbaarheid van diverse veronderstelde scenario's. Wellicht hebben de Eerste Kamer leden gedacht "niet geschoten is altijd mis", en schoten ze met een spervuur op het al vele jaren lang opgebouwde, gewijzigde, en weer aangepaste wetsvoorstel. Waarvan het beslist niet, zoals ook weer gesuggereerd, nota bene door de CDA fractie (die beter zou moeten weten), "er op lijkt dat de regels tijdens de wedstrijd worden gewijzigd". Wat natuurlijk kolder is, dit wetsvoorstel is al zeven jaar in voorbereiding en behandeling, en er is uitgebreid in de Tweede Kamer en in de media over gecommuniceerd. Er worden helemaal geen "regels tijdens het spel gewijzigd". Het traject naar de voorgestelde wetswijziging heeft ellenlang geduurd ...

Terugkerend item blijft de status van huurders, die in een geheel andere situatie zitten dan huiseigenaren, en die afhankelijk zijn van de gevoelige balans tussen "te verkrijgen verdiensten uit de resterende salderings-mogelijkheid", en de aan de corporatie te betalen vergoeding voor het voorrecht om daar op aanspraak te kunnen maken. GroenLinks en PvdA vragen daarbij expliciet om een "aanvullende financiering te regelen".

Op veel vragen zullen geen gedetailleerde antwoorden (kunnen) komen, omdat er teveel onzekerheden zijn. Dat is zowel het geval bij de al jaren voorbereide stapsgewijze afschaffing van de wettelijk ingebedde mogelijkheid tot salderen, als in het geval van het (ongewenste) aanhouden van deze regeling. Want nooit hebben (2 miljoen !) zonnepanelen eigenaren zoveel geld verdiend (lees: niet uitgegeven), als tijdens de recente crisis, met zeer hoge stroomprijzen. Ook een scenario wat niemand heeft kunnen voorspellen, en wat voor de goede verstaander ook als "volstrekt onwenselijk" kan worden beschouwd. De "zeven jaar terugverdientijd" kan met huidige (wat lagere) stroomprijzen, en zelfs met flink lagere tarieven, beslist worden gehaald, maar het kan nooit een "afreken middel" worden voor iedereen die het zou betreffen. Dat zou een totaal onwerkbare situatie voor elk willekeurige regering worden. Veel van de vragen suggereren het afdwingen van "zekerheden" in de extreem volatiele elektriciteitsmarkt. Ik geef u op een briefje, dat ook Jetten die zekerheden niet kán, noch mág geven. Want dat zou inhouden, dat de overheid permanent zou moeten ingrijpen als er vreemde zaken met tarieven zouden plaatsvinden bij kleinverbruikers. Dat lijkt me beslist onwenselijk, en extreem tegenstrijdig met het nooit ten grave gedragen "vrije markt principe" waar de meeste partijen nog steeds impliciet achter (zeggen te) staan.

Enkele vragen zijn relatief simpel te beantwoorden, zoals die van de PVV fractie. "De opbrengst van zonnepanelen neemt in de
loop der tijd af, zo constateren deze leden. Graag ontvangen zij een overzicht van de levensduur van zonnepanelen met de bijbehorende capaciteit afgezet in jaren van gebruik"
. Wat de capaciteit van de zonnepanelen daarmee te maken heeft ontgaat me, goed gemaakte zonnepanelen (lees: het overgrote merendeel op de huidige markt, ongeacht herkomst of nominaal vermogen) gaan vele jaren mee, en kunnen met een beetje geluk de vijfentwintig jaar economisch nuttige levensduur beslist (ver) overstijgen. Gecombineerd met een toenemende instraling van de zon, en beperkte systeem degradatie, blijven de vooruitzichten op dat punt rooskleurig. Wat ook wel blijkt uit de al jaren gepubliceerde opbrengsten van het inmiddels al ruim 22 jaar oude kern-systeem van Polder PV (jaaroverzicht tm. 2022 alhier).

We zullen gaan zien wat Jetten's ambtenaren aan antwoorden tevoorschijn gaan toveren. Dan blijven hier de enige echte 2 "dreigende" opmerkingen over, die van GroenLinks en PvdA, waar u zichzelf eens over het hoofd moet krabben, welke status die claims hebben. En wat voor "uitwerking" daar bij de stemming in de Eerste Kamer aan gegeven zal worden. U vindt die opmerkingen op pagina's 4 en 5 van het "voorlopige verslag", vetdruk door Polder PV:

"Klopt het dat de Europese regelgeving, bijvoorbeeld de Clean Energy Package, veel meer mogelijkheden biedt voor decentrale samenwerking van opwekking, levering en opslag van stroom dan in de Nederlandse wetgeving? Indien dit klopt is de regering bereid zo spoedig mogelijk dit ook in Nederland te regelen en in afwachting daarvan de saldering niet te beperken?"

en

"Is het gelet op al deze onzekerheden niet beter om de saldering niet te beperken voordat de nieuwe Elektriciteitswet deze problemen oplost en deze wetgeving is afgerond?"

Aan de Senaat, en, vooral, aan Rob Jetten, de wijsheid en politiek inzicht, om op deze vragen, goed onderbouwd en gemotiveerd, maar uiteindelijk wel ontkennend, te antwoorden. Want met verder uitstel, is Nederland nog veel verder van huis, en worden, zeker bij de extreme groei in de residentiële markt (Polder PV analyse van de Stedin cijfers), de lasten voor de "nog-niet-zonnepanelen-bezitters" met het jaar hoger ...

4 april 2023: Uitstelbrief voor het "memorie van antwoord" op het "vragenvuur" van de Senaat. Uit de uitstelbrief van Jetten: "Ik wil graag recht doen aan de vele vragen die de leden van de verschillende fracties hebben gesteld en de beantwoording zorgvuldig
interdepartementaal afstemmen. De memorie van antwoord kan ik u daarom niet binnen de gestelde termijn (uiterlijk 7 april) toesturen". Jetten wil wel pogen om vóór het zomer reces een repliek klaar te hebben ... (website Eerste Kamer)


Salderen is al jaren ongepast, maar komen we er ooit nog van af? Altijd goed onderbouwd en puntig commentaar van ir. Thijs ten Brinck van Wattisduurzaam, over de (on)houdbaarheid van de salderingsregeling voor zonnepaneel eigenaren (kleinverbruik). Bijgewerkt tm. 7 februari 2023.


Moeten we de salderingsregeling aanpassen? Weer een heldere uitleg van CDA lid Henri Bontenbal, must read van 18 januari 2023.


Wetsvoorstel afbouw salderingsregeling in Tweede Kamer

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35594), 17 januari 2023. De lang verwachte parlementaire behandeling van het "aangepaste wetsvoorstel afbouwen salderen" is begonnen, na reeds een zeer lang voor traject. Op 17 januari 2022 werd, door een ruimhartige en goed gemutste kamervoorzitter, en soms veel te lange bijdragen van maar liefst 14 insprekers (!) en talloze interpellaties, slechts de eerste aanleg behandeld. De aanwezige EZK ambtenaren werden al met de pauze naar huis gestuurd toen bleek dat het een latertje zou gaan worden. Polder PV trachtte op Twitter wat aangebrachte punten van sprekers en interpellanten bij te houden, op basis van het live verslag op de Tweede Kamer site. Van de startpost om 16h18 's middags, tm. de slag van de voorzittershamer, om 22h22 (Twitter draadje). Met uiteraard weer een betekenisvol optreden van energiespecialist voor het CDA, Henri Bontenbal, die door de kamervoorzitter grappend zelfs als "professor" werd ingeleid. Een lange zit, wordt uiteraard vervolgd, en wel op 26 januari 2023 ...

Talloze stukken op media, uiteraard, over dit "gevoelige energie dossier". Zoek op Tweede Kamer / salderen / debat. Bijvoorbeeld Volkskrant van 16 jan. 2023., een interessant artikel in het NRC (18 jan. 2023), gevolgd door een opinie artikel over de regeling (23 jan. 2023), een bijdrage van Netbeheer Nederland (16 jan. 2023), en zelfs van Amro Bank (25 januari 2023). De woonorganisaties Vereniging Eigen Huis, Consumentenbond, Woonbond, en huur corporatie koepel Aedes deden nog maar weer eens een brief richting Den Haag om de "zeven jaar terugverdientijd te behouden", dat er wettelijk een minimum vergoeding voor overschot stroom moet worden vastgelegd, en wel "minimaal 80% van het kale leverings-tarief", en dat "er een investeringssubsidie komt voor huiseigenaren met een kleine portemonnee zodat ook zij zonnepanelen kunnen kopen" (bericht VEH site 24 januari 2023). De NOS postte weer eens een bericht op 25 januari, met links naar eerdere artikelen over dit hete dossier. En natuurlijk de ongezouten maar altijd deskundig onderlegde inbreng van Wattisduurzaam in een blijvend interessante bijdrage van februari 2022 (ir. Thijs ten Brinck).

Het artikel in Duurzaam Nieuws (24 jan. 2023) doe ik daar dan als een ietwat floppend cadeautje bij (fel voor behoud salderings-regeling). Maar reken niet op coulantie, want er staan nogal forse fouten in dat stuk. O.a. de compleet verkeerde cijfer berg van Independer (artikel 12 mei 2022) wordt gebruikt als uitgangspunt, waarbij volkomen onterecht een rabiaat foute cijfer reeks van de cumulatie van het aantal woningen met PV installaties wordt gebruikt. Met o.a. "2,5 miljoen woningen met PV, eind 2020" (en 2,8 mln medio 2021) in een grafiek. In werkelijkheid waren het er volgens de laatste CBS cijfers, EOY 2020, slechts 1,26 miljoen (medio 2021 plm. 1,4 mln, resp. medio 2022 1,8 mln). Ook wordt er in het stuk gerept van "Op dit moment wordt maar de helft van de zonnestroom door PV op woningen geproduceerd". Dat is al lang niet meer zo. Uitgaand van gelijke specifieke opbrengsten voor niet woningen ("economische activiteiten") t.o.v. woningen, de verhouding opgestelde capaciteit was medio 2022 al 10,2 t.o.v. 6,7 GWp, volgens de meest recente data van het CBS. Een factor ruim anderhalf in het voordeel van de "niet-woning" projecten. Die bovendien vaak hoog-efficiënt worden gebouwd, en dus zeer waarschijnlijk hogere specifieke opbrengsten zullen draaien, dan op woningen zullen worden gehaald. Blunders van formaat, mogen we wel zeggen...

De Youtube video van Green Guys (van Solar Bouwmarkt) is dan weer zeer aanstekelijk, "salderen is helemaal niet nodig om zonnepanelen rendabel te houden", al worden daar dan weer regelmatig nogal optimistisch aannames in "het verdienmodel" gestoken, zoals de helft van de opwek (van een forse residentiële installatie, 4 MWh productie per jaar) die in eigen huis verbruikt zou worden (wat zeer hoog is, het ligt meestal véél lager). U mag zelf de nodige bierviltjes in gaan vullen, kijkt u zelf (Youtube, 14 januari 2023).

Tweede ronde

Op 26 januari 2023 was de tweede ronde van het debat. Minister Rob Jetten verdedigde het beleid en ging in op diverse kritiekpunten, waaronder vrij uitgebreid het gevoelige dossier zonnestroom / verduurzaming huursector. Oppositie partijen PvdA en GroenLinks haalden flink uit tijdens het debat en wilden, vóórdat de Wet afbouw saldering in werking zou treden, persé een koppeling van progressie in andere klimaat dossiers, zoals versnelde uitrol van zon op dak (waar de installatiesector al jaren haar handen sowieso al aan vol heeft), harde eisen aan progressie (van zon op dak) in de huursector, oplossen van energie"armoede" bij kwetsbare huishoudens, en zo meer. De vrees bestaat dat bij een dergelijke houding van de oppositie, straks in de Eerste Kamer de stemming negatief zou kunnen gaan uitpakken, en dat het wetsvoorstel, waar al zo lang over wordt gesproken, niet kan worden aangenomen. Laten we hopen dat hier nog constructief in meegegaan wordt door oppositie en kabinets-partijen. De regerings-fracties waren duidelijk "not-amused" over de inbreng van de oppositie, en lieten dat ook duidelijk blijken.

Zie o.a. mijn live tweets over de vergadering, vanaf 3 voor half twee, tm. de laatste post van bijna 7 uur 's avonds. Er zijn in totaal 20 moties ingediend, het recente amendement over koppeling met opslag is weer ingetrokken. U vindt de hele lijst onder deze Tweede Kamer link. De volledige video van het debat is hier terug te vinden. Aan het eind van de 5 minuten spreektijd voor CDA politicus Bontenbal volgde nog een zeer verrassend item, wat u hier kunt bekijken...

Dinsdag 31 januari is de stemronde over de ingediende amendementen (10 stuks) en moties (20 stuks) in de Tweede Kamer. Zie agenda, punt 15. Daarna volgt de mogelijk spannendste fase: wat gebeurt er met het wetsvoorstel in de Eerste Kamer ?

Nagekomen: op 31 januari werd bekend dat stemmingen over het wetsvoorstel alweer zijn uitgesteld naar 7 februari 2023 ...

Verder artikelen over dit debat op Nu.nl (26 januari 2023), Energeia (pay-wall, 27 jan. 2023).

Ronduit aan te bevelen is een lang draadje op Twitter, waarin directeur Beleid van branche organisatie Holland Solar, Amelie Veenstra, verantwoordelijk voor het salderings-dossier, schetst wat de geschiedenis is geweest van zonnestroom (met name kleinverbruik / particulieren), en hoe de branche heeft geworsteld met de noodzakelijke transitie om "voorbij het salderen" te kijken. En de noodzakelijke wijziging daar in mede mogelijk te maken, in samenspraak met politiek en ministerie, en natuurlijk de eigen achterban. Openhartige tweets, hier startend met het eerste exemplaar (28 januari 2023).

Ook haar langjarig sparring partner, CEO van Solarclarity, Peter Desmet, wist met een ingezonden brief in het NRC van 6 februari 2023, duidelijk uit te leggen, dat het wetsvoorstel "afbouw salderen" voor de sector als geheel een "must" is, en dat er geen weg terug kan zijn. Zie artikel gelinkt door bekend Twitteraar (en salderend kleinverbruiker) Plushuis.


7 februari 2023. Stemmingen. Wetsvoorstel in Tweede Kamer aangenomen, zie ook artikel Solar Magazine.

In het volgende overzicht van de Tweede Kamer kunt u de stemmingen over de amendementen en de moties inzien.

Aangenomen amendementen van het wetsvoorstel (sommigen zijn in concept / verwoording gewijzigd, zie de documenten):

35.594-16 ondergrens van "redelijke vergoeding" mag nooit negatief worden (Omtzigt)

35.594-20 evaluatie bepaling van wetsvoorstel afbouw salderen wordt verruimd (Grinwis / Erkens)

35.594-24 koppeling conversie en/of opslag faciliteiten met zonne/windpark op een aansluiting mogelijk gemaakt (Boucke)

35.594-27 verschaffen energie verbruiksdata op aanvraag door omgevingsdiensten voor afnemers voor wie energie besparingsplicht kan gelden mogelijk maken (Kröger)

35.594-28 te salderen percentage per tariefperiode in Wet vastleggen (Bontenbal)

35.594-29 "terugleververgoeding" wordt tot 1 januari 2027 wettelijk vastgelegd (Erkens)

Verworpen zijn de amendements-voorstellen met nummers 17, 19 en 51 (Leijten), en 50 (Omtzigt)


Van de 20 ingediende moties, zijn er in totaal tien aangenomen en 10 exemplaren verworpen. De aangenomen moties op een rij:

35.594-35 onderzoeken bijdrage variabele beprijzing elektra op demping van pieken op het stroomnet (Haga)

35.594-37 onderzoek stimuleringsbeleid voor (meer) productie zonnepanelen in Nederland / Europa (Erkens)

35.594-38 inventariseren en oplossen knelpunten rond opslag van stroom thuis en in buurtbatterijen (Erkens)

35.594-39 aangaan gesprekken met huurcorporatie koepel Aedes, uitkomsten betrekken in komende klimaatmaatregelen (Grinwis / Boucke)

35.594-40 onderzoek effecten zonnestroom op elektra prijs consumenten en mogelijke voordelige effecten doorverkoop goedkope zonnestroom door energieleveranciers (Leijten)

35.594-42 mogelijkheid "peer-to-peer" levering uiterlijk 1 januari 2025 gerealiseerd hebben (Boucke / Grinwis)

35.594-43 feitelijke onderbouwing geven voor gesuggereerde prijsdaling van zonnepanelen (van der Plas)

35.594-45 onderzoek hoe netbeheerders gesteund kunnen worden op het gebied van netcapaciteit (van der Plas)

35.594-47 inzichtelijk maken hoe huishoudens zo goed mogelijk zelf opgewekte zonnestroom voor eigen gebruik kunnen inzetten (Bontenbal / van der Plas)

35.594-48 elk jaar actuele terugverdientijd zonnepanelen voor kleinverbruikers door onafhankelijke partij inzichtelijk laten maken in aanloop voor besprekingen van het Belastingplan (Stoffer & Bontenbal)

Voor details over deze eerste ronde, zie ook het document "stemmingsoverzicht Tweede Kamer" op de website van de Eerste Kamer. Hierin ook nadere beschouwingen over de aangenomen amendementen en moties. Interessant is hier de uitleg die bij aangenomen motie 28 van Bontenbal wordt gegeven, met een rekenvoorbeeld hoe (en waarom) er met verschillende tariefperiodes rekening wordt gehouden bij de te verrekenen bedragen voor de (nog) te salderen hoeveelheden elektriciteit (pagina 4 in het document).

Dat was barrière numero een. De grootste horde komt nu nog. Het woord is aan de Senaat (Eerste Kamer).

Alle documentatie over dit wetsvoorstel vindt u trouwens sowieso op de website van de Senaat. Zie:

https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/35594_afbouw_salderingsregeling


ACM notitie over de afbouw van de salderingsregeling (website ACM, 16 januari 2023, met begeleidend persbericht). ACM neemt stellingname in over het salderings-dossier. Resumerend: "De Autoriteit Consument & Markt steunt het voorstel van de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) om de huidige salderingsregeling af te bouwen. De salderingsregeling belemmert de ontwikkeling van vraagbeheer en kleinschalige opslag en zorgt hiermee voor extra druk op het elektriciteitsnetwerk. Ook zijn er potentieel onwenselijk denivellerende herverdelingseffecten". En "wat de ACM betreft zijn de nadelen van de salderingsregeling inmiddels groter dan de voordelen."


2023 ^^

Salderen afschaffen? Dan ook groene stroom zonder energiebelasting. 6 december 2022, opiniestuk van Han Blok op Duurzaam Nieuws website. Ingewikkeld stuk met diverse zaken rond marktwerking en belasting heffing door elkaar lopend. Blok lijkt af te willen van de "koppeling van marktprijzen (elektra) aan gas", maar daarmee suggereert hij dus de facto de core business van de daarmee bedoelde "merit order" m.b.t. marktprijzen voor elektra in Europa overboord te gooien. Met ongetwijfeld nogal wat collateral damage tot gevolg. Hij claimt dat daarmee een "aparte markt voor groene stroom" zou kunnen ontstaan, dat ook mensen zonder geschikt dak goedkoop groene stroom zouden kunnen kopen, en dat de veelbesproken saldering van zonnestroom kan worden afgeschaft. Energiebelasting op groene stroom zou meteen ook kunnen verdwijnen (die werd echter tussen "groene en grijze" juist weer gelijk getrokken in 2005, zie grafiek Polder PV). Hij besluit zijn epistel met deze alinea:

"Zoals bij alles, zal de regering Rutte zeggen dat het te ingewikkeld is. Maar in werkelijk zal het hele systeem veel eenvoudiger zijn. De overbelaste belastingdienst zal een zucht van opluchting slaken. Komt de regering dan nog geld te kort, dan maar wat extra energiebelasting voor grijze stroom in de schijven voor middel en grootverbruikers. En stoppen met al die vrijstellingen en compensaties. En ook met dat prijsplafond. Wie groene stroom verbruikt of zelf maakt heeft die dan helemaal niet nodig".

Aan u de eer om gaten te prikken in het betoog en/of om complimenten uit te delen. Piece of cake, het is allemaal zo simpel ...


Vraagtekens bij subsidie zonnepanelen: 'Mensen zonder panelen zijn het bokje'. 13 november 2022, NOS. Wederom worden hier de (particuliere) zonnepanelen bezitters in het verdomhoekje gezet, en wordt de al lang politiek op de helling gezette salderingsregeling voor zonnestroom als fragenswürdig / niet langer houdbaar beschouwd. Er wordt verwezen naar o.a. huurders, die "een hogere rekening zouden hebben omdat ik zonnepanelen heb". In de huursector worden al jarenlang forse investeringstrajecten doorgevoerd door de corporaties, waarbij het verdienmodel voor de huurders juist de salderings-regeling is. Medio 2021 zou al 23% van de woningen met zonnepanelen een huurwoning zijn (CBS cijfer analyse Polder PV). Genoemd "verdienmodel voor de huurders" gaat ook overboord als om wat voor reden dan ook de afbouw van de salderings-regeling versneld doorgevoerd zou gaan worden of abrupt worden afgebroken. De wijze waarop dat dan zou moeten gebeuren, daar heeft niemand ook maar het begin van een antwoord op.


'Stimulering zonnepanelen niet nodig en oneerlijk'. 12 november 2022, NPO Radio 1. Interview met de bekende lector energie van de Hanzehogeschool Groningen, Martien Visser (tevens brein achter energieopwek.nl). Visser stelt dat salderen steeds oneerlijker wordt, omdat energieleveranciers gedorven inkomsten zouden verhalen op diegenen die niet (kunnen) salderen. 7 minuten luistertijd.


Budget Energie draait soberder vergoeding zonnepanelen terug 8 november 2022, NOS. Zoals al was te verwachten, heeft de "stoutste" energieleverancier, die nota bene zonder dat daar enige wettelijke grond voor was, per 1 juli 2022 van niets wetende klanten met zonnepanelen maandelijks is "gaan salderen", Budget Energie, ook vanwege alle commotie in de media, haar rare fratsen moeten intrekken. Het "maandelijks salderen" wordt per direct gestaakt. Klanten die - vanwege wettelijke afspraken - onterecht niet op jaarbasis zijn gesaldeerd krijgen van de leverancier ingehouden sommen geld terug.

Deze zeer eigenzinnige leverancier blijft echter tegen het zere been schoppen, en stelt bij monde van directeur Caroline Princen dat de salderingsregeling "oneerlijk" zou zijn. Dat ze dat dan ten koste van de van niets wetende klanten in hun nadeel hebben uitgelegd en daadwerkelijk hebben uitgevoerd, is hun eigen schuld. Princen "heeft onderschat wat het teweeg zou brengen. 'We betreuren dat we zoveel ruis hebben veroorzaakt'", en, bij Radar, "We hebben het niet goed aangepakt".

Ze blijven eigenwijs, en claimen dat ze alsnog gaan proberen om "het maandelijkse salderen mogelijk te maken". Ze gaan kennelijk proberen het wetsvoorstel te torpederen om preciezer de (expliciete) intentie van artikel 31-C in de Elektriciteitswet te formuleren. Waarvan de uitkomst al lijkt vast te staan, zoals blijkt uit Jetten's Kamerbrief. Die slechts een cosmetische ingreep voorstelt, beslist geen wijziging van al 18 jaar werkende (!) wetgeving. Want het was altijd al de expliciete bedoeling dat er op jaarbasis zou worden gesaldeerd, en dat was sedert juli 2004 dan ook "staande praktijk" bij álle energieleveranciers (tot voor kort). Budget Energie toont zich daarmee op dit punt een slecht verliezer. Hadden ze maar niet zo eigenwijs moeten zijn ...

Zie ook:

Budget Energie stopt per direct met maandelijks salderen (7 november 2022, TROS / AVRO, Radar uitzending, zie ook de zeer interessante gelinkte stukken met reacties)

Reactie ACM op terugleververgoedingen (24 oktober 2022, standpunt "handhavende" autoriteit ACM)

Salderingsregeling: rechtszaak eigenaar zonnepanelen tegen Budget Energie wegens maandelijks salderen (24 september 2022, Solar Magazine)

Procedure tegen Budget Energie over salderen per jaar en TLV (vanaf 9 september 2022, GoT. Forum discussie over rechtszaak tegen Budget Energie mbt "maandelijk salderen van zonnestroom"; zie ook een ander draadje over dit onderwerp)

Saldering per kwartaal of jaar (vanaf 27 april 2022, GoT forum. Al langer gevoerde intensieve discussie over afwijkingen van op jaarbasis zonnestroom salderen


Als we dan toch gaan sleutelen aan salderen… 24 oktober 2022, Energeia (NB: betaalmuur). Opinie artikel van Melvin van Melzen, die claimt dat salderen (van zonnestroom) onbetaalbaar wordt, en dan ook z.s.m. dient te stoppen, dan wel fors te worden "omgebouwd", want "de verborgen kosten van salderen zijn fors en gaan ten koste van achterblijvers". Van Melzen ziet wel iets om alleen de energiebelasting component te salderen, en af te zien van het salderen van de momenteel veel te hoge marktprijs ("vandaag nog afschaffen").

Afgezien van de stellingnames, die een ieder voor zich zal moeten overwegen, zijn er wel wat rafels aan de basis van de aannames. Want gesuggereerd wordt dat "ruim één op de drie woningen" (anders verwoord "ruim drie miljoen saldeerders") zonnepanelen zouden hebben. Dat was eind 2021 echter nog maar 19,6% (CBS data analyse Polder PV), en zelfs bij een forse groei beslist nog niet een derde (eind 2022). Eind 2021 waren er 1,58 miljoen woningen met zonnepanelen, de groei was in dat jaar fors, maar nog steeds "maar" 321 duizend nieuwe woningen met PV installaties.

Er wordt gerefereerd aan een artikel van Independer, medio mei 2021, maar daar zitten nogal wat vreemde cijfers in. In 2020 zaten ze twee keer te hoog wat aantallen installaties op woningen betreft (zie tweet Polder PV van 25 oktober 2022). Van Melzen schermt zelfs met "1 miljoen nieuwe systemen per jaar", maar daar is geen enkele getalsmatige onderbouwing voor terug te vinden. Niet bij Klimaatmonitor. Noch bij het CBS. In de verste verte niet.

Later gaf de heer van Melzen, naar eigen zeggen, wereldverbeteraar en gigantische energienerd, o.a. door diverse kritische tweets van Polder PV, die diverse ongerijmdheden aantoonden, aan dat hij ook begint te twijfelen aan de cijfers die destijds door Independer zijn gepubliceerd. Wat onverlet laat de strekking van zijn betoog. Hij verwees in de vervolg discussie naar zijn iets eerder geschreven analyse waarin hij diepgaander op de materie ingaat. Dat, nota bene enigszins "peer-reviewed" (niet de minsten), flinke stuk, vindt u hier onder gelinkt (gepubliceerd op van Melzen's site Opslagversneller.nl), maar bevat nog wel de bizarre cijfers van Independer (incl. de door Polder PV gewraakte "3 miljoen salderende huishoudens"). M.a.w. de evolutie grafieken die getoond worden, moet een groot pot zout bij, want er wordt al gerept van potentie van "50% van huishoudens saldeert" ergens eind 2025. Gezien de uitermate fragenswürdige uitgangs-claim van "35% zou nu al salderen" (aangetoond onwaar totdat het tegendeel met harde, betrouwbare data wordt ondersteund), mag u grote vraagtekens bij de getalsmatige conclusies zetten.

Wie weet, gaat het door heer van Melzen gehanteerde woord "saldeerder" ooit nog wel de VanDale halen ... Favoriete opmerking bij Polder PV: "Dus kijkt de gemiddelde consument de batterij uit de boom". Ik ben benieuwd wanneer de heer van Melzen een vergelijkbare blog gaat schrijven over "grid defection" bij gas gebruikers, en de maatschappelijke kosten dáárvan voor de overblijvende (vaak geen kant op kunnende) klanten. En, indirect, wat dat betekent voor helemaal vastgeklonken stadswarmte gebruikers, die naar de gas [net] tarieven worden toegerekend ...

De bekende en onbekende (maatschappelijke) kosten van salderen (publ. door van Melzen, 19 oktober 2022)


Antwoorden op Kamervragen over terugleververgoeding zonnestroom. 21 oktober 2022, Open.overheid.nl *. Antwoorden op vragen van Raoul Boucke van D'66 (26 aug. 2022, zie link onder artikel over "nieuw minimum teruglevering zonnestroom" gevraagd door de Consumentenbond verder naar onderen). Grotendeels vergelijkbare commentaren van minister Jetten over de gedachten achter, en aan te passen beleid over salderen van zonnestroom, de prijszetting ervan e.d., zie commentaar onder het reeds aangegeven artikel, en de antwoorden op vragen van CDA lid Bontenbal.

Jetten stelt dat hij niet kan ingaan op prijs politiek van Eneco. Wel stelt hij, dat Eneco heeft "aangegeven de verlaging van de terugleververgoeding bij vaste contracten terug te zullen draaien en de betreffende klanten hierover te informeren". Hij herhaalt de intentie om voor de - buiten de te salderen volumes vallende - hoeveelheid overschot bij de kleinverbruikers een "wettelijk minimum van de redelijke vergoeding vast te stellen op 80 procent van het leveringstarief dat de kleinverbruiker heeft afgesproken met de energieleverancier, exclusief belastingen en heffingen". Maar ook gezien de volatiele markt condities, en het feit dat midden op de dag de "marktwaarde" van zonnestroom (overschotten) zeer laag is, de risico's voor leveranciers in te perken door deze minimum vergoeding ook weer "van een absoluut maximum te voorzien". Tevens dient hiermee voorkomen te worden dat mensen zonder zonnepanelen ongewild prijsverhogingen toegerekend zouden gaan worden, die het gevolg zouden zijn van inkomsten dervingen bij de leveranciers.

Genoemde "minimum vergoeding" zal wel op termijn worden verlaagd, om de thuis opslag van stroom te (gaan) stimuleren. De vraag blijft natuurlijk wat de "volumes" zullen zijn die zo uit de markt gehaald zouden kunnen gaan worden, om tijdelijke zonnestroom overschotten en prijspieken en -dalen te voorkomen cq. in te dammen.

Op de vraag naar wenselijkheid van "dynamische beprijzing" erkent Jetten, dat er nog zeer weinig van gebruik wordt gemaakt bij kleinverbruikers, en dan alleen door mensen die daar zeer bewust voor kiezen (omdat ze verstand van zaken hebben). Jetten stelt ook: "Voor een gemiddelde consument is het niet eenvoudig om te beoordelen wat de terugverdientijd van zijn investering in zonnepanelen zal zijn als er sprake is van een dynamische terugleververgoeding, wat een investeringsbelemmering voor zonnepanelen kan opwerpen". Polder PV kan u op een briefje geven, dat het gros van de Nederlandse bevolking in het geheel niets begrijpt van energie / zonnestroom tarieven, geen enkel benul heeft van marktwerking en de relevante parameters die daarbij in de gaten gehouden dienen te worden. En dat ze zelfstandig dus nooit zo'n stap zullen zetten, zonder professionele hulp, die natuurlijk ook weer betaald moet gaan worden. Wat de hele "business-case" van zo'n stap op het spel zet.

Over "het met elkaar delen van zonnestroom" antwoordt Jetten o.a. het volgende: "De voorgenomen Energiewet bevat enkele aanpassingen om ‘peer-to-peer’- levering eenvoudiger te maken voor wat betreft hernieuwbare energiegemeenschappen en actieve afnemers. Zo krijgen huishoudens meer mogelijkheden om de elektriciteit die over is te verkopen aan een andere marktpartij dan zijn energieleverancier. Of de druk op het elektriciteitsnet daarmee wordt verminderd is overigens geen zekerheid, dit is afhankelijk van de mate van gelijktijdigheid van het desbetreffende verbruik en aanbod". Ook al is dit zeker een interessante optie, die veel mensen zal aanspreken, ook hier is het werkelijke effect van het faciliteren van dit soort extra mogelijkheden natuurlijk nog helemaal niet duidelijk. Polder PV is zeer benieuwd of hier echt werkbare modellen uit gaan voortkomen, die (veel) verder gaan, dan simpel Garanties van Oorsprong van geselecteerde projecten afnemen, zoals bijvoorbeeld, een leverancier als Vandebron al jaren faciliteert.

De laatste vraag gaat over het faciliteren van opslag, zowel onder dag/nacht ritmes, als met betrekking tot het nog veel problematischer, grootschalige seizoens-gebeuren (veel zonnestroom productie in de zomer bij relatief lage vraag, hoge stroomvraag in de winter bij relatief lage zonnestroom productie). Jetten geeft aan dat hij op meerdere fronten aan oplossingsrichtingen werkt, en intensief contact heeft met branche organisaties om dit verder te gaan faciliteren.

* Gevonden op de website van Open.overheid.nl. De link naar deze kamerbrief bleek op de EZK site dood te lopen. Ook is er nóg wat vreemds aan de hand. In de verwijs pagina op de Open.overheid.nl site wordt gesproken van vragen van Tweede Kamerleden Erkelens (VVD) en Grinwis (CU). De gelinkte pdf bevat echter de antwoorden van Jetten op vragen van collega Kamerlid Boucke (D'66), ingezonden dd. 26 augustus 2022 ...


"SALDEREN WORDT VERBODEN" (nope, zeer waarschijnlijk "dus niet"). Deze hoogst premature gevolgtrekking wordt geuit door weer een ander Twitter account, van ene Marien Boonman, die de Europese regelgeving er op na heeft geplozen (tweet 10 oktober 2022). Hij (?) stelt dat op basis van nieuwe afspraken om de energiecrisis het hoofd te bieden, Europese elektra producenten de komende tijd niet meer dan 18 Eurocent/kWh zouden mogen "verdienen" aan hun, aan de peperdure gas prijzen gekoppelde, stroom opbrengsten. NB: dat is een direct gevolg van de al jaren gehanteerde zogenaamde "merit order" op de Europese stroommarkt, waarbij de laatst benodigde centrales om een benodigd totaal marktvolume geproduceerd te krijgen, de prijszettende eenheden voor de totale markt zijn. Dat zijn bijna zonder uitzondering de gas-gestookte centrales.

Boonman concludeert daar uit, dat "salderende kleinverbruikers" in Nederland veel meer "verdienen" met hun te salderen zonnestroom, en dat dat dus impliciet "verboden" zou gaan worden door de Europese Commissie. Dat wordt echter afgevangen door een reply van langjarig in de energiesector werkzame Paul Giesbertz, die claimt dat Nederland (dan) waarschijnlijk beroep gaat doen op weer een ander artikel in hetzelfde voorstel, waarin wordt gesteld dat de bedoelde "cap" op de te verkrijgen prijs voor geproduceerde (duurzame) elektra niet zou gelden voor installaties tot 1 MW, als de onderhavige producenten door die maatregelen met te hoge administratieve lasten opgezadeld zouden gaan worden ("significant administrative burden"). Dat lijkt in het geval van (alweer zo'n 2 miljoen) "salderende kleinverbruikers" in Nederland, met zéér kleine installaties van gemiddeld een paar kWp per stuk, een inkoppertje. Dat zou namelijk goud geld gaan kosten aan alleen al de daarmee gepaard gaande administratieve ellende. Zowel voor de prosumenten, als voor hun energieleveranciers / afnemers.

Er wordt bij dit thema gerefereerd aan de zogenaamde "emergency market intervention", aangekondigd door de Europese Commissie op 14 september 2022. Zie persbericht en diverse bijlagen. In het voorstel werd nog gesproken van een "cap" van installaties van max. 20 kW, waarbij kleinere systemen niet in aanmerking zouden gaan komen voor "de cap", vanwege hoge administratieve lasten. In de uiteindelijk aangenomen "directive" van de EC, is deze echter vervangen door installaties van max. 1 MW, waaronder, net als in het oorspronkelijke voorstel, ook PV installaties zouden vallen. Zie de link hier onder, voor de volledige tekst van deze Directive. Het time-frame waaronder deze Directive zou mogen werken zou voorlopig eindigen op 31 december 2023. Ongetwijfeld zal er tegen die tijd aangepaste of nieuwe wetgeving gaan komen, sterk afhankelijk van de ontwikkelingen op de globale en regionale energie markten. Geen paniek dus, dit is hoogstwaarschijnlijk slechts een stormpje in een glas water.

https://eur-lex.europa.eu/eli/reg/2022/1854/oj EU Directive, (EU) 2022/1854 van 6 oktober 2022


"Bond Tegen Salderen". Er blijkt op Twitter een onbekende een account met deze naam te hebben opgericht (gezien 10 oktober 2022). Die zich kennelijk richt op het zo snel mogelijk afschaffen van de salderingsregeling voor (grotendeels) zonnestroom bij kleinverbruikers. Ik heb echter nog geen KvK inschrijving met een dergelijke naam gezien. Enkele posts vanaf 25 augustus 2022. Enjoy, for whatever that is worth ...


Beantwoording Kamervragen over de salderingsregeling. Minister Rob Jetten (MinEZK), kamerbrief van 23 september 2022. Naar aanleiding van de commotie omtrent de wijze waarop recentelijk de salderings-regeling wordt "ge-(mis)interpreteerd" door diverse energieleveranciers, en hun poging om voor een kortere periode, tot zelfs "per maand" zonnestroom te salderen (zie berichtgeving onder deze link), en kamervragen van CDA lid Henri Bontenbal, heeft Minister Rob Jetten van MinEZK een brief aan de Tweede Kamer geschreven. Hierin laat hij kristalhelder blijken dat de intentie altijd is geweest, sedert de formele invoering van salderen van zonnestroom vanaf de markt liberalisering voor elektra (1 juli 2004), dat er "op jaarbasis" gesaldeerd dient te worden. Derhalve, eerst dienen over de periode van meestal ongeveer een jaar voor de gebruikelijke jaarnota bij prosumenten de afgenomen hoeveelheden elektra verminderd te worden met de op het net ingevoede hoeveelheden. En pas dán wordt een nota over de verschil hoeveelheden opgemaakt. Dus een door de prosument nog te betalen hoeveelheid "rest" aan kilowatturen als er meer is geconsumeerd dan ingevoed over dat jaar (tegen de contract tarieven overeengekomen met de energie leverancier). Of een nog te ontvangen hoeveelheid geld indien in die periode een overschot aan zonnestroom op het net is gezet, en waarvoor de leverancier een "redelijke vergoeding" dient te betalen (ex btw). De "redelijkheid" van die vergoeding kan getoetst worden door marktwaakhond ACM.

In de kamerbrief is dit als volgt geformuleerd (cursivering van Polder PV): "Totdat de regeling [volgens het voorliggende, aangepaste wetsvoorstel] volledig is afgebouwd, is het de bedoeling dat de regeling wordt toegepast zoals deze oorspronkelijk was beoogd én zoals deze sinds 2004 ook consequent is toegepast. Dit houdt in dat de onttrokken elektriciteit en een percentage van de hoeveelheid ingevoede elektriciteit op jaarbasis gesaldeerd moet worden."

Jetten geeft toe dat de frase "op jaarbasis" niet letterlijk zo in de Wet staat vermeld, maar hij verwijst wel naar de expliciete intentie om dat zo in te richten, volgens het destijds gewijzigde, en breed door de Tweede Kamer ondersteunde amendement van indiener Diederik Samsom cs., bekend onder kamerstuk 29 372, nr. 45 (vervanging van oorspronkelijke nummer 41), ingediend 27 mei 2004. Hierin is de expliciete passage opgenomen, "De netbeheerders moeten de jaarlijkse stroomrekeningen van afnemers die per jaar minder dan 3000 kWh duurzame elektriciteit produceren gaan baseren op de door hen geleverde én de door de kleinverbruiker aan het net geleverde duurzame elektriciteit", die duidelijk deze intentie (op jaarbasis salderen) formuleert. Later volgden nog wat wijzigingen over de hoeveelheid te salderen elektra, maar de intentie, "op jaarbasis salderen", is nooit herroepen of gewijzigd.

Jetten is van plan om deze "intentie" expliciet te maken, door via een nota van wijziging in het voorliggende wetsvoorstel [NB: "afbouw salderings-regeling"], artikel 31c van de Elektriciteitswet 1998 hierop aan te passen.

De minister herhaalt, dat "het aantal kWh dat resteert na saldering, onttrokken dan wel ingevoed, wordt gefactureerd". Omdat er over het vervolg ook de nodige onduidelijkheid is ontstaan, voegt hij daar aan toe: "Op dit moment is wettelijk niet geregeld tegen welk tarief het saldo na dit salderen moet worden gefactureerd in een situatie waarbij het tarief in de factuurperiode varieert ... In deze nota van wijziging heb ik tevens opgenomen dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld over de berekening van de jaarlijkse leveringskosten". Zo wil hij alle mogelijke "misinterpretaties" zien te voorkomen, waardoor energieleveranciers eventueel misbruik zouden kunnen maken van loopholes in de Wetgeving. Dit, zolang de principes van de salderingsregeling intact blijven, ook tijdens de aangekondigde stapsgewijze afbouw, vanaf 1 januari 2025, tot en met het jaar 2031.

Bij de Kamerbrief is ook een ambtelijke beslisnota gevoegd, waarin een en ander in bestuurlijke context wordt geplaatst, zoals de formeel te nemen stappen n.a.v. de antwoorden op de kamervragen. Ook wordt daarin het door Holland Solar ingebrachte alternatieve voorstel, waarbij het leveringsdeel en het fiscale deel van de (afbouw van de) salderingsregeling separaat worden gewijzigd, formeel ontraden, en het gewijzigde wetsvoorstel van Jetten / EZK voorgesteld ter goedkeuring gepresenteerd aan de Tweede Kamer. Volgens de beslisnota zou het alternatieve plan van Holland Solar veel te duur uitpakken, met geraamde cumulatieve kosten van 2 miljard Euro tm. 2031.


22 september 2022. Netherlands to slash VAT for residential PV to 0%. Artikel van Emiliano Bellini in PV Magazine International n.a.v. vragen aan Polder PV over het plan van Rutte IV om de btw op de levering en installatie van residentiële PV systemen per 1 januari 2023 te "verlagen" van 21 naar 0%. Dit, met name, om de overwerkte Belastingdienst een hoop werk te ontnemen, die immers vanwege het Fuchs Arrest uit 2013 (Europese Hof) een groot aantal man/vrouw uren kwijt is aan de afwikkeling van teruggave vragen van btw op aankoop van PV systemen. Die bovendien, sinds wijzigingen in de zogenaamde KOR regeling ("kleine ondernemers regeling"), complexer voor zowel de aanvragers als de Belastingdienst zelf is geworden. Alle "combi PV producten", zoals BIPV, PVT panelen, dakramen met PV elementen etc. vallen buiten de regeling, als slechts van een "inlegbak" of waterkerende folies e.d. onder de panelen gebruik wordt gemaakt, die "tussen de pannen" worden gelegd, is het nul-tarief wel van toepassing (zie o.a. toelichting XXX artikel c in de memorie van toelichting, bijlage bij de internet consultatie). De van toepassing zijnde "zonnepanelen op of in de onmiddelijke nabijheid" van de woning betekent dat het btwnultarief ook van toepassing is als zonnepanelen worden geplaatst op een schuur, een garage, in de tuin (m.a.w.: mini- veldopstelling cq. "schans"), of een uitbouw die bij de woning hoort.

Het voorstel is onderdeel van het Belastingplan voor 2023, en moet nog worden geaccordeerd door het parlement. Aangezien Nederland groot voorstander was van deze door de Europese Commissie toegestane belasting maatregel vanwege de energie crisis, lijkt dat slechts een formaliteit.

Zie ook de onderstaande stukken over de plannen van Rutte IV, en de (eventuele) complicaties die gepaard gaan met een dergelijk voorstel, met name van belasting specialisten (veel meer via zoekfunctie "btw nul procent zonnepanelen" met o.a. Google).

Plannen kabinet voor afschaffen btw op zonnepanelen (Rijksoverheid, n.a.v. Belastingplan 2023, 20 september 2022)

Btw-nultarief op zonnepanelen vanaf 1 januari 2023 (PWC, 20 september 2022)

Btw-nultarief op de levering en installatie van zonnepanelen op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen (internet consultatie Ministerie van Financiën, met documentatie en publieke reacties)

Kabinet wil btw op zonnepanelen terugbrengen naar nul procent (Tweakers.net, 20 april 2022)

Polder PV stuurde onderstaande Engelstalige samenvatting naar PV Magazine International, waaruit enkele quotes zijn gehaald:

The Dutch government decided recently to cancel VAT (in Dutch: btw, in 2022 21%) for residential solar systems installed on houses and accompanying structures such as sheds and garages on the premises, or small ground-mounted installations in the own garden. This measure, meant to be effective as of January 1, 2023, should further increase the already flourishing residential PV market in Netherlands. It is particularly designed to take away the workload for the taxation department of the Ministry of Finance ("De Belastingdienst"). That had to keep up with increasing complex dossiers for a very large number of households and small-businesses in which VAT for the PV hardware costs should be paid back by the Belastingdienst. This all resulted from the high impact "Fuchs-arrest" in a ruling by The European Court in 2013.

Due to complications in the most recent versions of specific rulings by the Belastingdienst, free-fall of the VAT will also lower the threshold for households, to actually buy solar systems.

“Integrated” BIPV systems, installed in between roof-tiles, and replacing the roof, and PVT combi systems, for which a deviating ruling with different tariffs was set-up, are not part of the “zero-VAT” proposal, but part of the VAT paid for those installations can still be asked back. The overall majority on residential dwellings is, however, classical PV systems mounted above the roof-tiles, or on flat roofs on mounting systems.

The measure will be part of the new Taxation Law for 2023 and still needs final parliamentary approval, to be decided before the end of the year. Since Netherlands has been a firm proponent of the decision of the European Commission to enable this type of taxation exemption, it is expected that this measure will be accepted.

It remains to be seen what the actual effect of this new measure will be. Part of the taxation risks in relation with selling and/or renting PV-systems will have to be borne by the house building, installation and lease companies involved, for which administration issues and several uncertainties will increase.

In addition, the Dutch residential solar market is already overheated for years. Hundreds of installation teams are extremely busy, and waiting times for hardware and installations are increasing as well, even in the residential sector. According to the last available statistics data, at the end of 2021, already 1.58 million houses would have a PV-system, with an accumulated capacity of almost 5.6 GWp. Growth in 2022 has also been substantial. At the beginning of 2022 there were 8.14 million households in Netherlands (data: CBS).

(Polder PV, 22 september 2022)


16 september 2022. Saldering per kwartaal of jaar. Website forum Gathering of Tweakers. Status: 25 (!) pagina's intensieve discussies over de "periode" waarover mag / zou moeten worden gesaldeerd m.b.t. zonnestroom. Veel sterkte bij het lezen en interpreteren. Said so: het salderings-dossier is een oeverloos verhaal, omdat er zo weinig GOED is geregeld in Wet, omdat het salderen er sowieso aan zal gaan, en omdat we (momenteel) in een krankzinnig circus van tariefefstellingen van energie incl. elektra zitten a.g.v. diverse crisissen. Waar de tientallen energie / elektra leveranciers in Nederland uiteraard op reageren door voor hen zeer ongunstige condities te wijzigen.


22 augustus 2022 ff. Consumentenbond wil snel nieuw minimum terugleververgoeding voor zonnestroom. Website Consumentenbond. De combinatie van momenteel zeer hoge prijzen voor elektra (en gas) in Nederland en Europa, en het feit dat er nu momenteel geen "wettelijk vastgestelde minimum vergoeding" bestaat voor het overschot aan zonnestroom wat huishoudens "leveren" aan hun energie provider nadat ze op jaarbasis hun hele consumptie hebben opgewekt, leidt tot bizarre markt taferelen. De momentane vergoedingen voor "surplus" zonnestroom lopen extreem uiteen, en Consumentenbond pleit richting Min. EZK minister Rob Jetten voor rap ingrijpen om zo'n minimum tarief (voorlopig) vast te stellen, zodat ACM kan gaan handhaven op misstanden. Dit, in navolging van drie series kamervragen aan Jetten om iets dergelijks te gaan doen. Polder PV kreeg het verzoek van PV Magazine International om commentaar op deze situatie, dat vindt u hier onder terug (Engelstalig, tekst Polder PV verstuurd dd. 29 aug. 2022):

"A combination of regular postponements of adjustments to the net metering concept, officially introduced with electricity market liberalisation, mid 2004, and widely used by the now over 2 million solar houses in Netherlands, and high current market prices for households in Netherlands, have led to some surprising actions by energy providers. For surplus (solar) electricity produced on a yearly basis beyond their own consumption, households would have to receive a “fair” price for that volume. Originally, the regulatory body for energy, ACM, suggested that “70% of the contracted market price” would be considered “fair”. In the new law proposal in which the phasing out of the net metering concept would have to be regulated, 80% is suggested to be a fair ratio, since households do not have a powerful negotiating position with respect to their energy providers.

However, since this new Law still is not approved by parliament, there is no “legal” bounding ratio for the surplus volumes of solar electricity produced by households. In the mean time, electricity market prices are spiking in the wake of global and European developments, and providers are acting now with very different price settings for those surpluses. Eneco, for example, which had a very high (recent) tariff, now has drastically cut the price setting, adjusted from 56 to 9 Eurocent/kWh. Vattenfall, on the other hand, apparently in an attempt to attract potential new customers, has raised its price, from 7 to almost 17 Eurocents/kWh, for those surpluses.

The differences between the price settings are now very large, and consumer organisation, Consumentenbond, is not pleased with the current situation. They are asking Ministry of Economic Affairs and Climate’s Rob Jetten to fix a new price level as soon as possible, to protect prosumers against the price manipulations by the energy providers. Jetten already received questions from parliament, to regulate the “minimum” tariffs soon, before the “Net Metering Law” would be formally started (tariff changes expected not earlier than Jan. 1, 2025).

What is, however, not mentioned by Consumentenbond, is that most providers had tariffs of 7 Eurocents or even much higher, up till 66 Eurocents/kWh, during their inventarisation in April. This is a good price for solar households, with which they can accomplish a relative short “pay-back” time for their PV installations. All households that produce surplus, do not pay any energy taxes or the so-called “SDE levy”, nor VAT, for their own (yearly) consumption. Besides, as a result of interventions by the fourth Rutte cabinet, due to the high market prices for electricity and gas, also all solar households, receive a large amount of money from the Ministry of Finance this year, the so-called (increased) “Energy Tax Compensation”. That amounts, presently, to a large sum, of almost EUR 682 excl. VAT."

Een kort citaat uit bovenstaande werd gepubliceerd in een artikel in PV Magazine International van 30 augustus 2022 (link hier onder). Let daarbij wel op, dat de "gewraakte" tarieven uitsluitend gelden voor het surplus / overschot aan zonnestroom, ná toepassing van salderen (!). Ergo, het gaat hierbij niet om "het net-metering tariff". Dat is namelijk exact gelijk aan het standaard afname tarief voor de betreffende contracten, inclusief energiebelasting/kWh, SDE heffing, en btw.

Raadpleeg voorts de volgende stukken:

Eneco to slash net-metering tariffs, Dutch consumer association asks for minimum threshold (30 augustus 2022, PV Magazine International)

Eneco schroeft vergoeding voor terugleveren zonnestroom flink terug (24 augustus 2022, NOS.nl)

SP, VVD én ChristenUnie eisen snel hogere terugleververgoeding voor zonne-energie (24 augustus 2022, AD.nl)

Eneco schroeft vergoeding voor terugleveren zonnestroom flink terug (24 augustus 2022, NOS.nl)

Helft energieleveranciers betaalt te weinig voor teruggeleverde stroom (3 mei 2022, Consumentenbond)

Tabel invoedings-tarieven voor surplus (!) zonnestroom op jaarbasis (onderzoek Consumentenbond, peildatum 19 april 2022)

en Kamervragen aan Rob Jetten:

De terugleververgoeding van zonnestroom (26 augustus 2022, Raoul Boucke, D'66, 9 vragen)

Het bericht 'Eneco schroeft vergoeding voor terugleveren zonnestroom flink terug’ (25 augustus 2022, Silvio Erkens, VVD & Pieter Grinwis, CU, 9 vragen)

Het bericht dat Eneco snoeit in de vergoeding voor teruglevering van stroom (24 augustus 2022, Renske Leijten, SP, 7 vragen)


1 juli 2022. Afbouw salderingsregeling. Kamerbrief van Minister Rob Jetten over het nieuwe voorstel voor het afbouwpad voor het salderen van zonnestroom, met 2 supplementen. Dit ook n.a.v. de op 20 mei 2022 gepubliceerde, uitgebreide - en unieke - "Zonnebrief" die op talloze aspecten van (de stimulering van) zonnestroom in Nederland is ingegaan.

Wederom een flink stuk ambtenaren arbeid, wat voortborduurt op een nieuw TNO rapport over de parameters rond het afbouwpad voor het salderen van zonnestroom, wat als bijlage bij de kamerbrief is toegevoegd (38 pagina's). Ook is een zeer interessante "beslisnota" door een (hoge) ambtenaar van EZK toegevoegd, met daarin het onderbouwde advies aan de minister, hoe het hele politieke proces rond de introductie van dit door het voorgaande parlement controversieel verklaarde, zeer gevoelige wetsvoorstel het beste afgehandeld kan worden (aanrader !).

Er ligt een nieuw afbouw voorstel. De introductie van de afbouw van het salderen is 2 jaar uitgesteld (van begin 2023 naar 1 januari 2025). Als compensatie voor de verwachte belastingderving (EB, ODE heffing, btw), wordt in het 1e jaar een iets grotere afbouw stap dan oorspronkelijk voorgesteld geïntroduceerd (73% i.p.v. 64%), vanaf 2026 wordt het eerdere afbouw schema verder overgenomen. Ergo, telkens 9% minder te salderen volume overblijvend per jaar. Vanaf de nog overblijvende 28% in 2030, naar in het geheel géén te salderen hoeveelheden zonnestroom meer vanaf 1 januari 2031, blijft gehandhaafd. De wijziging is in het hieronder weergegeven schema zichtbaar gemaakt.

In het als onderbouwing gebruikte nieuwe TNO rapport wordt uitgebreid ingegaan op de herberekende effecten op de terugverdientijden (TVT) voor met name particulieren, maar ook voor andere marktpartijen met PV-systemen achter een kleinverbruik aansluiting, zoals kantoren, agrarische sector, scholen, zorginstellingen, sportaccomodaties, en dorps- en buurthuizen. Daarbij is met diverse - deels onzekere - factoren rekening gehouden, als de ontwikkeling van de kostprijzen voor PV systemen (historisch ge-extrapoleerd 5,5% per jaar daling, maar onzeker), de gehanteerde / haalbare energieproductie, het mogelijke aandeel direct eigenverbruik (wordt voor particulieren gesteld op 30%), de ontwikkeling van de kale elektriciteitstarieven (zeer onzeker, gemodelleerd door TNO), ditto de belastingen op stroom (ODE heffing evolutie is nog niet politiek gesetteld, en kan nog wijzigen). Voor de utiliteitssector, met hogere stroomverbruiken, gelden andere tarief structuren. Daarvoor zijn de terugverdientijden sowieso een stuk korter dan voor particuliere eigenaren. TNO rekent ook met diverse gevoeligheids-analyses, en komt daarbij op niet zeer grote verschillen uit, afhankelijk van het type input variabele waaraan "getweaked" wordt.

TNO komt in ieder geval uit op iets gunstiger situaties in het nieuwe wetswijzigings-voorstel. De reden dat Jetten niet wil afwijken van het al in de "zonnebrief" voorgestelde afbouwpad, hier boven getoond. Tot 2030 zou de TVT voor huishoudens onder de 7 jaar worden met de nieuwe uitgangspunten, dat was nog 9 jaar in de eerste reken ronde door TNO. Jetten merkt fijntjes op, dat zelfs bij het per direct afschaffen van de salderings-regeling in 2025, de TVT voor huishoudens lager dan 9 jaar zou zijn (in de jaren tot 2030 zelfs weer dalend naar 7 jaar), terwijl de systemen 25 jaar mee kunnen gaan. Om schokeffecten in de markt te voorkomen, wordt echter niet verkozen om dat te doen, maar wordt het aangepaste afbouw pad als hierboven geschetst doorlopen. Voortzetting van de salderingsregeling zou volgens TNO tot TVT's van minder dan 4,5 jaar leiden, volgens Jetten een ongewenst uitgangspunt ("forse overstimulering"). In onderstaande grafiek, overgenomen van het TNO rapport, worden de scenario's voor particulieren met elkaar vergeleken:

Voor de andere berekende doelgroepen achter KVB aansluitingen worden vergelijkbare resultaten en analyses getoond, de TVT's daarvoor zijn meestal lager dan 4%, voor sportcomplexen, dorpshuizen en extensieve landbouw nog steeds een zeer acceptabele periode van maximaal 5,5 jaar.

De huursector, waar veel over te doen is geweest, en wat met "split-incentives" werkt (voordeel voor zowel coöperatie als voor de huurder) kan volgens het onderzoek van TNO en de formuleringen van Jetten prima uit met ook het nieuwe afbouwpad, omdat de investerings-horizon voor de coöperaties al veel langer is dan bij veel andere partijen. Wel moeten voor sommige contracten betere afspraken met huurders worden gemaakt, om helder te krijgen waar deze recht op hebben / krijgen. De coöperaties verdienen zonder meer hun investeringen in de PV installaties terug, aldus het TNO rapport.

Daarbij komt ook nog, dat Jetten in samenspraak met zijn collegae bij Financiën een "btw-nul" tarief van plan is voor de (hardware van) PV installaties, in plaats van het vreselijk omslachtige huidige btw terugvraag "circus". Waardoor sommige partijen die tot nog toe geen aanspraak op btw-aftrek konden doen, toch van die nieuwe situatie zouden kunnen gaan profiteren.

Zoals gezegd, gaan de berekeningen van TNO met veel onzekerheden gepaard. Om zeker te weten dat globaal bezien de nieuwe rekenmodellen "opgaan" als het gewijzigde Wetsvoorstel wordt aangenomen en doorgevoerd, wordt geadviseerd een extra "meetmoment" in te lassen voor het startjaar 2025, waarbij TNO nogmaals herberekent wat de uitkomsten zijn, als, tegen die tijd, nieuwe relevante markt evolutie data bekend zijn geworden. Jetten kiest ervoor om uiterlijk 1 maart 2025 dat rapport in ontvangst te hebben kunnen nemen. Dit zou, in aanvulling tot de dan bekende resultaten van de Klimaat en Energie Verkenning, voor de status van het aantal huishoudens met PV, en de te verwachten ontwikkeling daarin, dan tot een verantwoorde afweging voor eventuele bijsturing van het in te zetten beleid kunnen leiden.

Uiteraard zal het niet meer te salderen deel zonnestroom een steeds belangrijker deel van het verdienmodel gaan worden voor kleinverbruikers. Volgens de tabel zal tussen 2027 en 2028 meer dan de helft van de opwek uit dat "potje" moeten gaan komen. Voor de "marktvergoeding" moet dan een faire prijs worden betaald. Omdat de onderhandelingspositie van de miljoenen huishoudens "zwak" is richting de energieleveranciers, wil Jetten zoals beloofd een "minimum vergoeding" voor die stroom hoeveelheid. Die wordt gezet op 80 procent van de kale leverings-prijs volgens contract, dus exclusief de energiebelasting en SDE heffing (ODE). Dit moet geschieden via een (relatief makkelijk aan te passen) "Algemene Maatregel van Bestuur" (AMvB). De energieleveranciers kunnen zich aan de nieuwe situatie aanpassen, eventueel nieuwe "modellen" optuigen om PV systemen hebbende klanten aan zich te binden, en zo de marktwerking te verstevigen. Jetten stelt dat genoemde minimum vergoeding wel ook zal eroderen in de loop van de tijd, waarbij de terugverdientijd die resulteert voor particulieren "in het oog gehouden zal blijven worden".

Wel zal aan die "minimum" marktprijs ook weer "een absoluut maximum" worden verbonden, omdat de stroomprijs door de geopolitieke ontwikkelingen momenteel zo'n beetje "door het dak heen" is gegaan. Ook wordt al gerept van de lage waarde van zonnestroom rond het middaguur, waardoor leveranciers in de problemen zouden komen, als de minimum vergoeding die ze zouden moeten uitkeren over de volledige (niet meer te salderen) opbrengst op een te hoog niveau zou komen. Jetten formuleert dat aldus: "Ik wil voorkomen dat de energieleveranciers gedwongen worden om een aanzienlijk hogere prijs te betalen dan de waarde van de elektriciteitsproductie op de groothandelsmarkt". Jetten vreest als mogelijk bij-effect van een te hoge minimum vergoeding een verhoogde energierekening voor mensen die zich om wat voor reden dan ook geen PV-installatie kunnen veroorloven.

Jetten volgt hiermee het TNO rapport, wat uitgaat van een "redelijke" vergoeding van 80% van het kale markt-tarief. Wat voor 2025 in de eerste schijf van de energiebelasting (tot 10.000 kWh/jr) op een niveau van 9,9 Eurocent zou komen te liggen. Wat stapsgewijs lager wordt tm. 2030, eindigend op 8,7 ct/kWh. Wat zowel voor de zonnestroom invoeders, als voor de leveranciers acceptabele tarieven zouden zijn.

Het gewijzigde wetsvoorstel wordt separaat aangeboden aan de Tweede Kamer, met als "beoogde datum van inwerkingtreding" 1 januari 2023. De feitelijke wijzigingen betreffen, uiteraard, pas de invoeringsdatum, 1 januari 2025, in dit nieuwe voorstel. Jetten verdedigt die formele datum van invoering, met de 2 jaar tijd die de netbeheerders alsnog wordt gegund, om álle kleinverbruikers te voorzien van een elektra meter die invoeding en afname separaat kan meten. Dit hoeft, Polder PV benadrukt dit eens te meer, géén slimme meter te zijn, het kan ook een niet op afstand uit te lezen "domme" meter zijn. Wat wel "onherroepelijk" zal gaan worden, bij acceptatie van dit gewijzigde Wetsvoorstel door de Tweede Kamer, is dat álle analoge Ferrarismeters uiterlijk 31 december 2024 uit álle meterkasten verdwenen moeten zijn, anders kan het Wetsvoorstel geen doorgang vinden. Het blijft spannend of dit zal gaan lukken.

Er gaat dus op gegeven moment vast een persbericht komen "Vandaag wordt de laatste analoge Ferrarismeter uit een Nederlands pand verwijderd". Wanneer en, vooral, bij wie, dat laat zich nog even raden ...

Zie zelf voor alle details, en de twee belangrijke bijlagen onder de volgende link op de website van de Rijksoverheid:

"Afbouw salderingsregeling" (Brief regering / Economische Zaken en Klimaat; 1 juli 2022; incl. 2 bijlagen)


2 juni 2022. Antwoord op Kamervragen over het bericht 'Consument krijgt te weinig voor teruggeleverde stroom'. Reactie van Min. Klimaat en Energie Rob Jetten op vragen van partijgenoot Boucke van D'66, over bericht in de Telegraaf dat consumenten "te weinig zouden krijgen uitbetaald" voor overschotten zonnestroom op jaarbasis. Dat artikel is gepubliceerd op 3 mei jl., en gebaseerd op onderzoek van de Consumentenbond naar zonnestroom overschot vergoedingen bij energieleveranciers, wat dezelfde dag werd gepubliceerd. De Consumentenbond vond dat er enorme verschillen waren in vergoedingen voor zonnestroom overschotten bij het aangaan van nieuwe contracten bij energieleveranciers. Waarbij in veel gevallen wel de (nieuwe) afnameprijs zeer sterk bleek te zijn gestegen, maar er veel minder zou worden uitbetaald als een zonnestroom productie overschot "aangeboden" zou worden bij dezelfde leverancier.

Jetten gaat weliswaar in op de vragen, maar rolt het balletje door naar de ACM, die verantwoordelijk zou zijn voor controle van tariefstellingen bij de energieleveranciers, en of ze wel een "redelijke" vergoeding zouden betalen voor overschotten die buiten de te salderen hoeveelheid (geconsumeerd / geproduceerd in dezelfde periode) zouden vallen. Tot 2014 was 70% van het kale leveringstarief nog gangbaar (was nog een oude afspraak uit vervlogen tijden), nu is er nog niets geregeld. Met de lang aangekondigde, en telkenmale uitgestelde wet die de afbouw van de salderingsregeling zou moeten gaan regelen, wordt volgens Jetten nu uitgegaan van 80 procent van de kale leverings-prijs, voor alle overschotten die buiten de te salderen hoeveelheden gaan vallen. Die hoeveelheden worden van jaar tot jaar steeds groter, ten koste van de wel 100% [incl. energiebelasting, SDE heffing ["ODE"], en btw] te salderen volumes.

Jetten claimt dat met dat wettelijke minimum als vangnet, en de toenemende mate waarin de prosument wordt "blootgesteld" aan de markt, waarin hij/zij zelf kan kiezen voor een zonnestroom overschot afnemende "leverancier", een optimaal model ontstaat tussen regulering, bescherming van de consument, en "de markt". Antwoorden over de toelaatbaarheid van de door Consumentenbond gesignaleerde gehanteerde overschot tariefstellingen, en eventuele misstanden daar in, laat hij echter over aan de marktwaakhond, de ACM.

Deze materie is natuurlijk extra gevoelig omdat al een enorm aantal huishoudens zonnepanelen bezit, en je die niet tegen je in het harnas wilt jagen bij de transitie wetgeving, die nog steeds door de Tweede Kamer tegen het licht gehouden moet gaan worden. Eind 2021 waren er alweer 1,58 miljoen woningen met zonnepanelen in Nederland, volgens de meest recente CBS cijfers.

PV Magazine Intl vroeg Polder PV naar de wijze waarop salderen in haar werk ging in Nederland, naar aanleiding van genoemde kamerbrief, maar kon de essentie ervan niet goed formuleren in een artikel van 13 juni 2022. Bovendien zijn de onderaan geciteerde marktcijfers niet correct, de meest recente status volgens het CBS vindt u hier.

Nu.nl besteedde later ook aandacht aan de materie, zie het artikel van 12 juli 2022, met zo'n 600 reacties. Dit onder anderen naar aanleiding van het meestal goed geïnformeerde techneuten portal Gathering of Tweakers, zie het bericht van 27 april 2022, en de talloze reacties daar op (status 12 juli 2022: 13 pagina's). Door de zeer gebrekkige formulering en "aanwijzing" in de bestaande wetgeving blijven mensen in rondjes draaien, en proberen leveranciers de huidige situatie in hun voordeel om te buigen. ACM claimt dat er per jaar gesaldeerd "moet" worden (zie o.a. deze post), maar handhaving lijkt vooralsnog niet toegepast te worden. Wordt vast vervolgd ...


20 mei 2022. Voortbordurend op het vorige bericht enkele interessante nieuwe wijzigingen m.b.t. zonnepanelen, die natuurlijk ook deels met de crisis veroorzaakt door de oorlog in Oekraïne samenhangen. NOS meldt dat "de 'salderingsregeling' voor zonnepanelen langer van kracht blijft. Het plan was dat systeem vanaf 2023 af te bouwen, maar dat wordt uitgesteld tot 2025". In hetzelfde bericht een aankondiging van verplichting voor toepassing van PV op nieuwe bedrijfsgebouwen met een dak oppervlak van > 250 m². En aankondiging van maatregelen om dat ook bij kleinere, en mogelijk residentiële daken af te dwingen, al zal daar nog wel het nodige water voor door de Rijn, Maas en Schelde gaan vloeien wegens de voor juristen aan te tonen noodzaak van "zwaarwegend belang".

In de door Sigrid Kaag (Min. Financiën) naar de Tweede Kamer verstuurde Voorjaarsnota vinden we de volgende passages terug, over de salderings-regeling (met een toch wat ander signatuur dan geclaimd in het NOS bericht), en het gehanteerde btw tarief:

"Uitstel salderingsregeling en dekking
Het wetsvoorstel afbouw salderingsregeling is vorig jaar voor de Tweede Kamer verkiezingen controversieel verklaard en heeft een jaar stilgelegen. De opgelopen vertraging leidt tot 2 jaar uitstel, wat een budgettaire derving met zich meebrengt. Dekking wordt ten eerste deels bereikt binnen de salderingsregeling met de voorgestelde extra afbouwstap in 2025 in de salderingsregeling (64 procent nog te salderen in 2025 in plaats van 73 procent zoals in wetsvoorstel was voorzien). Dit levert 35 miljoen euro op. De resterende opgave van circa 100 miljoen euro wordt gedekt via de EIA: ten eerste door de in het coalitieakkoord voorgenomen intensivering van het EIA-budget vanaf 2023 met 50 miljoen euro een jaar uit te stellen (naar 2024) en ten tweede door voor 50 miljoen euro in 2024 een beroep te doen op de budgetreserve van de EIA.

Btw-nultarief zonnepanelen
De levering en de installatie van zonnepanelen is momenteel belast met 21 procent btw. Wel kunnen particulieren de btw terugvragen als btwondernemer. Met deze aanpassing wordt een btw-nultarief toegepast op de levering en installatie van zonnepanelen op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen. Dit is eenvoudiger voor zowel particulieren en de Belastingdienst."

Link naar deze aanbiedings-brief alhier.


8 februari 2022. Een opmerkelijke passage over salderen (van zonnestroom) in een kamerbrief over netcongestie (en de oplossingsrichtingen). Deze passage is te vinden op de (helaas zoals wel vaker bij Min EZK documenten) foutief genummerde negende pagina van de Kamerbrief van nieuwe minister voor EZK, Rob Jetten, getiteld "Periodieke update over de schaarse transportcapaciteit op het elektriciteitsnet". Deze 14 pagina's lange brief van 8 februari 2022 is te vinden op de Tweede Kamer site (hier). Hier onder de integrale tekst van de passage over het wetsvoorstel (afbouw) salderen van zonnestroom. Cursivering van Polder PV:

Afbouw salderingsregeling
De salderingsregeling heeft afgelopen jaren succesvol bijgedragen aan de toename van duurzame opwek. De regeling draagt echter niet bij aan het efficiënt gebruiken van het net, omdat gebruik van elektriciteit op moment van productie niet wordt gestimuleerd. Het vorige kabinet heeft u het voorstel tot Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag, ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers aangeboden, Kamerstukken 35594. Als gevolg van de opgelopen vertraging in de behandeling door de controversieel verklaring, is de in het wetsvoorstel opgenomen ingangsdatum van de afbouw van de salderingsregeling van 1 januari 2023, niet meer haalbaar. Daarnaast beraadt het kabinet zich nog op eventuele aanpassingen op dit wetsvoorstel. Ik zal u zo snel mogelijk in het tweede kwartaal hierover informeren en wil uw Kamer dan ook verzoeken om het wetsvoorstel tot die tijd aan te houden.

Voor commentaar van Polder PV op het wetsvoorstel, zie mijn bijdrage onder 28 oktober 2019 (ja, dat is alweer 28 maanden geleden ...).

Eerdere kamerstukken over dit wetsvoorstel zijn te vinden onder dossier nummer 35594, zoals hierboven aangegeven. Die kunt u via deze link terugvinden op de Tweede Kamer site.


"Saldering blijft noodzakelijk in het nieuwe Regeerakkoord". Roland van der Klaauw, directeur bij Wocozon, het bedrijf wat huur corporaties helpt bij het veruurzamen van hun huurwoningen bestand door zonnepanelen aan te brengen, plaatst zeer kritische kanttekeningen bij de plannen van het kabinet om de saldering van zonnestroom af te bouwen, in een artikel op Solar365.nl (3 februari 2022). Hij claimt dat dit sowieso de doodsteek voor het business model bij de huurcorporaties zal betekenen. En, omdat er straks met dynamische tarieven gerekend mag worden door leveranciers, dit in combinatie met landelijk uitgerolde slimme meters bij alle huishoudens, gaat betekenen dat op de momenten van de hoogste opwek, midden op de dag, die huishoudens weinig of in het geheel niets voor hun zonnestroom zullen krijgen. Met name omdat zeer lage, of zelfs negatieve marktprijzen steeds vaker voor gaan komen.

Vd Klaauw claimt ook, dat bij een gemiddeld huishouden, maar liefst 70% van de opgewekte zonnestroom direct aan het net wordt geleverd, waar ik al langer achter was. Dit maakt dergelijke huishoudens zéér kwetsbaar voor manipulatief gedrag van o.a. leveranciers, die in de nieuwe situatie extreem nadelig voor dit soort huishoudens zal gaan uitpakken in vergelijking met de klassieke situatie van 100% saldering op jaarbasis. Hij wil een "salderings-quotum" voor huishoudens, van 2.500 kWh/jr, en voor all-electric woningen van 6.000 kWh/jr (incl. afbouw in die richting). Hij stelt dat dit "budget neutraal' gefinancierd zou kunnen worden door de jaarlijkse energie belasting teruggave (foutief benoemd als "heffingskorting") "variabel te maken". Hoe hij dat laatste voor zich ziet vraag ik me af, die enorme "negatieve post" op het elektra deel van de energie nota's is een zeer complex instrument, wat regelmatig, ook per 1 januari 2022, wordt ingezet om, van regerings-wege, onvoorspelbare marktontwikkelingen af te vangen. Die kun je niet zomaar "afhankelijk van een theoretische thuis situatie" gaan maken, want dan zullen nieuwe slachtoffers geofferd moeten gaan worden.

Van der Klaauw zal gaarne meewerken aan verbetering van de wetgeving op dit gebied, waarbij hij vooral de nadruk legt op de kwetsbare huursector.


In een vergadering van leden van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) op 13 januari 2022, is diep ingegaan op de vele problemen rond de beschikbare netcapaciteit in Nederland, de voortgang van de tallozen RES projecten, het steeds vaker "on-hold" zetten van lokaal gedragen postcoderoos (opvolger regeling: SCE) projecten, de haalbaarheid van de verhoogde Klimaatambities van het kabinet, en de vergoeding voor de vele uren ambtelijke tijd die de gemeentes tot nog toe hebben opgehoest. Een van de hoofd conclusies is een algemene eis aan de Rijksoverheid, "Zorg dat Klimaatakkoord kan worden uitgevoerd". Tijdens de vergadering werd een motie aangenomen van de Friese gemeente Ooststellingwerf, o.a. over het continueren van de salderingsregeling voor zonnestroom:

"Verzoekt het bestuur van de VNG er bij het Rijk op aan te dringen om:
• de salderingsregeling voor particulieren in deze probleemgebieden die zonnepanelen op hun dak
plaatsen te verlengen en de vanaf 2023 beoogde afbouw van deze regeling op te schorten;
• de netwerkbedrijven de wettelijke mogelijkheid te geven om (voor lokale initiatieven) te
investeren in alternatieven, zoals opslag van elektriciteit en productie van waterstof;
• subsidieregelingen voor lokale projecten, zoals de Subsidieregeling Coöperatieve Opwekking
(SCE), in regio’s met netwerkproblemen, op het moment dat er weer aansluitmogelijkheden
beschikbaar zijn, onder de nu geldende condities aan te bieden"

Met name dat eerste punt, de salderingsregeling voor particulieren (uitsluitend) in probleemgebieden (m.b.t. beschikbare netcapaciteit en / of spannings-problemen bij kleinverbruikers) continueren (en elder de reeds lang geleden aangekondigde stapsgewijze afbouw per 1-1-2023 starten), lijkt me nogal moeilijk uitvoerbaar. En zal waarschijnlijk alleen al op basis van het hiermee selectief ongeldig verklaren van het nationaal geldende "rechtsgelijkheid" principe bij de energievoorziening door juristen worden afgewezen. We gaan zien wat er terecht zal komen van dit voorstel.


2022 ^^

Nee, niet iedereen aan de thuisbatterij! Energeia, 6 september 2021 (Trilemma reeks). Opinie artikel van langjarig in de energie sector werkzame Sjak Lomme, over de onwenselijkheid om "iedereen" met een PV installatie al dan niet gesubsidieerd aan een accu-systeem te "helpen". En daarmee de al lang geplande "afbouw van de salderings-regeling" voor kleinverbruikers / prosumenten te faciliteren. Het is veel beter om gericht daar waar eventuele netproblemen (gaan) optreden, de netbeheerders daar verzwaringen te laten uitvoeren en/of andere mogelijkheden zoals (buurt-) opslag o.i.d. kunnen laten uitbesteden aan externe partijen. Een van zijn argumenten is, dat financiële prikkels voor gedragsverandering bij de consument (beduidend meer eigen consumptie van zonnestroom, wat trouwens zeer beperkt haalbaar is, zowel voor buiten huis als thuis werkende lieden) schril zullen uitpakken t.o.v. de te verwachten resultaten daarvan. Bovendien zouden consumenten zich in transport tarieven moeten gaan verdiepen om te achterhalen waar nog wat centen zijn te verdienen. Ik geef u op een briefje: consumenten snappen helemaal niets van de waanzinnig ingewikkelde tarief structuren, en hebben vaak geen benul waar een eventueel "beperkt" verdienmodel zich schuil houdt. Het gros van de Nederlandse burgers, hoog opgeleid of niet, snapt nauwelijks iets van de energienota. Lomme pleit voor vervroegde afbouw van de salderingsregeling en hecht kennelijk veel geloof aan "de markt" die de oplossing wel zou gaan brengen. M.a.w., accu opslag alleen op de plekken waar dat nodig is, i.p.v. overal verspreid daar waar het middel zeer ineffectief zal blijken te zijn. We gaan het zien.


De postcoderoosregeling. Tweede Kamer site, 16 februari 2021. Lijtje van 11 kamervragen van D'66 leden Van Weyenberg en Sienot aan de ministers van Financiën, Vijlbrief, en Min. EZK, van 't Wout, over de wijziging van de postcoderoos regeling (ook wel "regeling verlaagd tarief") in een subsidieregeling voor lokale energie coöperaties. De vragen gaan inhoudelijk in op de wijziging, en de problemen die daarbij kunnen opdoemen. Zoals het in de sector reeds gesignaleerde probleem dat bij bestaande PCR projecten bij uithuizen van leden (verhuizing naar lokatie buiten het toepasselijke postcode gebied), de "zonnedelen" van de verhuizer terug gekocht moeten worden door bestaande leden. Die dat mogelijk helemaal niet kunnen vanwege financiële redenen, of omdat ze al aan hun "taks" zitten t.o.v. hun totale stroom consumptie per jaar. Er mogen immers onder de oude regeling, vanwege de overgansregeling in het nieuwe regime, geen nieuwe leden meer voor het specifieke project worden aangenomen. Als het terugkopen van de af te stane aandelen in het project (of: projecten) niet lukt, zou in het ergste geval de vaak met veel moeite tot stand gekomen betreffende coöperatie mogelijk zelfs failliet kunnen gaan. De kamerleden zien de onzekerheden rond deze "catch 22" situatie als leidend tot rechtsongelijkheid, en een afbreuk aan beleid wat juist meer groene investeringen nodig heeft. En roepen op om met name de toetredingsbeperking in de "oude" PCR regeling aan te passen om te voorkomen dat lokale energie coöps failliet kunnen gaan.


Afbouw subsidie zonnepanelen op losse schroeven. Nu.nl, 12 februari 2021. Nu.nl neemt wel erg makkelijk aan dat, vanwege het controversieel verklaren van het wetsvoorstel afbouwen salderingsregeling (bericht hier onder), die langdurig voorbereide fundamentele wijziging in een van de meest succesvolle stimuleringsregelingen voor zonnestroom in NL (bij uitsluitend kleinverbruikers), spaak zou kunnen gaan lopen. Gezien de fundamentele bezwaren van het Ministerie van Financiën inzake het principe van salderen (waardoor ze inmiddels al zeer veel energiebelasting, SDE heffing, én btw daar over mis lopen), zou ik daar geen casino fiches op durven inzetten. Een zeer storend element in het artikel is, voorts, de kennelijk bevraagde woordvoerder van Netbeheer Nederland, waarvoor Nu.nl het complete onzin argument optekent "Het zorgt voor onnodig veel onzekerheid. Voor consumenten ontbreekt nu de verplichting een slimme meter te accepteren." Slimme meters zijn noodzakelijk om de salderingsregeling af te bouwen. "We gaan het proberen, maar een prikkel ontbreekt nu". Misschien is de woorvoerder verkeerd, onvolledig, of uit zijn verband geciteerd, want de "slimme meter" is helemaal géén vereiste voor de invoering van dat wetsvoorstel. Wat ook expliciet duidelijk wordt uit de gepubliceerde informatie rond het - momenteel tijdelijk op ijs gezette - wetsvoorstel: u mag ook, als u, om wat voor reden dan ook, echt geen "slimme, op afstand uitleesbare meter" wilt, nog steeds een domme digitale meter accepteren, met invoedings-en afname telwerken. Want daarmee kan exact hetzelfde geschieden als met een slimme meter. En dat staat doorvoering van het wetsvoorstel dus absoluut níet in de weg !

Een bevraagde woordvoerder van de tientallen energieleveranciers tellende koepel organisatie Energie Nederland stelt, dat de branche organisatie een "dubbel" gevoel heeft over de huidige status quo, maar wil ze wel dat "de salderingsregeling op een andere manier [wordt] afgebouwd".

Nogal voorspelbaar bij zo'n maatschappelijk al lang over de tong gaand energie onderwerp: er staan, tijdens het posten van dit bericht, al 569 reacties onder dat artikel. Veel ervan bevatten onjuistheden, verkeerde interpretaties, en/of fouten. Het is totaal zinloos om hier op te reageren, want dan kun je daar wel je levenswerk van gaan maken (met zeer fragenswürdige uitkomst).


Lijst van controversiële onderwerpen zoals vastgesteld door de Kamer op 9 februari 2021. Website Tweede Kamer, 10 februari 2021, Kamerstuk 35 718 Nr. 16. Op 10 februari ontving de kamervoorzitter van de betreffende commissies de als "controversieel" bestempelde wetsvoorstellen en te behandelen kamerbrieven, die, vanwege het demissionair zijn van kabinet Rutte III, niet meer in behandeling genomen mogen worden ("wordt aangehouden"). De behandeling ervan mag pas door een volgend kabinet worden gedaan. Niet verbazingwekkend, gezien de forse kritiek vanuit de samenleving, is het wetsvoorstel voor de afbouw van salderen van zonnestroom, een van de wetsvoorstellen onder het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, daar een van, zoals eerder al leek te gaan gebeuren (berichtgeving onder 17 december 2020). Dus behandeling ervan zal nog wel even op zich laten wachten. Nog onzeker is of deels reeds in onder dit bericht besproken artikelen geventileerde kritiek tot "een andere wetsvoorstel" zal leiden, of dat de kern overeind zal gaan blijven. Dat wordt dus nog even spannend.



Hierboven afgebeeld: de header van het kamerstuk met controversieel bevonden onderwerpen, onderaan de vier wetsvoorstellen van Min. EZK die daar onder vallen, incl. het door mij rood-omlijnde wetsvoorstel "afbouw salderingsregeling voor kleinverbruikers". Ook een zeventien-tal kamerbrieven van Min. EZK worden (nog) niet besproken, iig niet onder het huidige demissionaire kabinet. Daaronder ook de kamerbrief van Vijlbrief van Min. Financiën, over de nagekomen "Ramingstoelichting" bij genoemd wetsvoorstel. Deze heb ik reeds eind november 2020 besproken en van commentaar voorzien.


Benut uitstel van afbouw salderen voor verbeterde regeling, 5 februari 2021 (Stroomversnelling). Deze organisatie, die zich vooral bezighoudt met de lobby en bouw van zogenaamde NOM ("Nul Op de Meter" woningen), en die zich in het najaar van 2019 al had uitgesproken tegen afbouw van de salderingsregeling voor zonnestroom, rept zich opnieuw n.a.v. het controversieel verklaren van het Wetsvoorstel van destijds nog minister Wiebes. Ze pleiten voor een herbezinning, omdat de uitbreiding van PV installaties in de huursector, én de opschaling van de bouw van NOM woningen, er ernstig door zullen worden bemoeilijkt. De afbouw van de salderingsregeling maakt het bijvoorbeeld zeer onwaarschijnlijk dat de huursector haar potentieel van 13-19% realisatie van het Klimaatakkoord al in de oorspronkelijk verwachte jaar 2037 zou kunnen realiseren. Daarnaast zou uit een DMGR studie in opdracht van het ministerie van BZK blijken dat aan het eind van de afbouw periode de kosten voor de huurder die een zogenaamde EPV vergoeding betaalt aan de corporatie, zouden toenemen tot 60 Euro per maand. De verwachting is dat deze verslechtering niet valt te communiceren, en dat het gevolg zal zijn dat de propositie van NOM verbouwingen verder zal verslechteren, en de Klimaatakkoord doelen nog verder uitgehold zullen gaan worden.

Stroomversnelling heeft twee aandachtspunten voor een beter alternatief. (1) Zorg dat de nieuwe regeling gunstiger wordt voor woningen die voldoen aan een minimale energieprestatie. Door de introductie van de nieuwe energielabelsystematiek is binnen afzienbare tijd voor elke woning inzichtelijk wat de huidige energieprestatie is. Woningcorporaties hebben sowieso de opgave om hun woningbezit 2050-ready te maken, door aan de standaard uit het Klimaatakkoord te voldoen. Op deze manier blijven investeringen van woningcorporaties in zonnepanelen ook rendabel onder de nieuwe regeling en is er een extra stimulans om woningen op het niveau 2050 te brengen. Bovendien neemt dit het probleem bij EPV-woningen weg.

En (2) Geef in de nieuwe regeling bewoners met zonnepanelen, die aan kunnen tonen dat een minimum aandeel van de opgewekte elektriciteit door hen zelf wordt geconsumeerd, de mogelijkheid het restant volledig te salderen. Op deze manier ontstaat er een stimulans voor zelfconsumptie en wordt de impact op het elektriciteitsnet (een van de nadelen van de huidige regeling) verkleind. Dat laatste valt trouwens mee, de grote netproblemen worden vooral veroorzaakt door de geconcentreerde bouw van zeer grote (zonne) projecten op lokaties die nooit een uitgebreid net hebben gekend (landelijke gebieden in o.a. NO, en inmiddels ook in Z Nederland).

Stroomversnelling linkt in haar artikel ook nog twee eerdere bijdragen over deze materie, waaronder een bijdrage met webinar van Energielinq, zie onderaan het artikel gelinkt in de aanhef.


Uitrol zonnepanelen bij woningcorporaties: ‘Verdienmodellen moeten aangepast’, 11 januari 2020 (Solar Magazine), kort interview met dé specialist m.b.t. zonnepanelen implementatie in de huursector, Maarten Corpeleijn, van Zonnig Huren. Hier plaatst Corpeleijn enkele kanttekeningen bij de weg die corporaties zouden kunnen gaan in samenhang met de dreiging van de afbouw van de salderingsregeling, ook in financieel opzicht. Corpeleijn besteedt op zijn website regelmatig onderbouwd aandacht aan diverse consequenties van tariefstellingen, onderhoud, monitoring, e.d., bij zijn ervaringen met corporaties die in de huursector zonnepanelen (willen gaan) plaatsen. Een mooi inkijkje is zijn blog "Effect wegvallen saldering, Aedes en Wiebes oneens – reken het zelf uit" van 7 oktober 2020, zie ook andere relevante stukken op zijn overzichtspagina.


Roland van der Klauw: ‘Afhaken sector dreigt, salderingsquotum zonne-energie noodzaak’, 11 januari 2021 (Solar Magazine). Directeur van der Klauw van de grootste "ontzorger" van de huurcorporatie sector op het gebied van zonnepanelen voor huurders (bijna 86 duizend panelen geplaatst, verdeel over 20 duizend installaties), over de dreigende ineenstorting van de versnelde uitbouw van PV in de huursector. Dit n.a.v. de aangekondigde plannen voor de afbouw van de salderingsregeling, waar de huursector voor de volle honderd procent van afhankelijk is, om installaties rendabel te laten aanleggen. Financiering binnen de sector leidt tot 2-3 maal zo lange terugverdientijden dan voor zonnepanelen op eigen woning. Van der Klaauw pleit voor een zogenaamd "salderings-quotum" van 2,5 MWh voor "gewone", en 6 MWh (per jaar) voor "all-electric" huurwoningen. Ook dient niet de spotmarkt prijs te dienen als referentie, maar de gemiddelde prijs die consumenten voor een kWh betalen. Gaat dat alles politiek niet lukken, dienen er andersoortige subsidies voor de huursector te komen, anders haakt deze af bij de energietransitie. Een land als Nederland onwaardig.

Zie ook het vervolg artikel met kort interview van Corpeleijn van Zonnig Huren, en reactie van Aedes (eerder al in vergelijkbare bewoordingen in eerdere stukken op deze overzichtspagina).


2021 ^^

Brief van de minister van Economische Zaken en Klimaat - uitstelbrief dd. 17 december 2020, de laatste die Minister Wiebes nog in functie over de maatschappelijk gevoelige afbouw van de salderingsregeling heeft verstuurd naar de Tweede Kamer. Gezien de vele vragen en de noodzaak van "interdepartementale afstemming", lukte het Wiebes' ambtenaren niet om deze vragen voor het Kerstreces van december 2020 te (laten) beantwoorden. In januari van het nieuwe jaar verdiepte de corona crisis zich ook in Nederland, en werd bovendien de al lang slepende toeslagen affaire bij de Belastingdienst diverse betrokkenen, inclusief Wiebes, fataal. Het derde kabinet Rutte III viel op 15 januari 2021, en Wiebes stapte direct op. Inmiddels staat het wetsvoorstel afbouw salderingsregeling op de rol om mogelijk als "controversieel te verklaren" te worden opgevoerd. Zie de groslijst van de vergadering van de Tweede Kamer commissie die hier over moet besluiten.

Energeia (pay-wall) en DNER's nieuws site www.solar365.nl stipten op 27 jan. 2021 o.a. ook aan dat het wetsvoorstel salderen op de groslijst "controversieel" staat. Maar daarmee is nog niet zeker of het die status ook daadwerkelijk krijgt. De Tweede Kamer beslist over deze lijsten, wat er op komt, en wat er niet op komt. Komt het wetsvoorstel afbouw salderen op die lijst te staan, kan pas een volgend kabinet hier verder mee aan de slag. Zoals al uit andere reacties van diverse partijen blijkt (o.a. Steden netwerk), eerder op deze pagina gemeld, is de tegenstand om dat wetsvoorstel aan te nemen groot.

Solar365.nl, het pers kanaal van DNER / Solar Solutions, kwam op 2 februari 2021 met een opinie artikel "Zo kan de salderingsregeling behouden blijven", waarin van de gelegenheid van het demissionair raken van het kabinet gebruikt wordt gemaakt om nog even het afbouwen van de salderingsregeling af te raden, als een van de meest succesvolle regelingen die Nederland heeft gekend op het gebied van zonnestroom (tegenwoordig natuurlijk exclusief het nog succesvollere SDE subsidie systeem voor grotere projecten). Auteur Christian Sparborth besluit de oproep met de stellingname "De salderingsregeling is een voor iedere consument begrijpelijk instrument dat we nog hard nodig zullen hebben om de opgeschroefde Europese reductiedoelen waar te maken. Het zou dan ook mooi zijn als de politiek zich aanpast aan de nieuwe klimaatrealiteit en er tijdens de komende formatie wordt besloten om dit succesnummer te prolongeren".


Afbouw saldering nekslag investering woningcorporaties? Wederom een artikel op de site Solar365.nl (initiatief van de bekende beurs- en congres specialist Solar Solutions), 8 december 2020. Auteur Simone Tresoor. Zonnepanelen op corporatie woningen zouden 13% tot 19% van de doelstelling duurzame energie "op land", op landelijk niveau voor hun rekening kunnen nemen. Waarbij volgens de Aedes data, de volumes in 2017-2019 30 duizend eengezinswoningen en 20 duizend meergezinswoningen nieuw per jaar met zonnepanelen, zouden kunnen doorgroeien naar hoge volumes van 50 tot 30 duizend per jaar tm. 2030 "onder de huidige omstandigheden". En het totale potentieel rond 2037 zijn ingevuld. Door de afbouw van de salderingsregeling zou dit hoge potentieel in gevaar kunnen gaan komen. Tussen 2024 en 2033 zou er extra steun moeten komen, omdat het in die jaren door de afbouw van de te salderen volumes onrendabel gaat worden om te investeren (onder rendements-eis van 4% op de investering). En er pas na 2033 een kostprijs wordt verwacht waarmee dat wel weer zou kunnen.

Momenteel zouden de corporaties het nog redelijk goed doen, maar het sentiment m.b.t. de afbouw van de salderingsregeling is negatief. Ook bekende "huurcorporatie ontzorger" Wocozon is bevraagd naar hun inschatting, waarbij ze claimen dat ze 30% meer volume hebben afgezet dit jaar. Onderzoeksbureau DNE blijft volhouden dat particulieren een "terugverdientijd van 6,6 jaar" OK zouden vinden, en als die zou stijgen naar de in het wetsvoorstel en daar aan ten grondslag liggende onderzoeken verwachte "mogelijke 9 jaar", er onherroepelijk een sterk negatief effect van de investerings-bereidheid zou volgen. Ook wordt gesuggereerd, dat corporaties bij een voldoende lage kostprijs (bij continuering van de gemiddeld 3,5% daling per jaar in het afgelopen lustrum) mogelijk grootschalig zouden willen inkopen, en daarmee hun buca door extra kortingen zouden kunnen veiligstellen. Ergo: het kan nog alle kanten op gaan in de huursector.


Erik de Leeuw (SolarWatt): ‘Onbeperkt salderen is niet slim’. Website Solar365.nl, 25 november 2020. Interview met algemeen manager Benelux van Duitse glas-glas zonnepanelen fabrikant SolarWatt. "Het is goed dat de salderingsregeling wordt afgebouwd, zegt directeur Erik de Leeuw van SolarWatt Benelux. ‘We moeten lokaal gebruik van zonnestroom stimuleren’." Daarbij dient beseft te worden dat SolarWatt ook MyReserve thuisbatterij pakketten met EnergyManager verkoopt, en dat ze een aandeel zouden hebben van 10% van de Duitse afzet markt voor opslag systemen. Geclaimd wordt dat zonnestroom wordt weg gegooid vanwege netcongestie, maar dat is zowel in Duitsland, als in Nederland niet het geval bij woningen. Daar gaat het sporadisch om grote commerciële projecten, en beslist niet om overschot stroom bij klassieke kleinverbruikers (daar wordt sowieso snel gereageerd door netbeheerders, in gevallen van spanningsproblemen, met name bij dunbevolkte "eindtakken" van lokale grids). Dat kan geen argument zijn om salderen "dom" te vinden, zoals wordt gesuggereerd. Salderen van zonnestroom vindt sowieso grotendeels in bevolkingscentra, steden en dorpen plaats, waar ook veel stroom al direct wordt geconsumeerd. De grote problemen met de netten zijn vrijwel uitsluitend door de grote, met forse SDE subsidie beschikkingen voorziene rooftop en, vooral grondgebonden projecten veroorzaakt.

Een ander citaat: “De meeste gebruikers zijn puur financieel gemotiveerd. De omslag zal waarschijnlijk over vijf tot zes jaar zijn, als de salderingsregeling verder wordt afgebouwd. In Duitsland is opslag nu al interessant, vanwege de hogere energieprijzen door de opslag voor zonne-energie, terwijl het teruglevertarief slechts 6 eurocent per kilowattuur bedraagt. Dan is de business case simpel. Duitsers die investeren in zonnepanelen nemen er nu altijd een accu bij. Dat zal in Nederland ook straks gebeuren.” Daar moet een kanttekening bij. De harde Einspeisevergütungen (FIT) voor nieuwe PV installaties tot 10 kWp (zelfs in Duitsland: vrijwel exclusief domein van residentiële solar) zijn, vanaf 1 december 2020 netgekoppeld, 8,32 cent per kWh. Voor alle oudere installaties is die 20 jaar in Wet verzekerde (!!) invoedings-vergoeding véél hoger. Hoe ouder, hoe hoger die tarieven zijn. Dus waar die "6 ct/kWh" vandaan komt is een groot vraagteken. Wel is het zo, dat vanwege de subsdies voor opslag systemen via de KfW bank, er een compleet nieuwe categorie kopers is ontstaan in Duitsland, die bij aanschaf van een PV installatie direct een opslag systeem kopen. De situaties in Duitsland en Nederland blijven ook op dit punt compleet onvergelijkbaar.


Ramingstoelichting bij het wetsvoorstel afbouw salderingsregeling incl certificering van het CPB. Website Rijksoverheid, 24 november 2020. Staatssecretaris van Min. Fin., Vijlbrief, stuurt de Tweede Kamer een korte toelichting, en een document wat abusievelijk nog niet bij de het wetsvoorstel voor de afbouw van de salderings-regeling was gevoegd (voorstel 8 oktober 2020 door Wiebes naar de TK verstuurd), de "Ramingstoelichting". Hierin een kort verslag van het Centraal Planbureau, met hun oordeel over dit alternatief van het oorspronkelijke plan in het regeerakkoord van Rutte III, om per 2020 de salderingsregeling direct te schrappen en daarvoor in de plaats een "terugleversubsidie" in het leven te roepen. Het CPB acht de raming van Min. Fin. "redelijk en neutraal", maar zet daarbij kritische kanttekeningen, vanwege de "hoge mate van onzekerheid in de toekomstige elektriciteitsproductie en het elektriciteitsverbruik".

Het CPB komt in haar analyse, waarin nogal wat aannames zitten, en waarin bijvoorbeeld elektriciteitsproductie bij groot- en kleinverbruikers gesplitst moesten worden (basis gegevens uit de Klimaat- en Energieverkenning 2019 van het PBL), en de zogenaamde "grondslag" voor de energiebelasting bij kleinverbruikers verdeeld moest worden over de betreffende energiebelasting "schijven" (met verschillende tarieven). Met name voor het kleinverbruik in de nijverheid en de diensten- en landbouwsector moesten aannames worden gemaakt "waar geen ondersteunende gegevens voor beschikbaar" blijken te zijn. Wel is het zo, dat de daar uit voortvloeiende onzekerheid voor het bepalen van de totale budgettaire effecten "een relatief beperkte omvang" zou hebben. Immers: het allergrootste volume m.b.t. salderen, vindt plaats bij de huishoudens, waarvan er eind 2019 al 976 duizend waren met zonnepanelen volgens de laatste CBS cijfers. Het CPB komt na hun berekeningen met de volgende tabel, de "fiscale derving begrenzing" ten opzichte van het uitgangspunt van het Regeerakkoord 2017 (toenmalig voorstel afschaffen salderen per 1-1-2020, en invoering "terugleversubsidie").

In bovenstaande tabel in de eerste regel de "fiscale opbrengst" die zou resulteren uit het direct afschaffen van de salderings-regeling per 1 januari 2020, hier getoond vanaf 2023 (lees: meer inkomsten uit energiebelastingen en btw over elektra bij kleinverbruikers), oplopend van 410 naar 709 miljoen Euro per jaar. In de tweede regel het alternatief zoals nu voorgesteld (geleidelijke afbouw van het te salderen aandeel per jaar, vanaf 2023), oplopend tot extra inkomsten voor de Staat, van 134 tot 565 miljoen Euro per jaar, en structureel ook 709 miljoen Euro. De derde regel geeft het verschil tussen de twee voorstellen weer, aflopend van 277 miljoen Euro (minder inkomsten dan t.o.v. oorspronkelijke plan in Regeerakkoord) naar 144 miljoen Euro in 2030. En structureel "0": het uiteindelijke effect in 2031 zou nihil moeten zijn.

In de "ramingstoelichting" is het verschil in kosten van de oorspronkelijk geplande "terugleversubsidie" per jaar afgezet tegen de "kosten van de variant fiscaal begrenzen" weergegeven, over de jaar reeks 2020 tm. 2030:

De jaar kosten voor de "teruglever subsidie" volgens het oorspronkelijke Regeer Akkoord (RA) zouden 213 mln Euro in 2020, en vanaf 2021 240 mln Euro zijn geweest, culminerend in 2.613 mln Euro tm. 2030 (bovenste regel). In het afbouw scenario (nieuwe wetsvoorstel) lopen de kosten eerst op van 258 naar 291 mln Euro (salderen nog onbeperkt toegestaan tm. 2022), en nemen met de invoering van de nieuwe regeling vanaf 2023 vervolgens weer af, van 277 mln Euro, naar 144 mln Euro in 2030. Daarvan is de cumulatie 2.611 mln Euro, dus nagenoeg gelijk aan de oorspronkelijke plannen, en dat heet in Den Haag "budget neutrale uitvoering van een [gewijzigde] belastingmaatregel".

Wel waarschuwt het CPB voor teveel optimisme. De raming is "met veel onzekerheid omgeven", waarbij sterk onzekere factoren als (1) de toekomstige ontwikkeling van de elektriciteitsprijs, (2) kosten van zonnestroom installaties, en (3) de "rendementsontwikkeling" van zonnepanelen een belangrijke invloed hebben. Ook zit er een aanname in van het "te verwachten eigenverbruik" bij kleinverbruikers van elektriciteit. Door de verminderde financiële voordelen, en de langere terugverdientijden, zou de verkoop van zonnepanelen kunnen gaan dalen, en, volgens een ECN rapport uit 2017, kunnen leiden "tot 20% minder elektriciteitsopwekking bij kleinverbruikers". Hiermee samenhangend, wordt verwacht dat een toenemend aantal mensen met zonnepanelen opslag (in accu's) zal gaan overwegen, waarbij de middagpiek "uitgesteld naar de avonduren" wordt geconsumeerd, om te voorkomen dat er zeer weinig voor de momentane invoeding wordt betaald. In de introductie bij het document wordt gewag gemaakt van de mogelijkheid dat het aandeel eigen verbruik "zal toenemen naar 40%". Daar kunnen best vraagtekens bij worden gezet, want het hangt er helemaal van af hoe betaalbaar zo'n systeem zal zijn, en wat het (verwachte) profijt ervan is voor het betrokken huishouden. Die zijn allemaal zeer verschillend qua energiegedrag, omvang, en aard en grootte van het betreffende huis. Zeker bij klein behuisde huishoudens met laag stroom verbruik en zonnepanelen op het dak kon deze verwachting wel eens volkomen verkeerd uitpakken.

Daarnaast wordt ook een onzekerheid benoemd over eventuele reacties van gemeentes op de afbouw van de salderingsregeling. Die zouden beslist, bij opdoemende, al dan niet gepercipieerde "doemscenario's" over het perspectief van genoeg rendement voor zonnepanelen bij hun burgers, alsnog kunnen overgaan tot weer een kermis aan (aanschaf) subsidie regelingen en/of leningen met zeer lage rentes, die een mogelijke afkalvende afzetmarkt in het residentiële segment zouden kunnen voorkomen. Ook andere gedragseffecten hebben uiteraard veel invloed op het uiteindelijke resultaat, want die hebben direct impact op de "grondslag" van de belastingmaatregel (de hoeveelheden elektriciteit waarmee wordt gerekend voor het doorrekenen van de effecten van belasting maatregelen bij energie).

De conclusie van het CPB is dan ook: de raming van de budgettaire effecten van de (nieuwe) maatregel is "neutraal en redelijk". Maar, de raming krijgt wel het "onzekerheidsoordeel hoog".


Verslag van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, 23 oktober 2020. Naar aanleiding van de formele "Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers". Wetsvoorstel 35594 nr.l 5, beter bekend als "de afbouw van de salderingsregeling" voor kleinverbruikers met (bijna uitsluitend) zonnepanelen op het dak. Voor wetsvoorstel, zie hier. Naar aanleiding van de "voornemens" van Wiebes / Min. EZK om de salderings-regeling af te bouwen, is een waar spervuur van vragen gekomen van alle fracties in de kamercommissie. Het verslag omvat maar liefst 14 pagina's bomvol vragen in een Word document, die zijn onderverdeeld in 2 belangrijke secties, "Doel en aanleiding", resp. "Hoofdlijnen wetsvoorstel". Het tweede grote blok is onderverdeeld in 3 paragrafen, "Geleidelijke afbouw van de salderingsregeling", "Redelijke vergoeding voor invoeding", resp. "Verplichting meetinrichting die afname en invoeding afzonderlijk kan meten".

Alle fracties hebben talloze vragen over de noodzaak, de reikwijdte, de geschetste wijze van afbouw, de vermeende (overblijvende) terugverdientijd (7-9 jaar of nog langer), de rekenfactor van de uiteindelijk overblijvende niet meer te salderen vergoeding (70 of 80% van de "leveringsprijs"), de onvoldoende geachte aandacht voor de belangrijke huursector, die zwaar getroffen zal worden, de absolute noodzaak om actief (subsidie) beleid op te zetten voor opslag van elektriciteit thuis of in de buurt, en talloze andere issues, die Wiebes' ambtenaren mogen gaan beantwoorden. Vele zorgen worden geuit over de afbraak van de meest succesvolle stimuleringsregeling voor huishoudens, en de mogelijke ernstige terugval van de bereidheid van burgers om zonnepanelen te kopen. Diverse partijen staan op harde monitoring van de gevolgen van de afbouw van de salderingsregeling, en roepen daarbij op om in te grijpen als er daadwerkelijk een flinke negatieve impact ontstaat op de bereidheid om aan de zonnepanelen te gaan bij de burgers. Bij sterk negatieve trends, zou het in het wetsvoorstel opgenomen afbouwpad (9% minder te salderen van de momentane netinvoeding per jaar) gewijzigd moeten kunnen worden. Het PvdA eist tussentijdse beleidsevaluaties, sneller dan de gebruikelijke 5 jaar, om de vingers aan de pols te houden gezien de vele onzekerheden die met dit wetsvoorstel gepaard gaan.

Door diverse fracties wordt verwezen naar externe rapporten, zoals het recente, door de G40 ingebrachte SEO rapport, wat kritische noten kraakt over de aannames van een eerdere rapportage van PWC. Ook wordt verwezen naar een rapport van Fakton in opdracht van huurders belangen organisatie Aedes, waaruit zou blijken dat de situatie voor PV toepassingen bij huurders flink zou verslechteren - de corporaties zouden vanaf 2024 hun investeringen niet meer kunnen terugverdienen. Het CDA vraagt zich af waarom er niets is gedaan met het dringende advies van Raad van State, om onderzoek te doen naar de situatie voor de huursector, en op basis daarvan het wetsvoorstel aan te passen. Toezeggingen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, om andersoortige financieringen voor de huursector op te tuigen zijn nog niet nagekomen, terwijl het meest succesvolle ondersteunings-systeem, salderen van de elektriciteits-opwek en de consumptie bij de huurders, nu afgebroken gaat worden. Meerdere paragrafen vragen van de SP gaan over de gevoelige materie: zonnepanelen, salderen, en de huursector. Ze willen harde cijfers over de voortgang van PV in de huursector. De fractie stelt: "Waarom laat de regering dit grote aandeel woningen, 40 procent van alle woningen in Nederland, zomaar schieten? Deze leden vragen waarom de sociale huursector helemaal wordt uitgesloten."

PvdD heeft ook kritische kanttekeningen bij het wetsvoorstel. Ze formuleren dit als volgt: "Waarom de regering een (kennelijk) succesvolle regeling zo snel wil afbouwen, gezien de opgave om in 2030 55 procent CO2-reductie te behalen. Kan aangegeven worden van hoeveel “overstimulering” en/of duurzaamheidswinst per producent (huiseigenaren, utiliteitsgebouwen of woningcorporaties) er sprake zal zijn wanneer de salderingsregeling tot 2025 of 2030 wordt gehandhaafd? Hoeveel meer zonnepanelen zouden er geplaatst worden dan dat er klaarblijkelijk gewenst zijn? Wat is de reden dat er een maximum wordt gesteld aan het gewenste aantal zonnepanelen in een klimaatneutrale samenleving? Is dit omdat de capaciteit van het elektriciteitsnet tekortschiet voor meer zonnepanelen?"

CDA heeft in de paragraaf "redelijke vergoeding" moeite met de stellingname dat, bij steeds minder te salderen hoeveelheden zonnestroom "er meer marktwerking ontstaat en dat een kleinverbruiker zelf kan bepalen aan wie en tegen welke prijs diegene de zelfgeproduceerde en ingevoede elektriciteit wil verkopen". Ze vragen aan de regering "hoe deze marktwerking zal gaan ontstaan, ook gezien de door de regering zelf geconstateerde zwakke onderhandelingspositie van kleinverbruikers. Hoe zal daadwerkelijk meer marktwerking in de tarieven voor ingevoede elektriciteit worden geïntroduceerd?"

In de paragraaf bemetering, wordt zowel door CDA als door SP onterecht uitgegaan van het (verplicht) plaatsen van slimme meters als onderdeel van het "verplichtingen pakket" om het wetsvoorstel tot uitvoer te kunnen brengen. Ze snappen blijkbaar beiden niet, dat óók domme digitale meters geplaatst kunnen worden als de betreffende kleinverbruiker daar om vraagt, mits ze voorzien zijn van zowel invoedings- als afname telwerken. Kennelijk hebben de netbeheerders en MinEZK nog steeds niet, na al die jaren, duidelijk kunnen maken dat slimme, op afstand uitleesbare meters, NIET verplicht zijn. Dat is toch wel een kwalijke zaak, dat zelfs in de politiek hierover verkeerde ideeën zijn blijven hangen.

De SP is in het algemeen het hardst in haar oordeel over het wetsvoorstel, "Zij begrijpen niet waarom er is gekozen om een van de meest succesvolle regelingen om huishoudens te betrekken in de energietransitie hiermee teniet wordt gedaan. Deze leden vrezen dat door de verslechterde voorwaarden minder huishoudens tot plaatsing van zonnepanelen over zullen gaan, met een lager aandeel schone energie tot gevolg. Ook leidt dit ertoe dat huishoudens nog minder profiteren van de energietransitie waardoor de verhouding tussen baten en lasten alleen maar schever wordt".

Voor veel meer - nog onbeantwoorde - vragen, zie het hierboven gelinkte document


Openbare consultatie Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft de openbare consultatie voor de "opvolger van de klassieke postcoderoos regeling", zeg maar PCR 2.0, een nieuwe subsidieregeling, opengesteld. Op de website vindt u alle documentatie rond dit belangrijke dossier, incl. links naar het inmiddels al aangenomen amendement van Mulder / van Weyenberg, en het nog niet behandelde amendement van Sienot (D'66), voor een forse budget verhoging (MEUR 63) voor de nieuwe regeling. De consultatie is opengesteld in een vrij korte periode, tussen 18 november en 9 december 2020.

Na het verstrijken van de einddatum voor de consultatie blijken er maar liefst 33 reacties te zijn binnengekomen. Die kunt u hier allemaal nalezen.


‘Overstimulering’ géén argument voor afbouw salderingsregeling. Website van het stedennetwerk G40 (12 november 2020). De G40 is "het netwerk van 40 (middel)grote steden in ons land, die elkaar vinden in de stedelijke vraagstukken waar de leden van het netwerk voor staan". De G40 heeft Stichting Economisch Onderzoek (SEO) van de Universiteit van Amsterdam (UvA) gevraagd een second opinion uit te voeren op de PWC-onderzoeken, die aan de basis staan van de conclusie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, dat de salderingsregeling zou leiden tot "overstimulering". En, derhalve, vanaf 2023, afgebouwd zou dienen te worden, zie het wetsvoorstel en recentere, gerelateerde artikelen op deze overzichtspagina. De conclusie van dat "contra-expertise" rapport is: "overstimulering als motivator is niet verklaard aangetoond of onderbouwd". Voorzitter Duurzaamheid van de G40, Karin Dekker stelt, naar aanleiding van het rapport: "Wij constateren dat het begrip ‘overstimulering’ in dit geval niet terecht is. De minister baseert zijn conclusie op diverse onderzoeken die allemaal voortborduren op de Evaluatieonderzoeken van PWC. Zodoende is dit begrip onterecht een geheel eigen leven gaan leiden". Ze stelt vervolgens, dat de salderingsregeling bewoners op dit moment stimuleert om zelf aan de slag te gaan. Wat direct zorgt voor investeringen in lokaal opgewekte duurzame energie en draagvlak in de regio. Dekker concludeert: "In de energietransitie willen we het draagvlak onder bewoners behouden en het liefst vergroten. Afbouw van deze regeling staat haaks op de lokale inspanning die van ons als gemeenten worden verwacht tegen de achtergrond van het Urgenda vonnis".

Voor het genoemde SEO rapport, zie "Second opinion onderzoeksrapporten salderingsregeling" (Bert Tieben ism Ellen van 't Klooster; pdf, 1 MB, 27 pp.). Dat geeft onder anderen aan, dat de PWC rapportages slechts feiten aandragende rapportages waren, maar geen evaluatie rapporten van de salderings-regeling zelf. Een van de conclusies is dat "De ministeries daarmee aan de PWC-rapporten een betekenis toekennen die het volgens PWC zelf niet heeft. De rapporten voldoen ook niet aan de eisen die de rijksoverheid zelf stelt aan periodiek evaluatieonderzoek".

PWC zou ook te negatief oordelen over de kosten-effectiviteit van salderen. Een vergelijking met regelingen voor vergelijkbare PV systemen of andere kleinschalige systemen voor hernieuwbare energie zoals in de ISDE-KA, laat zien dat de kosteneffectiviteit van salderen vrijwel op hetzelfde niveau ligt als de kosteneffectiviteit van deze andere regelingen, gemeten als de kosten per
vermeden ton CO2.

SEO stelts zelfs, dat er net zo goed sprake kan zijn van onderstimulering, afhankelijk van de maatschappelijke kosten van CO2. Ook de suggestie dat het risico op overstimulering toeneemt als gevolg van de kostendalingen van zon-PV worden volgens SEO door PWC niet gefundeerd. Met betrekking tot de relatie met opslag van elektriciteit claimt SEO: "Met verwijzing naar de verwachte groei in investeringen in batterijen in Duitsland stelt PWC dat salderen investeringen in opslag negatief beïnvloedt. Deze conclusie is niet onderbouwd. Dat een investering in opslag de terugverdientijd van zon-PV verhoogt is logisch. Maar dit negatieve effect van opslag op de business case is gelijk in de situatie met en zonder salderen. Zolang de business case voor opslag gekoppeld aan zon-PV onvoldoende rendabel is, is het zinloos om te stellen dat doorgaan met salderen opslag negatief beïnvloedt".

Reactie Vereniging Eigen Huis (die al vaker heeft geprotesteerd tegen afbouw van de salderingsregeling, zie o.a. hier, en hier), 18 november 2020, op het verschenen SEO rapport: "... teleurgesteld dat Wiebes morrelt aan de goed werkende en toegankelijke salderingsregeling. Hierdoor dreigen de klimaatdoelen en het draagvlak onder consumenten hiervoor verder uit zicht te geraken. Zo weigert de minister, ondanks herhaaldelijk aandringen van de vereniging, geen garanties te geven over de terugverdientijd van zonnepanelen". En verder: "“Wiebes schrapt uiteindelijk een prima stimuleringsmaatregel, terwijl hij wel overweegt zonnepanelen te verplichten”, zegt Maarten Eeke van der Veen, beleidsadviseur duurzaamheid bij Vereniging Eigen Huis. “Zijn aanpak lijkt zo weinig samenhangend, zonder oog voor draagvlak.”". Volgens Vereniging Eigen Huis zou minister Wiebes de aanschaf van zonnepanelen juist moeten stimuleren. Ook voor mensen met beperkte middelen en bezitters van huizen met een ongeschikt dak. “Hiervoor moet een nationale aanpak komen”, zegt Van der Veen. “Zo kunnen huiseigenaren op een laagdrempelige manier toch hun woning verduurzamen en komen de klimaatdoelen een stuk dichterbij”".


Amendement van de leden Agnes Mulder en Van Weyenberg 35572-39 over verlenging van de Postcoderoosregeling. Website Tweede Kamer, 10 november 2020. De indieners van het amendement, Mulder van het CDA, en Van Weyenberg van D'66, stellen voor om de formele datum van het "vervallen" van de oude Postcoderoosregeling (volgens reactie Wiebes op vragen n.a.v. het wetsvoorstel van Agnes Mulder: 31 december 2020) gelijk te trekken met de formele ingangsdatum van de opvolger regeling, 1 april 2021. De indieners stellen, dat hiermee lokale energiecoöperaties "voor projecten die zijn gericht op de huidige Postcoderoosregeling, maar die de deadline van 31 december 2020 niet lijken te halen, tot 1 april 2021 de tijd krijgen om de opstartfase af te ronden en hun aanvraag tot aanwijzing in te dienen bij de Belastingdienst". Dit heeft ook gevolgen voor het Belastingplan, waar dit amendement onder valt. Er moet "geschoven" worden met geld, hetgeen wordt geformuleerd als: "De budgettaire derving als gevolg van het langer laten doorlopen van de regeling aan de inkomstenkant is geraamd op € 0,6 miljoen in 2021 en € 8 miljoen cumulatief in de periode 2021-2036". Polder PV ziet de laatste tijd, ondanks de gevolgen van de Corona pandemie, sowieso al meer activiteit bij de energiecoöperaties om nog snel een project onder de oude regeling er door te krijgen. Het amendement werd geaccepteerd met grote meerderheid in de Tweede Kamer, zelfs FvD stemde voor. Alleen PVV stemde tegen. Hiermee kunnen we dus zeker ook meer activiteit bij andere e-coops verwachten, die al langere tijd ooit onder de oude PCR regeling geplande projecten "on hold" hadden gezet. Die zouden dus nog eens 3 maanden extra de tijd krijgen om hun zaken op orde te krijgen. Het zou wel eens een druk eerste kwartaal van 2021 kunnen gaan worden, bij de energie coöperaties ...

Lees ook het Twitter draadje n.a.v. mijn post over het aangenomen amendement (13 nov. 2020)


Gewijzigd amendement van het lid Sienot c.s. 35570-XIII nr. 12 over het met 63 miljoen euro verhogen van het subsidiebudget voor de postcoderoosregeling. Website Tweede Kamer, 5 november 2010. Fors amendement van D'66 kamerlid Matthijs Sienot, breed ondersteund door maar liefst 8 mede-ondertekenaars van partijen van "links" tot "rechts" (CDA, CU, GL, PvdD, PvdA, 50PLUS, SP en VVD), wat oproept om het door Wiebes gereserveerde budget van 37 miljoen Euro voor de "postcoderoosregeling 2.0", (ook wel: "subsidieregeling coöperatieve energieopwekking") op te hogen naar 100 miljoen Euro. Dat geld moet uit de begrotingsreserve duurzame energie van MinEZK worden gehaald, eventuele niet bestede gelden zouden beschikbaar moeten blijven voor de energietransitie, en niet mogen terugvloeien naar de algemene middelen (zoals is geschied bij niet bestede gelden onder de SDE "+" subsidie regelingen, als gevolg van monumentale uitval van beschikte, maar niet gerealiseerde projecten, maar liefst 680 miljoen Euro, een amendement van van Raan van PvVD om die overheveling ongedaan te maken redde het niet). Sienot motiveert het amendement met de stellingname dat meer energiecoöperaties opgezet kunnen worden met dat ruime budget, en er meer huurders, en MKB bedrijven kunnen participeren. En ook, dat zonne-energie projecten op daken zo meer kans maken, wat in lijn is met de (bijgestelde) politiek om het via de beroemde motie Dik-Faber in het leven geroepen concept "zonneladder" meer prioriteit te geven. Voor het eerste jaar, 2021, voorziet Sienot een mogelijk benodigd budget van 4,4 miljoen Euro onder de nieuwe "PCR 2.0" regeling.

Het amendement werd op 8 december 2020 met overgrote meerderheid, 127 / 149, door de Tweede Kamer aangenomen (stemmingsuitslag alhier). Tegenstemmers waren, het wordt voorspelbaar, PVV en FvD.


35572 Nota naar aanleiding van het verslag inzake wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2021). Website Tweede Kamer, 16 oktober 2020. Enorm Word document van 157 (!) pagina's met antwoorden van talloze vragen door Tweede Kamer fracties op het Belastingplan 2021, door staatssecretaris van Financiën, Vijlbrief. In paragraaf 17 (pagina's 97 tm. 104) wordt ingegaan op de wijziging van de klassieke postcoderoos regeling (PCR, "Verlaagd tarief"), in een nieuwe subsidie regeling (zie ook eindrapportage PBL daarover), in nauwe samenspraak met, o.a., EnergieSamen, de koepel van de energiecoöperaties in Nederland.

SP maakt zich vooral zorgen over de continuïteit, i.v.m. (voor de zoveelste maal) een fundamentele wijziging in een ondersteunings-regime voor zonnestroom in Nederland. Vijlbrief beantwoordt de vragen daarover in de geest van Wiebes' reactie op vragen van Mulder (CDA) op 7 oktober. "In de Postcoderoosregeling liepen energiecoöperaties met een lopend project steeds het risico dat de hoogte in de eerste schijf energiebelastingtarief zou wijzigen en dus de hoogte van de stimulering. In de subsidieregeling wordt de mate van stimulering vastgelegd in de beschikking en staat daarmee vast gedurende de looptijd van de beschikking. Deze zekerheid wordt door de sector zeer gewenst en is een belangrijke aanleiding om de Postcoderoosregeling te vervangen door een subsidieregeling". Vijlbrief vindt, met Wiebes, dat er voldoende tijd is voor de coöperaties, om zich op de nieuwe regeling in te stellen. Er zal in ieder geval, ondanks vrees van SP daarover, geen "hogere inleg" voor nieuwe projecten gevraagd worden door de coöperaties, zodat ook armlastige huishoudens kunnen (blijven) participeren, aldus Vijlbrief. Hij geeft ook aan dat de salderingsregeling en de postcoderoos regeling (nieuwe stijl) verschillende doelgroepen bedienen, en dat aanpassingen nodig waren om overstimulering te voorkomen (met name bij de klassieke salderings-regeling), en om de organisatie van lokale energie projecten structureel te vereenvoudingen (op de schop genomen PCR regeling).

Op vragen van de PvdA antwoordt Vijlbrief dat Verenigingen van Eigenaren kunnen participeren in de nieuwe postcoderoos regeling, dat het budget "kosten neutraal" (t.o.v. een ongewijzigde situatie continueren van de oude regeling en de daardoor te verwachten derving van energiebelastingen en btw) zal zijn, ondanks verwachte stijging van het aantal (nieuwe) projecten, maar dat de nieuwe regeling beslist niet "een open einde regeling" zal zijn, noch worden. Daarbij wordt niet de "open wond" genaamd MEP subsidie benoemd, waardoor het complete subsidie landschap destijds in Den Haag op de schop moest, en alles moest worden "geplafonneerd", vanwege hemeltergend grote claims op die oude MEP regeling. Zo ook nu, het budget voor de nieuwe PCR regeling is - en blijft - 37 miljoen Euro voor 2021.

Op vragen van D'66 stelt Vijlbrief dat de wijze waarop wordt "verrekend" beslist wijzigt, het zijn nu de coöperaties die direct, via uitvoerend agentschap RVO, het subsidie voordeel krijgen, i.p.v. een ingewikkeld administratief proces tussen - soms halsstarrige - energieleveranciers en de coöperaties. Het is per 2021 aan hen om dat onder het nieuwe regime eerlijk te verdelen over alle leden van de betreffende coöperatie, waarbij alle "red tape" van overheidswege wordt weg gesnoeid. "Te grote" projecten, waarvan Vijlbrief onterecht claimt dat dit "een uitzondering" zou zijn (de max. voor PV is een installatie van 150 kWp, zie eind advies PBL, er zijn nogal wat plannen en gerealiseerde PV projecten van coöperaties [fors] groter !) moeten onder SDE "++" een subsidie aanvraag doen. De grote vraag is of, gezien de zeer felle concurrentie op de laagste CO2 prijs per Euro die valt te verwachten, tussen kapitaalkrachtige ondernemingen en investeerders, er zelfs nog broodkruimels over zullen blijven voor de coöperaties onder die zwaar competitieve regeling ... Vijlbrief claimt dat de nieuwe regeling "niet is berekend" op "grote" projecten (dus >150 kWp, dat is tegenwoordig niet echt "groot" meer te noemen). Vijlbrief noemt 392 gerealiseerde PCR projecten tm. 2019, dat cijfer is vorig jaar gepubliceerd door de Lokale Energie Monitor 2019 van HierOpgewekt, maar dat blijft een schatting.

In reactie op vragen van de VVD stelt Vijlbrief over de "uitvoerbaarheid" van de nieuwe regeling door (niet als zodanig gememoreerd, maar beslist overbelast) RVO: "RVO is gewend om subsidieregelingen uit te voeren. Deze specifieke regeling lijkt bovendien sterk op de SDE++ wat betreft de uitvoering en er kan dus aangesloten worden bij de bestaande uitvoeringspraktijk. RVO heeft aangegeven dat de regeling goed uitvoerbaar is. Er is ook voldoende capaciteit om de regeling uit te kunnen voeren".

CDA vraagt zich af of het (geografische) concept "postcoderoos" ook niet op de helling moet, vanwege de gepercipieerde complexiteit, waarop Vijlbrief aangeeft dat de energiecoöperaties er inmiddels goed mee bekend zijn, en er ook goed mee uit de voeten kunnen (check een willekeurige website van een energiecoöperatie, en de postcode rijtjes voor een van de vele project plannen vliegen je om de oren). Ergo, deze ooit door een ambtenaar (?) in het leven geroepen "lokaliteits" afbakening is een blijvertje, ook onder de nieuwe regeling. De overgangsregeling zal, naar de mening van Vijlbrief, slechts een "zeer beperkte" capaciteit van/bij de Belastingdienst vergen. Daarbij memoreert de staatssecretaris ook nog aan het kabinets-standpunt, "dat voorkomen [dient] te worden dat door de afbouw van de salderingsregeling huishoudens met een eigen dak uitwijken naar de Postcoderoosregeling. De omvorming van de Postcoderoosregeling voorkomt daarmee ook een toename van de uitvoeringskosten, doordat oneigenlijk gebruik van de Postcoderoosregeling vanwege de afbouw van de salderingsregeling voorkomen wordt". De vraag is, of dat wel zo is, en hoe de overheid eventueel "misbruik" (?) van de nieuwe - subsidie - regeling gaat voorkomen.

Vijlbrief gaat ook nader in op de overgangssituatie. Coöperaties kunnen slechts onder de nieuwe regeling projecten aanvragen (die qua subsidie plafond is gecapt), oude "postcoderoos projecten sensu stricto" blijven hun rechten behouden, en kunnen hun 15 jaar ondersteuning volgens de oorspronkelijke uitgangspunten in het vooruitzicht gesteld zien ("verworven rechten van investeerders"). Onder de oude regeling reeds gestarte projecten, die een aanwijzing van de Belastingdienst hebben verkregen, moeten onder de oude voorwaarden verder. Het kabinet heeft wel onderzoek gedaan naar een overstap van die oude, bestaande PCR projecten, maar dit maakt de zaken ook op basis van staatssteun regels veel te complex, en geeft ook binnen coöperaties problemen tussen leden die zijn ingestapt volgens het "oude model", en leden die zouden gaan instappen volgens het nieuwe regime. Daarom is afgezien van een mogelijkheid tot "organisatorische ombouw" van bestaande projecten met een aanwijzing van de Belastingdienst.

Als laatste, gaat Vijlbrief nog in op de vraag van D'66 waarom de energiebelastingen eigenlijk degressief zijn (hoogste tarieven bij de minst-verbruikers, laagste tarieven bij de veelverbruikers), en of nivellering daarvan niet de basis kan zijn voor een gezondere vorm van ondersteuning van, o.a. de talloze energiecoöperaties in Nederland. Het antwoord van Vijlbrief is, voor diegenen die de politiek op dit punt een beetje hebben gevolgd de laatste jaren, volstrekt voorspelbaar: "De belangrijkste achtergrond van de degressieve tariefstructuur is de bescherming van de concurrentiepositie van energie-intensieve bedrijven. Het tarief van de energiebelasting voor elektriciteit en aardgas in de eerste schijf is in vergelijking met andere landen hoog. Het toepassen van dat tarief op al het energieverbruik zou een concurrentienadeel betekenen voor Nederlandse energie-intensieve bedrijven ten opzichte van hun buitenlandse concurrenten". M.a.w., ultiem uitgangspunt bij het kabinet is en blijft: de eigen industrie ontzien. Er wordt wel onderzoek gedaan naar de "houdbaarheid" van het huidige, sterk degressieve energiebelasting systeem (voor details van de tarieven evoluties bij elektra, gas, en de teruggaaf post tm. 2020, zie bijdrage van Polder PV). Dit zou bij een evaluatie van het concept energiebelasting in het voorjaar van 2021 duidelijker moeten gaan worden.

Voor een overzicht van recente berichtgeving over de wijziging(en) in de Postcoderoosregeling, zie ook de nieuwsberichten pagina van HierOpgewekt


Position Paper Opmerkingen van de VNG op het Pakket Belastingplan 2021. Website van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), 16 oktober 2020, met standpunten van deze koepel organisatie over het Belastingplan 2021 (downloadbare pdf). Inclusief, als laatste punt, de postcoderoos regeling. VNG vindt de versterking van de zekerheden over de geldstromen bij de lokale energiecoöperaties positief, maar heeft nog wel wat bedenkingen bij de nieuwe opzet (subsidie regeling). VNG stelt dat er onterecht (door het PBL) is gerekend, met scenario's met geleend geld, terwijl PCR coöperaties juist zo min mogelijk geld lenen voor hun projecten (maar dat maximaal via hun leden financieren). VNG heeft ook grote moeite met het strakke keurslijf van de capaciteits-grenzen van de nieuwe opzet, waardoor "initiatieven van ambitieuze coöperaties of juist passende, kleinschalige initiatieven buiten de boot dreigen te vallen". De koepel organisaties vreest dat door de nieuwe opzet diverse coöperaties zullen afhaken, en geen project voorstellen zullen gaan indienen. Wat zeer ongewenst zal zijn, omdat het bijna altijd om rooftop projecten gaat, de Tweede Kamer juist díe projecten graag ziet, en, volgens onderzoek van het VNG, de commerciële dak eigenaren hier juist steken laten vallen (er wordt door hen veel te weinig actie ondernomen, om hun bezit te verduurzamen).

VNG ziet de nieuwe regeling kennelijk als onvoldoende stimulans om meer "zon op dak" te krijgen. De talloze energie coöperaties zijn essentieel voor het draagvlak, en dienen onder een nieuwe PCR regeling gegarandeerd een terugverdientijd van 7 jaar te kunnen aanbieden voor hun leden. Ook vraagt het VNG voor een overgangsperiode tot 31 juni 2021, waarbinnen coöperaties alsnog voor hun zonnestroom projecten zouden kunnen kiezen tusen het "oude" en het "nieuwe" regime (NB: het voorstel van het kabinet is afschaffing van de "oude" regeling per eind 2020, eerste project aanvragen onder de "nieuwe" regeling vanaf 1 april 2021). En last, but not least, stelt het VNG: "Schrappen of aanpassen limiet minimumgrootte voor deelname aan de regeling. Zo kunnen dorpsmolens ook meedoen. Ook wensen we een geleidelijke overgang van de subsidie boven de maximale limiet in plaats van een harde grens". Ik ben benieuwd wat de reactie van Wiebes op deze voorstellen zal zijn. Ik vrees dat het VNG in dezen te hoog heeft gegrepen.

Dat laatste mogelijk ook vanwege een ander heikel punt wat VNG in de position paper aanstipt, al gaat formeel niet Wiebes, maar het Ministerie van Financiën daar over. "Ons voorstel is de terugvraagoptie voor btw (21%) op aankoop en installatie van zonnepanelen te verruimen naar het verduurzamen van woningen en de arbeidskosten hiervoor onder het 9%-tarief te laten vallen. Dit heeft een stimulerend effect op de arbeidsmarkt en duurzaamheid". Het tweede punt zou "een interessante optie" kunnen zijn, waarmee Den Haag wat zou kunnen gaan doen. Maar het eerste punt zal naar mijn inschatting falen. Want de teruggaaf regeling van btw van de aanschaf van PV systemen heeft alles te maken met het - beruchte - Fuchs arrest. En dat "drijft" op de verdienste van de "verkoop" van overschotten van zonnestroom aan de energieleverancier (die nog 100 procent zijn te salderen tm. het jaarlijks eigen verbruik). Waardoor de aangesloten zonnepaneel eigenaar formeel "btw afdracht plichtig" zou worden. Er is mij (nog) geen geval bekend, dat vergelijkbare "verdienmodellen" bij isolatiemaatregelen, installatie van warmtepompen, thermische zonnecollectoren, e.d., een dergelijke verruiming van op zich al een zeer complex geworden teruggaaf regeling voor zonnepaneel bezitters zouden kunnen rechtvaardigen. Die leveren tot nog toe namelijk in het geheel geen financieel voordeel van "te salderen energie hoeveelheden" op. Zelfs bij zonnecollectoren niet, want op hete zomerdagen resterende, niet zelf verbruikte energie, gaat gewoon verloren (als de installatie al niet in beveiligings-modus schiet vanwege oververhitting).


Minister wil boete voor zonnepaneelbezitters zonder slimme of digitale meter. Redactioneel commentaar van Tijs Hofmans op Tweakers.net, 13 oktober 2020 (met inmiddels al 754 reacties ...). Maar ook in het solar vakblad werd "de mogelijke boete" (lees: voor het permanent weigeren van een comptabele meter die invoeding van zonnestroom op het net, en fysieke afname van datzelfde net gescheiden kan meten, hetzij "een slimme", hetzij "een domme digitale" meter) nogal breed uitgemeten (12 oktober 2020). Alsof dat iets "nieuws" zou zijn. Nope, dat is helemaal niets "nieuws", het was al bekend bij de eerste wetswijzigings-voorstellen, waarbij ingegaan werd op het probleem dat het wetsvoorstel voor de afbouw van salderen geen doorgang kon hebben, als er nog huishoudens of andere kleinverbruikers zouden zijn die "een" volautomatisch salderende Ferrarismeter in het pand zouden hebben. Dit schreef ik al op 28 oktober 2019, een jaar geleden dus, bij de behandeling van het bij het wetsvoorstel gevoegde "IAK' document (zie link hier, volledige bericht): "Ook is deze afbouw niet mogelijk zolang kleinverbruikers nog een oude Ferrarismeter mogen hebben en daarom verplicht dit wetsvoorstel ook dat kleinverbruikers beschikken over een meetinrichting die afname en invoeding van elektriciteit apart kan meten".

Maar kennelijk was dit, toen genoemd "nieuws" recent doorsijpelde, nu het wetsvoorstel in de Tweede Kamer ligt, reden tot "alarm". Het enige wat nog niet bekend was, een jaar geleden, dat de toezichthouder die kon ingrijpen bij halstarrige weigering, en "dwangsommen" kon vaststellen voor die weigering, nog niet met name was genoemd. Dat is afgelopen jaar wel bekend geworden, het werd Agentschap Telecom, wat ook al een tijdje bezig is om te voorkomen dat slechts geïnstalleerde zonnestroom installaties een probleem voor de ether zouden kunnen worden (voor tips ter voorkoming van dergelijke storingen, zie hun website).

Dát het genoemde Agentschap als verantwoordelijke partij voor de handhaving "iedereen een comptabele meter voor invoeding en afname op zijn laatst 31 december 2022" is geworden, vindt u ook terug in de volgende officiële documentatie. Het voorstel behelst wijzigingen in zowel de Elektriciteitswet 1998, als de Wet belastingen op milieugrondslag, omdat beide (meermalen gewijzigde) wetten passages bevatten die "raken" aan het salderen van duurzaam opgewekte elektriciteit bij kleinverbruikers (bijna exclusief zonnestroom betreffend).

Startpagina wetsvoorstel (website Tweede Kamer)

Dossier wetsvoorstel (vergaderpunt 5 voor procedure vergadering te houden op 27 oktober 2020, website Tweede Kamer)

35594-2 Voorstel van wet (= wijzigingen in de Elektriciteitswet 1998; idem; downloadbare pdf)

35 594 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers. Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING.

Dit laatste is een downloadbaar Word document op de website van de Tweede Kamer. Met name de laatste regel in paragraaf 1, en, met name, paragraaf 4.2 (invulling taak voor het Agentschap op basis Elektriciteitswet 1998), "om toezicht te houden op de naleving van artikel 26aa, tweede lid". Zowel de Autoriteit Consument & Markt (ACM), als het Agentschap zelf, achten deze door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat op te leggen taakstelling als "uitvoerbaar en handhaafbaar". In paragraaf 5 wordt nader ingegaan op de privacy aspecten van, onder anderen de handhaving, waarbij er afstemming met de Autoriteit Persoonsgegevens is geweest. Netbeheerders die geconfronteerd worden met "halstarrige weigeraars" (waar "slimme", dan wel "domme" meters met invoeding en afname telwerken stelselmatig worden geweigerd), moeten de naam, adres, EAN-code, type meetinrichting en naam van de betreffende leverancier van elektriciteit aan de minister (EZK) overleggen.

Genoemd artikel in het Wetsvoorstel ("er moet eind 2022 een comptabele elektriciteitsmeter aanwezig zijn bij kleinverbruikers, die zowel afname van, als invoeding op het net kunnen meten", luidt als volgt (art. 26aa tweede lid):

2. Een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, beschikt over een geïnstalleerde meetinrichting die de elektriciteit die van het net wordt afgenomen en de elektriciteit die op het net wordt ingevoed afzonderlijk kan meten, tenzij:
a. die afnemer blijkens de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen a of b, beschikt over een onbemeten aansluiting;
b. de netbeheerder na het tijdstip waarop de periode, bedoeld in artikel 26ae, eerste lid, aanvangt de afnemer nog geen geïnstalleerde meetinrichting die de elektriciteit die van het net wordt afgenomen en de elektriciteit die op het net wordt ingevoed afzonderlijk kan meten ter beschikking heeft gesteld;
c. de netbeheerder redelijkerwijs niet in staat is een dergelijke meetinrichting te plaatsen en de oorzaak daarvan niet in de macht van de afnemer ligt.

In het dossier vindt u ook de officiële "Koninklijke boodschap" m.b.t. het wets(wijzigings-)voorstel terug, alsmede het oorspronkelijke advies van de Raad van State, en de reactie van Wiebes daar weer op (ook eerder al besproken door Polder PV onder dit bericht).

Dat de voorstellen als in onderhavig Wetsvoorstel in de gekozen vorm zijn gegoten heeft volgens de Memorie van Toelichting met name de volgende reden: "Bij de start van de afbouw van de salderingsregeling tijdens een uitsterfbeleid blijft het echter mogelijk dat bij een kleine groep kleinverbruikers de invoeding van elektriciteit wordt gesaldeerd met de afname van elektriciteit [commentaar PPV: in het geval van aanwezige, "volautomatisch salderende Ferrarismeter"]. De ongelijkheid tussen kleinverbruikers die hierdoor zou ontstaan wordt door de minister als onwenselijk gezien". Het is met name deze reden, die in Den Haag zeer zwaar weegt (bij consumenten geldt het "heilige principe, gelijke monniken, gelijke kappen"), waarom gekozen wordt voor "verplichte comptabele in/uit net-meter voor elektriciteit, bij alle kleinverbruikers, uiterlijk eind 2022".

Over de "hoogte" van eventueel uit te delen boetes voor permanente weigering van correcte bemetering bij kleinverbruikers is nog niets bepaald (dat zal ook niet in een wetsvoorstel worden opgenomen).

Zie ook Tweets van Polder PV, op 13 oktober en 14 oktober 2020 (zie ook de reacties daar op). En het oude, "scherp gesneden" dossier over "slimme meters", waar Polder PV nogal wat tijd aan heeft gespendeerd in eerdere jaren (toen de webmaster nog "jong en recalcitrant" was ...).

Zie ook:

Wetsvoorstel afbouw salderingsregeling naar de Kamer (nieuwsbericht Rijksoverheid, 8 oktober 2020)


Wocozon: ‘Beleid Wiebes ondermijnt uitrol zonnepanelen op sociale huurwoningen’. Artikel in Solar Magazine (9 oktober 2020), qua strekking vergelijkbaar met de eerdere reactie van directeur van der Klauw van corporatie ontzorger Wocozon in het NRC van 10 mei 2020, waarin kennelijk op de uitlatingen van Wiebes in zijn appreciatie van het advies van de Raad van State wordt ingegaan. Van der Klauw is het niet eens met de simpele stellingname van Wiebes, dat de corporaties "toch wel blijven investeren omdat ze willen en moeten verduurzamen". Kostenefficiëntie is al langer een thema, en bij de huidige terugverdientijd van 15-25 jaar voor de corporaties, zullen de verantwoordelijke besturen niet lichtvaardig omgaan met zware investerings-beslissingen in zonnepaneel projecten, als de financiële aspecten erg ongustig gaan worden. Van der Klaauw twijfelt voorts aan de haalbaarheid van het tornen aan de condities van het instemmings-recht van huurders, omdat het "moreel onjuist zou zijn" om financiële risico's bij hen - als principaal zwakke partij - neer te leggen.

Van der Klauw vindt, dat Wiebes terug moet naar de tekentafel, om een betere regeling voor de huurcorporaties in elkaar te zetten. Hij refereert daarbij aan een voorstel van Stroomversnelling en Aedes om de salderingsregeling op beperktere schaal te continueren voor woningcorporaties, door de hoeveelheid te salderen zonnestroom voor de betrokken huurders te beperken op zo'n 2.500 kWh per jaar. Daar is tot nog toe niets mee gedaan door Min. EZK.


Voorstel van wet houdende wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag. Website Raad van State (RvS, ook wel "de Afdeling"), 8 oktober 2020. De Raad van State heeft een advies uitgebracht over het aan de Tweede Kamer gestuurde wetsvoorstel tot wijziging van cq. afbouw van de salderingsregeling voor zonnestroom (abstract alhier). RvS "heeft begrip" voor de voorgestelde wijzigingen, maar stelt echter ook: "de afbouw dient verantwoord te zijn in het licht van de energietransitie en klimaatdoelstellingen". RvS adviseert het kabinet om helderheid te verschaffen over twee belangrijke punten, en, indien nodig, het wetsvoorstel op deze twee punten aan te passen.

Onzekerheden duur terugverdientijd
Ten eerste, wijst RvS expliciet op de onzekerheden rond de door TNO berekende mogelijke toekomstige terugverdientijd voor aan te schaffen PV installaties van bijna 9 jaar. Die terugverdientijd kan best 2 jaar langer of korter gaan worden ("ruim buiten de bandbreedte"), afhankelijk van marktontwikkelingen.

Onderaan het advies van RvS, reageert Wiebes (Min. EZK) als volgt: "Het doel van de salderingsregeling is niet zozeer een bepaalde terugverdientijd te realiseren, maar te waarborgen dat er voldoende geïnvesteerd wordt om de energietransitie en klimaatdoelen te realiseren. De terugverdientijd is slechts een hulpmiddel om de regeling daartoe in te richten". Indien uit die monitoring (NB: middels de jaarlijkse Klimaat en Energie Verkenning, KEV) zou blijken dat de verwachtingen niet worden waargemaakt, "kan gericht vervolgonderzoek naar de oorzaken worden gedaan. Daarnaast is het gebruikelijk om belastinguitgaven iedere vijf jaar te evalueren. Dit geldt ook voor de afbouw van de salderingsregeling". Wat betekent, dat alsnog bijstelling van de afbouw van de saldering nodig kan zijn, wat in het wetvoorstel verwoord zou moeten zijn. Wiebes geeft aan, dat op het punt van monitoring de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel tekstueel is aangepast.

Huursector en de gevolgen van wetsvoorstel
Daarnaast gaat, volgens RvS, het wetsvoorstel in het geheel niet in op de gevoelige casus saldering van zonnestroom in de huursector (waar Aedes al kritische noten over heeft gekraakt). RvS stelt in haar reactie over dit belangrijke thema: "Hoewel hiervoor veel aandacht is gevraagd tijdens de consultatieprocedure, heeft de minister blijkens de toelichting niet alsnog onderzoek laten doen naar de gevolgen van de afbouw van de salderingsregeling voor de huursector". Voorts signaleert de RvS, dat het kabinet zich kennelijk niet goed realiseert, "wat de gevolgen van het wetsvoorstel zullen zijn voor de bereidheid in die sector om in zonnepanelen te investeren". RvS adviseert dan ook, om alsnog onderzoek te laten doen naar de gevolgen van de afbouw van de salderingsregeling voor de huursector.

Wiebes verwijst in zijn reactie over de gevolgen van het wetsvoorstel voor de huursector op een rapport uit 2020 van de Kwink groep, wat in 2017 al onderzoek deed naar de salderingsregeling (zie artikel over die rapportage). Dat nog niet publiek bekende nieuwe rapport heeft als titel "Onderzoek naar invloed afbouw salderingsregeling op totstandkoming zonnepanelen bij huurwoningen". Ondanks de afbouw van de salderingsregeling, is "de verwachting dat een deel van de woningcorporaties zal blijven investeren in zonnepanelen". Hoe groot dat "deel" kan zijn, wordt niets over gezegd. Tegenover een complex aan nadelen bij corporaties (geen BTW terug te vragen, transactiekosten, extra beheerskosten, hogere rentelasten en duur daarvan, noodzakelijke verdeling van het profijt van de zonnepanelen tussen huurder en corporatie), staan inkoop voordelen. Hoe de balans tussen die "pros en cons" uitvalt, wordt niet vermeld.

Bij een afbouw van de saldering, zullen ook negatieve en positieve effecten optreden. Negatief is het verminderde profijt van de huurder, en de noodzaak om kosten die op hen worden afgewenteld beperkt te houden, waardoor het (eventuele) profijt bij de corporatie zal eroderen, en de business-case in gevaar zou kunnen brengen. Positief is de doorgaande vermindering van de investering door kostendaling van de PV systemen. Kwink stelt, op basis van een afweging van deze pros en cons, dat "overall de businesscase ongunstiger wordt voor de woningcorporatie, wat ook in de lijn der verwachting ligt aangezien de verwachte terugverdientijden ook in de koopsector na deze kabinetsperiode iets zullen oplopen".

Uit gesprekken tussen Kwink en corporaties, zou blijken, dat "het benodigde rendement richting de tien euro moet gaan per maand om huurders met zonnepanelen te laten instemmen. Om hier zeker van te zijn, kiest de woningcorporatie veelal voor een kleine huurverhoging, ook al zou de investering in zonnepanelen een hogere huurverhoging kunnen rechtvaardigen, zodat een huurder direct rendement heeft. Deze terugverdienconstructie (een relatief lage huur- of servicekostenverhoging) leidt tot lange terugverdientijden". Toch stelt Kwink, dat zonnepanelen laten aanleggen al zo diep "in het systeem" van de corporaties zit, als vigerende "no regret maatregel", dat, ook al moeten ze uit de kosten komen, dit niet anders is, als andersoortige investeringen waarvoor sowieso al standaard met lange terugverdientijden gerekend moet worden. Derhalve zou een investering in zonnepanelen "uitgangspunt en geen belemmering voor investeringsbeslissingen zijn" in de corporatie sector.

Geen trendbreuk verwacht in huursector, wel aanpak nodig instemmingsrecht huurders
Wiebes stelt mede naar aanlediding van de bevindingen van Kwink, dat verwacht mag worden dat door woningcorporaties geïnvesteerd zal blijven worden in zonnepanelen, maar dat, zowel in de huidige situatie, als onder het regime van de afbouw van de salderingsregeling het verkrijgen van instemming van de huurder, en de kosten (en moeite) die daarmee gepaard gaan, de grootste hindernis lijkt te zijn. Wat dat laatste betreft is er, vanuit de afspraken binnen het Klimaatakkoord, aanpassing nodig van de wederzijdse rechten en plichten van huurders en verhuurders (waaronder instemmingsrecht). Deze gewenste aanpassing komt op het conto van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Dat zou werken aan een aantal structurele oplossingsrichtingen om de besluitvorming hierover te ondersteunen. De Tweede Kamer zou hierover in het najaar worden geïnformeerd (aangepast in de memorie van toelichting).

Naam eigenaar PV installatie moet bekend zijn/worden
Een opmerkelijk punt, tot slot, is dat Wiebes aangeeft dat de naam van hetzij de eigenaar van de PV installatie, of de verantwoordelijke partij in situaties van "all-in huur" (zoals in studentenhuizen), gewoon bekend is, of mag worden, en doorgegeven aan de toezichthouder. Dit speelt met name in het geval van (permanente) weigering om een meter te laten plaatsen die invoeding én afname comptabel kan meten, hetgeen een absolute noodzaak is om het Wetsvoorstel per 1 januari 2023 voor heel Nederland in werking te laten treden. Dan moet iedereen met zonnepanelen zo'n meter hebben, hetzij een "slimme", hetzij een "domme", met invoedings- en afname telwerken.


Wetsvoorstel afbouw salderingsregeling naar de Kamer. Website Rijksoverheid, 8 oktober 2020. Het reeds eerder besproken wetsvoorstel voor het omvormen van de klassieke salderings-regeling, sinds juli 2004 de facto in haar primaire vorm ontstaan uit een noodartikel (31c) in de toen nieuwe Elektriciteitswet, om te voorkomen dat kersverse bezitters van toen nog zeer dure zonnepanelen door de "vrije markt" in problemen zouden kunnen komen, en die sedertdien hét fundament voor het succes van zonnestroom opwekken bij kleinverbruikers is geweest, is naar de Tweede Kamer gestuurd door Wiebes van Economische Zaken en Klimaat. Trots (?) meldt Wiebes, dat "eigenaren van zonnepanelen dan nog 3 jaar langer kunnen salderen dan oorspronkelijk in het regeerakkoord was voorzien". Het bekende "afbouwpad" wordt nogmaals getoond (per 1 januari 2023 nog maar 91% van de invoeding op het net te salderen, per 1 jan. 2030 nog maar 28%, en nihil per 1 januari 2031, waarbij een "ondercap" ervoor moet zorgen dat er een decente marktvergoeding blijft bestaan voor niet te salderen volumes zonnestroom). En de bemetering wordt nog eens voor het voetlicht gebracht, want zonder geschikte meter (hetzij een "slimme", hetzij een "domme" met afname en invoedings-telwerken), is het onmogelijk het Wetsvoorstel er door te krijgen zonder grote problemen, op het gebied van "gelijke monniken gelijke kappen" bij de totale vergoeding voor zonnestroom, vanaf 2023. Wiebes formuleert dat als volgt: "Netbeheerders bieden vanaf 2021 gedurende twee jaar iedereen die nog geen geschikte meter heeft opnieuw zo’n meter die afname en invoeding apart kan meten aan. Met dit wetsvoorstel wordt het verplicht deze te accepteren."


Aedes: ‘Kabinet, behoud salderingsregeling voor zonnepanelen’. Website verhuurders koepel organisatie, Aedes, 7 oktober 2020. De koepel organisatie heeft door Fakton onderzoek laten doen, en komt tot de bevinding dat voor verhuurcorporaties salderen van zonnestroom, zoals massaal toegepast door talloze bedrijven bij hun huurders op wier daken ze zonnepanelen laten leggen, een onrendabele business-case zou opleveren vanaf 2024, als het Wetsvoorstel (afbouw van de salderings-regeling) aangenomen zal worden. Terwijl dit voor de corporaties nú nog "kosten-neutraal" kan worden geïmplementeerd. In het geval van afbouw van de salderings-regeling, zoals in het wetsvoorstel geschetst, claimt Aedes dat er weer overheids-subsidies nodig zouden zijn, om de trein die in beweging is gezet om de huursector te verduurzamen verder te helpen. Volgt een dergelijke toezegging van Den Haag niet, blijft de salderings-regeling hét geeigende instrument om vaart te blijven maken. Daarom roep Aedes op om de salderings-regeling (voor corporaties) intact te laten. Aldus voorzitter Martin van Rijn: "Als het kabinet de salderingsregeling uitkleedt, voelen huurders dat direct in hun portemonnee. En corporaties ook. Dus kabinet, investeer in een Sduurzame samenleving en houd deze regeling in stand."

In het onderzoek door Fakton wordt diep ingegaan op de diverse business-cases, voor zowel eengezinswoningen, als meergezinswoningen in de huursector, en worden potentiële cases besproken bij investeringen door de woningcorporaties, door op te richten ESCo's, en wordt nadruk gelegd op de wezenlijk verschillende effecten op de "fiscaliteit" van de te verkiezen oplossings-richtingen. Ook wordt gewezen op het inzetten van oost-west opstellingen (waar mogelijk), omdat die immers het eigenverbruik vergroten, wat minder ongunstig is in het geval van een afbouw van de salderingsregeling, die nadelig is wanneer een object een groot deel van de opwek op het net invoedt. Voor details van het Fakton rapport zie deze link.


Antwoord op vragen van het lid Agnes Mulder over het de postcoderoosregeling en de nieuwe subsidieregeling voor energiecoöperaties. Website Tweede Kamer, 7 oktober 2020. Wiebes (Min. EZK) antwoord, mede namens Staatssecretaris van Financiën, Vijlbrief, op 9 vragen van Agnes Mulder (CDA) over de wijziging van de postcoderoos regeling voor o.a. coöperaties die zonnestroom "op andermans dak" willen laten opwekken. Voor details rond het (definitieve) advies van het Planbureau voor de Leefomgeving, zie dit bericht. De nieuwe regeling gaat in per 1 april 2021, de "oude" regeling eindigt eind december 2020. Wiebes ziet geen probleem m.b.t. eventuele "onrust" bij de vele coöperaties, ook niet n.a.v. het advies van het PBL, waarbij immers een hogere vergoeding is toegezegd voor de opgewekte kilowatturen. En die juist tot "rust" zou hebben geleid bij coöperatief Nederland. De coöperaties kunnen zich goed voorbereiden, de nieuwe regeling wordt "rond de jaarwisseling" 2020/2021 gepubliceerd. Die trouwens al op hoofdlijnen in samenspraak met de koepel (Energie Samen) bekend is bij de organisatie(s). Er kan tussen 1 april en 1 december 2021 subsidie worden aangevraagd door de coöperaties.

Wel is nog een "tricky" dingetje de overgangsregeling voor de bestaande coöperaties. Wiebes daarover: "Gevolg van deze overgangsregeling zou dan inderdaad zijn dat per 1 januari 2021 alleen de op 31 december 2020 bestaande leden van een aangewezen coöperatie gedurende 15 jaren na het tijdstip waarop de coöperatie is aangewezen nog kunnen profiteren van het belastingvoordeel van de Postcoderoosregeling. Nieuwe leden (die toetreden vanaf 1 januari 2021) ontvangen dan geen belastingvoordeel, maar kunnen wel een deel van de opbrengsten ontvangen die de coöperatie behaalt met de verkoop van de door de coöperatie opgewekte elektriciteit. Over de consequentie van de regeling in deze vorm ben ik nog in gesprek binnen het kabinet."


Uitspraak Reclame Code Commissie inzake Nutsvoorzieningen / dossier 2020/00191. Website RCC, 1 oktober 2020. De RCC heeft uitspraak gedaan n.a.v. een (geanonimiseerde) klacht over uitingen van PV systeem verhuurder Enie.nl, in een advertentie in Trouw. De klacht betrof met name een getoonde grafiek waarin de eerste tien jaar de kosten voor de installatie vlak werden gehouden (contractueel te bepalen jaarlijkse vergoeding voor geleasde PV systeem over genoemde periode), bij voortdurend stijgende stroomprijs, maar waarin ook na tien jaar de zonnestroom kosten voor de gecontracteerde "op nul" werden gesteld. Bovendien is er in de advertentie niets gecommuniceerd over de reeds gedetailleerde wets-voorstellen om de salderingsregeling voor kleinverbruikers (vanaf 1 januari 2023) af te bouwen, wat onterecht is, omdat dit serieuze conseqenties heeft voor het "verdienmodel" van de huurder van het PV systeem. RCC stelt dat, omdat er maar drie mogelijkheden zijn aangeboden na tien jaar (overname van de installatie, afbraak ervan, of verlenging voor nader te bepalen huurprijs), de opgewekte zonnestroom nooit "gratis" kan zijn (alle drie de opties kosten geld). En RCC verbiedt Enie dan ook om daar voortaan op vergelijkbare wijze over te communiceren. Ook wordt het verzwijgen van de in de pers inmiddels breed uitgemeten afbouw van de salderingsregeling Enie kwalijk genomen, en dient die aangekondigde flinke versobering van de bestaande salderings-regeling in haar communicaties dit expliciet in een disclaimer bij dergelijke aanbiedingen te worden opgenomen. Over het door de klager te berde gebrachte niet getoonde hoge aandeel van de combinatie energiebelasting, ODE (SDE heffing) en btw per kilowattuur in de advertentie, en de - terechte - suggestie, dat dat aandeel wel eens een stuk minder zou kunnen gaan worden (zie grafiek energiebelastingen op basis van afspraken in het Klimaatakkoord), zodat de waarde van de opgewekte hoeveelheid zonnestroom zal afnemen, acht RCC niet valide om de getoonde grafiek "als misleidend" te bestempelen.


Woonlastenneutraal koopwoningen verduurzamen. Verkenning van de effecten van beleids- en financieringsinstrumenten. PBL, 24 augustus 2020. Voor het bijbehorende nieuwsbericht zie hier, samenvatting alhier. Een behoorlijk vernietigend rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving, in samenwerking met Amsterdam School of Real Estate, waarin, na onderzoek van de kosten en baten van verduurzaming van koopwoningen bij een 20-tal huishouden-profielen, geconcludeerd wordt, dat "kostenneutraal" verduurzamen voor alle situaties vrijwel onmogelijk is. Zowel kleine huishoudens, met lage energiekosten, maar ook geringe investeringsmogelijkheden in kleine woningen, als grote(re) gezinnen in grote woningen met grotere financiële speelruimte, krijgen de investeringen via verlaagde energie nota's pas over zeer lange tijd "terug verdiend". NOM woningen, die een veel hogere isolatie graad dan de in de scenario's gehanteerde "schillabel B" streefwoningen moeten hebben, komen nog veel ongunstiger uit.

Uit berekeningen in het rapport, "met verduurzamingsstrategieën waarin de woning volledig gasloos verwarmd wordt én er energie wordt opgewekt middels zonnepanelen", blijkt dat het wegvallen dan wel afbouwen van de salderingsregeling voor op eigen huis opgewekte zonnestroom eventuele baten van het aanleggen van een grote PV installatie (een "stevig" hulpmiddel in de verduurzaming van het elektra verbruik van de woning) in forse negatieve zin beïnvloedt, omdat het financiële profijt ervan flink onderuit gaat t.o.v. de situatie dat de salderingsregeling zou worden gecontinueerd. Waarbij op willekeurig moment in het jaar stroomverbruik verrekend mag worden met de door belastingen hoge waarde van stroomoverschotten ingevoed op het net. Het PBL rekent daarbij momenteel met zo'n 22 cent/kWh "marktwaarde" van de opgewekte / verrekende elektriciteit.

In paragraaf 3.4 van het rapport wordt ingegaan op het effect van drie varianten van de salderingsregeling: de huidige situatie, een salderingsregeling in aangepaste vorm, en het volledig afschaffen van de salderingsregeling. Zónder de huidige salderingsregeling is een woonlastenneutrale verduurzaming van de woning alleen mogelijk met aanvullende subsidies, anders stijgen de energiekosten voor (nagenoeg) alle betreffende huishoudens. Bij huishoudens die tot NoM niveau hebben verduurzaamd is het negatieve effect wel kleiner, maar "woonlastenneutraliteit" kan dan niet meer worden bereikt.

In een alternatief model wordt gezocht naar de "hoogte van het door de energieleverancier uit te betalen invoedings-tarief" (van niet in eigen huis verbruikte zonnestroom), om "woonlastenneutraal te kunnen investeren". De uitkomsten zijn fors, bij 3,5% rente ligt het niveau tussen 22 cent/kWh bij meerpersoons-huishoudens, en zelfs bijna 80 cent/kWh voor alleenstaanden, bij labelsprong van G naar B (een compleet onrealistisch niveau bij de huidige all-in prijzen). Bij 2% rente is de spreiding minder groot, maar nog steeds aanzienlijk, tussen de 4 (grotere verbruikers) en zo'n 56 ct/kWh (alleenstaanden). Op basis van hun berekeningen, stellen de PBL onderzoekers het volgende: "Voor veel huishoudens wordt verduurzamen financieel minder aantrekkelijk, zeker wanneer er geen goedkope financiering mogelijk is. De afbouw van de salderingsregeling zorgt er bovendien voor dat juist de verduurzaming van de slechtste woningen minder haalbaar wordt, terwijl de huishoudens in de woningen met groenere labels wél woonlastenneutraal kunnen verduurzamen". Een toename van de maatschappelijke ongelijkheid, dus, want de zwakste partijen wonen meestal in de - energetisch bezien - slechtst presterende woningen.

Bovenop dit alles, is ook de invloed van rente op het eventueel te lenen kapitaal voor gebouwgebonden financieringen aanzienlijk, deze kan namelijk bij achtergestelde leningen niet fiscaal worden afgetrokken, i.t.t. klassieke hypotheek rente. Daarmee wordt de gehanteerde (lage) 2% rente waarschijnlijk een stuk hoger voor dergelijke, voor de geldverstrekker "risicovoller" leningen. En daarmee het totale financiële plaatje nog ongunstiger. "De omvang van de besparing daalt heel snel" als gevolg van aannames van hogere leen rentes, en het wegvallen / afbouwen van de salderingsregeling, stelt het rapport. En "Zonder subsidies is de verduurzaming van het eigenwoningbezit financieel gezien voorlopig niet haalbaar. Voor veel huishoudens zal gelden dat afwachten de voordeligste optie is". Juridische instrumenten inzetten, zoals verplichtingen tot verduurzamen, acht het PBL beslist niet persé opportuun. "Zelfs wanneer deze gepaard gaan met subsidies, kan niet worden gegarandeerd dat de energietransitie voor iedereen betaalbaar zal zijn". Ook legt het PBL de vinger op de zere wond waar het de onvergelijkbaarheid van huishoudens betreft, want er zullen altijd huishoudens zijn voor wie eventuele verduurzaming dan wel verplichtingen daartoe financieel ongunstiger zullen uitvallen dan in de status quo situatie: "Wat voor het ene huishouden woonlastenneutraal is, is dat niet zonder meer ook voor het andere".

Bovendien, stellen de onderzoekers, dat nagestreefde "woonlastenneutraliteit" daarnaast beslist niet voldoende is. Stijgende gasprijzen, dalende belasting op elektriciteit, en nominaal gelijkblijvende kosten van de financiering: al deze posten beïnvloeden op een andere manier het antwoord op de vraag of een investering financieel aantrekkelijk is. Wie dus uitsluitend op (huidige) "woonlastenneutraliteit" inzet, slaat de plank volledig mis, omdat toekomstige ontwikkelingen alsnog een flinke negatieve invloed op de energie nota kunnen hebben.

Al met al: geen fijne boodschap voor Den Haag, maar een noodzakelijke. Het zal u niet verbazen: reeds op 24, 25 en 26 augustus volgden de eerste kamervragen over dit "oncomfortabele" PBL rapport, van de hand van PVV kamerlid Kops, de VVD leden Harbers en Koerhuis, en van D'66 leden Sienot en van Eijs, gesteld aan de ministers Ollongren van MinBiZK, en Wiebes van MinEZK. Hier vindt u de (eerste) reactie van Vereniging Eigen Huis.

Reacties Ollongren. Kamerbrief van 2 nov. 2020, "Beantwoording Kamervragen over rapport 'Woonlastenneutraal woningen verduurzamen'". De strekking van de brief is, dat alle middelen ingezet worden om "kosten neutraliteit" te bereiken voor huishoudens, maar dat dat niet het primaire doel is (dat is namelijk een maximale CO2 reductie). En ook: "Energieneutraliteit is geen doel op zichzelf, ook met minder vergaande maatregelen kan het doel behaald worden". Er zijn "verschillende strategieën om gefaseerde en reeds financieel aantrekkelijke stappen te nemen om energie te besparen. Haalbaarheid en betaalbaarheid voor steeds meer huishoudens staat hierbij voor het kabinet voorop". Over de suggestie dat veelverbruikende huishoudens alleen maar maximaal zouden kunnen verduurzamen, als ze het geld van een gecontinueerde salderings-regeling (max. profijt van zonnepanelen) zouden gebruiken voor de minder "makkelijke" of dure maatregelen als isolatie, andere verwarmings-opties e.d., antwoordt Ollongren als volgt:

"Ik vind het ... niet vanzelfsprekend dat de winst uit salderen op die manier wordt ingezet. Salderen is ook van toepassing op huishoudens die geen andere investeringen zouden moeten doen óf er voor kiezen de winst in te zetten voor een ander doel. Daarom acht ik het niet wenselijk om te proberen indirect via de salderingsregeling andere vormen van verduurzaming te stimuleren. Dat zou leiden tot ineffectief inzetten van overheidsmiddelen. Het is effectiever om andere, minder rendabele maatregelen direct te stimuleren via andere regelingen". Over de communicatie van de wijze waarop salderen wordt afgebouwd stelt ze dat ze daar altijd transparant over is geweest, en dat "reeds duidelijk [is] hoe de salderingsregeling financieel zal uitpakken. Dit wordt ook goed opgepakt door
belangenorganisaties en organisaties zoals Milieu Centraal, die deze informatie goed beschikbaar maken voor huishoudens".


Houd jij al rekening met de gevolgen van afbouw van de salderingsregel? (Solar Monkey, 4 augustus 2020). Tool van Solar Monkey wat claimt rekening te houden met het klantprofiel bij opstellen van offertes voor PV installaties voor kleinverbruikers. Er worden op basis van 5 grove "verbruiks-profielen" berekeningen gedaan waarmee een optimale offerte voor een nieuw PV systeem (omvang, oriëntatie) voor de betreffende klant volautomatisch berekend zou worden, mede op basis van de degressieve structuur van de afbouw van de salderings-regeling.


Vergoeding voor terugleveren stroom was vaak te laag (ACM, 21 juli 2020). In de afgelopen twee jaar zou bij ongeveer 20.000 huishoudens te weinig zijn betaald voor gesaldeerde ("terug geleverde") zonnestroom. De oorzaak zou liggen in een niet nader gespecificeerde "rekenfout bij tussentijdse meteropnames". Huishoudens zouden daardoor gemiddeld genomen 60 Euro er bij in zijn geschoten. ACM heeft de betreffende energieleveranciers aangesproken op de tekortkomingen, en de betreffende te weinig in rekening gebrachte vergoedingen zouden al zijn overgemaakt of dat gaat alsnog geschieden. Om hoeveel leveranciers het gaat, en welke van de rond de 50 bekende het zou betreffen, is niet bekend gemaakt. Ook is niet duidelijk of het om dezelfde fout is gegaan, of om verschillende foute berekenings-wijzen voor de betreffende nota's. In Nederland zouden er volgens de laatste cijfers van het CBS eind 2019 reeds rond de 976 duizend woningen met zonnestroom installaties zijn. Het betreft dus ongeveer 2% van het totaal volume waarvoor de nabetalingen zouden gelden, als "woningen" gelijk wordt gesteld aan "huishoudens".


Reactie op de brief van Zon op Alle Daken aan uw Kamer, betreffende “collectieve regeling voor lokale energieproductie” (Tweede Kamer, brief 29 juni 2020). Minister Wiebes van MinEZK antwoordt op een brief van het in Groningen gevestigde bedrijf Zon Op Alle Daken [ZoAD] inzake de wijziging van de postcoderoos regeling (zie ook korte bespreking van het concept advies van het PBL hier onder). Het bedrijf werkt zonder eigen kapitaal, de door hen opgezette postcoderoos (PV) projecten worden gefinancierd via Energiefondsen of banken. Wiebes stelt dat ook diverse energiecoöperaties geen / weinig eigen financiering hebben en geld elders moeten zien te halen. Het "abonnements-model" zou qua business-case sterk afhangen van de hoogte van het subsidie bedrag in de nieuwe opzet van de PCR regeling. Energiecoöperates hebben een zware administratieve lastendruk, onvergelijkbaar met projecten waarvoor SDE kan worden aangevraagd. Wiebes verwijst naar de consultatie van het PBL, waarbij het bedrijf kan inspreken. ZoAD vindt het budget van 39 miljoen Euro voor de nieuwe regeling te krap, maar baseert zich daarbij op projecten van gemiddeld zo'n 300 kWp. Zoals we hieronder zagen, is de fysieke realiteit van de meeste PCR projecten compleet anders, en zijn ze gemiddeld véél kleiner. Wiebes haalt het onderzoek van Kwink in 2017 aan (hier besproken door Polder PV). Waarbij een gemiddelde project omvang van 72 kWp werd afgeschat. Vanwege de wel toenemende omvang van de PCR projecten, heeft Wiebes voor de nieuwe regeling 150 kWp als referentie laten opnemen door het PBL, wat dus de helft is van de omvang die ZoAD claimt (te willen). Met het genoemde budget zouden zo'n 200 PCR projecten "nieuwe stijl" kunnen worden gerealiseerd, wat veel meer is dan de historische of huidige realiteit aan realisaties.

Een terechte zorg betreft de mogelijkheid om als individu te participeren bij meerdere PCR regelingen nieuwe stijl. Wiebes erkent die zorg, wil de regeling echter niet "te rigide" maken, maar zegt toe dat eventueel misbruik zal worden gemonitord, en dat regels nader aangescherpt kunnen gaan worden, indien nodig. Over het te berde gebrachte probleem dat er ook misbruik gebruik gemaakt kan worden via meerdere allocatiepunten op één dak met dezelfde deelnemers neemt Wiebes mogelijk nog aanvullende eisen op. Het feit dat het bedrijf claimt met 6 projecten te willen starten verheugt Wiebes, maar ze zullen zelf de afweging moeten maken of ze dat onder de PCR "oude stijl" zullen gaan doen, of dat ze zullen wachten op de nieuwe regeling. Projecten die al in productie zijn gegaan (onder de oude opzet) kunnen - uiteraard - geen gebruik maken van de nieuwe regeling. Die route was al afgesneden in de eerste voorstellen door MinEZK, de implicaties ervan stuiten namelijk op onoverkomelijke bezwaren. Een laatste opmerking van ZoAD dat sommige lease (huur) constructies financieel helemaal niet aantrekkelijk zijn voor de huurder werpt Wiebes in de schoot van deze partij: die moet zelf een afweging maken wat hij / zij vindt wat een aantrekkelijk aanbod zou zijn. Daarvoor dient deze een "bewuste keus" te maken.


Postcoderoossubsidieregeling Conceptadvies 2021 (PBL, 19 juni 2020). Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft in opdracht van MinEZK voor de door Wiebes afgekondigde "speciale subsidieregeling ter vervanging van de oude postcoderoos [PCR] regeling" voorlopige subsidie ("basis") bedragen vastgesteld. Dit is opgenomen in een apart rapport, met vergelijkbare overwegingen en berekeningen, zoals al jaren geschiedt voor de (concept) basisbedragen voor de talloze modaliteiten onder de vele SDE, SDE "+", en (vanaf najaar 2020) SDE "++" regelingen. Er zijn voor de opvolger van "de postcoderoos", toegespitst op met name de lokale energiecoöperaties, drie typen installaties geselecteerd, waarbij er een subsidie wordt verstrekt per kilowattuur, "zonder korting op de energiebelasting" (die dus wel - volledig - moet worden betaald door de deelnemers aan die projecten). Het PBL, die dit een mooi scrabblewoord toebedeelt, "postcoderoossubsidieregeling", heeft voor zonnestroom genererende projecten een rekenvoorbeeld voor een referentie installatie van 100 kWp gegeven*, voor windenergie installaties een referentie van 1 megawatt, en voor waterkracht een referentie project van 50 kilowatt. Bij de (aannames voor de) berekeningen is trouwens hulp ingeroepen van TNO EnergieTransitie en DNV GL.

Voor zonnestroom zou een subsidiebedrag van 10,6 Eurocent per kWh in 2021 gelden, wat hoog is vanwege, onder anderen, de forse administratieve lasten bij de energiecoöperaties, die immers alles voor hun leden 100 procent betrouwbaar moeten "regelen". Daarbij is uitgegaan van een specifieke project opbrengst van 950 kWh/kWp.jaar, een economische levensduur van 20 jaar, en een rendement op eigen vermogen van 9,7%. Verder is voor alle berekeningen uitgegaan van een rendement op vreemd vermogen (rente op leningen) van 2,5%, verhouding vreemd vermogen / eigen vermogen van 50%/50%, inflatie van 1,5%, vennootschapsbelasting van 15,0% en subsidieduur van 15 jaar.

Voor wind ligt het basisbedrag voor een 1 MW project afhankelijk van de gemiddelde windsnelheid op lokatie, tussen de 5,7 en 9,4 ct/kWh, voor waterkracht / 50 kW, op 13,1 ct/kWh). Er is gelegenheid geweest om in te spreken op deze concept voorstellen via een internet consultatie, dus mogelijk kunnen bedragen nog wat gaan wijzigen, afhankelijk van de inbreng in die consultatie.

* Een opvallende keuze. Talloze "klassieke" postcoderoos projecten vallen daar ver buiten. In mijn meest recente projecten overzicht (wat zich vooral op grote installaties richt) heb ik momenteel bijna 250 opgeleverde PCR projecten, waarvan weliswaar, wat de gerealiseerde capaciteit betreft, installaties vanaf 100 kWp ruim 60% van het totaal gerealiseerde volume in genoemde verzameling omvat. Maar waarbij de absolute meerderheid, bijna driekwart van de door mij geïnventariseerde projecten, (veel) kleinere projecten zijn, met een gemiddeld project vermogen onder de 60 kWp. Die een veel ongunstiger financierings-verhouding zullen kennen dan voor de meeste coöperaties al lastig haalbare projecten van 100 kWp. Hierbij ook de aantekening dat ik vooral veel nóg kleinere PCR projecten nog niet heb kunnen opnemen in mijn overzicht, omdat ik me op de grote projecten blijf richten (wat al extreem veel werk is). De realiteit voor veel energie coöperaties is dus gemiddeld genomen nog ongunstiger dan uit mijn huidige cijfers blijkt.

Nagekomen (eind september 2020)

Postcoderoossubsidieregeling Eindadvies 2021. PBL publicatie 24 september 2020 (intro, rapport). PBL heeft eind september haar eindadvies over de basis- en correctiebedragen voor een nieuwe PCR regeling uitgebracht, na een marktconsultatie waarin ruim 40 partijen input hebben aangeleverd. Er worden specifiek voor de PCR "doelgroep" 3 modaliteiten uitgewerkt, zonnestroom, kleinschalige windkracht en ditto waterkracht, met "passende" (en deels van SDE systematiek afwijkende) referentie project groottes. Voor zonnestroom projecten referenties van 60 resp. 150 kWp, voor windkracht 1 MW, voor hydropower 50 kW. Verwachte exploitatie 20 jaar voor zon en wind, resp. 15 jaar voor waterkracht. Talloze voor kleinschalige lokale initiatieven belangrijke en byzondere financiële (meer) posten zijn meegenomen in de calculaties. Het PBL komt in haar eindadvies met alle berekeningen op benodigde basisbedragen van 12,1 (150 kWp) resp.14,6 Eurocent/kWh (60 kWp) voor zonnestroom, waarbij tegelijkertijd gerekend wordt met voorlopige correctiebedragen (te verwachten marktprijs vergoeding voor geleverde elektriciteit) van 3,4 Eurocent/kWh voor 60 kWp installaties achter kleinverbruik aansluitingen en 150 kWp projecten achter grootverbruik aansluitingen die aan het net worden geleverd (netto invoeding). En met een correctiebedrag van 7,1 Eurocent/kWh voor alle directe eigen-verbruik van de opwek bij de (referentie) projecten van 150 kWp.

De basisbedragen zijn beduidend hoger dan eerder gepland, omdat energiecoöperaties hebben aangegeven dat ze beslist geen rendabele projecten konden entameren met te lage basisbedragen. Het basisbedrag minus het correciebedrag is de feitelijke bijdrage van de staat voor genoemde referentie projecten. Hiermee komen volgens het PBL de rendementen op het eigen vermogen op 11,4% (60 kWp) resp. 12,1% (150 kWp referentie) voor PV projecten onder de nieuwe regeling. Eventueel te verkrijgen Garanties van Oorsprong voor de duurzame producties zijn ook meegenomen in de berekeningen. Zie het rapport voor de vele details. Het rapport ligt bij het Ministerie van Economische Zaken, die de uitkomsten van dit advies kan overnemen, of bijstellen.

Zie ook het toegevoegde, forse amendement op het wetsvoorstel van Sienot (D'66) en anderen, van 5 november !


Moties Tweede Kamer leden Beckerman, Mulder cs., 10-11 juni 2020. Meerdere moties in de Tweede Kamer over de perceptie, dat huur corporaties door de afbouw van de salderings-regeling onevenredig getroffen gaan worden in hun mogelijkheden om hun huurwoningen bezit verder te verduurzamen, en dat daar door Min. EZK iets aan gedaan dient te worden. Meer specifiek m.b.t. afbouw salderen Beckerman (SP) 32 813 nr. 516 ("verzoekt de regering, een effectieve regeling op te stellen om de installatie van zonnepanelen binnen de huursector te stimuleren" >> 16 juni verworpen). Beckerman (SP), van Raan (PvdD), en Moorlag (PvdA) 32 813 nr. 528 ("verzoekt de regering, in te zetten op een grootscheepse renovatie-operatie voor het verduurzamen van huurwoningen, te beginnen met de sociale huursector" >> verworpen). Mulder (CDA) & Beckerman (SP) 32 813 nr. 529, waarbij per ongeluk de niet meer geldende "SDE+", i.p.v. de in de 2e helft van 2020 ingaande, nieuwe "SDE++" regeling wordt genoemd ("verzoekt de regering, met spoed de mogelijkheden te verkennen om de toegang tot de SDE+ en andere instrumenten voor woningbouwcorporaties te vergroten en hierover in gesprek te gaan met de corporaties, teneinde meer zon op daken van sociale huurwoningen te realiseren" >> AANGENOMEN). En, tot slot, Moorlag (PvdA), Beckerman (SP), van Raan (PvdD), en van der Lee (GL) 32 813 nr. 530 ("verzoekt de regering, om in overleg met de bouwsector en vertegenwoordigende organisaties van woningeigenaren, huurders en verhuurders een versnellingsaanpak te ontwikkelen en, in het kader van de aanpak van de recessie als gevolg van de coronacrisis, hiervoor middelen vrij te maken" >> aangehouden tijdens het debat).


Marktbarometer Aanbieding Slimme Meters. Voortgangsrapportage 2019 (RVO, 30 mei 2020). Rapportage over voortgang van met name aanbod en acceptatie van energieverbruiks-managers (EVM's) in samenhang met installatie van slimme meters. Voor EVM's moet betaald worden, het is een "optie" om energieverbruik (vooralsnog uitsluitend elektra en gas) in het eigen huishouden helder te krijgen en daarop eventueel te (re-)ageren. Slechts 16% van de huishoudens "in de uitrol gebieden voor plaatsing van slimme meters" bleek na enkele maanden na de plaatsing in 2019 zo'n EVM te hebben. Wat nagenoeg even hoog / laag was als in 2018.

Relevant voor het door Wiebes in het leven geroepen wetsvoorstel voor het afbouwen van salderen is hierin met name het volgende. RVO meldt namelijk, dat "Bijna één op de tien consumenten (9%) die een aanbod voor een slimme meter heeft gekregen, heeft de plaatsing geweigerd. Nog eens 3% heeft de slimme meter na plaatsing administratief laten uitzetten". Die laatste groep is niet zeer onoverkomelijk, in ieder geval worden daar sowieso invoeding en afname separaat bemeten, en moeten beide (of, in het geval van dubbeltarief: 4) standen, ook per 1 jan. 2023, worden doorgegeven naar de netbeheerder voor het opmaken van een correcte nota. En daar kan de leverancier, die de meterstanden van de netbeheerder krijgt doorgespeeld, op "aangrijpen" in de nieuwe situatie van inwerkingtreding van genoemd wetsvoorstel (eerste jaar, 2023, 9% van de netinvoeding niet meer voor de volledige stroomprijs inclusief belastingen "te salderen", maar slechts voor een minimale marktprijs te vergoeden).

Het probleem zit bij de grote groep van 9% weigeraars. Een substantieel deel van die weigeraars zal nog steeds een oude analoge Ferrarismeter in de meterkast hebben hangen. Die kán fysiek niet gescheiden invoeding en teruglevering "meten", maar "saldeert volautomatisch, en continu". Het wetsvoorstel van Wiebes kan onmogelijk in werking treden, zolang al die oude meters nog in de meterkasten hangen van honderdduizenden Nederlandse huishoudens. En dus moeten, uiterlijk 31 december 2022, die meters alsnog fysiek zijn vervangen. Hetzij alsnog door een slimme meter (al dan niet administratief "uit" gezet). Hetzij door een domme (digitale) meter met invoedings- en afname telwerken. De Grote Vraag blijft: gaat dat überhaupt wel lukken ?


Kamerbrief over stimulering van energie-coöperaties (25 mei 2020, website Min. EZK). De zeer lang verwachte brief (ruim 4 pagina's) van Minister Wiebes over de wijziging van de postcoderoos (PCR) regeling (formeel "Regeling Verlaagd Tarief") voor - aanvankelijk - energie coöperaties. Het was een vorm van "op afstand salderen van zonnestroom", waarbij uiteindelijk de complete energiebelasting over het in het PCR project voor het eigen deel opgewekte volume aan elektriciteit niet afgedragen hoefde te worden aan het Ministerie van Financiën. Wiebes geeft aan dat het begin van de regeling moeizaam was, en complex, maar dat het aantal projecten na de nodige wijzigingen is toegenomen. Aantallen of impact (opgestelde capaciteit) worden niet genoemd, voor het laatste overzicht zie de Lokale Energie Monitor 2019 uitgegeven door HierOpgewekt. Toch bleef de regeling complex in de uitvoering, en na de adviezen in het Kwink rapport (bespreking op Polder PV alhier) werd besloten om de postcoderoos ten grave te dragen. En "iets anders" te verzinnen, want uit de kamerbrief blijkt wederom dat het kabinet de energie beweging van onderop "een warm hart toedraagt", en dat ze die beweging wil blijven ondersteunen. Dat heeft nog wel wat voeten in de aarde gehad, maar nu zijn de grote lijnen in ieder geval uitgezet, en dat in nauwe samenspraak met de belangenbehartiger van de coöperatieve energie sector, EnergieSamen (voortgekomen uit de lang bestaande duurzame energie vereniging ODE).

De postcoderoos regeling (feitelijk een belasting vrijstelling) wordt omgezet in een subsidie regeling voor een periode van 15 jaar. Hier kunnen zowel energie coöperaties als verenigingen van eigenaren (VvE's) beroep op gaan doen. De regeling start in 2021, en zal "langdurig" worden opengesteld. Waarbij echter het principe gaat gelden "wie het eerst komt, het eerst maalt". En waarbij op de dag van overtekening van het gealloceerde subsidie budget, er geloot zal worden voor de laatste te verstrekken vergoedingen. De energiecoöperaties cq. VvE's krijgen daarvoor een wettelijk geldende beschikking. Per 1 januari dat jaar wordt de vigerende postcoderoos regeling formeel beeindigd voor nieuwe projecten. Bestaande ("lopende") PCR projecten behouden hun recht op de oude voorwaarden, die voor 15 jaar gelden, zoals immers in Wet is vastgelegd (Wet belastingen op milieugrondslag). Coöperaties met bestaande plannen, kunnen opteren om nog tm. 31 december 2020 onder de bestaande (PCR) voorwaarden projectvoorstellen in te dienen, die ook als vanouds zullen worden uitgevoerd in samenspraak met de Belastingdienst. Of wachten en onder het nieuwe regime in 2021 onder de flink aangepaste voorwaarden hun project indienen.

Lokaliteit / betrokkenheid in nieuwe maatstaf
De bestaande PCR regeling liet belasting vrijstelling van individuele leden toe, wat tot complexe administraties bij de vaak op vrijwilligers draaiende energie coops leidde. En: afhankelijkheid van een energieleverancier die zowel inkoop als verkoop van energie stromen moest verwerken, en administraties van de afzonderlijke leden moest vastleggen (verschillende aandelen pakketten). De subsidie onder het nieuwe regime wordt jaarlijks direct uitgekeerd aan de coöperatie of de betreffende VvE. Hoe die daarna de financiële voordelen verdelen onder de leden is aan hen, ook daaraan worden verder geen voorwaarden gesteld (zoals begrenzing van de aandelen t.o.v. het eigen jaarlijkse verbruik e.d.), een substantiële versoepeling. Wel dat de participanten lid moeten zijn van de coop of VvE, en dat ieder lid "een even zwaar wegende stem" in beslissingen over het project dient te hebben. Dat is een bewoner in hetzelfde postcode gebied als waar de installatie die elektriciteit uit hernieuwbare bronnen produceert staat, hetzij een bedrijf of instelling met een kleinverbruik aansluiting. Een tweede belangrijke voorwaarde is een acceptabele "graad van participatie", er komt een vereist minimum aantal deelnemers in het postcode gebied waar de duurzame elektra opwekkende installatie in komt te staan. Hiervoor is een nieuwe maatstaf bedacht: voor PV projecten dient er minimaal 1 lid te zijn per 5 kWp opgesteld (nominaal) DC generator vermogen. Voor kleinschalige windenergie projecten is de norm 1 lid per 2 kilowatt (AC) vermogen, waarbij de fout wordt gemaakt dat dit in de kamerbrief is uitgedrukt in "kWp". Dat begrip bestaat echter helemaal niet in de wind wereld (een specialist onderschreef dat, richting Polder PV, zie Twitter draadje).

Relatief kleine projecten !
De subsidie wordt uitgekeerd door RVO, de energieleveranciers worden dus uit het proces "gesneden". Aanvankelijk worden alleen kleinschalige wind projecten, tussen een halve en 1 megawatt nominaal vermogen (omissie in kamerbrief 500 - 1000 "kWp"), of zonnestroom installaties met een nominale, DC generator capaciteit tussen 15 en 300 kWp gesubsidieerd (uitgaande van nu conventionele 320 Wp PV modules dus projecten tussen de 47 en ongeveer 938 zonnepanelen). Over kleinschalige waterkracht wordt nog nagedacht, maar opname in deze nieuwe regeling is nog niet zeker. Voor zonnestroom is de combinatie met bovengenoemde norm van minimaal 1 lid per 5 kWp dan equivalent aan minimaal 3 leden (15 kWp) tot 60 leden (300 kWp). Dat zijn toch wel vrij bescheiden projecten. In mijn - onvolledige - postcoderoos overzicht heb ik al zo'n 25 PV projecten staan met 60 of meer participerende leden Zelfs maximaal zo'n 500 bij de twee grootste postcoderoos projecten, beiden relatief zeer bescheiden grondopstelling projecten betreffend. En, dat is het slechte nieuws, dus impliciet buiten de scope van deze nieuwe regeling vallend. Het enige alternatief voor dergelijke lokale (kleinschalige !) grondopstellingen voor energiecoöperaties, is dan om subsidie aan te vragen in een ongelijke strijd in tegen die tijd zeer heftige competitie tussen de "Grote Jongens", om gelden uit een 1 maal per jaar te houden subsidie ronde onder de "laagste vermeden CO2 kg prijs" SDE++ voorwaarden. Waar ze het onderspit zullen delven gezien de zeer hoge belangen van kapitaalkrachtige mededingers.

Een zeer belangrijke extra versoepeling is, dat leden bij verhuizing uit het postcode gebied waar de duurzame stroom opwekkende installatie staat, gewoon voor de rest van de geldende (15-jarige) periode kunnen blijven participeren, wat niet mogelijk was onder het oude postcoderoos regime. Om te borgen dat dit fair verloopt, dient de coöperatie binnen een half jaar na de toekenning van de subsidie beschikking, een deelnemerslijst te overhandigen aan RVO, waarbij voorwaarde is dat op het moment van aanleveren alle leden binnen het betreffende postcodegebied wonen of zijn gevestigd. Overigens wordt in de kamerbrief aangegeven, dat dit niet voor VvE's geldt, waarvoor "aangepaste regels" (niet benoemd) zullen worden opgetuigd.

De nieuwe opzet zou borgen, dat de regeling minder complex zou worden, én dat de energie coöperaties flexibeler kunnen inspelen op de nieuwe mogelijkheden, wat door de coops sector zou worden gewaardeerd, aldus Wiebes. De nieuwe regeling zou meer financiële zekerheden voor de coops bieden dan de oude opzet. Ook zou lokaal eigendom door de nieuwe opzet worden versterkt. Over de ook door EnergieSamen belobby'de "50% participatie" in het Klimaatakkoord wordt verder niet gerept, die insteek betreft vooral de grote commerciële projecten, die buiten de scope van de aan te passen postcoderoos regeling vallen.

De afhankelijkheid van het grillig verlopende energiebelasting tarief voor elektra (overzicht van Polder PV tm. 2020 alhier, plannen kabinet tm 2028 alhier), is een te onzekere basis voor coops gebleken om mee te werken, daarom is nu gekozen voor een jaarlijkse subsidie per door het betreffende project gegenereerde kilowattuur elektriciteit, die wel per jaar wordt aangepast, aan de dan geldende marktwaarde van de opgewekte energie. De opgewekte stroom wordt immers sowieso doorverkocht aan de verkozen project leverancier. Waarmee de regeling trekjes van de vigerende SDE++ (per najaar 2020) begint te krijgen. Dit ook, om het reeds omvangrijke pakket aan regelingen op het gebied van energie / elektra meer in lijn met elkaar te brengen.

Geen overgangs-regeling
Er komt helaas géén overgangs- dan wel overstap-regeling, een wens van sommige coops om een bestaand postcoderoos project om te zetten in de nieuwe aanpak, om de incentive periode van 15 jaar op die manier "vol" te kunnen maken. Dit heeft volgens Wiebes te maken met complexiteit en een onwerkbare juridische basis. Immers, onder de oude postcoderoos regeling, kregen de leden van de energie coöperaties cq. VvE's het belastingvoordeel. In de nieuwe situatie krijgen de energie coöperaties / VvE's zelf, als juridische eigenaar, de (nieuwe) subsidie. Wiebes claimt dat staatssteun regelgeving onmogelijk maakt om zo'n overgangsregeling uitvoerbaar te maken.

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gaat per jaar de hoogte van een ordentelijke subsidie vaststellen, op basis van de dan geldende marktprijzen voor elektra, en zal voorstellen doen op basis van "reële kosten" voor de coops. Deze voorstellen zullen worden voorgelegd ter consultatie met de marktpartijen, zodat zienswijzen daarover kunnen worden ingediend.

Het kabinet zal, voor een budget bepaling voor de nieuwe subsidie, de te verwachten derving van energiebelasting over elektra a.g.v. de verwachte resultaten van de (oude, gediscontinueerde) postcoderoos regeling uit haar begroting schrappen (derhalve: "meer inkomsten"). En daar tegenover als nieuwe uitgave post deze subsidie optuigen. Het gevolg is, dat er in 2021 een budget van 37 miljoen Euro zal ontstaan voor deze nieuwe regeling. En dat, afhankelijk natuurlijk van de nukken en grillen van opvolgende kabinetten, "vergelijkbare" bedragen beschikbaar zullen worden gesteld voor de ondersteuning van de lokale, en dat moet worden benadrukt, kleinschalige projecten van de energie coöperaties.

Wiebes zal in gesprek blijven met de coöperatieve sector over de nieuwe aanpak, en in het najaar van 2020 meer duidelijkheid gaan geven over de precieze inpassing, aanpassingen aan Wet- en regelgeving, en de subsidie tarieven voor de eerste opening van deze nieuwe regeling in 2021.

Zie ook reactie op de kamerbrief door EnergieSamen


'Zonnepanelen straks te duur voor huurhuis' (11 mei 2020). Artikel in NRC met reactie op het "definitieve wetsvoorstel" van Wiebes Min. EZK over de afbouw van de salderingsregeling (zie commentaar PPV alhier, en antwoorden van Wiebes op talloze kamervragen hier). Reeds besproken reacties van bezorgde kamerleden op de voorstellen, vooral voor de huursector, worden geïnventariseerd. Met name ondergraving van het draagvlak voor residentiële zonnestroom wordt genoemd, als het aanbod voor PV bij huurders financieel onaantrekkelijk gaat worden.

Onder anderen Roland van der Klauw van stichting Wocozon komt aan bod, die voor veel corporaties de PV trajecten bij huurders verzorgt. Hij claimt dat bij afbouw, en uiteindelijke wegval van de salderingsregeling de bestaande business-case "voor corporaties niet meer is rond te rekenen", die momenteel een terugverdien horizon van 20 jaar zouden hebben. In 2019 zou er op 7,3% van de huurwoningen zonnepanelen liggen (omvang in MWp: onbekend), waarbij van der Klauw suggereert dat bij de corporaties "in de aanloop naar de nieuwe regeling alles stil is komen te liggen". Ook al is dat bij onze eigen corporatie beslist niet het geval (Portaal plaatst momenteel, mei 2020, in onze wijk op aardig wat huurwoningen sets van 6-8 panelen, zie o.a. deze tweet en deze), de vraag is of die claim bij benadering klopt. Ook stelt van der Klauw, dat corporaties alleen nog maar lage volumes als 3 "schaampanelen" per huurwoning zouden willen gaan leggen, om te voorkomen dat bij huurders onder "de nieuwe regeling" er (hoge) tijdelijke overschotten zonnestroom worden opgewekt die niet meer interessant zouden zijn voor een nieuwe business-case. Er is al langer een trend gaande in Nederland om dergelijke, in het verleden veel geplaatste minisets niet meer te "willen", omdat het geen zoden aan de dijk zet, én het ook nog latere uitbreiding op hetzelfde dak bemoeilijkt, en in ieder geval duurder en minder efficiënt maakt.

De door Wiebes gesuggereerde alternatieven voor salderen van zonnestroom bij de corporaties, onderschreven door bijv. CDA kamerlid Mulder (zie ook kamerbrief met antwoorden op vragen van Mulder en Ronnes, 14 april 2020), mits de woco's daar mee uit de voeten zouden kunnen, worden door van der Klauw als onvoldoende en niet toereikend bestempeld. De SDE is vooral bedoeld voor grote, efficiënte projecten met veel dak (of grond) oppervlak, de tarieven structuur past niet op complexe kleinere (duurdere) projecten zoals bij de corporaties. Nieuwe geld-stromen uit het extra "Urgenda pakket" zullen volgens van der Klauw slechts leiden tot hoogstens zo'n tienduizend huurwoningen per jaar (waarbij dan een renovatie in combinatie met PV toegepast kan worden, veel complexer dan alleen enkele panelen per huurwoning plaatsen). Dat op een totaal van 2,4 miljoen huurwoningen, het schiet dus niet op. Hij bestempelt dat "alternatief" als "van een andere orde" dan het hoge tempo zoals mogelijk was (en nu nog even is) onder de salderingsregeling. Artikel NRC Handelsblad.

Zie ook Linkedin bijdrage van Van der Klauw (11 mei 2020), en reacties daar op, en hun eerdere reactie in de marktconsultatie voor het concept wetsvoorstel (25 november 2019).


‘Politiek heeft momentum gemist om stekker uit salderingsregeling te trekken’ (11 mei 2020). Interview met Peter Desmet die voor Holland Solar in Den Haag het lobbywerk voor een "decente wijziging" van de salderings-regeling voor zonnestroom in Nederland ter hand heeft genomen. En, terugkijkend, concludeert dat ook intern de "strijd" geen schoonheidsprijs verdient, maar dat het eind resultaat (de hier onder behandelde "definitieve vormgeving van afbouw salderen") beslist naar tevredenheid stemt: "uiteindelijk is het eindresultaat het belangrijkste en met het definitieve afbouwpad van de salderingsregeling is de toekomst van onze sector nu echt
geborgd". Het toverwoord voor het vervolg zal, met name vanaf 1 januari 2023 worden: "opslag" van elektriciteit die midden op de dag niet wordt verbruikt door particulieren, maar 's avonds weer zou kunnen worden geconsumeerd / verbruikt. Introductie en link naar uitgebreider artikel in Solar Magazine van mei 2020, pp. 39-41. Zie ook het gerelateerde vervolg artikel over confrontatie van de zonnestroom markt met steeds vaker optredende "negatieve marktprijzen voor elektriciteit". Website Solar Magazine.


"Borg ook kansrijkheid voor zon op dak bij huurcomplexen" (29 april 2020). Paragraaf in position paper van Samenwerkingsverband Noord-Nederland in de bundel "Position Papers SDE++ 30 april 2020, voor de vaste commissie voor economische zaken en klimaat", op de website van de Tweede Kamer (digitaal ook ivm. gevolgen corona virus pandemie). Paragraaf waarin twee punten worden geopperd ter verbetering van zon op dak bij huurwoningen. Want het samenwerkingsverband stelt, dat "De salderingsregeling veruit de meest gebruikte regeling [is] om sociale huurwoningen te voorzien van zonnepanelen. De effecten van de afbouw van de regeling
voor de sociale huursector zijn buiten beschouwing gelaten in het onderzoek van TNO, daardoor is de toekomstige benutting van deze daken onzeker". Ze stellen daarom:

(1) Voorkom dat door de aanpassing van de salderingsregeling de terugverdientijd te lang wordt. Veel mogelijkheden voor zowel de sociale huursector als voor particuliere woningeigenaren raken dan uit beeld, waardoor huurders en particulieren afhaken.
(2) Maak de ‘Regeling verlaagd tarief’ (postcoderoos) aantrekkelijker door lidmaatschap van de coöperatie na een verhuizing buiten de postcodes mogelijk te maken. Zorg er ook voor dat de installatie meetelt bij de energieprestatie van de gebouweigenaar.

De eerste optie is zonder meer noodzakelijk, de verduurzaming van de huursector drijft immers voor het overgrote merendeel op de verdiensten uit de salderings-regeling, en de eerder gedane suggestie van Wiebes dat corporaties als alternatief uit de SDE (++) zouden kunnen putten moet eerst bewezen worden op daadwerkelijke effectiviteit en benutting daarvan. De insteek van Polder PV in dezen is, dat dit slechts een zéér beperkte impact zal gaan krijgen gezien de complexiteit ervan, gepaard met de onzekere rol die de onder het Haagse Vergrootglas liggende huur corporaties kunnen spelen in dergelijke grote trajecten. Het eerste deel van de tweede optie is de facto al afgeserveerd, omdat de postcoderoos regeling afgeschaft gaat worden, en er "een" (nog onbekende) subsidie regeling voor in de plaats gaat komen. Daar zal "een" nieuwe locatie van een willekeurige participant binnen een zonnepaneel project van een corporatie" waarschijnlijk marginaal of zelfs in het geheel geen rol (meer) spelen. Het tweede deel kan alleen maar valide geschieden, als de gebouweigenaar de eigenaar van de installatie is. Dat kon al niet bij postcoderoos projecten, omdat de leden van de betreffende coöperatie de juridische eigenaar zijn van zo'n installatie. Dubbel eigendom kan niet, tenzij fundamentele wetgeving over "eigendom" (sensu lato) zou worden aangepast.


Kamerstuk 35 450 XIII (29 april 2020). De op deze pagina, onder Nadere uitwerking van afbouw van salderingsregeling genoemde, toen nog niet geïdentificeerde "toezichthouder" die zou moeten toezien op de aanwezigheid van "een" (slimme of domme) elektriciteits-meter die zowel afname als invoeding (gelijktijdig) kan meten (essentieel voor correcte uitvoering van de afbouw van de saldering-regeling), lijkt het Agentschap Telecom te gaan worden. Zo lijkt te kunnen worden geconcludeerd uit de formulering "De afbouw van de salderingsregeling brengt uitvoeringskosten met zich mee voor het Agentschap Telecom (AT). Hiervoor wordt in totaal € 21 mln gereserveerd in de jaren 2020 tot en met 2024", in de door Wiebes aan de Tweede Kamer gestuurde (aangepaste) begrotingsstaten van MinEZK voor de Voorjaarsnota 2020. Dat komt neer op gemiddeld ruim een Euro per Nederlander (met of zonder zonnepanelen).


Beantwoording vragen Schriftelijk Overleg Klimaat en Energie. Kamerbrief van Wiebes / Min. EZK, in reactie op een enorm aantal (284) schriftelijke vragen van de politieke partijen, verdeeld over 112 pagina's (schriftelijk i.v.m. beperkingen door de Corona pandemie), reeds genoemd in vorige artikel. Hierin ook de nodige vragen over het wetsvoorstel "afbouw salderen", waarvan de antwoorden hier worden besproken.

De VVD fractie vroeg zich af wat de redenen zijn geweest waarom het voorstel van Energie Nederland ("afbouw via vermindering van de energiebelasting", in aldaar gelinkte pdf), waarvan die branche organisatie van de Nederlandse energie leveranciers claimt dat het een begrijpelijke nota voor de prosumenten zou opleveren, en er geen problemen met btw richtlijnen van de EU zouden ontstaan (wat wel het geval zou zijn bij het door Wiebes gekozen wetsvoorstel). Wiebes stelt dat de ongewenste effecten van dat voorstel te groot zijn en dat het voorstel minder goed uitvoerbaar is dan de geleidelijke afbouw van de salderingsregeling zoals opgenomen in het wetsvoorstel. Hij claimt ook, dat het fiscale alternatief dat door Energie Nederland is aangereikt "weliswaar eenvoudiger uitvoerbaar voor energieleveranciers is", maar dat het toch is afgevallen omdat:

  1. de gewenste geleidelijke overgang lastiger is vorm te geven, met name voor klanten waarbij een gedeelte van de geleverde elektriciteit in de hogere verbruiksschijven van de energiebelasting valt (>10.000 kWh);
  2. het zou leiden tot een grotere stap in het afbouwpad in het eerste jaar dan gewenst, doordat ook de saldering van leverancierskosten onmiddellijk, in plaats van geleidelijk, zou worden afgeschaft;
  3. het huidige voorstel beter uitvoerbaar is voor de Belastingdienst, omdat er geen systeemaanpassingen nodig zijn.

In de reactie op vragen van het CDA, GroenLinks, PvdA, en ChristenUnie, gaat Wiebes onder anderen in op het terzijde leggen van het Energie NL voorstel. Onbegrijpelijkheid van de nota wordt door de door Min. EZK geraadpleegde Autoriteit Consument en Markt echter niet als verwachting uitgesproken, als gevolg van invoering van het wetsvoorstel.

Wiebes stelt dat "de voorgestelde wijziging er voor zorgt dat de energieleverancier (1) het ingevoede volume moet vermenigvuldigen met een afbouwpercentage, (2) het resultaat hiervan vervolgens in mindering moet brengen op de afname en (3) het restant van de invoeding tegen een redelijke vergoeding moet factureren. Dat zal van de leverancier een extra toelichting vragen op de saldering op de factuur en mogelijk zorgen voor extra vragen bij ConsuWijzer. De informatie over salderen op de website van ConsuWijzer en ACM zal daarop worden aangepast. De extra toelichting zou overigens ook nodig zijn bij andere vormen van afbouw, omdat bij alle opties de afbouw moet worden verwerkt op de factuur". Wiebes lijkt daarbij te denken dat consumenten alleen al dit aspect bovenop de al jaren onoverzichtelijke nota's zouden begrijpen (de meeste consumenten snappen hun energie nota al jaren niet, en dat gaat er zéker niet beter op worden met de hierboven geschetste extra complicaties). Maar, erger nog, hij gaat ook niet in op het harde feit dat bijna alle consumenten nota's met meer dan 1 (meestal 2, soms zelfs 3) tarief-periodes per jaarnota te maken hebben. Dit, gecombineerd met bovenstaande "extra getallen", te berekenen over 2 of meer tarief-periodes op een nota, zal een voor bijna iedereen compleet onbegrijpelijke brei aan fracties, percentages, en tussen resultaten opleveren, die niet meer zelfstandig gecontroleerd - laat staan begrepen - kan worden. Waar Energie Nederland expliciet voor heeft gewaarschuwd, maar wat dus ook al wordt genegeerd in deze enorme brief.

Op antwoord van een vraag van de PvdA, waarom de branche organisatie Holland Solar achter het wetsvoorstel is gaan staan, antwoord Wiebes "Vanwege de langjarige zekerheid die deze regeling biedt aan huishoudens, bedrijven en energieleveranciers".

Flexibilisering zou juist aantrekkelijker worden volgens Wiebes, omdat direct eigenverbruik dan wel tijdelijke opslag van zonnestroom interessanter wordt (omdat uitsluitend die hoeveelheden 100% gesaldeerd blijven worden). PvdA had daar nog een wat uitgebreidere vraag over, over de "wenselijkheid van meer (direct) eigenverbruik". Wiebes gaat daar in mee, daarbij zelfs stellend dat de afbouw van de salderingsregeling "daar aan bijdraagt". Wat hij er echter niet bij vertelt, in hoeverre veel huishoudens überhaupt in staat zullen zijn om een "substantieel" deel van de grote hoeveelheid zonnestroom midden op de dag "verbruikt" te gaan krijgen. Want dat zal bij de meeste Nederlandse gezinnen, overdag vaak afwezig, zeer beperkt blijven. Zeker in de zomerperiode, en tijdens vakantie periodes vrijwel nul. Opslag kost geld, accu's zijn, ondanks gerealiseerde kosten reducties, nog steeds duur, en dat zou dan ook allemaal moeten worden "terug verdiend", volgens de breed gehanteerde "salderings-logica". In de winter heb je er nauwelijks wat aan, dan is de zonnestroom productie vaak zeer beperkt, en valt er nauwelijks iets - of zelfs niets - "op te slaan". Wiebes doet e.e.a. af met de stellingname, dat "het in eerste instantie aan de markt is om hiervoor aanvullende slimme oplossingen te ontwikkelen".

ChristenUnie gaat - extreem prematuur - in op de mogelijkheid van waterstof productie bij kleinverbruikers als potentieel "eigen stroom verbruikend alternatief" (!), naast opslag in accu's. En schetst daarbij zorgen over de potentiële gevaren daarvan. Wiebes gaat daar verder niet in detail op in. Een optie voor de verre toekomst schat ik in, en nog veel te vroeg om daar zinnig over te kunnen speculeren.

Wat de administratieve kosten van de afbouw van de salderings-regeling betreft, zou het kabinet "een zorgvuldige afweging" hebben gemaakt, en zouden deze kosten voor de energieleveranciers "acceptabel" worden, en de nieuwe situatie "werkbaar voor de Belastingdienst". Aldus Wiebes.

Huurmarkt segment - geen eigen oplossing
CDA vreest voor zeer hoge negatieve effecten van het wetsvoorstel bij huurwoningen, mogelijk in het uiterste geval zelfs leidend tot 70 procent minder volume te plaatsen onder het nieuwe "post-salderings-regime" binnen de huursector. Wiebes stelt hier, dat de salderingsregeling "niet specifiek ontworpen is voor de huursector", en, dat "het niet wenselijk is om onderscheid te maken tussen doelgroepen binnen de salderingsregeling. Een aangepaste afbouw zou bovendien meer geld kosten en daarvoor is geen budgettaire dekking". Wiebes geeft drie redenen om dat onderscheid verder ook niet te gaan maken:

  1. Corporaties zullen nog steeds gedurende de afbouw van de salderingsregeling investeren in zonnepanelen, en zouden zijn gewend aan "langere investeringshorizons". Wiebes stelt daartegenover wel, dat als gevolg van de afbouw van de salderingsregeling "er nieuwe afspraken gemaakt zullen moeten worden tussen de huurder en verhuurder over het financiële voordeel". Wat hij er dan weer niet bij vertelt, is dat dit een "major" communicatie traject zal gaan opleveren voor de toch al zwaar onder druk staande corporaties. Een geld kostend traject wat ze, naast een ongetwijfeld veel protesten opleverende hogere vergoeding van de betreffende huurders, zelf zullen moeten gaan ophoesten (bovenop het ook al door de Rijksoverheid opgelegde wurg-dossier verhuurdersheffing).
  2. Wiebes claimt dat corporaties "ook van de SDE+ en de Regeling Verlaagd Tarief (postcoderoosregeling)" gebruik zouden kunnen maken, en verwijst daarbij doodleuk naar de net gesloten voorjaarsronde (2020) van de SDE+. Kennelijk is dat traject voor corporaties totaal oninteressant, want ik heb nog geen een project in de huursector kunnen betrappen op een (geslaagde) beschikking, die talloze huurwoningen zou afdekken. De postcoderoosregeling wordt ten grave gedragen, en ook daarvoor zijn communicatie trajecten zeker binnen een huurders-bestand zeer intensief, en is zeer onzeker of dat wel het benodigde succes zou opleveren. Ik ken slechts 1 voorbeeld waar dat wel gelukt schijnt te zijn, maar het is beslist geen "gewild instrument" bij de corporaties.
  3. De mogelijkheid van plaatsing van zonnepanelen bij huurwoningen zouden, na - inmiddels afgeronde - consultatie - binnen de Woningwet worden vergroot. Dit zou belemmeringen weg moeten nemen waar het gaat om het kunnen leveren van energie aan
    het net zonder rechtstreekse verbinding met de bewoning, en zou voor de zomer in een wetsvoorstel kunnen worden gegoten.

Met deze drie argumenten doet Wiebes "een speciaal regime" voor de huursector in het (post) salderings-dossier af als onhaalbaar, en met de suggestie dat er genoeg alternatieven zouden zijn / komen, zodat de sector alsnog voortvarend te werk zou kunnen gaan met zonnepanelen. De vraag is echter, of dat daadwerkelijk zo is ... Het is opvallend dat, in een tijd dat "rooftop solar" als belangrijkste ontwikkeling wordt gezien om te stimuleren, Wiebes zo makkelijk heen stapt over een forse bedreiging van de in potentie zeer omvangrijke (huur) sector, waar die zonnepanelen op daken zo goed op zouden passen. En die de meest kwetsbare huishoudens, de huurders, nog enigszins financieel voordeel zou kunnen opleveren.

Op een vergelijkbare vraag van ChristenUnie over de in extremo van de (bestaande) salderings-regeling afhankelijke Nul-Op-De-Meter woningen (salderen "als onderdeel van de business-case") wordt door Wiebes doorverwezen naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken, wat in overleg is met de belangrijkste stake-holders, de huurcorporatie koepel Aedes, ditto voor de huurders-sector, de Woonbond, en het bedrijven collectief wat NOM woningen bouwt, de Stroomversnelling. Dit zal meegenomen gaan worden bij de evaluatie van de aan NOM woningen gekoppelde zogenaamde Energie Prestatie Vergoeding (EPV), die huurders moeten betalen aan de woning eigenaar (meestal een corporatie). In het tweede kwartaal van 2020 zou een herziening van (de hoogte van) de EPV gepubliceerd moeten gaan worden n.a.v. die evaluatie.

Ook een suggestie (CDA) voor de bevordering van een combinatie van PV met opwekking van thermische zonne-energie (PVT, casus Wocozon) wordt niet als taak van de overheid gezien, maar als onderdeel van te maken prestatie afspraken tussen woco's en gemeentes. Bovendien is er niets "te salderen" met warmte, de salderings-regeling betreft uitsluitend duurzaam opgewekte elektriciteit.

N.a.v. een vraag van de ChristenUnie over de "marktconforme" prijs voor overschot-stroom die de energieleveranciers straks in ontvangst zullen gaan nemen van meer dan een miljoen huishoudens, en de borging daarvan (80% van kale leverings-tarief excl. btw), antwoordt Wiebes: "Op termijn is het wenselijk dat meer marktwerking ontstaat en dat een kleinverbruiker zelf kan bepalen aan wie en tegen welke prijs diegene de zelf geproduceerde en ingevoede elektriciteit wil verkopen. Vaststelling van het minimumtarief bij Algemene Maatregel van Bestuur biedt de mogelijkheid om geleidelijk meer marktwerking in de tarieven voor ingevoede elektriciteit te introduceren. Daardoor krijgen de energieleveranciers de gelegenheid om concurrentiemodellen te ontwikkelen voor invoeding zonder dat dat voor grote schokeffecten zorgt in de consumententarieven en de businessmodellen voor investeringen in zonnepanelen".

Regerings-partij D'66, wat verder wel begrip heeft voor de afbouw van de salderings-regeling vanaf 2023, heeft wel moeite met de "nieuwe realiteit" van een waarschijnlijke terugverdientijd van 9 jaar voor (residentiële) PV installaties, onder het regime geschetst in het wetsvoorstel, na de huidige kabinets-periode, i.p.v. langdurig eerder door de sector "ge-eiste" - en nu nog als vigerend beschouwde - 7 jaar. En of het verschil geminimaliseerd kan worden. Wiebes suggereert dat dat niet gaat lukken, de gekozen oplossing binnen het wetsvoorstel is het maximaal haalbare binnen de "budgettaire randvoorwaarden uit het Regeerakkoord" en, "Minder of latere afbouw zou meer geld kosten en daarvoor is geen budgettaire dekking". Wiebes wijst op de mogelijkheid voor particulieren, om nog binnen de huidige kabinetsperiode zo snel mogelijk tot aanschaf over te gaan om de terugverdientijd (TVT) van 7 jaar te bereiken. En verwijst naar een PWC studie (overigens op meerdere punten bekritiseerd door Polder PV), waaruit zou blijken dat "een TVT tm. 9 jaar voor particulieren nog acceptabel zou zijn". Wiebes verzwijgt echter daarbij de bevindingen van Dutch New Energy Research, wat stelde, dat uit eigen onderzoek zou zijn gebleken, dat "slechts 20% van de consumenten zonnepanelen aan [zou] schaffen bij een terugverdientijd van 7 jaar", en "dat de meeste consumenten pas zullen investeren bij een terugverdientijd tot 5 jaar" (ANP persbericht van 8 mei 2019).

SP stelt dat, in het aan het wetsvoorstel gelinkte TNO rapport, onterecht gekozen lijkt te zijn voor "meest gunstige omstandigheden, zowel in ligging als kwaliteit van en hoeveelheid panelen", en dat dat niet representatief zou zijn voor een als "gemiddeld" te veronderstellen situatie. Wiebes schuift dat terzijde, met de stellingname, dat er juist meestal "optimaal" geplaatst zou worden (wat echter beslist niet zo is, zoveel ["optimale"] dakrichtingen heeft "een" willekeurige woning niet, en je komt de meest bizarre plaatsingen tegen in Nederland), en dat sowieso getracht zou moeten worden, om zo'n optimale situatie te gebruiken. Ook worden "kosten efficiënte" panelen massaal geplaatst, anders zouden ze niet gekocht worden. Derhalve, zijn ze "representatief" voor de geplaatste volumes. Wiebes vindt een stimulans voor optimale plaatsing en (kosten) efficiëntie belangrijk.

SP wil ook goede monitoring, en als zou blijken, dat plaatsing bij particulieren (sterk gewenst, i.v.m. de toenemende focus op rooftop solar) sterk gaat tegenvallen, dat het Ministerie ingrijpt, en dit zeer belangrijke markt-segment alsnog met de juiste incentives zou moeten gaan bedienen. Wiebes reageert daar op met verwijzing naar de jaarlijks verschijnende Klimaat- en Energieverkenningen (KEV's), waar dat dan uit zou moeten blijken. En dat bij eventuele tegenvallende trends, "aanleiding zou kunnen zijn voor aanscherpen van het klimaatbeleid". Waarbij hij dus beslist niet verwijst naar aanpassing van incentives voor particuliere huishoudens, die maatregelen zouden natuurlijk ook "elders" genomen kunnen gaan worden. Een door de SP aangegeven casus, waarbij "een energieleverancier krap een maand na vastzetting van de tarieven voor enkele jaren, de terugleververgoeding voor zonnestroom naar beneden bijstelt", kon niet door Wiebes becommentarieerd worden, omdat hij de details ervan niet kent.


Definitief wetsvoorstel "Afbouw salderingsregeling" op komst. Kamerbrief van Wiebes / Min. EZK, met begeleidend TNO rapport "Effect afbouw salderingsregeling op de terugverdientijd in zonnepanelen", 30 maart 2020. Na de nodige reacties op het wetsvoorstel van Min. EZK, wat "de afbouw van de salderingsregeling voor zonnestroom" zou moeten regelen (internet consultatie, zie commentaar n.a.v. Energeia artikel van 27 november 2019) is het ministerie met aanpassingen van de plannen gekomen. Dit mede n.a.v. een 35 pagina's groot rapport van TNO, wat diverse scenario's heeft doorgerekend. Dat rapport is ook te downloaden van de eigen TNO website, alhier.

De belangrijkste aanpassing lijkt een iets minder harde afbouw dan gesuggereerd in het oorspronkelijke voorstel. Dit n.a.v. de resultaten in de Klimaat- en Energie Verkenning KEV 2019. Aanvankelijk werd nog van 11% minder te salderen, op het net ingevoede stroom per jaar vanaf 1 januari 2023 gesproken, met 0% salderen in 2031 als resultante (alle invoeding van zonnestroom dan door de leverancier te vergoeden, en niets meer aan belastingen [energiebelasting, SDE heffing, btw] te salderen). Dit is gewijzigd in 9% minder te salderen netinvoeding per jaar, te beginnen met 91% in 2023, tot en met 28% in 2030. Wel is dan het onontkoombare gevolg, dat in een keer van 28 naar 0% omlaag wordt bijgesteld in 2030 > 2031, wat, zeg maar, het uitstellen van "de harde klap" betekent, 8-9 jaar na de start van de afbouw. Zie hier onder weergegeven staatje oorspronkelijk ("indicatief") versus "definitief" voorstel.

(tabel uit kamerbrief Wiebes, 30 maart 2020)

In figuur 1 van het TNO rapport wordt visueel gemaakt wat het effect van deze afbouw is op de verdiensten per jaar, in een huishouden met zonnepanelen. Waarbij 3 componenten worden onderscheiden: (1) een soort "basis" vergoeding, het momentaan / direct fysiek in-house verbruikte aandeel zonnestroom, wat nog steeds impliciet 100% "gesaldeerd" wordt met het totaal aan leverings-prijs plus energiebelasting, SDE heffing en btw daar over. NB: in het getoonde voorbeeld is het volume constant gehouden, maar dat kan natuurlijk wijzigen als het gedrag of het elektraverbruik verandert in de loop der jaren. (2) Een post "inkomsten uit saldering" a.g.v. het aandeel netinvoeding wat nog mag worden weggestreept tegen de resterende jaar consumptie. Deze post neemt van 100 procent (2022), via 91% (2023) af naar 28% in 2030, en in een keer naar 0% in 2031. (3) Vervolgens is er een nieuwe, derde post, de eerst nog geringe "marktvergoeding" door de leverancier, voor dat deel wat niet meer 100% gesaldeerd mag worden met het jaarverbruik. 9% van totaal in 2023, en oplopend tot 72% in 2030, en in 1 keer naar 100% in 2031. De hoogte van deze nog onzekere component hangt af van de leverancier, cq. het type contract, maar zal worden voorzien van een "minimum" cq. "onder-cap" van Staatswege (zie verderop). Het totaal van deze drie componenten, waarvan er in 2031 dus slechts 2 overblijven, is de "totale verdienste" in het betreffende huishouden, en zal per jaar tm. 2031 dus sowieso kleiner gaan worden. Daarna is het koffiedik kijken, met name m.b.t. de "marktprijs" die je van van je leverancier zult gaan krijgen.

Voor "non-discriminatoir" invoeren van deze regeling geldt, als vanouds, dat kleinverbruikers verplicht worden "om een meetinrichting te hebben die de afname en invoeding van elektriciteit op het net apart kan meten, omdat dit nodig is voor de afbouw". Dit kán een "slimme meter" zijn, maar die is niet verplicht. Het mag ook een "domme" digitale meter zijn met telwerken voor zowel invoeding als afname. De netbeheerder moet die "op tijd" (vóór 1 januari 2023) aan iedereen die dat betreft hebben aangeboden. Bij permanente weigering volgt een dwangsom van de tegen die tijd in te stellen controlerende autoriteit (nog niet duidelijk is welke partij dat moet gaan worden).

Terugverdientijd als "leidend principe"
De effecten op de zogenaamde "terugverdientijd" is door TNO in het bijgaande rapport uitgebreid uitgewerkt. Aangezien er nogal wat parameters zijn die verschillen per situatie, zijn er door hen voor verschillende uitgangspunten en situaties diverse berekeningen gemaakt. Alle berekeningen betreffen kleinverbruik aansluitingen, omdat installaties achter grootverbruik aansluitingen niet mogen salderen. Omdat zeker bij de utiliteit de variatie in parameters zeer groot kan zijn, heeft TNO zelfs een spreadsheet ter beschikking gesteld, waarbij men zelf variabelen kan invoeren en kijken wat voor een gegeven situatie de resulterende terugverdientijd (TVT) oplevert. Deze Excel spreadsheet vindt u hier. De gebruiksaanwijzing is (ook) opgenomen in het hier boven gelinkte rapport, op pagina's 25-26. De ingave variabelen zijn het type gebouw (te selecteren uit voorbeelden), en het investerings-jaar. Als resultante volgt de waarschijnlijke "terugverdientijd" in jaren, die ook bij de opzet van nieuwe wetgeving - in samenspraak met de duurzame energie sector, met name NVDE met Holland Solar - leidend is geweest bij de uitgangspunten. De berekeningen worden voor de jaren 2020 tm. 2050 gegeven. Ook worden varianten wel of niet btw plichtig meegenomen. In een eigen invoerscherm kunnen eigen voorkeuren ingevoerd worden, ook omdat er talloze afwijkende situaties denkbaar zijn t.o.v. de door TNO "voorgerekende" varianten.

Er zijn meerdere tabbladen voorhanden, een voor het gebouw "type", een voor de investeringskosten in de periode 2015 tm. 2030 (referentie jaar 2019), afhankelijk van het nominale vermogen van de installatie (max. 51 kWp), en een voor de (vermeende) evolutie van de elektriciteits-tarieven voor verschillende verbruiks-profielen, in de periode 2015-2050. Het laatste tab-blad bevat het model voor eigen invoer van gegevens.

In de meeste gevallen daalt de terugverdientijd tm. 2022, tot zo'n 7 jaar "onder de huidige kabinets-periode". Waarna deze weer - licht - stijgt. Afhankelijk van het type installatie, eigen verbruik, ontwikkeling stroomprijs e.d., vaak ergens eindigend tussen de 8 en 9 jaar, waarbij het klassieke nul-scenario "doorgaan met salderen" een continu dalende lijn tot 6 jaar of minder volgt, vanwege met name de voortgaande kosten reductie bij PV. Min. EZK en Min. Fin. vinden dergelijke korte terugverdientijden niet acceptabel, en zelfs "overstimulering", vandaar dat voor de afbouw is gekozen, zonder "schokgolven" in de marktverhoudingen te veroorzaken. In het door EZK weergegeven exemplaar wordt de TVT voor huishoudelijke projecten getoond, waarbij de grijze lijn "doorgaan als vanouds" (nul-scenario salderen) toont, de oranje curve het oorspronkelijke plan met 11% afbouw van te salderen netinvoeding per jaar, en in blauw het nieuwe voorstel, met 9% afbouw per jaar. I.p.v. in 2030 op ruim 4 en een half jaar terugverdientijd te eindigen (klassiek salderen), eindigen beide wetswijziging curves in deze berekening voor een installatie van 10 panelen (3 kWp) rond de 9 jaar terugverdientijd.

Wiebes citeert het begin 2017 officieel gepubliceerde PwC rapport, waarin geclaimd wordt dat consumenten zouden investeren in (nieuwe) PV installaties vermits de terugverdientijd tussen de 5 en 9 jaar zou liggen, waarmee hij een "geruststellende" conclusie trekt dat het met de huidige TNO berekeningen dus wel goed zou gaan. Die conclusie in het rapport van PwC, eerder uitgebreid besproken door Polder PV, is echter wel in forse tegenspraak met de recente claim van Witkop van DNER (Dutch New Energy Research), dat volgens hun bevindingen een zeker bij huishoudens gepercipieerde TVT van slechts 5 jaar acceptabel zou zijn (zie korte bespreking op deze pagina).

Dit alles is wel bij een door TNO aangenomen direct eigen verbruik van 30%. TNO citeert verschillende bronnen, waar onder Polder PV (pagina 13 van het rapport), waarbij een range van 20 tot 40% als schattingen wordt opgegeven. Polder PV zit laag (met 20-30%), omdat hij altijd rekening houdt met energiezuinige huishoudens, die overdag sowieso weinig stroom verbruiken (zelfs met een of twee keer een wasmachine aan midden op de dag per week). Dit zal niet veranderen, zeker niet in huishoudens zonder (elektrische) auto of warmtepomp, en deze gaan er dan ook beslist op achteruit. Omdat de resulterende netinvoeding per jaar veel minder waard gaat worden dan de "100% contractprijs" die met klassiek salderen geldt (inclusief alle belastingen, die het overgrote merendeel van de stroomprijs uitmaken). Om nog iets "zinnigs" met de midden op de dag optredende overschotten te doen uit hun PV installaties, zou dan een - nu nog dure - aanschaf van een accu systeem overwogen kunnen worden. Maar in de lange winterse periode, zal dat slechts beperkt of geen soelaas bieden, omdat er midden op de dag gewoon te weinig stroom geproduceerd zal worden om 's avonds nog te kunnen gebruiken. En seizoensopslag van de zeer hoge opwek in de zomermaanden voor theoretisch gebruik in de winter is vooralsnog fysiek non-existent (in ieder geval: onbetaalbaar).

Gevoeligheids-analyses
Verder zijn door TNO gevoeligheidanalyses berekend voor (1) de impact van systeem omvang (5,4 kWp residentieel een jaar minder hoge TVT dan bij 3 kWp). (2) Impact totaal stroomverbruik bij residentiële installaties (bij 2.000 of 3.000 kWh jaarverbruik was het verschil 2 jaar, maar dat groeit op termijn naar elkaar toe, tot een TVT van 9 jaar. (3) Effect van aanname zeer matige (820 kWh/kWp.jr), referentie (900 kWh/kWp.jr) resp. hoge specifieke opbrengst (950 kWh/kWp.jr), leidend tot een verschil van minder dan 2 jaar TVT in 2030. (4) Niveau van direct eigen verbruik (20, 30 resp. 40%), leidend tot ruim 2 jaar verschil in TVT ten gunste van het laatste scenario. (5) Effect hardware kostprijs daling op het eindresultaat (0%, 3,5% resp. 5% per jaar), in het eerste geval bijna het dubbele (ruim 13 jaar) t.o.v. het gunstigste scenario (plm. 7,5 jaar TVT). (6) Aanname van drie niveaus stroomtarieven "laag" / "midden" / "hoog" (forse impact, bijna 6 jaar verschil in TVT tussen de uitersten). (7) Effect hoogte invoedings-tarief bij de energieleverancier (80 of 100% van kale leverings-tarief), plm. 1 jaar verschil in TVT, in 2030. (8) En het btw effect bij kleinere scholen met niet te hoog verbruik i.v.m. overgang naar btw plicht onder Kleine Ondernemers Regeling (KOR) per 2020 (effect half jaar, kan uiteindelijk oplopen tot een jaar verschil).

De door TNO berekende curves (9 casussen in sectie C in het rapport) laten vooral bij "kleine en grote utiliteitsgebouwen" in het laatste voorbeeld een forse dynamiek zien. Enkele lijnen dalen fors, van TVT's tussen de 9 en 15 jaar (2015), naar nog maar 6 tot 9 jaar in 2030. Echter, met name voor de grotere scholen, met hoog stroomverbruik - en lage stroomtarieven - is de curve flink ongunstig (na aanvankelijke daling tot 2021 weer een stijging naar 11 jaar TVT). Het meest "optimaal" is de situatie voor kleine kantoren met laag stroomverbruik, die veel van de opwek overdag direct opsouperen, en in 2030 onder een TVT van slechts 6 jaar kunnen komen met de uitgangspunten gehanteerd door TNO.

Kamerbrief - gemiste kans huurmarkt
De kamerbrief stelt dat dit alles geldt voor huis eigenaren, sterker nog, dat de salderingsregeling "ontworpen" zou zijn voor dergelijke situaties. Dit is vreemd, ik heb nog nooit sedert juli 2004 (eerste wetswijziging die salderen "formeel" mogelijk maakte, al kon lang daarvoor al met een toen nog massaal aanwezige Ferrarismeter in huis de facto, vol-automatisch "gesaldeerd worden") gehoord, dat die regeling (wat slechts in eerste opzet een noodartikel was om zeer nadelige effecten van de liberalisering van de stroommarkt af te vangen voor particulieren), alléén voor huiseigenaren "ontworpen" zou zijn. Nogmaals: Polder PV saldeert - als huurder - al sedert het jaar 2000 100 procent van zijn zonnestroom opwek. Ook gezien reacties op de internet consultatie, waarbij al rode vlaggen werden gezwaaid met "de huursector wordt het kind van de rekening", lijkt het een grote blunder van Min. EZK om de corporatie markt (voorlopig ?) compleet naast zich neer te leggen. Er zijn onvoorstelbaar grote portfolio's aan PV projecten op huurwoningen reeds gerealiseerd of in volle uitrol. Wat gaat Wiebes voor deze enorme volumes - bij kwetsbare huurders - "regelen"? Deze vraag wordt in het geheel niet beantwoord in deze belangrijke kamerbrief !

"Basis" vergoeding
Het epistel van Wiebes gaat verder wel nog in op de essentiële intentie, samenhangend met het te wijzigen wetsvoorstel, om een minimum prijs af te dwingen voor de niet meer te salderen stroom hoeveelheden door de tientallen energieleveranciers in Nederland. Dit heet dan nog steeds "een redelijke vergoeding". Een per jaar (met 9%) groeiend aandeel van de netinvoeding krijgt dan alleen nog maar een "markt" prijs van de leverancier, en die moet met tientallen andere partijen gaan "concurreren" om die mensen binnenboord te houden (of te krijgen) als klant. In een zogenaamde "Algemene Maatregel van Bestuur" (dus: wederom niet in de wetstekst zelf) gaat Wiebes die minimum vergoeding regelen, die op minimaal 80% van de contractprijs zou moeten komen te liggen, uiteraard exclusief de belastingen (derhalve: de "kale marktprijs"). Meer bieden mag uiteraard, Wiebes sorteert al voor op een tijdperk, dat de consument zelf mag bepalen "aan wie en tegen welke prijs" deze haar overschot aan zonnestroom zal gaan verkopen / aanbieden. Wiebes suggereert dat daarmee "meer marktwerking" zal ontstaan in de waarde van overschotten op het net ingevoede zonnestroom, waarbij ook nog te grote schokeffecten zouden worden vermeden in het verdienmodel voor consumenten. Die natuurlijk al lang - we hebben er inmiddels al zo'n miljoen - "prosumenten" zouden moeten heten.

Weer terugkerende vraag: en hoe te handelen bij 3 fase aansluitingen ?
Met een tweet van de bekende Brendan de Graaf wordt een eerder door mij te berde gebracht potentieel probleem rond de afbouw van salderen, en het "mechanisme" invoeding en afname separaat bemeterd aan het verdienmodel ten grondslag liggend, de publieke ruimte in geslingerd. Hij twitterde namelijk vandaag, met illustratie, het volgende omtrent drie fasen aansluitingen: "Zou er bekend zijn hoeveel stroom er werkelijk het net op gaat? Bij over fase "salderende" slimme meters is dat niet zichtbaar". Hij stelt dat de materie "te ingewikkeld" is, waarbij het gevaar om de hoek komt kijken, dat er in dergelijke situaties "niet per definitie hetzelfde wordt gehandeld, dan in klassieke situaties met enkelfase meters". We zullen het maar zo stellen: we hopen dat technici met verstand van zaken dit aspect zeer goed zullen volgen, en ingrijpen, als zaken fout gaan lopen. Want sowieso komen er steeds meer drie-fasen aansluitingen, in nieuwbouw zelfs verplicht. Dus ook daarvoor moet probleemloos, en "non-discriminatoir", de afbouw van de salderingsregeling knallhart, eenduidig, en voor van dit soort zaken niets snappende eindverbruikers kristalhelder geregeld worden ...

Zie ook reactie van specialist Henri ter Hofte ... die veel mensen echter niet zullen doorgronden.

(Websites van Min. EZK en van TNO)

Nagekomen - reacties marktpartijen en pers

  • Holland Solar (30 mrt. 2020)
  • idem, Amelie Veenstra, directeur Beleid bij Holland Solar (audio bij Studio Energie, 31 maart 2020, "robuuste regeling").
  • NVDE (30 mrt. 2020, "uitvoeringsproblemen voorzien", "energienota niet meer uit te leggen aan de consument").
  • Energie Nederland (branche organisatie NL-se energieleveranciers, 31 mrt. 2020, "steun voor voorstel, maar bezwaren tegen voorkeursvariant", en "onrust bij zonnepaneelbezitters te verwachten, omdat de regeling zorgt voor een complexe energienota waarbij het controleren met de eigen meterstanden onnavolgbaar wordt". Organisatie heeft eigen variant voorgesteld "die wel goed uitvoerbaar is", en "pleit er daarom stevig voor de voorgestelde regeling zorgvuldig te heroverwegen".
  • Vereniging Eigen Huis (30 mrt. 2020 "wil garanties van de minister dat het gemorrel aan een succesvolle regeling stopt - huiseigenaren moeten er op kunnen rekenen dat het bij deze aanpassingen blijft").
  • Doorrekeningen bij MilieuCentraal. Zie ook artikel bij NOS Nieuws (30 mrt. 2020).
  • Bericht Algemeen Dagblad (31 mrt. 2020)
  • Alternatieven voor salderen. Slimmer omgaan met duurzame zonnestroom in de wijk (16 maart 2020). Opiniestuk van Daniël Wijers van Resourcefully, over afbouw salderen, en mogelijkheden om de nadelige gevolgen ervan (deels) op te vangen. Middels een "slim" EV-NRG dashboard "te sturen", en het gebruik van zonnestroom productie pieken te "verschuiven" over de dag. Helaas met scenario's elektrische auto's, warmtepompen, en buffervaten, die beslist niet voor iedereen zijn weggelegd of die tot een "natuurlijke keuze" behoren (bijvoorbeeld autoloze huurders in een stadswarmte wijk). In Energie+.

Naar aanleiding van de kamerbrief van Wiebes zijn door diverse partijen schriftelijke vragen gesteld. Deze zijn samengevat in een artikel op Solar Magazine, dd. 6 april 2020.


Corona-maatregelen netbeheerders: alleen spoedeisende werkzaamheden bij klanten thuis. 25 maart 2020. De netbeheerders staken alle werkzaamheden, zoals het plaatsen van slimme meters bij mensen thuis, als gevolg van de diep in de samenleving ingrijpende coronavirus pandemie. Observatie Polder PV: dit betekent een zoveelste potentiële kink in de kabel voor invoering van de "nieuwe salderings-regelgeving". Want (a) er moet sowieso nog heel veel gebeuren, er moeten nog bij de nog niet van slimme meters voorziene huishoudens dergelijke meters geplaatst worden (indien geen weigering), duizenden huishoudens die geen meter hebben met invoedings- en verbruikt-telwerken (hetzij "slim", op afstand uit te lezen, hetzij "dom", niet op afstand uitleesbaar) moeten nog worden voorzien. En (b) de werkdruk bij de netbeheerders is al gigantisch hoog. Daarbij ook nog alle uitgestelde of sterk vertraagde duizenden SDE projecten die moeten worden aangesloten, in de periode "na de pandemie" (eind vooralsnog totaal onbekend). En u weet: na de pandemie wordt de werkdruk bij de netbeheerders mogelijk ondraaglijk, met mogelijk ook weer ziekteverzuim en verdere vertragingen in de uit te voeren werkzaamheden tot gevolg. Zelfs "begin 2023", de nieuw geplande invoerings-datum voor "de nieuwe salderingsregeling, af te bouwen van jaar tot jaar", wordt daarmee met vraagtekens omkleed, gezien de enorme - en verder oplopende - workload bij netbeheer. Website Netbeheer Nederland. Zie ook vervolg berichten, 25 maart, resp. 30 maart 2020.


Hoe staat het met de opvolger voor de Postcoderegeling? 18 februari 2020. Blijvend moeizaam overleg tussen energie coöperatie koepel Energie Samen en Min. EZK (en, indirect, uiteraard, ook "toekomstig subsidie verstrekkend" Min. Fin.). Maar de contouren van "postcoderoos 2.0" beginnen zichtbaar te worden, volgens auteur Tammo Hoeksema. Nieuwe elementen zijn aparte tarieven voor zon en wind (waterkracht is nog in overleg), en een koppeling tussen het ledenaantal en het opgestelde vermogen van het betreffende project. Er moet subsidie komen op basis van prestatie/productie, er wordt een relatie gelegd tussen opgesteld vermogen en een minimum aantal leden. Voor PV projecten minimaal één lid voor elke 5 kWp opgestelde capaciteit (ergo: voor een project van 100 kWp, ruim 310 zonnepanelen à 320 Wp: 20 leden). Windprojecten zouden voor elke 2 kW opgestelde capaciteit minmaal één lid moeten krijgen. Coöperaties en verenigingen van eigenaren zouden subsidie kunnen aanvragen, voor projecten met een looptijd van 15 jaar (harmonisatie met SDE subsidie duur). Er komt een loting op basis van first come first serve (indien overtekening op 1 dag). Beheer en uitvoering wordt weer RVO.

Een punt van zorg is om een balans te vinden tussen het voorkomen van misbruik van de nieuwe regeling, en de regeldruk die daar voor nodig is. De aanvankelijk gehoopte deadline van november 2019 is niet gehaald vanwege de complicaties. "In de komende maanden gaat het Planbureau voor de Leefomgeving PBL in samenwerking met EZK en de expertgroep kijken naar de vaststelling van de subsidietarieven voor nieuwe regelingen". Extra complicatie is de situatie dat de vele coöperaties die NU een project willen starten onder de nog bestaande PCR regeling vallen. Die moet nog mogelijk blijven, het probleem is natuurlijk een overgangsregeling naar "de nieuwe opzet". Die moet ook worden afgestemd met de Europese Unie, die zo haar gedachten kan hebben over dergelijke (complexe) regelingen die een tijdje naast elkaar kunnen blijven bestaan.

Energie Samen streeft in ieder geval naar "een regeling die dezelfde rentabiliteit heeft als salderen op eigen dak (ongeveer zeven jaar terugverdientijd), voldoende budget en een goed tarief, en, tot slot, een simpele regeling, dus zo min mogelijk administratieve rompslomp".

Wordt vervolgd. (website Energie Samen)


Meer zon, hogere besparingen en lagere inkoopkosten per wattpiek. 9 januari 2020. Bekende Maarten Corpeleijn van Zonnighuren, specialist adviseur voor duurzame energie in de huursector, ventileert zijn nieuwejaars-bespiegelingen over de potentie van zonnestroom in de komende jaren. Zijn insteek: (1) Opbrengsten waren in 2019 weer hoog (niet vreemd gezien de al jaren door Polder PV gesignaleerde en geanalyseerde gemiddelde toename van de horizontale instraling). (2) Door stijgingen belastingen op elektra (nota bene: vooral in de tweede staffel vanaf 10.000/jaar, vooral vanwege de grote toename van SDE heffing per kWh) interessanter businessmodel, veel "collectieve meters" bij corporaties vallen in dat segment, en kunnen salderen mits binnen 3x 80 amps aansluitwaarde. (3) Prijzen van zonnepanelen zijn gedaald, én gemiddeld module vermogen is toegenomen. (4) Monitoring steeds meer aanbod van niet internet afhankelijke portals, waardoor dat soort "zachte kosten" ook minder zullen worden. Corpeleijn ziet de komende tijd dus nog steeds een interessante business-case voor salderen / zonnestroom opwek via collectieve meters bij corporaties. Al begint hij zijn blog met de stellingname "Terwijl de onzekerheid over de saldering boven de markt blijft hangen, en Aedes en de Woonbond alvast maar alarm slaan, wordt het verdienmodel vooralsnog alleen maar beter". (website Zonnighuren portal)


2020 ^^


Linkpagina's gestart op 10 juli 2012.

Splitsing in deel 1 en 2 dd. 11 februari 2024


 
 
 
© 2020-2024 Peter J. Segaar/Polder PV, Leiden (NL)
^
TOP