                    
Klimaatmonitor
en zonnestroom
Basisgegevens
© Klimaatmonitor databank*,
status update (deels) 22 aug. 2013
grafieken © 2013 Peter J. Segaar/www.polderpv.nl
*
Onder verantwoordelijkheid Rijkswaterstaat / Ministerie van Infrastructuur
en Milieu vallend:
Let
op: nieuwste data te vinden in artikelen van
20 februari
2014
en 31
augustus 2013
http://klimaatmonitor.databank.nl
Introductie
Technische
notitie
Registraties
per gemeente - de 10 best geklassificeerde gemeentes
Algemene
statistieken per gemeente
Aantallen
adressen met zonnepanelen per gemeente
Geïnstalleerde
PV-capaciteit per gemeente
Resumé
gemeentes (plot op kaartje Netbeheer Nederland)
Aantallen adressen met zonnepanelen
per provincie
Geïnstalleerde PV-capaciteit
per provincie
Aantallen adressen met zonnepanelen
en PV-capaciteit per landsdeel
Afsluitend
Links
Introductie
Op
deze pagina zal Polder PV pogen af en toe updates (proberen) te tonen
van de status van zonnestroom data uit de Klimaatmonitor databank van
Rijkswaterstaat. Deze wordt sinds 2012 gevuld met nieuwe dossiers waardoor
er steeds meer PV-installaties en vermogen bij elkaar in een databank
staan geregistreerd. In de zomer van 2013 werden voor het eerst de rap
groeiende data uit het PIR register van de netbeheerders toegevoegd.
Ik heb daarover al begin augustus 2013 een uitvoerig
artikel gepubliceerd, waarbij diverse registraties van zonnestroom
capaciteit en aantallen installaties uit verschillende "registers"
kritisch met elkaar worden vergeleken.
Een
zeer interessante optie van deze databank is dat er per gemeente, provincie,
en landsdeel geselecteerd - dan wel "uitgesleuteld" - kan
worden. En er dus voor het eerst "vergelijkingen" gemaakt
kunnen gaan worden over de mate van progressie in zonnestroom zaken
per gemeente of regio. Wat betreft aantallen adressen en het vermogen
geïnstalleerd op die adressen (PV-capaciteit, in kWp, MWp).
Daarbij
passen wel belangrijke kanttekeningen: Geen enkele (!!!) database in
Nederland kan zich op "volledigheid" beroepen in zake de aantallen
en het totale vermogen aan zonnestroom installaties. Dat heeft alles
met het compleet chaotische verleden van de "stimulering"
van PV in Nederland te maken. En met het feit dat Nederland nooit een
wettelijk verplichte registratie heeft gekend (zelfs niet met
de invoering van het zogenaamde PIR register van de netbeheerders, tienduizenden
installaties zijn daar helemaal niet bekend).
Er
zijn verschillende pogingen daartoe, tot het maken van overzichten.
Maar volledig zijn ze allemaal nog in het geheel niet. Wat al blijkt
uit de eerste inventarisatie (zie de specifieke opmerkingen in de tekst,
ik heb al vaker over die problematische cijfers gepubliceerd).
Daarnaast
is het ook nog eens fysiek onmogelijk om te bepalen wat er door al die
PV-systemen daadwerkelijk voor hoeveelheden "stroom afkomstig uit
hernieuwbare bronnen" wordt geproduceerd. Er is nooit een universele,
goed geregelde en heldere "Feed In Tariff" regeling geweest
in Nederland. En uitsluitend de (MEP en) SDE installaties worden fysiek
geijkt gemeten. En dan nog: voor de meeste kleine installaties (een
absoluut ondergeschikt, insignificant deel van de totale populatie in
Nederland) gebaseerd op slechts 1 meterstand opname per jaar (niet eens
op een universeel bepaald tijdstip zoals de jaarwisseling). Geijkt
en "gecertificeerd bemeten" maandelijkse productie
data voor zonnestroom zijn in Nederland bijna non-existent!
Wel
zijn er al de nodige interessante gegevens uit deze nog steeds lastig
toegankelijke databank te halen. Polder PV doet op deze pagina de eerste
pogingen daartoe.
De
informatie die hier wordt getoond betreft de status van de data zoals
die per 17 juli 2013 voor de "totale aantallen" en
"totaal vermogen" in de Klimaatmonitor databank golden. Dat
zijn accumulaties van verschillende dossiers (zie lijstje hier onder),
die per stuk ook weer verschillende update data kunnen hebben. Die dossiers
zijn door de databank beheerders bij elkaar "geraapt", en
kritisch bekeken. En vooral, wat adressen en daarbij behorend vermogen
betreft, "ontdubbeld". Want mensen en bedrijven kunnen voor
verschillende "regelingen" in het verleden apart deelsystemen
hebben gekocht.
De
dossiers die 17 juli 2013 in de databank waren opgenomen zijn:
1.
Novem-projecten (meeste eind vorige eeuw)
2. EPR-verklaringen (Energie Premie Regeling, begin 21e eeuw)
3. Sunpower-adressen van REMU (= Eneco)
4. Sunpower-adressen van Energierent (= Vattenfall/NUON)
5. Sunpower-adressen van EWR (= Vattenfall/NUON)
6. SDE-beschikkingen (vanaf 1 april 2008)
7. Productie Installatie Register (PIR), samenwerkende netbeheerders
(sinds eind 2011, pas enigszins bekend wordend en sindsdien zwaar gepromoot
in 2012)
Een
van de grote missende "dossiers" zijn de waarschijnlijk in
de vele honderden lopende zeer kort durende "gemeentelijke acties"
waar ontzettend weinig van bekend is wat die per stuk allemaal hebben
opgeleverd, in de loop van de jaren. Verder ontbreken vooralsnog de
EIA, VAMIL, VIA regelingen voor bedrijven. Ook een directe toegang tot
"subsidieloos" gebouwde mega-projecten zoals Hitachi
Zaltbommel en Heineken
Den Bosch lijkt hier op geen enkele wijze gegarandeerd - wat dus
een hoop "missend vermogen" zou kunnen gaan inhouden. En er
zijn natuurlijk ook in de afgelopend jaren (tien)duizenden particulieren
geweest die zonder directe aanschaf subsidies of anderszins geregistreerd
hebben gekocht, en die in geen enkel "dossier" zullen
voorkomen. Zeker als ze zich zoals zovelen nooit hebben ingeschreven
in het sinds 2012 zwaar door de netbeheerders gepromote PIR register.
Dus ook/zelfs de Klimaatmonitor databank loopt hopeloos achter op de
realiteit.
Technische
notitie
De
Klimaatmonitor database bevat gegevens per gemeente. In Nederland is
al jaren een forse gemeentelijke herindeling bezig die zeer verschillende
tijdpaden kent. Daardoor worden vaak kleinere gemeentes bij elkaar gevoegd,
en worden dus ook - bij het opstellen van overzichten zoals op deze
webpagina - aantallen en vermogen van PV-installatie voor die gemeentes
op een hoop gegooid. Soms echter wordt een gemeente in 2 stukken gesplitst
en over 2 andere gemeentes verdeeld, een enkele keer zelfs mogelijk
(deels) in een andere provincie terechtkomend bij grensgevallen. Niet
duidelijk is hoe daar mee is omgegaan bij evt. (her)verdeling van genoemde
zonnestroom capaciteit, zoals opgegeven in Klimaatmonitor. Dat maakt
dat optellingen van gemeente aantallen en volumes soms niet helemaal
goed "uitkomen" met opgegeven totalen, zeker niet als er van
"herleide" data gebruikt wordt gemaakt.
Die
"herleide" data zijn de oppervlaktes en inwoners aantallen
per gemeente, provincie, en landsdeel, die ik uit diverse CBS StatLine
tabellen heb gelicht en geïncorporeerd in de huidige analyse samen
met de Klimaatmonitor gegevens.
Bij
berekeningen van "herleide" statistische data kan het voorkomen
dat door herindelingen of onduidelijkheden over begrenzingen soms niet
meer actuele getallen zijn gebruikt. Ik stuit bijvoorbeeld op een verschil
tussen de geaccumuleerde inwoners aantallen en de oppervlaktes van alle
opgevoerde gemeentes en de totalen voor Nederland volgens CBS data.
Die verschillen zijn 0,2 resp. 1,1% t.o.v. de CBS totalen. Daardoor
kunnen voor sommige (huidige) gemeentes niet helemaal correcte
afgeleide getallen ontstaan. De gevolgen zullen daarentegen wel "beperkt"
blijven gezien het verschil over het hele land. Bovendien is het KM
register ook niet volledig, dus de "actuele werkelijkheid"
is toch niet weer te geven. Uitzoeken waar de verschillen precies aan
liggen is een hoop werk. Het is, met deze zaken in het achterhoofd,
de "momenteel beste benadering van de laatst bekende officiële
actualiteit" op het gebied van aantallen en vermogen van PV-installaties
per regio in Nederland. Sorry, maar ik kan het niet op een minder ambtelijke
wijze stellen. We zullen het er mee moeten doen...
Registraties
per gemeente - de tien best geklassificeerde gemeentes in zaken zonnestroom
Natuurlijk
beginnen we op het basis niveau wat in de databank is aangegeven. De
gemeentes en de aantallen en volumes die daarvoor zijn opgegeven.
Ik ga daarbij niet de hele historie (data per jaar) voor u oplepelen,
die kunt u zelf in de databank nagaan. Met daarbij als belangrijke notitie
dat zeker oudere data zeer grote gaten kunnen bevatten. Het gaat hier
om de laatst bekende status, 17 juli 2013 (zoals alle data hier weergegeven).
Nota
bene
Alle data hier gepresenteerd zijn, tenzij anders vermeld, volgens Klimaatmonitor.
Er missen echter ook in de meest recente updates van die databank nog
steeds behoorlijk volumes, dus een definitieve ordening kan dit nog
steeds niet zijn. Ergo: op detail niveau kunnen beslist verschuivingen
plaatsvinden in bijvoorbeeld rangordes tussen gemeentes onderling!
Ter
referentie van wat komen gaat lijkt het me handig om eerst de qua inwoner
aantal en oppervlakte grootste (actuele) gemeentes van Nederland weer
te geven. Totaal opgenomen in Klimaatmonitor in juli 2013: 408 gemeentes.
In alle grafieken wordt in de laatste kolom de gemiddelde waarde voor
al die 408 gemeentes gepresenteerd waartegen de "10 best presterende"
worden afgezet.
Gebruikte
afkortingen: Dr Drenthe, Fl Flevoland, Fr Friesland, Ge Gelderland,
Gn Groningen, Li Limburg, NB Noord-Brabant, NH Noord-Holland, Ov Overijssel,
Ut Utrecht, Ze Zeeland, ZH Zuid-Holland.
Algemene
statistieken per gemeente
Bevolkingssamenstelling
op 1 januari 2012
Grootste 10 gemeentes (aantal inwoners)

De
grote gemeentes zijn hier natuurlijk vertegenwoordigd. Amsterdam met
28% meer inwoners dan Rotterdam, die weer 23% meer inwoners heeft dan
Den Haag. Daarna gaan de inwoner aantallen rap omlaag, vanaf Almere
al onder de 200.000 inwoners per gemeente. Het gemiddelde aantal inwoners
per gemeente volgens Klimaatmonitor bedraagt 40.938.
Oppervlakte
van de grootste 10 gemeentes (km²)

Let wel: in die vierkante
kilometers zijn ook oppervlakte wateren e.d. ingesloten, vandaar dat het
(per
1 januari 2011) nieuwe "construct" Zuid-West Friesland (Súdwest-Fryslân)
zo groot is. Daar wordt verder geen rekening mee gehouden. Zo kunnen weer
andere gemeentes bijvoorbeeld niet bruikbare "brownfield
lokaties" bevatten die niet zonder enorme investeringen "PV-fähig"
gemaakt zouden kunnen worden. Of forse natuurgebieden die al helemaal
niet toegankelijk zijn voor PV. Elke gemeente heeft zo weer zijn/haar
byzonderheden. Daar kun je bij dergelijke overzichten geen rekening mee
houden zonder detail-geneuzel, en creatie van ter discussie staande uitzonderingen.
De gemiddelde oppervlakte
van de 408 gemeentes bedraagt 101 vierkante kilometer.
We
gaan nu over naar de "echte" zonnestroom-relevante overzichten.
Eerst aantallen installaties ("gele" grafieken), daarna het
gezamenlijke nominale vermogen ervan ("rode" grafieken), afgesloten
met de gemiddelde systeemgrootte per gemeente ("groene" grafiek),
voor de tien "best presterende" gemeentes.
Aantallen
adressen per gemeente
Aantal
adressen met zonnepanelen per gemeente 17 juli 2013
(absolute aantallen)

Koploper
Den Haag heeft diverse subsidie acties gehad in het verleden, en er
lopen nog steeds regelingen voor zowel particulieren
als voor bedrijven.
Of de aanwezigheid van de Ridderzaal in de Residentie mede een rol heeft
gespeeld bij deze - toch wel opvallende - kop positie mag u voor uzelf
proberen te beantwoorden...
Voor
eigen "referentie" hierbij ook nog even mijn eigen gemeente
Leiden genoemd: 440 PV-systemen, ergens in de veertigers gerangschikt
van de in totaal 408 gemeentes. Ik heb zelf een verouderde (slecht bijgehouden)
overzicht met dik 150 adressen, waar nog e.e.a. ingevoed moet worden
(geen tijd voor gehad, andere prioriteiten). Maar het is daarbij ook
vrijwel niet mogelijk om vanaf de openbare ruimte alle systemen te kunnen
spotten. Vooral plat-dak installaties zijn notoir slecht te zien vanaf
de straat. Vaak vind je ook slechts bij toeval modules aan de "tuinkant"
van woonblokken, die alleen maar via brandgangen zijn te zien. Niet
alle woningen zijn zelfs van een afstand goed te "benaderen".
Google Maps en Bing Maps presenteren soms wel actuelere data, maar het
fotomateriaal is soms ook al een paar jaar oud, waarin er behoorlijk
veel veranderd kan zijn (lees: bijgeplaatste capaciteit niet gedocumenteerd).
En daarbij komt: het vreet allemaal tijd om dat te gaan zitten bijhouden.
Het
gemiddelde voor alle 408 gemeentes in Nederland bedraagt 237 adressen
met zonnepanelen bij Klimaatmonitor. Daarbij gelieve niet te vergeten
dat veel adressen in Nederland slechts een (zeer) bescheiden aantal
modules hebben, en dat veel adressen uit het begin van het nieuwe millennium
zeer waarschijnlijk niet in de Klimaatmonitor database zullen zijn ingeschreven.
Opmerkelijk
Amsterdam,
in het lijstje op plaats 7, meldde op hun – in Nederland nog vrijwel
unieke – portal
met "geregistreerde" installaties op 8 augustus 2013 1.696
PV-installaties (waarvan 1.636 particuliere systemen betreft). Echter,
Klimaatmonitor gaf in de update van 17 juli 2013 slechts 1.018 installaties,
40% minder! Dit in enorm contrast tot het nominale vermogen
wat op het Amsterdamse portal is aangemeld, wat zelfs 74% hoger is in
de Klimaatmonitor gegevens (zie verderop
in de paragraaf "vermogens"). Het is duidelijk dat op het
punt van "aantallen installaties" de Klimaatmonitor hopeloos
achter loopt op de door gemeente Amsterdam gepresenteerde data. En waarschijnlijk
zijn er in werkelijkheid al veel meer installaties dan genoemde bijna
1.700 stuks opgegeven door Amsterdam zelf...
Aantal
adressen met zonnepanelen per 10.000 inwoners per gemeente

Grappig
is dat een gemeente waar je op het gebied van zonnestroom relatief weinig
van hoort, Schagen, de leiding neemt waar het de dichtheid van de aantallen
per inwoner betreft. Al moet bij die "dichtheden" wel een
pot zout worden gezet, want alleen als je die per 10.000 inwoners uitrekent,
kom je nog een beetje op "leuke getallen" uit ("0,03
installaties per inwoner" zegt immers zo weinig...). Wel tale-telling
is het natuurlijk dat in de top tien er maar liefst 4 in de zonrijke
kustprovincie Noord-Holland zijn gesitueerd, waarvan bovendien 3 de
eerste drie plaatsen bezetten. Texel is natuurlijk een beetje een "geval
apart", als Waddeneiland, en actief op het gebied van streven naar
een autonome (duurzame) energievoorziening, met de grootste decentrale
energie coöperatie van Nederland als belangrijkste driver.
Zon genoeg daar, dus die tweede plaats achter Schagen is well-earned...
De
positie van Heerhugowaard (9e plaats) zal ongetwijfeld te maken hebben
met het voor NL begrippen gigantische, en wereldvermaarde Stad van de
Zon project, waar complete huizenblokken - wanneer er genoeg subsidie
bij elkaar geschraapt kon worden - van soms dakvullende zonnestroom
installaties werden voorzien.
De
"komma" is gebruikt om de subtiele - misschien in werkelijkheid
bij "alle" installaties niet bestaande - verschillen tussen
de gemeentes onderling te kunnen laten zien (5/6, 7/8, en 9/10).
"Mijn"
gemeente Leiden scoort met aantallen PV-installaties per inwoner zeer
slecht, met 3,7 ver onderaan de lijst bungelend. De op PV-gebied juist
zeer actieve hoofdstad Amsterdam staat zelfs met 1,3 "installaties
per 10.000 inwoner" helemaal onderaan, samen met Schiedam! Dat
zullen ze vast graag vergeten daar, zelfs als je in overweging neemt
dat Amsterdam in hun eigen overzicht veel meer installaties heeft staan
dan Klimaatmonitor heeft (zie boven).
Het
gemiddelde voor alle 408 gemeentes in Nederland bedraagt ruim 68 adressen
per 10.000 inwoners, bij Klimaatmonitor.
Aantal
adressen met zonnepanelen per oppervlakte-eenheid per gemeente
(Aantal adressen met zonnepanelen per km²)

Weer
een verrassing bij deze categorie die "kijkt" naar de effectiviteit
van de inzet van zonnepanelen (voor zover je daar in het toch nog redelijk
"maagdelijke" Nederland van kan spreken) in de beschikbare
ruimte die een gemeente heeft. Om "decente en behapbare getallen"
te krijgen heb ik die in dit geval terug gerekend naar het aantal adressen
met zonnepanelen volgens Klimaatmonitor per vierkante kilometer van
de gemeente, zoals af te leiden uit de CBS data uit StatLine. Ditmaal
is de "compacte studentenstad" Delft (StatLine: 24,08 km²)
de leidende gemeente, met bijna 45 adressen met zonnepanelen per vierkante
kilometer.
In
StatLine worden hectares opgegeven (1 ha = 0,01 km²), maar als
ik per hectare zou opgeven zou je weer veel te kleine getallen krijgen.
Het meest opvallend in dit lijstje: bijna uitsluitend grotere gemeentes
uit de Randstad en "vergelijkbare agglomeraties" in het westen
betreffend: zes maal in Zuid-Holland inclusief mijn eigen gemeente Leiden
(relatief bezien, op de 9e plaats). 3x in Noord-Holland (concentratie
Schagen - Alkmaar - Heerhugowaard), en nog een "outlier",
Amersfoort in Utrecht. Wat natuurlijk vooral bekend is geworden door
het door Eneco voorloper REMU gerealiseerde (en in 2012-2013 grotendeels
gerenoveerde) 1,4 MWp project in de nieuwbouw wijk Nieuwland.
Het
gemiddelde voor alle 408 gemeentes in Nederland bedraagt slechts 4 adressen
met PV-modules per vierkante kilometer.
Geïnstalleerde
capaciteit per gemeente
Totaal
bekend vermogen van adressen met zonnepanelen per gemeente
17 juli 2013
(kWp)

De
op het gebied van zonnestroom al geruime tijd actieve hoofdstad, Amsterdam,
leidt de gemeentes bij de hoeveelheid bij Klimaatmonitor geregistreerd
vermogen, met 4.934 kWp (bijna 5 MWp). De Brabantse Peel gemeente Eersel
(met agrarische kernen Duizel, Knegsel, Steensel, Vessem en Wintelre)
volgt als vrij verrassende tweede. Kennelijk zijn daar de nodige forse
projecten gebouwd op de vaak zeer grote boerderij complexen, maar de
grootste klapper is mogelijk het gloednieuwe ei-vormige bedrijfsverzamelgebouw
voor de pluimveesector in industriegebied Meerheide geweest. Waar de
bouwer van de spectaculaire, met een SDE 2011 beschikking "gezegende"
ruim
1,6 MWp grote installatie op de VencoCampus, Alius Energy een flinke
kluif aan gehad zal hebben. Dat hypermoderne, naar een "Excellent
Breeam" certificaat strevende complex heeft 5.712 Trina Solar modules
op sheddaken op het eivormige dak staan. Daarnaast is er sinds begin
2013 ook de inkoopactie
Kempengemeenten actief, maar de vraag is hoeveel impact die (al)
op de statistieken kan hebben gehad. Derde gemeente Hardenberg werd
door Overijssel al als gemeente met het grootste volume opgegeven in
een update eind april, zie echter opmerkingen hier onder. Mijn eigen
gemeente Leiden komt volgens deze update van Klimaatmonitor op 476,25
kWp, en staat daarmee ergens rond de 250e plaats in de rangschikking.
Het
gemiddelde voor alle 408 gemeentes in Nederland bedraagt 833 kWp bij
Klimaatmonitor.
Opmerkelijk
-
(1) Haarlemmermeer per 17 juli 2013 met slechts 1.086,9 kWp, dus het
2,3 MWp tellende Floriade
dak Vijfhuizen (2002!) is in de KM databank, hoogst merkwaardig,
nog NIET meegerekend!
-
(2) Zaltbommel per 17 juli 2013 slechts 573,1 kWp, dus de ruim 1,6
MWp grote, in juni 2013 opgeleverde installatie
bij Hitachi kan daarin nog niet zijn opgenomen...
-
(3)
Zeer waarschijnlijk zit ook het al in 2004 door Eneco opgeleverde
674 kWp grote Ecopark Waalwijk
nog niet in de cijfers voor die gemeente in Klimaatmonitor, omdat
per 17 juli 2013 slechts 700,6 kWp voor de hele gemeente wordt opgegeven...
-
(4)
Gemeente Montferland heeft slechts 1.615,0 kWp staan. Rekening houdend
met het al lang gerealiseerde 630
kWp Solar Daken project ’s-Heerenberg, en het 200 kWp Weijers
project Vethuizen-Azewijn (SDE subsidie), zou er dan voor het deel
"Solarpark
Azewijn" op Montferland grondgebied liggend en voor de rest
van de HELE gemeente slechts (maximaal) 785 kWp overblijven. Dat is
onwaarschijnlijk: het door de provincie Gelderland fors ge-cofinancierde
amorf Si project op de vuilnisbelt van Azewijn is immers 1,8 MWp groot,
en het grootste deel daarvan ligt in Montferland, slechts een klein
deel in de aangrenzende gemeente Oude IJsselstreek.
-
(5)
Ook is het onwaarschijnlijk dat het in oktober 2012 officieel geopende
>754 kWp
grote Royal Lemkes dak in Bleiswijk bij de totaal opgave van 1.054,0
kWp (per 17 juli 2013) voor de overkoepelende gemeente Lansingerland
zit, want het verschil 2012-2013 (juli) voor heel Lansingerland is
slechts 243 kWp. Er is in die 56 vierkante kilometer grote, ruim 55.000
inwoners tellende Zuid-Hollandse gemeente ongetwijfeld veel meer geplaatst
dan nog eens honderd systeempjes van 2,5 kWp.
-
(6)
Amsterdam meldt op hun – in Nederland nog vrijwel unieke –
portal
met "geregistreerde" installaties op 8 augustus 2013 een
vermogen van 2.830,32 kWp. Echter, Klimaatmonitor meldde per 17 juli
2013 alweer 4.933,8 kWp, 2,1 MWp (74%) meer! Het
is duidelijk dat Amsterdam nog enorm veel vermogen mist in hun verder
lovenswaardige database initiatief. Opvallend is, dat bij de aantallen
"geregistreerde" PV-installaties, gemeente Amsterdam juist
veel meer PV-systemen heeft,
dan er op 17 juli 2013 bij Klimaatmonitor stonden opgegeven. Derhalve
geldt ook hier weer: De diverse registers lopen in het geheel niet
synchroon, en er zitten nog overal forse gaten in de data bestanden.
-
(7)
Provincie Overijssel meldde
voor de gemeente met – volgens hen destijds - het meeste PV-vermogen,
Hardenberg, op 22 april 2013 3.318 kWp. Echter, per 17 juli 2013 staat
er in de Klimaatmonitor databank voor die gemeente al 4.030 kWp genoteerd,
21% meer. Ook voor de andere door provincie Overijssel opgegeven waarden
wijken de KM data alweer fors af. Meestal naar boven, voor Enschede
zelfs in forse mate (prov. Overijssel: 992 kWp, KM: 1.753 kWp, 77%
meer!). En ook voor Kampen is er een groot verschil in de opgaves
van de provincie t.o.v. KM: 864 versus 1.565 kWp (81% verschil). Hellendoorn:
706 versus 1.423 kWp (meer dan dubbele bij KM). De grootste verschillen
vond ik bij Steenwijkerland, 591 versus 2.522 kWp (ruim 4,2 maal zoveel
bij KM). Bij Hof van Twente, 385 versus 2.123 kWp (factor 5,5 maal
zoveel bij KM). Bij Hengelo (Ov.), 161 versus 1.014 kWp (factor 6,3
maal zoveel bij KM). Bij Borne, 60 versus 391 kWp (factor 6,5 maal
zoveel bij KM). En bij Oldenzaal, 21 versus 136 kWp (weliswaar nog
steeds bar weinig voor zo’n gemeente met ruim 32.000 inwoners,
maar ook een factor 6,5 maal zoveel bij KM).
Maar soms is er ook minder in de KM cijfers te vinden. Tubbergen
volgens provincie Overijssel 1.501 kWp, volgens KM slechts 1.422 kWp.
Ook bij Zwartewaterland en Losser is er minder bij KM geregistreerd
dan de provincie heeft opgegeven.
Het totaal volgens Provincie Overijssel was op 22 april 2013 geschat
26,5 MWp. Klimaatmonitor komt op 17 juli 2013 al op 39,3 MWp, ruim
48% meer, en waarschijnlijk nog steeds lang niet alle vermogen
in die provincie betreffend.
Vermogen
adressen met zonnepanelen per inwoner per gemeente
(Wp/inwoner)

Bij
deze herleide berekening staat wederom de slechts ruim 18.000 zielen
tellende Noord-Brabantse Peel gemeente Eersel - zelfs met kop en schouders
- bovenaan. Mogelijk vooral veroorzaakt door de 1,6 MWp grote installatie
op de nagelneue VencoCampus in combinatie met het bescheiden inwoner
aantal (als deze met een SDE subsidie ondersteunde installatie inderdaad
is opgenomen bij Klimaatmonitor). Vervolgens mag Dalfsen uit Overijssel
zich voor die provincie op de borst gaan kloppen als (voorlopige) geregistreerde
"winnaar" als het om vermogen per inwoner gaat en het aan
Klimaatmonitor ligt. Al is het verschil met Eersel enorm groot, minder
dan de helft. Stapsgewijs lager liggen verder genoemde gemeentes niet
ver af van die tweede positie voor Dalfsen. Aa en Hunze uit Drenthe
(met op het grondgebied o.a. de 180 kWp installatie bij Waterleidingbedrijf
Drenthe in Annen) staat op de derde plaats. Deze posities worden vooral
bepaald doordat in genoemde gemeentes relatief bezien een "overmaat"
aan grote installaties aanwezig is, die een grote impact op het totale
vermogen hebben, en vooral bij agrarische gemeentes met relatief lage
inwoner aantallen de hoogste impact hebben. In deze grafiek zijn dan
ook vooral gemeentes uit "agrarische" provincies vertegenwoordigd.
Steden kom je in dit lijstje niet tegen. Ook Coevorden (Dr.) met bijna
36.000 inwoners kun je niet bepaald "een stad" noemen.
Mijn
eigen stad, Leiden,
met bijna 119.000 inwoners heeft een ratio van slechts 4,0 Wp per inwoner
en staat bijna onderaan in de lange lijst bij Klimaatmonitor. Met, in
aflopende orde, daar nog onder: Beverwijk, Rotterdam, Hilversum, Blaricum
en tot slot Diemen. De laatste twee met slechts 3,5 Wp/inwoner.
Het
gemiddelde voor alle 408 gemeentes in Nederland bedraagt 27,1 Wp/inwoner
bij Klimaatmonitor.
Vermogen
adressen met zonnepanelen per oppervlakte-eenheid per gemeente
(kWp per km²)

Wederom
een verrassing: het Utrechtse Veenendaal heeft het hoogste vermogen
per oppervlakte van de gemeente. Dit komt omdat Veenendaal slechts 19,81
km² klein is, en er in het verleden nogal wat flats in ultrakorte
tijd (7 weken) met zonnepanelen zijn voorzien door corporatie Patrimonium
(8.000 stuks op 35 flats, 1,1 MWp, destijds nog tijdens de "einde-regeling-run"
op de EPR/EPA subsidies, eind 2003, uitvoering Ecostream [Econcern]
i.s.m. Eneco, link...).
Verder
maar liefst 5 gemeentes uit de zonrijke provincie Noord-Holland, met
Schagen op de 2e plaats. En, verrassend, het Zuid-Hollandse Delft met
24,08 km² oppervlakte, een bekende, doch niet erg veel volume brengende
actie in het verleden (Delfts Blauw), en het 351 kWp WLD/Deltares dunnelaag
project van destijds Nuon, op de derde plaats.
Onze
gemeente Leiden staat rond de 60e plaats in dit lijstje, met 20,6 kWp
per km².
Gemiddelde
installatiegrootte adressen met zonnepanelen per gemeente
(kWp per installatie)
Uit
de door Klimaatmonitor opgegeven aantallen adressen met zonnestroom
genererende installaties en het totale opgegeven vermogen kunnen we
de gemiddelde installatiegrootte per gemeente berekenen. Dan
komen we op de volgende grafiek:

Gezien
het hier voor gebrachte materiaal zal het u wellicht niet verbazen dat
de Brabantse gemeente Eersel hier weer met kop en schouders boven de
rest uit steekt, met een "gemiddelde installatiegrootte" van
maar liefst 27,5 kWp. Mocht het inderdaad zo zijn dat de 1.628 kWp grote
installatie van Venco Campus in deze cijfers zit opgenomen, en trekken
we dat volume af van het gemeente totaal, zouden we voor het overige
vermogen toch nog steeds op een hoog volume van 17,6 kWp per installatie
komen. Dat betekent dat er nog meer forse installaties in deze gemeente
moeten staan (er zijn o.a. nog 2 SDE beschikkingen, goed voor 345 kWp,
in deze gemeente afgegeven binnen SDE 2011).
Verder
in dit overzichtje wederom vooral agrarische gemeentes - met veel grotere
boerderij daken, wat de hoge systeem gemiddeldes verklaart. Zeewolde
bijvoorbeeld heeft een van de grootste PV projecten van Nederland, de
door Horizon Energy B.V. gerealiseerde 300 kWp (SDE 2009 "groot")
installatie op de daken van Maatschap Boon,
die tegenwoordig onder "Zon Zeewolde B.V." schuilgaat.
Een
opvallende uitzondering hier is weer gemeente Schiedam, wat tot de beslissing
van de gemeenteraad om enkele projecten te gaan ondersteunen voor de
plaatsing van zonnepanelen (brief
23 mei 2013), niet echt bekend staat als PV-vriendelijke gemeente.
Of een plaats waar een ontzagwekkende hoeveelheid zonnepanelen geplaatst
zou zijn. Of het moet het Natuurcentrum de Boshoek zijn, wat een deel
van de (kleine) oude installatie van de eerste zonnestroom vereniging
van Nederland, Sunergy, op
haar dak kreeg. En waar de webmaster van Polder PV en partner zelf
ook nog wat aan hebben meegeholpen, zie de foto...

^^^
KLIK op plaatje voor uitvergroting
Foto
genomen tijdens uitbreiding van de PV-installatie op Natuurcentrum de
Boshoek in Schiedam,
dd. 31 maart 2012. Een "relict" van de opgeheven eerste zonnestroom
vereniging van Nederland,
Sunergy, waar de webmaster van Polder PV ook lid van was.
Voor afbraak van het oorspronkelijke systeem, zie foto
pagina.
In
ieder geval staat in de lijst die ten grondslag ligt aan deze grafiek
"mijn" gemeente Leiden bijna onderaan met 1,1 kWp gemiddeld/installatie
nog voor Wijchen Gld en Den Helder [!], de laatste met slechts 0,9 kWp.
Wat beslist weer opmerkelijk mag worden genoemd, omdat de Kop van Noord-Holland
een van de zonrijkste delen van Nederland is. Kennelijk zijn daar wel
veel particulieren met kleine installaties van op de hoogte (geraakt).
Maar grote bedrijven met een forse dak oppervlakte (nog) niet...
Resumé
gemeentes
"Best
presterende" gemeentes volgens de Klimaatmonitor databank,
met lokatie op kaartje van Netbeheer Nederland met 4-cijferige postcode
inventarisatie (zie link):

KLIK op kaartje voor
uitvergroting
Basis
kaart: © Netbeheer Nederland
(deze
link), waarop vermogen per postcode gebied volgens PIR register.
Toegevoegd blauwe en rode letters voor specifieke gemeentes, door
Polder PV. Toelichting hier onder.
NB:
"record" gemeentes vinden we volgens de Klimaatmonitor data
(inclusief PIR databestand) niet in het oosten van het land, ondanks
de grote donkere vlekken van uitgestrekte gemeentes "met veel PV-vermogen
per postcode" in met name Overijssel. De twee "records"
voor Eersel in Noord-Brabant kunnen wellicht vooral terug te
voeren zijn op slechts 1 grote installatie.
Het
provinciale niveau: aantallen en vermogen aan zonnepanelen in de 12
NL provincies
Via
de gegevens per gemeente, deels tot in detail weergegeven in de eerste
sectie met de "tien beste" per categorie, kunnen we de "prestaties"
per provincie uitrekenen. Ik heb daartoe alle gemeentes per provincie
bij elkaar opgeteld. En van daar uit vergelijkbare berekeningen gedaan
zoals in de vorige paragraaf. Wederom hierbij een onderverdeling in
"aantallen installaties". En "totaal vermogen" per
provincie.
Aantallen
adressen per provincie
Aantal
adressen met zonnepanelen per provincie 17 juli 2013
(absolute aantallen)

In
dit plaatje zijn de provincies op alfabetische volgorde getoond met
het totaal voor Nederland achteraan. Het zal u niet verwonderen. De
provincie met het meest aantal inwoners, Zuid-Holland (bijna 3,6 miljoen
mensen, 21% van het lands-totaal), met haar hoge dichtheid aan beschikbare
dakruimte, is de absolute heerser op het vlak van "aantallen"
adressen met - bij Klimaatmonitor geregistreerde - zonnepanelen. Daar
staan 17.314 adressen genoteerd (zeer waarschijnlijk nog lang niet alle
werkelijk bestaande). Op de tweede plaats komt Noord-Holland (16% van
het lands-totaal aan inwoners) met 14.061 adressen, gevolgd door Noord-Brabant
(15%) met 12.779 stuks. Hekkesluiter is Provincie Zeeland (bevolking
2% van lands-totaal), met slechts 2.257 bij K.M. geregistreerde adressen
met zonnepanelen.
In
heel Nederland zijn er medio juli 2013 96.598 adressen met zonnepanelen
geregistreerd bij Klimaatmonitor. Dat is 3,6% meer dan de hoeveelheid
die Netbeheer Nederland eind juli 2013 opgeeft voor het PIR register
(analyse
Polder PV). Gezien de aard van de discrepanties tussen beide datasets
denkt Polder PV dat beide registers nog verre van "de waarheid
benaderend" kunnen worden geklassificeerd.
In
bovenstaand diagram heb ik de aantallen bij K.M. geregistreerde adressen
met PV-installaties weergegeven in een stapelkolom, waarbij de onderlinge
verschillen tussen de provincies al wat duidelijker worden.
In
deze laatste grafiek in deze mini-serie heb ik de stapel als een "100
procent" kolom weergegeven. Waarbij dus de procentuele aandelen
van het totaal worden weergegeven per provincie. De grootste onderaan
(Zuid-Holland), de minst bijdragende bovenaan (Zeeland). Hiermee wordt
al meteen het tweede deel van een opmerking als "In het noorden
van Nederland en in de Randstad zijn veel minder zonnepanelen"
(Nu.nl,
31 juli 2013) sterk gerelativeerd, al gaat het bij het huidige plaatje
nog "maar" om het aantal adressen met zonnepanelen (volgens
Klimaatmonitor, met iets meer adressen dan in het door Nu.nl beschouwde
"plaatje van het PIR register van Netbeheer Nederland").
In
de volgende twee plaatjes weer 2 essentiële "relativerende"
berekeningen, nl. de resultaten per inwoner concentratie per provincie,
en per oppervlakte eenheid.

In
het eerste plaatje van hoog naar laag het aantal adressen in Klimaatmonitor
toegerekend naar het aantal inwoners in de betreffende provincie. Daarbij
is gekozen de maatstaf "per 10.000 inwoners", om enigszins
begrijpelijke getallen te krijgen. Hieruit wordt duidelijk dat ditmaal
de bijna 491.000 inwoners tellende provincie Drenthe (door geen enkele
persdienst als "zonnepaneel concentratie" genoemd) de koppositie
inneemt, met 88 adressen met zonnepanelen per 10.000 inwoners. Limburg
(ruim 1,1 miljoen inwoners) de 2e positie bezet, met 81. En juist provincie
Friesland (slechts ruim 647.000 inwoners) op de derde plaats terecht
komt, met 72 stuks. Dit ondanks het hierboven weergegeven citaat van
Nu.nl, dat Noord Nederland "veel minder" zonnepanelen zou
hebben (dan de rest?). Iets wat gerelateerd aan inwoner aantal gewoon
niet waar is (Groningen bezet ook een respektabele 5e positie in deze
"pikorde").
Juist
in dit opzicht moet de provincie met het meest aantal inwoners, Zuid-Holland,
verstek laten gaan, met slechts 49 adressen met PV per 10.000 inwoners,
nog onder de 2 andere inwoners rijke provincies Noord-Brabant resp.
Noord-Holland...
Het
gemiddelde voor heel Nederland ligt op 58 adressen met zonnepanelen
per 10.000 inwoners volgens de juli update van Klimaatmonitor.
Dat
een statement "die en die provincie heeft veel zonnepanelen"
sterk afhangt van de manier waarop je daar tegenaan kijkt, wordt goed
geïllustreerd door dit laatste plaatje waar het "aantallen"
adressen met zonnepanelen betreft. Want als je die niet aan bevolkingsaantallen
zoals hierboven relateert, maar juist aan de oppervlakte
per provincie, krijg je weer andere resultaten.
In
het laatste overzicht zijn de aantallen adressen met zonnepanelen (volgens
K.M.) afgebeeld per oppervlakte van 10 km² in de provincie, gesorteerd
van groot naar klein. Ditmaal gaat Zuid-Holland weer aan kop, met bijna
51 adressen per 10 km², op de voet gevolgd door Utrecht (afgerond,
waarde iets lager). Dan is er een fors gat tot de 41 van Provincie Limburg.
De drie noordelijke provincies, fors van oppervlak, verliezen het hier
duidelijk met 3 van de 5 onderste posities. Echter, wederom laat Zeeland
hier de grootste veer, met slechts minder dan 8 ("7,7") adressen
met PV per 10 km². Ook Flevoland, met enorme oppervlaktes (nieuw)
agrarisch land waar op zijn hoogst het 27 kWp kleine Accres
testveldje bij Lelystad als "grondgebonden" kan worden
geklassificeerd, valt in de lagere regionen, met bijna 11 adressen per
10 km² land.
Nederland
als geheel heeft volgens deze K.M. update ruim 23 adressen met zonnepanelen
per 10 km².
Geïnstalleerde
capaciteit per provincie
PV-vermogen
per provincie 17 juli 2013
(kWp)

Bij
dit plaatje, vergelijkbaar met dat hierboven getoond
voor de aantallen adressen met zonnepanelen, wordt het vermogen per
provincie, alfabetisch gerangschikt, getoond in megawattpiek (MWp).
Ditmaal is niet Zuid-Holland koploper (sterker nog: met het qua inwoner
aantal drie maal zo kleine Overijssel "bijna" ex aequo
op 3e plaats). Maar Noord-Brabant, wat maar liefst 46% meer vermogen
heeft dan Overijssel, en zelfs 50% meer dan Zuid-Holland, in absolute
cijfers bezien. Met een cijfer achter de komma zijn die verhoudingen:
NB 57,6 MWp 17,0% van Nederlands volume), Ov 39,3 MWp (11,6%), resp.
ZH 38,5 MWp (11,3%).
Ook
in dit opzicht sluit Zeeland achteraan in de rij, met slechts 7,9 MWp
(2,3% van nationaal volume). Nederland als geheel zou volgens deze cijfers
339,7 MWp hebben geaccumuleerd in Klimaatmonitor, bijna evenveel als
eind 2012 volgens CBS is
gerapporteerd (zeer voorlopig cijfer). En "dus" nog lang
niet het volume wat er medio juli 2013 - met de voor NL zeer sterke
groei in het eerste halve jaar - al heeft "moeten" staan (zie
analyse
van 2 augustus 2013).
Opmerkelijk
- (1) Als
"opmerkelijk feit" mag wel het geaccumuleerde vermogen voor
provincie Friesland genoemd worden. De bijna 18 MWp (Klimaatmonitor:
17,7 MWp) is namelijk al een dikke factor 3,5 (!) maal
zoveel dan het vermogen wat de provincie zelf in hun ambitieuze plan
Sinnestroom
heeft opgegeven voor de status quo tijdens publicatie. Die
notitie werd op 24 april 2012 door Gedeputeerde Staten aangenomen, en
toen werd gesteld dat Friesland nog maar 5 MWp op haar grondgebied zou
hebben staan. We moeten nu dus constateren dat ruim een jaar later dat
volume zeer veel groter is (geworden) dan GS toen kennelijk dacht of
heeft afgeschat. En daarbij moet natuurlijk ook nog worden vastgesteld,
dat Klimaatmonitor ook al in forse mate achter loopt met de registraties,
en dat het totale volume dus nog behoorlijk veel groter zou kunnen zijn
dan bovengenoemde 18 MWp. Derhalve zou het kunnen dat de nogal ambitieuze
50 MWp die voor 2015 werd vastgesteld als doel voor de provincie, als
er niets tegen zit, zelfs wel eens "met de vingers in de neus"
gehaald zou kunnen gaan worden bij een in theorie mogelijke jaarlijkse
verdubbeling van het geaccumuleerde volume.

Wederom
ter verduidelijking van de verdeling over de 12 provincies een stapelkolom
ontleend aan de vorige afbeelding, met de provincie met het meeste PV-vermogen
volgens Klimaatmonitor (Noord-Brabant) onderaan, en het exemplaar met
de minste capaciteit bovenaan (Zeeland).

De
procentuele verdeling van de PV-vermogens per provincie zoals die staan
geregistreerd in de Klimaatmonitor databank. Noord-Brabant heeft 17%
van het totale vermogen in Nederland volgens die cijfers van 17 juli
2013. Overijssel en Zuid-Holland bijna evenveel, 11,6 tot 11,3%. De
pikorde wordt afgesloten door Friesland (5,2%), Flevoland (3,3%), resp.
Zeeland (2,3%). De "Noordelijke provincie" Drenthe doet het
in deze vergelijking nog relatief aardig met 6,4%.

Niet
alleen bij het "aantal adressen met zonnepanelen
per 10.000 inwoners", maar zelfs ook bij het daarmee gepaard
gaande totale vermogen per inwoner is de wellicht toch wel grote verrassing
hier provincie Drenthe. Want ook die is hier weer "voorlopig provinciaal
kampioen" volgens de laatste Klimaatmonitor data. Met veruit boven
de rest uitstekend gemiddeld 45 Wattpiek vermogen per inwoner. In weerwil
van de claim van Nu.nl dat het in de "noordelijke provincies"
niet zo best gesteld zou zijn met de mooie zonnepaneeltjes: als we per
inwoner gaan rekenen komt een compleet ander beeld naar boven borrelen
dan wordt gesuggereerd.
Ditmaal
is niet Limburg nummer 2, maar provincie Overijssel, met 35 Wp/inwoner.
Limburg volgt op 3 met 32 Wp/ingezetene. Ook op de laagste tredes is
de verdeling iets anders dan bij de aantallen installaties.
Waren het daar achtereenvolgens Noord-Holland, Noord-Brabant en Zuid-Holland,
is de volgorde onderaan in het geval van het vermogen nu Gelderland
(16 Wp/inw.), Noord-Holland (13 Wp/inw.), resp. hekkesluiter Zuid-Holland
(11 Wp/inw.) geworden.
Het
gemiddelde voor heel Nederland is volgens Klimaatmonitor medio juli
2013 op 20,3 Wp/inwoner blijven steken, tussen de gemiddeldes voor Zeeland
resp. Utrecht in. NB: in Duitsland was dat eind juni (34,2
GWp PV-capaciteit) 418 Wp per inwoner, een factor 21 maal zo hoog.

Een
tweede voor velen wellicht grote verrassing is het bij Klimaatmonitor
bekende vermogen als we dat gaan terugrekenen naar oppervlakte per provincie.
In het onderhavige geval heb ik 10 vierkante kilometer (1.000 hectare)
en kWp vermogen genomen als referentie om een beetje voorstelbare, decente
getallen te krijgen. Bij die relatieve maatvoering komen twee wellicht
"onverdachte" provincies als beste uit de bus. De kleinste
provincie, Utrecht (oppervlakte 1.449 km²) met 167 kWp PV-vermogen
per 10 vierkante kilometer, redelijk dicht op de hielen gezeten door
de op een na kleinste provincie, Limburg (2.209 km²), met 162 kWp/10
km².
Vervolgens
valt er een klein "gat" en volgen nummers drie tot en met
vijf op een bijna vergelijkbaar niveau van 115-113 kWp/10 km².
Het gaat daarbij om de relatief grote provincies Overijssel (3.421 km²),
Noord-Brabant (5.082 km²), en Zuid-Holland (3.419 km²). Hekkensluiters
zijn drie provincies van zeer verschillende grootte: Flevoland (2.412
km²), met 47 kWp/10 km², de grootste provincie, Friesland
(5.749 km² - uiteraard met diverse uit de kluiten gewassen Waddeneilanden),
met 31 kWp/10 km². En, tot slot, het zonnige Zeeland (2.934 km²),
wat het met slechts 27 kWp/10 km² zou moeten stellen volgens de
laatste cijfers van Klimaatmonitor.
Nederland
als geheel (41.543 km²) zit met ruim 82 kWp/10 km² tussen
provincies Noord-Holland en Drenthe in.
Ook
hier moeten we dus concluderen dat de uitspraak van Nu.nl m.b.t. de
matige positie van de Randstad bij de implementatie van zonnepanelen,
zeker in het geval van "voorlopige kampioen" Utrecht, maar
ook wat de "bovengemiddelde" positie van Zuid- en Noord-Holland
betreft, met een pot zout tot u genomen dient te worden.

Net
zoals bij de gemeentes konden we uit de voorliggende
Klimaatmonitor data ook de gemiddelde installatiegrootte per adres per
provincie vaststellen. Dat is in deze grafiek getoond.
Hier
leidt de sterk agrarisch georiënteerde provincie Drenthe op nummer
1, met een gemiddelde installatiegrootte van 5,1 kWp, maar wel in de
nek geademd door Overijssel op 2 met 5,0 kWp. Daarna gaat het stapsgewijs
naar beneden tot het laagste niveau in "onze" sterk geurbaniseerde
provincie Zuid-Holland, die slechts 2,2 kWp als gemiddelde installatiegrootte
per adres laat zien. Er liggen op heel veel daken in onze provincie
maar een paar panelen, vaak zelfs slechts 4 Shell Solar modules (die
in de EPR/EPA dossiers zullen zitten bij Klimaatmonitor, inclusief het
oudste 1,02 kWp deel van Polder PV's later uitgebreide installatie)
met een totaal vermogen wat niet boven de 0,4 kWp uitstijgt. Dat drukt
het systeemgemiddelde natuurlijk in aanzienlijke mate. Ook de relatief
kleine boerderijen in Zuid-Holland laten niet toe dat daardoor een hoog
gemiddeld systeemgemiddelde gehaald kan worden in deze dichtbevolkte
provincie. Dat laat natuurlijk onverlet dat installaties als Zonnepark
de Klepperstee (Ouddorp, 850 kWp), Royal
Lemkes (Bleiswijk, 754 kWp), Blijdorp Oceanium (518 kWp) etc. zijn
opgeleverd in het verleden. Maar ze zijn kennelijk te "atypisch"
voor onze provincie om het verschil te maken bij hogere gemiddelde systeem
vermogens.
Nederland
als geheel scoort - met de Klimaatmonitor data - met een installatiegrootte
van ruim 3,5 kWp per adres. In het buitenland ligt dat veel hoger, omdat
daar grote installaties grondig werden ondersteund met degelijke, voor
lange periodes vastgelegde invoedings-tarieven.
Het
regionale niveau: aantallen en vermogen aan zonnepanelen in de 4 NL
landsdelen
We
kunnen de vergelijking voor Nederland nog op een hoger niveau gaan brengen,
namelijk op het vlak van de "landsdelen". Dit n.a.v. de opmerking
op de website van Netbeheer Nederland dat "De meeste zonne-energie
wordt in het oosten van Nederland opgewekt". Ten eerste gaat
het bij het beroemde gepubliceerde kaartje helemaal niet om "stroomproductie",
maar om opgesteld nominaal "name plate" vermogen,
de "onder standaard test condities vastgestelde capaciteit"
van de PV-generatoren. Ten tweede: er wordt kennelijk verondersteld
dat "het oosten" de meeste capaciteit zou hebben. "Het
oosten" is echter een nogal vage term waar je alle kanten mee op
kunt zonder dat je weet waar je het precies over hebt. Beter is het
om naar een gebiedoverschrijdende begrenzing van landsdelen te komen
die het provinciale niveau ontstijgt. En die geeft het CBS in haar StatLine
overzichten (link):
Lokalisering
van gemeenten, provincies en COROP-gebieden naar landsdelen.
Landsdeel:
De indeling in landsdelen is een regionale groepering van provincies.
Nederland telt 4 landsdelen.
Betekenis van de codes:
01 = Noord-Nederland (Groningen, Friesland, Drenthe);
02 = Oost-Nederland (Overijssel, Flevoland, Gelderland);
03 = West-Nederland (Utrecht, Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland);
04 = Zuid-Nederland (Noord-Brabant, Limburg).
Zou
zouden we dus voor "Oost-Nederland" (NN: "het oosten"???)
in het taalgebruik van de statistici van het CBS uit moeten gaan van
de verzameling vallend onder de provincies Overijssel, Flevoland, en
Gelderland.
Met
bovenstaande "landsdelen" als uitgangspunt heeft Polder PV
de laatste serie grafieken geconstrueerd.
In
deze grafiek staan het aantal adressen en het bijbehorende vermogen
per landsdeel (alfabetisch gesorteerd) naast elkaar. Gele kolommen voor
de aantallen adressen met zonnepanelen (linker Y-as), en bruin voor
het bijbehorende vermogen in kWp (ook: linker Y-as). Daarnaast heb ik
ter referentie het uit de provincie gegevens berekende aantal inwoners
per landsdeel in een open, blauw omrande brede kolom weergegeven, met
de bijbehorende waarde in miljoenen onderaan vermeld, en refererend
aan de schaal op de rechter Y-as (in blauw). Beide Y-assen zijn logaritmisch
weergegeven.
Wat
aantallen adressen met zonnepanelen per landsdeel betreft is West Nederland,
met 7,9 miljoen inwoners (47% van totaal in NL) zonder meer het grootste
(40.953 bij K.M. geregistreerde adressen, t.o.v. slechts 21/22.000 bij
de nummers 2 en 3, Zuid resp. Oost NL met bijna even groot aantal inwoners).
Maar bij het vermogen is het verschil met nummer twee al veel minder
opvallend: 106,8 MWp West NL versus 93,5 MWp in Zuid NL, iets groter
met nr. 3, 81,9 MWp in Oost NL. Dat komt natuurlijk omdat in Zuid NL
(uitsluitend provincies Noord-Brabant en Limburg betreffend) en in iets
minder heftige mate in Oost NL (Ov., Fl., en Ge.) gemiddeld genomen
veel grotere installaties zijn te vinden dan in West NL. De bio-industrie
heeft in die provincies een enorme schaal aangenomen, en op de daken
van die enorme dierenfabrieken kunnen heel erg veel zonnepanelen zonder
vergunning worden gemonteerd...
Noord
Nederland schuift in alle opzichten achteraan in de rij: Slechts 1,7
miljoen inwoners in Groningen, Friesland en Drenthe, 12.849 adressen
met PV-modules, en slechts 57,5 MWp aan bekend - bij Klimaatmonitor
geregistreerd - vermogen.
Heel
Nederland telde medio juli 2013 bij K.M. 96.598 adressen met PV-installaties,
en een gezamenlijk vermogen van bijna 340 MWp. Let wel: evenveel als
CBS op 23
mei 2013 nog voor eind 2012 opgaf, dus nog steeds veel te weinig
"geregistreerd" als we er van uitgaan dat CBS zelfs slechts
een "minimum" heeft opgegeven voor dat kalenderjaar. Dit alles
bij een bevolkingsomvang van 16,7 miljoen inwoners.
Aantal
adressen met zonnepanelen en vermogen per landsdeel 17 juli 2013
(absolute aantallen)

Uit
deze grafiek blijkt dat West Nederland zowel op het gebied van het aantal
adressen met zonnepanelen (linker kolom), als bij de opgestelde capaciteit
(in kWp getoond, rechter kolom) het belangrijkste landsdeel is, met
bijna 41.000 adressen en 107 MWp vermogen geregistreerd bij K.M. Vervolgens
komt Zuid Nederland met bijna 22.000 adressen en ruim 93 MWp, en Oost
Nederland met bijna 21.000 adressen en bijna 82 MWp. De rij wordt gesloten
door Noord Nederland met slechts bijna 13.000 adressen en bijna 58 MWp.
Voor de procentuele aandelen op de bovenaan de kolommen weergegeven
totalen (bijna 97.000 adressen met bijna 340 MWp): zie de volgende grafiek.
(procentuele aandelen)

Vergelijkbare
grafiek als hier boven, maar nu met de procentuele
aandelen van de landsdelen t.o.v. het landelijke totaal voor beide kolommen.
Links aantal adressen, rechts vermogen in kWp. West Nederland heeft
een aanzienlijk aandeel van 42,4% van het totaal bij het aantal geregistreerde
adressen met zonnepanelen, en fors minder, 31,4% bij het vermogen. Zuid-
resp. Oost Nederland zijn in beide opzichten redelijk aan elkaar gewaagd
met percentages tussen de 22 en 28%. Noord Nederland haalt slechts geringe
percentages voor beide vergelijkingscriteria (13 resp. 17%).
(gerelateerd aan
inwoners-aantal)

In
forse tegenstelling tot de resultaten getoond in de voorlaatste plaatjes,
verandert het beeld weer aanzienlijk als we de aantallen adressen met
zonnepanelen geregistreerd bij K.M. gaan relateren aan de inwoner aantallen
per landsdeel (optelling betreffende cijfers van de provincies). Nu
komt Noord Nederland - waarvan het Dagblad van het Noorden beweerde
"In Groningen en Drenthe is het aantal zonnepanelen nog tamelijk
dun gezaaid" - er het beste van af. En wel: met kop en schouders.
Per 10.000 inwoners bedraagt het aantal door K.M. geregistreerde adressen
met zonnepanelen daar 75 stuks, terwijl juist het rijke West Nederland
er maar 52 heeft en Zuid Nederland met 61 stuks nog ver achterblijft
t.o.v. het "verre noorden". Heel Nederland zit er gemiddeld
genomen met 58 tussenin, iets onder de 59 van Oost-Nederland.
Bij
de vermogens is het verschil iets minder extreem, maar dan nog: ook
daar doet Noord-Nederland het zonder meer prima, met 33,5 Wp per inwoner.
Met op afstand 26,1, 23,1, resp. een zeer lage 13,6 Wp/inwoner voor,
achtereenvolgens, Zuid-, Oost-, en West Nederland. Nederland in totaal
komt op 20,3 Wp/ingezetene.
Duidelijk
wordt dat "Oost Nederland" het op dit vlak ook beslist niet
het beste doet. Sterker nog: op de een-na-laatste plaats uitkomend bij
de landsdelen. Derhalve moet een kreet
van - nota bene - Netbeheer Nederland van "De meeste zonne-energie
wordt in het oosten van Nederland opgewekt" ook met de nodige
zoutkristallen tot u worden genomen... Zeker ook als we het hoge geïnstalleerde
volume in de kustprovincies, en de veel
hogere instraling daar op de keper beschouwen. Want daar (Noord-
en Zuid-Holland en Zeeland) staat 82,6 MWp van de op 17 juli 2013 bijna
340 MWp omvattende PV-capaciteit in heel Nederland, ruim 24% van het
totaal. Netbeheer Nederland moet eerst maar eens met snoeiharde, fysiek
bemeten productie data gaan komen voordat "Oost Nederland"
de palmares zou mogen krijgen op het gebied van "grootste hoeveelheid
zonnestroom opwek". Die "strijd" is nog lang niet gestreden...
(gerelateerd aan
land-oppervlakte)
Bij
het bekijken van het aandeel van de landsdelen herleid tot een oppervlakte
eenheid krijgen we voor het eerst een duidelijke discrepantie ("discontinuïteit")
te zien in het grafiek beeld. Wat het bij het aantal adressen per oppervlakte
van 10 km² van het betreffende landsdeel betreft, leidt West Nederland
met vlag en wimpel het kwartet aan, ruim 34 adressen per 10 km².
Vervolgens komen Zuid NL (30), Oost NL (ruim 19), resp. hekkesluiter
Noord NL met slechts ruim 11 adressen met zonnepanelen per 10 km².
Nederland zit hier als geheel op een niveau van ruim 23 adressen met
zonnepanelen per 10 km².
Echter,
bij de hoeveelheid capaciteit per 10 vierkante kilometer (maat gekozen
om "voorstelbare" getallen te krijgen), is die volgorde doorbroken
en krijgen we met de volgende reeks te maken: Zuid NL (blauw, 128 kWp/10
km²), West NL (bruin, 90 kWp/10 km²), Oost NL (donker paars,
75 kWp/10 km²), resp. Noord NL (oranje, 51 kWp/10 km²). Met
Nederland als geheel er tussenin, op een niveau van 82 kWp/10 km²
(licht oranje kolom met rode rand). De sequentie van de rechter kolommen
groep is in deze grafiek afhankelijk van de sequentie in de linker groep
(gekoppeld), vandaar dat de blauwe kolom niet "vooraan in het rijtje"
staat.
Duidelijk
is in ieder geval dat in beide gevallen wederom niet "Oost
Nederland" het belangrijkste landsdeel blijkt te zijn, maar het
op een-na-"slechtst" presterende. En dat Zuid Nederland niet
aan kop staat, ook al zou je dat op basis van uitlatingen in de pers
over "de grote boerenschuren in Noord-Brabant en Limburg"
niet verwachten...

Net
als in de vorige series, toon ik hierbij als laatste plaatje het systeemgemiddelde
PV-vermogen per adres en per landsdeel, zoals dat is af te leiden uit
het beschikbare cijfermateriaal van Klimaatmonitor medio juli 2013.
Op
dit niveau is wederom het "arme", met forse agrarische landoppervlaktes
voorziene landsdeel Noord Nederland, het best presterende met 4,5 kWp
gemiddeld. Het met "grote boerenschuren" gevulde Zuid Nederland
volgt met 4,3 kWp gemiddeld per adres met zonnepanelen. Dan pas volgt
Oost Nederland met 3,9 kWp. en ver achterblijvend sluit West Nederland
het kwartet af met slechts 2,6 kWp gemiddeld per installatie in de verzameling
"Randstad-provincies" Utrecht, Noord- en Zuid-Holland, met
daarbij volgens de CBS definitie ook opgenomen de outlier Zeeland.
Nederland
als geheel komt op een stuk hoger niveau uit, met 3,5 kWp gemiddelde
systeemgrootte, zoals eerder al getoond in de vergelijkbare
grafiek voor de provincies.
NB:
ook bij deze relativerende grafiek komt Oost Nederland beslist niet
als "beste" uit de bus.
Afsluitend
Waar
mogelijk zal Polder PV proberen om in de toekomst updates van deze web
pagina te gaan geven als Klimaatmonitor nieuwe data publiceert. Het
is echter veel werk, dus daar moet tijd voor beschikbaar zijn. Maar
het zijn wel de (huidige) "feiten volgens Klimaatmonitor".
En die zijn hard gedocumenteerd. Nu ook uitgebreid grafisch, voor iedereen
inzichtelijk gemaakt door Polder PV.
Daarbij
blijven opletten dat ook de Klimaatmonitor databank absoluut NIET alle
capaciteit in Nederland weergeeft (net zo min als het PIR register van
de netbeheerders dat doet). En dat elke "conclusie" op basis
van de hier getoonde (afgeleide) cijfers met prudentie en blijvende
scepsis tot u genomen moet blijven worden. Zekerheden op het gebied
van statistieken m.b.t. zonnestroom zijn in Nederland NOOIT te geven.
Knoop die s.v.p. in uw oren.
Reacties

https://twitter.com/f_doff/status/367402385607385088
-
"My
home province Utrecht leads in NL with (modest!) 16.7 kWp of solar
PV per km2" (Kees van der Leun, Ecofys, via
Twitter)
Links
"Zonne-energie
staat op de kaart" (het artikel van Netbeheer Nederland waarmee
"het" allemaal begon, 30 juli 2013)
PV
in NL update 9. Statistiek revisie zonnestroom Nederland: PIR en Klimaatmonitor
in het licht van CBS cijfers. (Kritisch artikel van Polder PV, van
2 augustus 2013. Voorafgaand aan de huidige analyse, waar de discrepanties
tussen de diverse "registers" op nationaal niveau tot in groot
detail worden onderzocht en in grafische vorm weergegeven)
http://klimaatmonitor.databank.nl
(Klimaatmonitor met talloze sub-dossiers waarover cijfermateriaal voorhanden
is. Tegenwoordig vallend onder Rijkswaterstaat / Min. IenM. De toegankelijkheid
laat nog wel te wensen over).
Oppervlakte
per gemeente cf. StatLine CBS (NB: in hectare. 1 km² = 100
hectare)
Kerncijfers
wijken en buurten cf. StatLine CBS (aantal inwoners per gemeente
voor alleen het laatste jaar kiezen, strenge selectie maken i.v.m. omvang
dataset, meer dan 10.000 records zijn alleen te downloaden, worden niet
zichtbaar in het venster)
PV
in NL updates reeds gepubliceerd:
Artikelen
extern (diverse uitspraken blijken nergens op gebaseerd en/of
zijn uit de lucht gegrepen):
Dagblad
van het Noorden (1 augustus 2013) "In Noorden weinig zonnepanelen".
Klopt ook al niet als je tenminste de goede getallen
bekijkt...
Nu.nl
(31 juli 2013) "Meeste zonne-energie opgewekt in het oosten"
(zie ook - 175 - reacties
bij Nujij.nl)
Omroep
Brabant (31 juli 2013) "Brabant loopt voorop met zonnepanelen"
en "Alleen in Gelderland en Overijssel wordt nog meer zonne-energie
opgewekt dan in Brabant."
RTVOost.nl
(31 juli 2013) "In Overijssel wordt de meeste zonne-energie opgewekt
van alle provincies in Nederland."
Pagina
voorbereid eerste 2 weken van augustus 2013, voor het eerst gepubliceerd
op 13 augustus 2013 (Klimaatmonitor status 17 juli 2013). Revisies:
Correctie oppervlakte claim bij provincies, resp.
bij landsdelen (20 aug. 2013).
|